Gebeden op de drieëentwintigste zondag door het jaar
Inleiding
In 2008 werd Ingrid Betancourt bevrijd.
Zes jaar was zij een gevangene van de Colombiaanse guerrillabeweging
Farc.
Ze heeft er een verschrikkelijke tijd doorgemaakt
en haar gezondheid werd steeds slechter.
Na haar bevrijding wist zij toch woorden van vergeving te spreken.
En ze drong er bij de Colombiaanse president op aan
om niet langer de taal van de haat te spreken over de Farc.
Ze zei: ''Ik denk dat we het punt hebben bereikt dat we deze radicale
taal, die mensen verwondt, moeten veranderen,''
Het is heel indrukwekkend dat iemand die zoveel geleden heeft,
een oproep doet om haar ontvoerders niet onnodig te verwonden
door radicale taal.
Daar kunnen we allemaal nog veel van leren.
Hier ligt ook de boodschap van het evangelie van vandaag:
Mensen die verkeerd gehandeld hebben, .moet je proberen weer op het
goede pad te krijgen,
en dat krijg je niet klaar met hen te veroordelen.
Daar willen we vandaag even over nadenken.
Openingsgebed:
God, onze Schepper en Vader,
het is uw wil dat we samen door het leven trekken.
Geen enkele mens kan alleen de juiste weg vinden,
want dan verdwaalt hij onherroepelijk.
Wij zijn aangewezen op elkaar.
Geef dat wij die verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk beleven,
niet alleen jegens degenen die ons dierbaar zijn,
maar ook jegens hen die in onze ogen verkeerde wegen gaan.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven:
God van mensen,
in brood en wijn gaan wij uw verbond met de mensen vieren,
iedereen gaat u ter harte, de goeden en de kwaden.
Dat heeft Jezus, uw gezondene, ons duidelijk gemaakt.
Geef dat ook wij in zijn geest open staan voor ieder medemens,
niemand laten vallen en voorgoed afschrijven, hoe verkeerd hij
misschien ook gehandeld heeft.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Slotgebed:
God van mensen, U luistert altijd naar mensen,
wij kunnen vaak zo slecht naar elkaar luisteren.
U spreekt woorden van verzoening en vergeving,
wij maken ons soms schuldig aan kwaadsprekerij
en een ander van harte vergeven lukt ons vaak niet.
U staat open voor ieder mens van goede wil,
wij zijn vaak hard in ons oordeel en sluiten zo vaak mensen buiten.
Geef dat uw mildheid en begrip, uw barmhartigheid en goedheid
wat meer zichtbaar worden in ons eigen leven.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Voorbede:
Wij bidden voor allen die op het criminele pad geraakt zijn,
voor hen die veel narigheid veroorzaken in de samenleving,
voor degenen die een lange gevangenisstraf uitzitten.
Dat zij toch meelevende mensen ontmoeten
die hen niet veroordelen maar willen helpen
om te komen tot een beter leven.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle jongeren die op het verkeerde pad geraakt zijn
voor degenen die op straat rondzwerven en geen echt thuis hebben,
voor hen die verslaafd zijn geraakt aan drugs of alcohol.
Dat zij toch meelevende medemensen ontmoeten,
die niet veroordelen maar bereid zijn hen te helpen
om een zinvol bestaan op te bouwen.
Laat ons zingend bidden
Wij bidden voor allen die psychisch in de knoop zitten,
voor hen die zich niet meer thuis voelen in hun eigen leven,
voor degenen die zich niet begrepen voelen door hun omgeving.
Dat zij toch meelevende mensen ontmoeten
die hen die niet verstoten maar een helpende hand toesteken
en hen met veel geduld en liefde begeleiden door het leven.
Laat ons zingend bidden
Wij bidden voor alle brave burgers in onze maatschappij
die graag rechter willen spelen over alle boosdoeners,
die vaak keihard en onverbiddelijk zijn in hun veroordeling.
Dat zij ook barmhartige mensen mogen zijn
die niet alleen kijken naar de gepleegde feiten
maar oog hebben voor de voorgeschiedenis en de levensomstandigheden
van de daders.
Laat ons zingend bidden.
God van mensen, U geeft ons steeds nieuwe kansen
om mens te worden naar uw bedoelingen.
Geef dat wij ook anderen steeds nieuwe kansen geven
om hun leven te beteren en een zinvol bestaan op te bouwen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de drieëntwintigste zondag door het
jaar.
Die ander
Als ik wist wat in die ander leeft
zou ik dan nog durven oordelen
als ik kon kijken in het hart van mijn medemens
zou ik dan beter begrijpen
als ik zijn motieven kon doorgronden
zou ik dan gemakkelijker vergeven en vergeten
als al mijn doen en laten openbaar gemaakt werd
zou ik dan niet beschaamd mijn hoofd buigen
en om vergiffenis vragen
alles weten is alles vergeven.
Schuldig
Wie is schuldig? Natuurlijk.
De anderen zijn schuldig.
De anderen, die anders denken,
anders geloven en anders leven.
Zelf ben je onberispelijk volmaakt in de hoogste graad.
Je weet alles het best.
Je doet alles beter dan een ander.
Je zit hoog op de rechterstoel
en je oordeelt en veroordeelt.
Wees toch niet zo streng voor anderen.
Als je naar het goede wilt kijken
dat ook in anderen aanwezig is,
dan ben je verrast dat de ander zeker zo goed is als jijzelf
en misschien nog beter.
Die altijd gelijk heeft, daar is niet mee te leven.
Heb je een 'onfeilbare' in je midden,
dan groeien er onderhuids vele spanningen
en wordt het samenleven ondraaglijk
en een bron van diepe ergernis en mogelijke maagzweren.
Met een 'onfeilbare' kun je niet praten,
je mag alleen maar luisteren en 'amen' zeggen,
als je vrede wilt.
Vergeet nooit, dat die andere in een andere huid steekt,
dat die anders denkt, anders voelt en anders leeft.
EEN FOTO VAN JEZUS
Ik heb nog nooit een foto van Jezus gezien;
ik weet ook niet hoe hij liep, wel met wie.
Ik weet niet hoe zijn stem klonk,
wel de woorden die Hij gebruikte.
Ik weet niet welke kleur ogen Hij had,
maar wel hoe Hij keek.
Ik weet niet of hij een sterk hart had,
wel dat hij een groot hart had.
Ik weet niet alles van zijn karakter,
maar wel dat kinderen Hem graag mochten
en armen zich bij Hem thuis voelden.
Dat hij mild was voor eerlijke mensen
en streng voor ogendienaars.
Dat hij niet te snel oordeelde
maar eerder verontschuldigde.
Dat hij niet haatdragend was,
maar ongelooflijk vergevingsgezind.
Ik weet eigenlijk veel meer van Jezus
dan ik aanvankelijk dacht.
GEBED VAN FRANCISCUS
Maak mij een werktuig in uw hand,
om vrede uit te dragen
en liefde, alwaar haat regeert,
geloof waar twijfel triomfeert
en wanhoop in wanhoopsdagen.
Help mij vergeving brengen, Heer,
waar onrecht wordt bedreven
en eenheid waar verdeeldheid is,
een spoor van licht in duisternis
en vreugd waar zorgen leven.
Help mij veeleer te troosten, Heer,
dan zelf om troost te klagen,
veeleer begrijpen en verstaan
dan zelf van hen die met mij gaan
begrip en liefde vragen.
Gegeven wordt aan alwie geeft,
vergeven wie vergeven.
Wie nimmer hecht aan zijn bestaan
hervindt zichzelf door in te gaan
tot nieuw en eeuwig leven.
VERGEVING
Verwacht geen vergeving,
als je met de kleuren
van de wraak verft.
Hoop niet op barmhartigheid,
als je geen barmhartigheid toont.
Droom niet van kwijtschelding,
als je haat zaait.
Verwacht geen zoetheid,
als je bitterheid schenkt.
Verwacht geen lof,
als je niets van een ander
door de vingers ziet.
Zoek niet naar het positieve,
als je het negatieve plant.
VERGEVING!
Vergeving!
Jij!
In verre landen.
Jij!
In vluchtelingenkampen.
Kom,
een buurman vergeeft je,
de gemeenschap vergeeft je,
God vergeeft je.
Waarom aarzel je nu
met echt berouw?
Waarom zo half?
De vergeving van het nieuwe Sudan wacht op jou.
Vergeving!
MISSTAPPEN
Twee joodse mannen waren op weg naar hun rabbijn om raad te vragen wat
ze met hun misstappen van het afgelopen jaar aan moesten. Terwijl de
ene man aan zijn grote fouten dacht, zuchtte en steunde hij en
stroomden de tranen over z'n wangen. 'Kan ik dit nog goedmaken?',
kreunde hij, 'ik weet niet of ik hiervoor nog wel vergeving krijg.'
De andere man liep vrolijk en lichtvoetig naast hem: 'Die kleine
misstappen, ach, daar maak ik me niet druk om. De Allerhoogste vergeeft
mij wel.'
Toen ze bij de rabbijn aangekomen waren, stond deze de twee ieder apart
te woord. Het onderhoud met de eerste man was snel voorbij, maar het
gesprek met de tweede duurde lang. Daarna riep de rabbijn de twee
tezamen bij zich en sprak tot hen: 'Ik heb diep nagedacht. Luister nu
wat jullie kunnen doen.'
En hij vroeg de eerste man naar buiten te gaan, een groot rotsblok te
verslepen en dat bij hem te brengen. De tweede man kreeg de vraag een
aantal kleine stenen te verzamelen. En de mannen deden wat de rabbijn
hun gevraagd had. De man die het zware rotsblok moest versjouwen, kwam
uitgeput weer bij de rabbijn terug. De andere man echter stond al een
poos naast de rabbijn te wachten, de kleine stenen naast zich op een
stapel.
Daarop keek de rabbijn hen aan en sprak: 'Herstel nu wat je gedaan hebt
en breng de stenen precies terug op hun eigen oude plek.'
De man met de zware steen droeg de steen met veel moeite terug naar de
juiste plek. De man met de kleine stenen echter, zoekend naar al de
oude plekken, bleef peinzen hoe hij de zaken weer kon herstellen.
Leo N Tolstoij
Roddelpraatjes zijn als veren
Een boer die allerlei roddelpraat over iemand vertelde, kreeg spijt en
vroeg aan de rabbi hoe hij boete kon doen.
'Verzamel een zak vol kippenveren. Ga daarmee het hele dorp door en leg
op ieder erf, bij elke deur één veer.'
De boer deed wat hem was opgedragen en vroeg aan de rabbi of hij
daarmee genoeg had gedaan.
'Nee, nog niet', zei de rabbi. 'Nu moet je een zak nemen, langs al die
huizen gaan en elke veer die je er hebt neergelegd weer oppakken en
verzamelen.'
'Maar dat is toch een onmogelijke opgave', protesteerde de boer. 'De
meeste veren zijn allang door de wind weggeblazen.'
Toen antwoordde de rabbi: 'Zo is het nu ook met jouw roddel- en
lasterpraatjes. Je spreekt ze zo gemakkelijk uit, maar hoezeer je het
ook probeert, terughalen kun je ze niet.'
terug naar de overweging