Gebeden op de veertiende zondag
door het jaar
Inleiding:
Stress is een typisch woord van deze tijd.
Vroeger had niemand ervan gehoord.
Maar tegenwoordig zijn veel mensen gestrest
omdat zij niet opgewassen zijn tegen al die spanningen
van onze moderne en vaak zeer complexe samenleving,
omdat ze de druk van hun werk niet aan kunnen.
Al die gestreste mensen ervaren hun leven als een last,
en soms tillen ze er heel zwaar aan.
Nu ontmoeten de meeste mensen wel eens problemen in hun leven,
het gaat echt niet altijd van een leien dakje,
en heel velen zijn goed bestand tegen de druk die zij voelen,
omdat zij op een gezonde manier in het leven staan
en daardoor tegen een stootje kunnen.
Anderen gaan eronderdoor, zoals men dat zegt
en bezwijken onder de lasten die zij te dragen krijgen.
'We willen daar in deze viering even over nadenken.
Openingsgebed:
God van licht en leven, niet te vinden
door mensen die macht en
grootheid najagen,
niet te ontdekken door hen die menen verstandig en wijs te zijn,
maar wel toegankelijk voor hen die zich klein en kwetsbaar durven
opstellen.
Wees aanwezig hier in ons midden en laat ons uw kracht ervaren
opdat wij uw weg van deemoed en dienstbaar kunnen gaan,
vandaag en alle dagen van ons leven. Amen
Gebed over de gaven:
God van licht en leven, wij hebben iets van U mogen ontdekken
in Jezus van Nazaret, in zijn zachtmoedigheid en dienstbaarheid,
in de manier waarop hij de lasten van anderen verlicht heeft.
Geef dat wij, hier samen rond brood en wijn om zijn liefde en trouw te
vieren,
de moed hebben ons klein en kwetsbaar op te stellen
en de lasten van anderen proberen te verlichten,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed
Heer onze God,
er staat geschreven, dat allen die afgemat en belast zijn
tot U mogen komen en rust zullen vinden.
Moge dat onze bede zijn,
nu na een tijd van werken, van soms hoge werkdruk en stress
de vakantieperiode weer is aangebroken.
Geef ons, God, dat wij in de eenvoud en de stilte
opnieuw de waarde van het leven mogen ontdekken, en de warmte en
rijkdom van eerlijk samen optrekken kunnen ervaren,
vandaag en tot in lengte van dagen. Amen
Voorbede:
Wij bidden voor alle mensen die zwaar gestrest zijn geraakt,
omdat zij het leven als een zware last ervaren en er geen vreugde in
vinden;
voor hen die gevangen zitten in zwaarmoedigheid en uitzichtloosheid;
dat zij nieuwe moed en kracht vinden om hun leven
een zinvolle invulling te geven.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle mensen die onder lasten gebukt gaan,
omdat zij te lijden hebben onder onvrijheid en geweld, armoede en
honger;
voor hen voor wie vrede, veiligheid en welvaart onbereikbaar lijken te
zijn;
dat hun dromen niet verloren gaan;
dat zij begaanbare wegen vinden naar een beter leven.
Laat ons zingend bidden
Wij bidden voor allen voor wie het leven een last geworden is
door ernstige ziekte, invaliditeit of groot verdriet;
voor hen die eenzaam en alleen in het leven staan
en niemand hebben om hun zorgen en verdriet mee te delen;
dat zij toch ervaren dat er mensen zijn
die bereid zijn
hun kruis mee te helpen dragen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor allen die deze dagen op weg gaan
naar ontspanning en vakantieplezier,
voor hen die verre reizen maken en voor hen die dicht bij huis blijven,
dat zij zich kunnen losmaken van de druk van de dagelijkse sleur,
en rust en ruimte vinden voor de natuur en andere mensen;
dat zij met nieuwe energie kunnen werken aan een goede toekomst.
Laat ons zingend bidden
God, Vader van alle mensen
wij zijn mensen onderweg, een weg die soms hobbelig en zwaar kan zijn.
Schenk ons de kracht om die weg samen met elkaar te gaan,
in onderling vertrouwen en grote saamhorigheid.
Dat vragen wij U In Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de veertiende zondag door het jaar.
Gebed om levensvreugde
God van de vreugde,
U hebt ons zoveel moois geschonken
om van te genieten:
de warmte van de zon
en de verfrissende koelte van het water;
de natuur met haar seizoenen,
kleuren en geuren;
planten en dieren om ons te voeden;
mensen om lief en leed mee te delen.
Maar meer dan eens
vergeten wij van al dit moois te genieten.
Soms zoeken we geluk en liefde zo ver weg,
dat de kleine vreugdes van alledag
belangeloos lijken.
Soms zijn we zo verblind door afgunst
omwille van wat anderen hebben,
dat we onze eigen rijkdom niet meer zien.
Soms zijn we zo verlamd door de angst
om een mens te verliezen,
dat we niet in staat zijn om de tijd
die ons samen geschonken is volop te genieten.
Soms zijn we zo verdiept
in het ordenen en plannen van ons leven,
dat we onverwachte kansen voorbij laten gaan.
Daarom vragen wij U, God:
doe ons besef weer herleven
dat geluk en liefde in kleine dingen schuilen;
dat geld alleen niet gelukkig maakt,
dat de dood niet het einde is
en dat onze uiteindelijke bestemming is
te leven in uw vreugde.
Amen.
De wil van de Vader
Ik heb ontdekt, en dat was niet gemakkelijk,
dat, de armen niet onwetend zijn.
Zij kennen misschien geen Engels of Frans,
zij verstaan misschien niet veel van techniek,
zij hebben zeker geen universiteitsdiploma's.
Op die vlakken weet het volk van Europa veel meer.
Maar op het gebied van het evangelie
weten zij veel meer dan wij,
en leren zij ons die naar hier gekomen zijn
om hun het evangelie te verkondigen.
Trouwens Jezus zei het al
dat de armen het evangelie beter verstaan
dan de wijzen en de geleerden.
Dat is de wil van de Vader (Mt. 11, 25-26).
Zou Europa, dat zo ontwikkeld is,
zo kritisch, zo bewust van zijn historische zending,
bereid zijn zich te laten onderrichten
door de armen,
die ze altijd geminacht en uitgebuit hebben?
Zou de autoritaire professor bereid zijn
leerling te worden van zijn eigen leerlingen?
Een tweede zaak die ik ontdekt heb,
en dat was ook niet gemakkelijk,
is dat de armoede geen noodlot is,
maar de vrucht van een lange en duivelse geschiedenis.
Ik dacht dat de aalmoes
het probleem van de armoede kon oplossen.
De aalmoes is noodzakelijk.
Zij is een evangelisch werk.
Maar zij zal niets oplossen,
als zij niet gepaard gaat
met de strijd om de rechtvaardigheid.
Anders zal wie een aalmoes geeft,
slechts geven wat overblijft van wat hij ooit gewonnen heeft
door een samenloop van omstandigheden
dankzij het onrechtvaardige wereldbestel.
En dan wordt de aalmoes in plaats van Gods werk
slechts een middel om het geweten te sussen
en zal zij Europa bevestigen in het uitbuiten van de armen,
die dat allemaal al eeuwen ondergaan.
(Carios Mesters, in Wereldwijd Brevier 1983)
Gebed om ontferming
God, wij noemen U trooster,
luister naar ons:
onze pijn en moeiten,
onze angst en wanhoop,
onze onmacht en verlangen,
laat ons rust vinden bij U.
Wij bidden: ontferm u over ons.
God, wij noemen U levensbron,
leer ons leven
met onze kwaliteiten en beperkingen
onze lasten dragen
omdat wij ons gedragen weten
onze liefde geven
omdat wij geborgen zijn bij U.
Wij bidden: ontferm u over ons.
God,
wij noemen U schepper van hemel en aarde:
openbaar uw licht in mensen harten en mensenhanden,
in de grootheid van de schepping.
Maak ons zachtmoedig en eerbiedig,
wijs ons de weg naar uw koninkrijk,
naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Wij bidden: ontferm u over ons
Amen
(Riemke de Groot)
Kom tot mij, allen die vermoeid en belast zijt
Heer, dat ik zomaar komen mag
met al mijn fouten, al mijn zonden.
Met al mijn pijn, met alle wonden
die niemand in mijn leven zag.
Heer, dat ik zomaar komen kan
met wat ik niemand durf te zeggen,
met wat ik niemand uit kan leggen,
U weet er immers alles van.
Heer, dat U mij in Christus ziet
als had ik nimmer kwaad bedreven.
Dat U mij in Uw gunst doet leven,
ik weet het, maar begrijp het niet.
E. ljskes-Kooger,
Dit is mijn troost; Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 1975
Waar zet ik mij voor in?
In wie van hun armoe delen,
voor de ander niet verhelen
dat zij elk anders rijkdom zijn,
komt mijn koninkrijk nabij.
In wie zo maar zonder vragen
lasten van elkander dragen,
de levensweg tezamen gaan,
breekt mijn koninkrijk zich baan.
Aan wie met elkander spreken,
hun gegeven woord niet breken,
verzoening stellen boven schuld,
wordt mijn koninkrijk onthuld.
Aan wie tot het eind vergeven,
vreugde vinden in een leven
waar liefde haat en onmacht heelt,
valt mijn koninkrijk ten deel.
Rust en stilte
Aan een monnik, die teruggetrokken in een klooster leefde, werd eens
gevraagd: 'Wat is de zin van een leven in stilte en eenzaamheid?'
De monnik was juist bezig een emmer water te putten. Daarom vroeg hij
zijn bezoekers dichterbij te komen. 'Kijk nu eens in de put. Wat ziet u
daar?' Ze keken de diepte in maar zagen helemaal niets.
Korte tijd later zei de monnik: 'Kijk nu nog eens naar beneden.'
Opnieuw bogen de bezoekers zich over de rand van de put. 'Wat ziet u
nu?' vroeg hij. 'Nu zien we onszelf,' was het antwoord.
Daarop vervolgde de monnik: 'Toen ik zojuist water uit de put haalde
was het oppervlak onrustig. Maar nu is het rustig geworden. Dat is de
ervaring van de stilte: je ziet jezelf. En als je in jezelf tot rust
gekomen bent, zie je niet alleen de hele wereld met heel andere ogen,
maar ook God.'
De wereldkaart
Een vader werd telkens door zijn zoontje gestoord en hij werd daar erg
moe van. Om eindelijk rust te hebben, nam de vader een oud tijdschrift,
scheurde er enkele bladzijden uit waar de wereldkaart op stond,
versnipperde de bladzijden tot kleinere stukjes en gaf deze aan zijn
zoon:
'Hier heb ik een leuk tijdverdrijf voor je. Neem deze papiersnippers en
zet de wereld maar weer in elkaar!'
Hij dacht zijn zoontje nu voor enige tijd stil te hebben. Maar al heel
snel kwam de jongen terug met de wereldkaart.
'Hoe heb je dat gedaan?', vroeg de vader. 'Dat was heel eenvoudig', zei
het zoontje, 'op de achterkant stond een afbeelding van een mens. Ik
hoefde alleen maar de mens weer heel te maken, toen was de wereld ook
weer heel.'
BIJ JOU WIL IK WONEN
Rindzoewi vertelde een keer:
"Er was eens een vrouw, die op de markt een godenbeeldje kocht. Zo'n
rondbuikige, gullachende god, die je geluk moet brengen, als je hem wat
kleine offers brengt.
Thuisgekomen zette zij het beeldje op haar huisaltaar en keek er naar.
Toen bad ze: "Heer, U hoeft van mij niet altijd breeduit te lachen; U
mag ook gerust een keer huilen of ernstig kijken, als dat beter past.
Ook hoeft U mij niet altijd geluk te brengen zo is het leven niet. De
zon schijnt ook niet altijd. Als U maar vriendelijk voor me bent is dat
al waardevol genoeg voor mij."
Daarop stak zij een wierookstaafje aan en ging naar bed. Toen zij de
volgende morgen opstond en naar haar kleine altaar keek, bleek het
beeldje verdwenen te zijn. Nog vóór dat ze dat helemaal tot zich had
laten doordringen, werd er op de deur geklopt. Toen ze open deed stond
er een eenvoudige man aan haar deur, die haar met een ernstige maar ook
zacht-vriendelijke blik aankeek.
"Ik ben God", zei hij. "Ik heb jouw gebed gisteravond gehoord, en dat
raakte me. Bij jou hoef ik geen beeld te zijn, met een versteende lach,
die alsmaar welvaart schenkt. Met jou kan ik omgaan van hart tot hart.
Bij jou wil graag wonen!"
uit De Boom van het weten, St Nikola Kommuniteit
terug naar de overweging