Voorbede op de twaalfde zondag door het
jaar
Inleiding:
In de Gelderlanders van afgelopen donderdag
stond een bericht met de titel: Hufter kan op straat zijn gang gaan.
Veruit de meeste Nederlanders, zo stond er, zijn bang
om iemand op straat aan te spreken op hufterig gedrag.
Ruim driekwart is bang voor agressiever reacties,
bedreigingen of zelfs geweld.
Dit bleek uit een onderzoek dat onlangs gehouden werd.
Op zich is dit een heel triest bericht.
Een samenleving waarin hufters hun gang kunnen gaan, wordt onleefbaar.
Nu is het best begrijpelijk dat mensen maar zwijgen,
want er zijn voorbeelden genoeg van geweld en zelfs doodslag
als reactie van mensen die zich hufterig gedragen.
In het evangelie van vandaag horen we Jezus zeggen:
wees niet bang voor de mensen.
Bij zo'n uitspraak kun je wel de nodige vraagtekens stellen.
We willen in deze viering even nadenken
wat Jezus met deze uitspraak bedoeld kan hebben.
Openingsgebed:
God, Schepper en Vader, wij staan hier
biddend voor U.
Wij vragen om uw geestkracht want wij zijn maar zwakke mensen,
die gemakkelijk toegeven aan de verleiding
om in ons leven de weg van de minste weerstand te gaan.
Maak ons sterk genoeg om te kiezen voor uw Rijk op aarde,
een rijk waarin wij openstaan voor elkaar, in goede en kwade dagen.
Geef ons de moed om te spreken en te handelen
zoals Jezus, de grootste profeet van alle tijden, ons heeft voorgedaan.
Amen
Gebed over de gaven:
God, Schepper en Vader, zie ons hier samen rond brood en wijn,
eenvoudige vruchten van uw schepping,
verheven tekens van Jezus' liefde en trouw tot in het uiterste.
Mogen zij ons de kracht schenken om juist als Hij
trouw te zijn aan zijn visie, aan zijn droom van uw rijk op aarde,
ook als anderen dat niet begrijpen en ons uitlachen.
Mogen wij in zijn geest meebouwen aan een wereld
waarin alle mensen broeders en zusters zijn met elkaar. Amen
Slotgebed:
God, Schepper en Vader, dank U dat wij
hier verbondenheid mochten
vieren.
Schenk ons uw geestkracht om die verbondenheid
ook waar te maken in ons leven van alle dag,
ook als we mensen ontmoeten die we liever geen plek in ons leven geven.
Help ons niet bang te zijn om wat mensen wel zullen zeggen,
maar dat we onze stem durven verheffen als we onrecht zien, dichtbij of
veraf.
Schenk ons de moed om profetische mensen te zijn,
precies zoals Jezus dat was.
Dat vragen wij U in zijn naam. Amen
Voorbede:
Wij bidden voor allen die terecht bang zijn voor medemensen,
voor allen die leven temidden van geweld en onderdrukking
in landen waar een mensenleven niets waard lijkt te zijn;
voor hen die een speelbal zijn in de handen van machtigen
en dagelijks onderdrukt en geïntimideerd worden.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor allen die niet bang zijn voor medemensen,
voor alle profetische mensen in onze tijd die de moed hebben
om duidelijk partij te kiezen voor de zwakken en minderbedeelden
om hun stem te verheffen tegen onrecht medemensen aangedaan,
om duistere wegen van anderen aan de kaak te stellen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor allen die in onze eigen vrije samenleving
niet openlijk voor hun mening durven uitkomen,
voor alle mooipraters die steeds anderen naar de ogen zien,
voor alle ogendienaars die zich laten leiden door menselijk opzicht,
voor alle schijnheiligen voor wie de buitenkant belangrijker is dan de
binnenkant.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor onszelf dat we eerlijk onszelf durven zijn,
in ons spreken en in ons handelen, alleen en in gezelschap,
dat we open en ontvankelijk zijn voor alle mensen, niemand
uitgezonderd,
en steeds proberen het goede in hen te ontdekken
Laat ons zingend bidden.
God, die hart en nieren doorgrondt, die ons goede wil en onze zwakheden
kent, blijf ons roepen naar uw waarheid en oprechtheid, blijf ons de
weg wijzen naar uw rijk op aarde, zoals ons is voorgeleefd door Jezus
Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de twaalfde zondag door het jaar
Gebed
Bidden wij tot de Vader:
Om vertrouwen, dat we blijven geloven in de toekomst, dat we ons
niet laten ontmoedigen door de doemdenkers en de pessimisten.
Om toekomst, vooral voor mensen in uitzichtloze situaties, dat
zij, dat wij Gods liefde mogen ervaren in de mensen om ons heen.
Om vrede waar oorlog is om bevrijding van onderdrukking want
mensen zijn het waard gelukkig te leven op weg naar God toe.
Om durf voor alle mensen die Gods woord vertellen overal op
aarde.
Dat zij zich niet schamen voor hun geloof, maar het ook niet opdringen.
Goede God, luister naar de kleine mensen die tot U roepen.
Geef ons al het goede dat wij nodig hebben, dat uw rijk kome en uw wil
geschiede op aarde en overal.
Amen.
(Peter Berkien)
Wie is er bang voor de boze wolf?
Je moet niet bang zijn.
Bang voor mensen die je niet kent.
Als is avonds de bel gaat, als iemand je iets wil vragen.
De hel, dat zijn de andere mensen, zei een filosoof.
Die mensen hebben het op jou gemunt.
Ze willen je te grazen nemen. Pas maar goed op!
Zijn de mensen dan zo slecht?
Als je de krant leest, zou je het bijna gaan geloven.
Ze slaan er zo maar, zonder reden, op los.
Er wordt gemoord, er wordt verkracht.
Je kunt de deur niet meer uit.
Wat is er met mij gebeurd?
Ik vertrouw niemand meer.
Ieder voor zich in de jungle van het leven.
Ben ik zelf nog te vertrouwen?
Ik ben bang, ontzettend bang.
Waar is die vrolijke mens gebleven
die het goede in zichzelf en in anderen ziet?
Waar is mijn God gebleven?
Hem kan ik toch wel vertrouwen?
Ik ben een vreemde geworden voor mijn broers en zussen,
niemand kent mij nog terug.
God, kom mij dan te hulp,
U wilt toch niet dat ik verloren loop in de chaos van het leven?
Ter opening
Welkom, kleine en grote mens,
vol vertrouwen in God en de mensen,
of bang voor alles wat er gebeuren kan.
Hier zijn mensen die jou opnemen
in hun bidden.
Hier wil God bij je zijn.
Hij zal je niet laten vallen,
want al je haren zijn geteld.
Kom dan en luister naar zijn woorden...
Gebed om de mens die ik wil zijn
Trek mij omhoog, mijn God.
Moet ik mij schamen om wat ik doe?
Ik wil het laten zien, ik doe mijn best.
Moet ik bang zijn om wat de mensen wel zullen zeggen?
Laat ze maar praten, ze zien niet wie ik ben.
Maar, in Gods naam, laat mij niet doen
de dingen die ik niet wil.
Laat mij geen slaaf zijn van wat dan ook.
Bevrijd mij van de ellende.
Laat mij toch zijn wie ik ben.
Waardeer mij om wie ik ben en wat ik kan. Amen.
De les van de vlinder
"Op een dag, verscheen er een kleine opening in een cocon. Een man zat
uren te kijken hoe de vlinder zijn lijf door de kleine opening
probeerde te worstelen."
Op een gegeven moment leek het of de vlinder geen vooruitgang meer
boekte. Het leek of hij niet verder kon dan hij gekomen was.
De man besloot de vlinder te helpen: hij pakte een schaar en opende de
cocon.
De vlinder kwam er nu een stuk gemakkelijker uit. Maar de vlinder had
een verweerd lijf. Hij was klein, met verschrompelde vleugels.
De man bleef kijken want hij verwachtte dat de vleugels zich elk moment
zouden openen en groter en steviger zouden worden zodat ze het lijf
konden dragen.
Er gebeurde niets! Integendeel, de vlinder leefde zijn leven al
strompelend. Hij kon zich slecht bewegen met zijn verweerde en
verschrompelde vleugels. Hij heeft nooit kunnen vliegen.
De man was vol liefde en goede bedoelingen, maar begreep niet dat de
kleine opening in de cocon en de worsteling van de vlinder om er uit te
komen, de natuurlijke weg was om vocht vanuit het lijf in de vleugels
te persen, zodat hij gereed zou zijn om te vliegen zodra hij de cocon
had verlaten.
Soms, zijn worstelingen precies wat we nodig hebben in het leven. Als
we ons leven zouden leven zonder obstakels zouden we kreupel raken. We
zouden niet zo sterk zijn als we zouden moeten zijn. We zouden nooit
kunnen vliegen.
Ik vroeg om Kracht, en ontving moeilijkheden om me sterk te maken.
Ik vroeg om Wijsheid en ik kreeg problemen om op te lossen.
Ik vroeg om Voorspoed... en ik kreeg de hersenen, het verstand, om te
kunnen werken.
Ik vroeg om Moed.....en ik kreeg obstakels om te overwinnen.
Ik vroeg om Liefde...en ik kreeg mensen op mijn weg met problemen, die
ik kon helpen.
Ik vroeg om Gunsten...en ik ontving kansen. "Ik kreeg NIETS wat ik
wilde...
Maar ik ontving ALLES "wat ik nodig had."
Woorden in het zand
Twee vrienden lopen in de woestijn. Op een gegeven moment krijgen ze
ruzie en de ene vriend slaat de ander in zijn gezicht. De vriend die
wordt geslagen wrijft over zijn gezicht, gaat zitten en schrijft in het
zand: 'Vandaag sloeg mijn beste vriend mij in mijn gezicht.'
Gezamenlijk lopen ze verder. Na een uur komen ze bij een oase. De
vrienden lessen hun dorst en nemen een bad in het verkoelende water.
Als hij weer uit het water wil stappen, raakt de vriend die eerder
geslagen werd in het drijfzand. Zijn vriend snelt toe en redt hem van
de verdrinkingsdood. Nadat hij hersteld is van de wisse dood die hij
voor zich zag, schrijft de vriend op een steen: 'Vandaag heeft mijn
beste vriend mijn leven gered.'
De ander ziet wat zijn vriend aan het doen is en vraagt verbaasd:
"Nadat ik je sloeg schreef je in het zand. Nu ik je gered heb, schrijf
je op steen. Waarom doe je dat?"
De vriend antwoordt: "Wanneer iemand je kwetst en je schrijft het in
zand, dan zal de wind van vergeving het uitwissen. Als iemand iets
goeds voor je doet, zou je het in steen moeten schrijven. De wind kan
het dan nooit uitwissen."
De moraal van het verhaal: leer je pijn in het zand te schrijven en
beitel de mooie dingen in je leven in steen.
<
terug naar de overweging