<
Gebeden op de elfde zondag door het jaar

Inleiding:

"Hoe slimmer, hoe minder gelovig" Deze uitspraak kwam ik afgelopen week tegen. Mensen met een hoger IQ zijn door hun kritischere geest minder geneigd in God te geloven. Dat zou uit een Britse universitaire studie blijken. Volgens de onderzoekers hangt het dalende aantal gelovigen samen met het stijgende aantal hoger opgeleiden. Dat klinkt een beetje als: mensen die niet veel geleerd hebben, trappen er eerder in dan mensen die bestudeerd zijn. Dat zou kunnen gelden voor vormen van bijgelovigheid of goedgelovigheid. Maar als het gaat om geloven in Jezus' boodschap, dan moet je ook een beetje weten van zijn idealen, dan moet je oog hebben voor de weg die hij wijst, die weg die leidt naar een betere wereld. Geloven in Jezus' boodschap heeft niets te maken met wel of niet geleerd zijn. Jezus eerste volgelingen, de apostelen, waren helemaal niet geleerd, maar zij staan wel aan het begin van ons christelijke geloof. Wat dat inhoudt, wat dat van ons vraagt, daar willen we in deze viering een beetje over nadenken.

Openingsgebed

God, Vader en Herder van alle mensen, U wilt dat we herders en hoeders zijn van elkaar, te vaak echter hebben we het zo druk met eigen zaken dat we anderen over het hoofd zien. Wij bidden U: laat ons hart de taal van de liefde spreken, leg eerlijk medeleven en medelijden in ons hart, opdat wij waarlijk uw volk op aarde zijn, een volk dat heilig is omdat het uw bedoelingen waar maakt. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Gebed over de gaven:

God, Vader en Herder van alle mensen, in brood en wijn gedenken wij Jezus, de goede Herder bij uitstek. Geef dat wij, gesterkt door deze gaven, juist als Hij, bewogen worden door medelijden bij het zien van lijden om ons heen. Vervul ons van zijn Geest opdat wij in deze gebroken wereld een teken mogen zijn van uw vrede en uw liefde voor alle mensen. Dat bidden wij U in Jezus' naam. Amen

Slotgebed:

God, Vader en Herder van alle mensen, In een wereld die zoveel lijden en verdriet kent, waar mensen vaak zo harteloos zijn voor elkaar, bidden wij U, schenk ons uw kracht, dat wij die oude droom van een nieuwe wereld, van uw rijk op aarde, waar kunnen maken aan elkaar, dat wij vragen durven stellen bij vanzelfsprekendheden en nieuwe wegen durven gaan, dat wij ons laten bewegen door de Geest die Jezus bezielde, opdat zijn Kerk ook in onze tijd toekomst heeft. Amen

Voorbede:
    Wij bidden om trouwe herders in de kerk van Jezus,
    om mannen en vrouwen die zich inzetten voor de gemeenschap,
    die zich laten roepen om arbeiders te zijn in de wijngaard des Heren,
    dat zij de uitdaging aandurven zich in te zetten
    om noden van medemensen te lenigen, waar nodig en waar mogelijk.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden om wijze leiders in de kerken
    om mannen en vrouwen die nieuwe wegen durven gaan
    en niet krampachtig vasthouden aan oude tradities;
    dat zij open staan voor de problemen van deze tijd
    en zich niet verbergen achter regels en wetten.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden om bezielde volgelingen van Jezus van Nazaret,
    om mannen en vrouwen die de noden van anderen zién en willen zien,
    die niet passief of onverschillig langs de kant blijven staan,
    maar steeds een luisterend oor voor hun medemensen willen zijn,
    een gastvrij thuis voor allen die berooid en eenzaam zijn.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden om mensen die door medelijden bewogen zijn
    om mannen en vrouwen die hun hart laten spreken
    bij het zien van de armen en misdeelden in de wereld,
    dat zij zich om hen bekommeren en alles doen
    om hun isolement en uitzichtloze situatie te doorbreken.
    Laat ons zingend bidden

    God, geef dat wij mensen zijn voor wie begrippen als saamhorigheid, medeleven en medelijden duidelijke betekenis hebben in ons leven van alle dag. Geef dat wij zo de weg gaan, ons gewezen door Jezus Christus, uw zoon en onze Heer. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de elfde zondag door het jaar
Ik geloof
    Ik geloof dat er meer is dan het ritme van de agenda.
    Ik geloof dat er meer is dan de praatprogramma's en het geweld op de televisie.
    Ik geloof dat er meer is dan de stilte, als ik alleen ben.
    Ik geloof dat er meer is dan het spel van kijker en bekeken worden in de discotheek.
    Ik geloof dat er meer is dan de dwang tot consumeren.

    Ik geloof in een God
    die het beste in mensen naar boven haalt,
    die mensen in beweging brengt, die mij ertoe aanspoort
    iets van mijn leven te maken, voor mezelf en voor anderen.

    Ik geloof dat Jezus mensen voorging in geloven.
    Hij stelde vragen bij vanzelfsprekendheden,
    Hij liet mensen weer in zichzelf geloven,
    en hield vast aan een visioen van een nieuwe wereld.

    Ik geloof in de Geest de levensadem,
    de wind die in ons waait
    die ons open doet staan voor wat er werkelijk toe doet.
    God help mij dit geloof waar te maken in mijn leven.

      (Chantal Sluismans)
Twee aan twee
    Daar gaan ze twee aan twee
    uitgezonden naar onbekende omstandigheden ver van huis
    overgeleverd aan welwillendheid van mensen
    uitgerust met alleen vertrouwen in zichzelf

    daar gaan ze twee aan twee
    geroepen voor hun zending in de wereld
    aangemoedigd door uithoudingsvermogen van de ander
    beschermd door blijvende zorg voor elkaar

    daar gaan ze twee aan twee
    geplaatst in geloofstraditie van Jezus
    vervuld van onwankelbare trouw aan God
    wetend wat hen te wachten staat
    en toch gaan ze en daar is moed voor nodig!
Schaap
    Schaap. Dom schaap.
    Je wordt niet serieus genomen.
    Je hobbelt altijd overal achteraan.
    Je doet maar wat ze van je verlangen.
    Met tegenzin, dat wel,
    maar wat maakt het uit?
    Soms droom je dat er iemand komt die tegen je zegt:
    'ik geloof in jou.
    Neem je leven in eigen handen en maak er iets moois van.
    Dat kun jij best! Ik zal je helpen'.
    Maar plotseling roept er dan een stem:
    'Wat sta je daar schaapachtig voor je uit te staren?'
    Je droom spat als een zeepbel uit elkaar.
    Dromen zijn bedrog, was je dat soms vergeten?
    Dom schaap!
    Speciaal voor jou is dit bericht:
    laat je niet langer uitlachen en opjagen.
    Geloof in jezelf en in de ander
    die zal komen en zeggen dat jij er mag zijn.
    En geef dan deze boodschap door aan anderen.
    Want waar één schaap over de dam is, volgen er meer!

      (Marianne Houben)
Hoe ga je om met het verdriet van anderen?
    De zwartkijker
    De zwartkijker komt bij je binnen, en zegt: 'Het is vreselijk, maar je zult het toch zelf moeten uitzoeken. Je zult merken dat op den duur de mensen je in de steek laten. In het begin lopen ze je deur plat, maar dat wordt allemaal snel minder'.
    Later zal de zwartkijker tegen anderen zeggen: 'Ik ben er maar niet te flauw mee omgesprongen. Ik zeg altijd maar zo: Zachte heelmeesters maken stinkende wonden'.
    De zwartkijker zegt: 'Er is wel een poort van verdriet, maar daar kom je toch niet doorheen'.

    De witmaakster
    De witmaakster komt stralend als altijd je huis binnen. Het lijkt wel of er geen vuiltje aan de lucht is. De witmaakster praat over 'een half jaar verder'.
    Wanneer de winter maar eenmaal voorbij is, dan zul je eens zien... Wanneer het voorjaar maar weer begonnen is, dan zul je het meemaken. Wanneer eenmaal alles achter de rug is, dan zul je...
    Later zal de witmaakster tegen anderen zeggen: 'Ik vind dat je de mensen altijd een hart onder de riem moet steken. Anders blijven ze maar bij de pakken neerzitten'.
    De witmaakster zegt: 'Er is wel een poort van verdriet, maar kom aan, daar ben je eigenlijk al doorheen; je bent al aan de overkant'.

    De herderin
    De herderin luistert naar je. Ze ontkent je verdriet niet, maar maakt het ook niet erger dan het is. Ze loopt er niet vluchtig op vooruit, maar staat erbij stil.
    Later zegt ze niets tegen anderen; ze heeft al meer dan genoeg aan jou.
    De herderin zegt: 'Er is een poort van verdriet, en daar moet je doorheen'. En dan gaat ze met je mee door die poort.
    Dat laatste zegt ze niet; ze doet het!

      (A. Bosch, in: Is die nog geboren? Gooi en Sticht Hilversum
GOD EN MENS
    Groot is de God die vol verwachting
    mensen zijn aarde toevertrouwt,
    groot is de God die oppermachtig
    zo op de kleine mensen bouwt.
    Groot is de mens
    die doet wat God wenst:
    wie voor zijn schepping zorgt
    leeft als een ware vorst.

    God stelt zijn eer in onze hoogheid,
    alles legt Hij in onze hand,
    zijn naam moet luisterrijk en groot zijn
    in wat de mens als koning kan.
    Wie zich ontfermt,
    Gods werk beschermt,
    wie goede herder is
    komt stralend aan het licht.

    Wat doet de mens aan den beginne,
    Adam gaf aan het dier een naam,
    hij wil zich aan Gods wereld binden,
    hij brengt de lieve vrede aan.
    Laten ook wij een herder zijn,
    de wereld is in nood,
    God stelt op ons zijn hoop.
MENSEN GEVRAAGD
    Mensen gevraagd om de vrede te leren,
    waar geweld door de eeuwen heen model heeft gestaan.
    Mensen gevraagd die de wegen markeren,
    waarop alles wat leven heeft verder kan gaan.
    Mensen gevraagd om de noodklok te luiden,
    om tegen de waanzin de straat op te gaan.
    Mensen gevraagd om de tekens te duiden,
    die alleen nog moedwillig zijn mis te verstaan.
    Mensen gevraagd om hun nek uit te steken,
    voor een andere tijd en een nieuw moraal.
    Mensen gevraagd om ijzer met handen te breken,
    ook al lijkt het ondoenlijk en paradoxaal.
    Mensen gevraagd om hun stem te verheffen,
    verontrust door een wapen dat niemand ontziet.
    Mensen gevraagd die helder de waarheid beseffen,
    dat wie mikt op een ander ook zichzelf beschiet.
    Mensen gevraagd die in naam van de vrede,
    voor behoud van de aarde en al wat er leeft,
    wapens tot een ploeg willen smeden voor de oogst,
    die aan allen weer overvloed geeft.
    Mensen gevraagd, er worden mensen gevraagd,
    dringend mensen gevraagd,
    mensen-temidden-van-mensen gevraagd...
GEROEPEN
    Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn oren,
    geopend om U te verstaan,
    verlangend om te vernemen
    waar U mij zegt te gaan.

    Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn handen,
    geopend opdat U ze vult;
    ze zijn voor U om te gebruiken
    waar U ze hebben wilt.

    Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn ogen,
    geopend en door U ontblind,
    om in uw licht de weg te zoeken
    waar ik de naaste vind.

    Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn lippen,
    geopend want een lied begint,
    het is voor U dat ze bewegen,
    dat ik van liefde zing.

    Hier ben ik, Heer, hier zijn mijn voeten,
    gekomen ver bij U vandaan;
    Hier ben ik, Heer, U hebt geroepen,
    zeg mij waarheen en ik zal gaan.
EEN STEM DIE ROEPT
    Er is een stem die roept, en die kun je horen.
    Ik hoop dat ons dat ook overkomt,
    net als de leerlingen van Jezus.
    Dat we weggeroepen worden
    en weggehaald uit ons eigen kleine kringetje.
    Uit onze angst misschien, uit onze eenzaamheid,
    uit gevangenschap en onderdrukking.
    Dat we opengaan en meegaan met iets dat van buiten komt
    en wat écht belangrijk is om voor te leven., de moeite waard.
    Jezus roept zijn leerlingen één voor één.
    Zo roept Hij ook ons, één voor één bij onze naam.
    Maar je wordt nooit alleen geroepen.
    Je mag elkaar bij de hand houden, zodat je het beter aankunt.
    Petrus en Andreas, Jacobus en Johannes
    komen samen achter hun netten en hun boten vandaan
    en gaan met Jezus mee, samen.
    En de profeet Jesaja zegt het nog sterker:
    Het is een volk dat op weg gaat, een heel volk dat een licht ziet
    en daar achteraan durft gaan, samen.

      Maria ter Steeg
IEDER MENS IS GEROEPEN
    Kijk eens om je heen.
    Wees eens stil en luister...
    De wereld komt op je af.
    Mensen - grote mensen, kleine mensen -
    zij roepen, ze hebben iemand nodig.
    Ze hebben jou nodig - ze hebben mij nodig.
    Het is een kind, die roept om de zorg en liefde van zijn moeder.
    Het is de jongen, die rekent op de steun van zijn vader.
    Het is de patiënt, die vraagt om troost in zijn lijden.
    Het is de leerling, die om uitleg vraagt.
    Het is de kerkganger, die verdieping wil.
    Het is de eenzame, die aansluiting zoekt.
    Het is de opgejaagde, die rust wil hebben.
    Het is de mens, die uit de sleur wil.
    Er is iemand die roept om mij, om jou,
    die een beroep doet op mij, op jou,
    die ons aanzet iets te doen voor hem, mijn medemens
    en waardoor wij hem gelukkig kunnen maken.
    Hij heeft geen mening en hij weet niet waar hij heen gaat.
    Lijkt hij niet wat op jou en mij?
    Nergensman, luister alsjeblieft,
    je weet niet wat je mist,
    nergensman, de wereld staat tot je beschikking.
Tam maken
    De vos zei tegen de kleine prins:
    'Mijn leven is eentonig. Ik jaag op kippen en mensen jagen op mij. Alle kippen lijken op elkaar en alle mensen lijken op elkaar. Dus verveel ik me wel een beetje. Maar als jij me tam maakt, dan wordt mijn leven vol zon. Dan ken ik voetstappen, die van alle andere verschillen. Voor andere voetstappen kruip ik weg onder de grond, maar jouw stap zal me juist uit mijn hol roepen, als muziek. En kijk eens! Zie je daar de korenvelden? Nu eet ik geen brood, ik heb niets aan koren en korenvelden zeggen me niets -dat is heel verdrietig. Maar jij hebt goudkleurig haar. Dan zal het heerlijk zijn als je me tam gemaakt hebt! Door het goudkleurige koren zal ik aan jou moeten denken. En ik zal het geluid van de wind in het koren mooi vinden...'
    De vos werd stil en keek het prinsje lang aan: 'Als je blieft... wil je me tam maken?' zei hij.
    'Ja dat wil ik wel', antwoordde de kleine prins, 'maar veel tijd heb ik niet. Ik moet vrienden en allerlei dingen leren kennen.'
    'Alleen de dingen die je tam maakt, leer je kennen', zei de vos.
    'De mensen hebben geen tijd meer iets te leren kennen. Ze kopen dingen klaar in winkels. Maar omdat er geen winkels zijn die vrienden verkopen, hebben de mensen geen vrienden meer. Als je een vriend wilt, maak mij dan tam"

      (de Saint-Exupéry, De kleine prins)
<
terug naar de overweging