Gebeden op de eenentwintigste zondag door het jaar

Openingsgebed:

God onze Vader, wij zijn hier samengekomen in deze ruimte omdat we geloven in Jezus, uw zoon, door U gezonden als onze leidsman ten leven. Wij bidden U: versterk en verdiep ons geloof in Hem, dat wij Hem de kans geven ons steeds weer te inspireren tot een leven van dienstbaarheid aan elkaar. Mogen anderen, mede door ons, toegang krijgen tot uw rijk van vrede en liefde. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Gebed over de gaven:

God, Vader van alle mensen, in brood en wijn vieren wij het nieuwe verbond dat U in Jezus, uw zoon, met ons gesloten hebt. Mogen wij dit verbond niet alleen hier en nu beleven maar ook in ons bestaan van alle dag, in de manier waarop wij omgaan met elkaar, in onze verbondenheid met de zwakken en geringen. Mogen wij zo voor velen een sleutel zijn die de poort naar uw rijk op aarde open zet en openhoudt. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Slotgebed:

Levende God, velen gingen ons voor op de weg van het geloof, in hun voetspoor willen wij verder gaan, juist als Petrus: vastberaden en eigenwijs, enthousiast en zwak. Zend ons uw Geest opdat we niet verstarren in onze principes maar steeds mee bewegen met het leven dat steeds nieuwe perspectieven opent. Help ons om een steenrots te zijn, waarop uw kerk stevig staat, het kloppend hart van een gemeenschap. Dat bidden wij in Jezus' naam. Amen

Voorbede:
    Wij bidden voor de Kerk van Jezus Christus in onze dagen,
    dat zij meer mag zijn dan een organisatie met een gezagsapparaat,
    meer dan een aantal leerstellingen die verdedigd moeten worden;
    dat zij zich steeds laat voeden door Jezus' blijde boodschap
    en openstaat voor de veranderingen van deze tijd.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor allen die leiding geven in de christelijke Kerken,
    dat zij ware herders mogen zijn, vol hartelijke zorg voor alle gelovigen,
    bewogen door de geest en niet enkel door de letter van de wet;
    dat zij mensen mogen zijn die de kunst van het luisteren bezitten
    en de moed hebben om op te komen voor de rechten van de zwakste.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor allen die zich van de Kerk hebben afgewend,
    omdat zij daarin geen inspiratie en antwoord op hun vragen vinden,
    of omdat ze verbitterd zijn geraakt door negatieve ervaringen;
    dat zij kunnen aanvaarden dat de kerk ook mensenwerk is
    en, ondanks de gebreken die zij zien, toch trouw blijven aan Jezus' idealen.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor onszelf die samen kerk van Jezus Christus willen zijn,
    dat wij die kerk ook een vriendelijk en menslievend gezicht geven,
    juist in onze zorg en aandacht voor de zwakken en gekwetsten,
    zodat in onze verbondenheid, saamhorigheid en dienstbaarheid
    Jezus herkenbaar tot leven komt in onze tijd.
    Laat ons zingend bidden.

    God, U hebt aan Petrus en aan ieder van ons de sleutel tot uw rijk op aarde toevertrouwd. Geef dat ook wij dat vertrouwen waard zijn en voor elkaar de deur naar uw rijk van vrede en liefde wagenwijd open houden, in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de eenentwintigste zondag door het jaar.
De rots
    Hoewel ik maar een rots ben
    -een hoop stenen zo gezegd -
    breed van beneden
    en een beetje smal toelopend naar boven,
    ben ik niet iemand die ervan houdt
    regels in steen te griffen: voor eeuwig en altijd,
    zo was het, zo is het en zo zal het altijd zijn.

    Regen en wind laten door de tijd hun sporen achter
    en ook bij mij rolt er weleens een steentje naar beneden.
    Maar waar ik het meest van geniet
    zijn de plantjes die omhoog groeien,
    een houvast zoekend in de wand,
    zich eigenwijs en vastberaden
    een weg banend, verder en verder omhoog.

    Zij storen zich niet aan sneeuw, regen en wind,
    zij laten zich niet weerhouden door mijn stenigheid,
    maar zij groeien en bloeien steeds meer
    en als ze het even niet zien zitten,
    proberen ze het het jaar daarop weer opnieuw.

    Dus of ik die rots in de branding wil zijn
    voor een gemeenschap in oprichting?
    Als ik de stut blijf voor veel verschillende planten
    en hun een mogelijkheid van leven kan geven,
    dan ben ik bereid.
Gebeden
    Velen gingen ons voor
    in hun voetsporen willen wij verdergaan,
    willen wij Petrus en Petra zijn,
    vastberaden en eigenwijs ons spoor zoekend
    in het vertrouwen dat de Geest met ons meewaait,
    vandaag en morgen. Amen.

    Levende God, zend ons jouw Geest
    opdat we niet verstarren in onze overtuigingen en principes,
    maar mee bewegen met het leven
    dat steeds nieuwe perspectieven opent.

    Levende God, zend ons jouw Geest,
    opdat we een steenrots mogen zijn,
    het kloppend hart van een gemeenschap
    die volheid van leven geeft aan velen.
Wie is Jezus Christus?
    Hij is ons brood,
    zeggen zij die verhongeren
    Hij is onze weg,
    zeggen zij die zoekende zijn
    Hij leert ons een nieuwe taal,
    zeggen zij die stemloos zijn
    Hij heeft ons gevonden,
    zeggen zij die verloren waren
    Hij lijdt met ons,
    zeggen de vervolgden
    Hij maakt ons duidelijk wat wij niet weten,
    zeggen de geleerden
    Hij schenkt ons het leven,
    zeggen de stervenden
    Hij is een van ons en wij behoren bij Hem,
    zeggen de armen.
Wie is Jezus voor mij?
    Jezus van Nazareth is voor mij:
    iemand die met me meetrekt
    ook als de tocht zwaar is
    die me overeind helpt
    als ik dreig te bezwijken
    die me liefdevol terechtwijst als ik ongelijk heb
    die me vergeeft als ik gezondigd heb
    die aanwezig is als anderen me verlaten hebben
    iemand die liefde is.
Christus
    Ik ben het licht en je ziet mij niet.
    Ik ben de weg en je volgt mij niet.
    Ik ben de waarheid en je gelooft mij niet.
    Ik ben het leven en je zoekt mij niet.
    Ik ben de meester en je luistert niet.
    Ik ben het hoofd en je gehoorzaamt me niet.
    Ik ben je God en je aanbidt me niet.
    Ik ben de grote vriend en je houdt niet van mij.
    Als je ongelukkig bent verwijt het mij niet.
De sleuteldrager
    Er was eens een arme sleuteldrager. Hij had alleen maar een sleutel en het was iets heel bijzonders. Hij paste op de deur van de hemel en als je zo iets verliest dan ben je nog niet gelukkig, had de pastoor gezegd.
    De arme sleuteldrager echter had de sleutel al jaren en hij was ook niet bang om de sleutel te verliezen want hij had hem met ijzerdraad om zijn middel gebonden. En iedere morgen als hij wakker werd was hij de gelukkigste mens van de wereld en 's avonds ook.
    Nu gebeurde het dat de arme sleuteldrager op zekere dag een andere arme sleuteldrager tegenkwam. Deze was de ongelukkigste mens van de wereld want hij had zijn sleutel verloren.
    Onze arme sleuteldrager bedacht zich geen ogenblik. Hij gaf zijn eigen sleutel weg.
    De ander was daar zeer verwonderd over en vroeg: "Hoe moet jij nou in de hemel komen als jijzelf geen sleutel meer hebt?"
    "Och," zei onze arme sleuteldrager, "ik zal die sleutel niet meer nodig hebben, omdat de deur al open zal staan."
De ring
    In het Oosten woonde eens een man met een kostbare ring. Deze bezat de kracht om degene die hem droeg voor God en mensen aangenaam te maken.
    De man bepaalde dat zijn nakomelingen nooit van deze ring afstand zouden mogen doen.
    Nu kwam deze eenmaal in het bezit van een vader die zijn drie zoons even lief had. Toen hij zijn einde voelde naderen liet hij een goudsmid twee andere ringen maken, die niet van de oorspronkelijke te onderscheiden waren.
    Elke zoon gaf hij in het geheim een van de ringen. Na zijn dood beweerde natuurlijk elke zoon dat hij de echte ring bezat. Maar niemand kon bewijzen wie gelijk had.
    De zoons brengen de zaak voor de rechter. Diens uitspraak luidt tenslotte: 'Hebt gij, zoals ge zegt, de ring zelf van uw vader, zo beschouw dan ook uw ring als echt. En ieder van u doet zijn best om die echtheid door liefde, weldoen en verdraagzaamheid te bewijzen. Dan daag ik u na duizend jaar weer voor de rechterstoel. Een rechter, wijzer dan ik, zal dan uitspraak doen. Ga heen!
    (Zo, aldus Nathan, de verteller, is het ook niet uit te maken welke godsdienst de enige ware is.)
terug naar de overweging