Gebeden op het feest van Pinksteren
Inleiding:
Een zeilschip in windstilte komt niet vooruit.
Eten koken op een kachel die niet brandt lukt niet, het eten blijft
koud.
Een transistorradio geeft geen geluid als de batterij op is.
En als we van een mens zeggen: hij geeft de geest gegeven,
dan zit er geen leven meer in.
Vandaag vieren we dat de Geest van Jezus gegeven werd,
juist als bron van leven,
als een stormwind die de leerlingen in beweging zette.
Toch denk ik soms, waar is die beweging in de Kerk van Jezus,
het lijkt weer windstil geworden, we gaan niet vooruit, eerder
achteruit.
De geest van Jezus kwam als vuur dat verwarmde maar nu denk ik wel eens
: het eten is weer flauw en koud.
De Geest van Jezus gaf de leerlingen de kracht om de straat op te gaan,
om te getuigen van Jezus' idealen,
maar nu zijn de stampvolle straten vaak koud en leeg
en lopen mensen als vreemden langs elkaar en hebben elkaar niets te
vertellen.
En ik vraag me dan wel af: zijn de batterijen op?
En toch als je goed weet te kijken, dan zie je toch mensen in beweging,
dan zie je mensen die warmte uitstralen naar elkaar toe,
mensen die anderen wel wat te zeggen hebben.
Geen spectaculair Pinksteren zoals verteld in de eerste lezing van
vandaag,
maar wel een echt Pinksteren. De geest van Jezus is niet dood,
hij leeft nog in velen voort.
Gebed
God van leven, soms houden we onze adem
in als we zien wat er
allemaal in uw wereld gebeurt zoveel verdriet is er, zoveel dat
verkeerd gaat zoveel dat misloopt, daarom bidden wij: zend toch uw
geest van vernieuwing.
Soms raken we buiten adem, God alsof we geen lucht krijgen door alles
wat ons bedrukt en benauwt voor alles waar we ons zorgen om maken en
alles waar we bang voor zijn daarom bidden we: zend toch uw geest van
kracht.
Op deze dag van licht en vuur en wind
bidden wij om geestkracht, om nieuwe moed,
om lucht en liefde om samen in beweging te komen
op de weg die Jezus ons gewezen heeft. Amen
Slotgebed
Geest van licht en vuur,
licht ons bij in ons duister
opdat wij zien waar onze ogen aan voorbijgaan: de wetten die niet
bevrijden,
de machten die zich verstoppen, de ego's die zichzelf vergroten. Geest
van wind en storm,
beziel ons in onze slapheid opdat wij doen wat wij niet kunnen:
de structuren ter discussie stellen, de bestaande orde bevragen, de
vrede stichten,
de gerechtigheid bevorderen.
Geef ons inspiratie.
Geef ons kracht.
Geef ons licht
Voorbede:
Kom, Adem van God, blaas ons leven in
en maak ons tot mensen die handelen in uw geest,
opdat wij uw schepping in stand houden en verbeteren.
Kom, Kracht van God, ondersteun ons in onze zwakheid,
versterk onze goede wil, dat we het goede willen
voor ieder medemens en daar ook daadwerkelijk inhoud aan geven.
Kom, Vuur van God, maak ons vurig en enthousiast,
roep ons wakker uit de slaap van sleur en gewenning
opdat we ons geestdriftig inzetten voor Jezus' idealen.
Kom, Wijsheid van God, geef ons inzicht in goed en kwaad,
geef ons een beter zicht op alles wat beter kan
zowel in ons eigen leven als in onze samenleving.
Kom, Stormwind van God, zet ons in beweging,
opdat we niet passief achteroverleunen uit gemakzucht,
dat we niet wegzakken in het drijfzand van egoïsme en zelfoverschatting.
Kom, Licht van God, verlicht onze levensweg
opdat wij Jezus' boodschap steeds beter gaan verstaan
en de mogelijkheden zien om die boodschap in ons eigen leven waar te
maken.
Kom, Liefde van God, leer ons wat echte liefde betekent,
hoe we die waar kunnen maken aan elkaar,
niet alleen aan hen die we leuk en aardig vinden
maar ook aan hen aan wie we een hekel hebben.
Teksten, gebeden, gedichten bij het
feest van Pinksteren
De geest
De geest van deze tijd:
een beetje vrede, gewoon jezelf zijn,
een stukje betrokkenheid, hoe kom ik over,
kan het bespreekbaar blijven, een brokje inzet;
haastige spoed is zelden goed, en zachtjes aan,
dan breekt het lijntje niet
met de hoed in de hand komt men door het ganse land,
Oost west thuis best
het zal mijn tijd wel duren, het zal mij een zorg zijn,
ze zoeken het maar uit,
of je nou van de hond of van de kat gebeten wordt,
kan vriezen kan dooien.
De geest van God:
wind, beweging, vuur, enthousiasme,
elkaar verstaan, volhouden
De wind
Geest van God, wil ons raken volgens jouw zin:
wil ons leiden waarheen jij wil.
De wind waait waar hij wil, en zoals hij het wil;
je hoort zijn gefluister,
maar je weet niet vanwaar hij komt,
noch waarheen hij gaat;
de wind heeft tijd noch duur, waarom noch hoe.
De Geest speelt in de ogen,
in de gedachten van de mensen,
diep in hun verstand, hun humor, hun gevoel.
De wind waait waar hij wil;
hij wiegt de bomen en de bloemen,
schudt bladeren in een wervelstorm uiteen.
De Geest schudt ook onze stammen;
hij weet waarheen hij ons leiden wil,
hij laat ons niet alleen.
De wind waait waar hij wil;
hij danst in het vuur met vreugdevlammen,
hij wakkert aan, hij speelt en stoeit.
De Geest die oplaait in ons wezen.
opent ons te vroeg gesloten hart
en leidt ons naar Gods grote feesten.
Geest van God, wil ons raken volgens jouw zin;
wil ons leiden waarheen jij wil
Gebed
Geest van licht en vuur,
licht ons bij in ons duister
opdat wij zien
waar onze ogen aan voorbijgaan:
de wetten die niet bevrijden,
de machten die zich verstoppen,
de ego's die zichzelf vergroten.
Geest van wind en storm,
beziel ons in onze slapheid
opdat wij doen wat wij niet kunnen:
de structuren ter discussie stellen,
de bestaande orde bevragen,
de vrede stichten,
de gerechtigheid bevorderen.
Geef ons inspiratie.
Geef ons kracht.
Geef ons licht.
DE MENSENZOON
Zijn melodie was een duet:
twee stemmen die tezamen zongen.
Mensenzoon en Zoon van God,
Zijn naam 'Jezus van Nazaret'.
Hij zong een lied van hoop en vrede,
van bevrijding en geloof.
Hij zong een lied van eeuwig leven
maar werd veroordeeld en vermoord.
En toen gaf Hij zijn geest...
En toen gaf Hij zijn Geest
en zie, Hij leeft... Hij is verrezen!
Zijn dood was niet zijn laatste woord,
in zijn ogen, onze harten,
leeft zijn melodie nog voort.
Zie de wereld met zijn ogen,
zie de mensen met zijn hart.
Groet elkander met zijn woorden,
loof de Vader met een lied.
Zing zijn lied van hoop en vrede,
van bevrijding en geloof,
zing zijn lied van eeuwig leven,
zonder grenzen, zonder dood.
Want toen gaf Hij zijn Geest:
de Geest waarin Hij heeft gesproken,
de Geest waarvan Hij heeft geleefd,
zijn Geest van liefde voor de Vader,
zijn Geest van liefde voor de mens.
VERBORGEN VUUR
Verborgen vuur, een sterk vermoeden.
Verwaaide flarden van een lied.
Voldoende om de hoop te voeden
op 't rijk waarin God zelf voorziet.
Als wij in machteloze woede
vertwijfeld vragen waar God blijft,
komen soms mensen als geroepen
om stem of hand van God te zijn.
De Geest wil in de harten wonen.
Van jong tot oud, van laag tot hoog
spelen wij in op wat gaat komen.
Pijlen van vrede op Gods boog.
Wij mogen sprekend op God lijken.
Hij brengt ons samen in een kring,
waar wij elkaar de handen reiken:
de laatste wordt steeds eersteling.
De rollen zijn ons voorgeschreven:
de koning komt als één die dient
om machtigen de les te lezen,
de armen delen in de winst.
Wij scholen samen rond de Schriften.
de weg wordt vóór ons uitgelegd,
woorden doorbreken onze driften.
Mens Gods, uit duister opgedregd.
Vermenigvuldig dan de vreugde
waarmee gij rijk gezegend zijt,
om in de wereld te getuigen
van liefde en gerechtigheid.
De kerk
In Jezus' naam geen kerk
die lauw en flauw niet warm of koud is.
In Jezus' geest een kerk
die lijdt en strijdt met mensen
geslagen, toegetakeld.
In Jezus' naam geen kerk
die matig en mat geen kleur heeft, geen licht geeft.
In Jezus' geest een kerk
die straalt van hoop en belofte
en haar visioen koestert metterdaad.
In Jezus' naam geen kerk
die, bezeten met zichzelf bezig,
aan nauwelijks iemand boodschap heeft.
In Jezus' geest een kerk
die breekt, deelt en overheeft,
totdat alles zal zijn voltooid.
Kom geest van Leven
Kom, Geest van leven,
ziel van ons bestaan, hart van het heelal,
kom, licht van toekomst, zicht op morgen,
inzicht voor vandaag, toezicht op ons doen en laten,
kom, liefde voor alles en allen,
hoop van de kleinen, geloof in het minste,
kom, machteloos-machtige,
mosterdzaadje, graankorrel,
zuurdesem van onze ommekeer ten goede,
kom, stille roepkracht
van vernieuwing en bevrijding,
dring door tot diep achter
onze welverzorgde, westerse huid,
tot diep in ons hoofd en ons hart,
kom, grondige genezer,
geef ons nieuw terug aan onszelf
en aan de anderen, dichtbij en veraf,
doe ons elkaar zien
met nieuwe en benieuwde ogen,
kom, geest van menswording,
help ons recht te doen,
help ons naasten te zijn
en laat ons niet los,
houd ons vast ten einde,
ten goede, amen
Pinksteren
Laat mij, Heer, door de kracht van Uw Geest
elke dag een wonder verrichten,
een klein wonder van liefde, dat steeds
een ziel uit het duister zal lichten,
een wonder dat weer hoop schenkt en moed,
dat treurend en vreugdevol laat loven
en zelfs harten van steen trillen doet.
Heer, schenk mij die geestkracht van boven!
Laat mij, Heer, door Uw Geest onbevreesd
met vurige tong de vlam ontsteken
op plaatsen waar Uw liefde is geweest,
doch voor kou reeds lang is geweken.
Geef mij de kracht die Samson bezat
wereldse tempels te vernielen
en te bouwen de hemelse stad
in verdwaalde, zoekende zielen.
Frits Deubel
Pinksteren
Zoals de wind waait
zonder op te houden
niet altijd uit dezelfde hoek
zoals het vuur verwarmt
zonder zelf warmte te verliezen
zo blijft de geest
van alle kanten
verwarmend werken
geeft mij een nieuwe taal
om aan te spreken
een kracht van binnen uit
die moet getuigen
(al denken sommigen
ook dat ik dronken ben
dat raakt mij niet)
ik spreek van eenheid
in verbrokkeld leven
ik spreek van licht
in toegenomen duisternis
ik smelt het ijs
van het ontzettende verkillen
verander haat - torenhoog opgetast -
met tongen als van vuur
langzaam maar zeker
in de geest van God
die liefde heet.
Piet Kalteren
Kom met uw Geest
Waar is de Geest van Pinksteren gebleven,
doorzindert dan die gloed niet meer ons leven.
Waar is de vlam,is hij gans opgebrand,
Houdt ik slechts as,verkoolde resten in mijn hand?
Waar is de wind die waaide door ons leven,
wordt niemand dan meer door Zijn kracht gedreven.
Is het vuur van Pinksteren gedoofd,
wordt in de kracht des Geestes niet geloofd?
Waar is de drang die ons weer noopt tot spreken,
moet dan de Geest de mond niet openbreken.
Moet dan de hele wereld niet verstaan,
de grote werken die de Here heeft gedaan?
Nog klinkt ons toch uw opdracht in de oren,
"Gaat heen,doet alle volken van Mij horen"
"Want Ik heb eeuwige zaligheid beloofd,
aan iedereen die in Mijn woord geloofd".
Doe dan o Heer het Pinkstervuur weer branden,
Gij voert ten hemel op met zegenende handen.
Laat dan die Zegen dalen op ons hoofd,
ontsteek in 't hart de vlam die bijna was gedoofd.
Dan worden wij weer door Uw sterke wind gedreven.
Dan zal het Pinkstervuur weer branden in ons leven.
Dan worden wij opnieuw bezield door Uwe Geest.
Dan viert Uw kerk op aarde weer echt Pinksterfeest!
G.Kloos
Late Pinkster
Ik vond twee oude professoren,
de ene grijs, de andere kaal,
geheel in het bestaan verloren
van droge stof en schilfers taal.
Zij voegden zwijgzaam met penselen
fragment aan rafelig fragment,
geen zucht kwam uit hun stroeve kelen,
geen kuchje uit hun kakement.
Maar het gesnipperte ging spreken,
de lieden, alle waardigheid ten spot,
zag ik de tranen uit de ogen breken,
een kreet ontkwam van hun dorre strot,
uit pulver groeide taal en teken,
uit stof en as de stem van God.
Jaap Zijlstra
Pinksterfeest
Heeft het pinksterfeest voor u nog inhoud,
of is de belangstelling hiervoor verflauwd?
Heeft u er een eigen invulling aangegeven
en is van het bijbelse niet veel overgebleven?
Toch is Pinksteren geen onbelangrijk feest,
't Staat geheel in het teken van de Heilige Geest.
Plots werden de mensen met hemels licht omstraalt
en is de Heilige Geest in mensenharten neergedaald.
"0" zult u zeggen, "dat was in bijbelse tijden.
't betrof apostelen en andere ingewijden,
maar nu, in 2004, is dit slechts een theorie.
Nu geldt de geest van de 24-uurs economie".
Maar... .is dat niet de geest van de demonen,
van de mammon en.vele andere afgoden?
Leidt deze geest u niet van God vandaan
in plaats van naar Hem toe te gaan?
Ontsluit uw hart en stel u open,
belijdt, gelooft en laat u dopen, in naam van:
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest,
tot vergeving der zonden; ja, die het meest.
D. L. Koppenhol, Sint-Annaland
Het verhaal van de drie vlammen
Er liepen eens drie vlammen op straat. Ze hadden al een hele weg
gelopen en waren bijna opgebrand. Ze vonden zichzelf maar armetierige
vlammetjes. Ze waren druk met elkaar in gesprek hoe ze weer zouden
kunnen opvlammen.
De eerste vlam wilde graag voor iedereen schitteren. Toen hij dan ook
in de buurt van een bos kwam, bedacht hij zich geen moment en zette het
hele bos in brand. Dat zou in elk geval indruk op de mensen maken. Maar
de vlam had zichzelf niet meer in de hand en binnen de kortste keren
was het hele bos opgebrand. De brandweer moest komen om aan de laatste
brandjes een einde te maken. De vlam had alleen maar een bende
aangericht en het hele bos verwoest. Hij werd gelukkig dan ook snel
vergeten.
Hoofdschuddend liepen de twee overgebleven vlammen door. Op een gegeven
moment kwamen de vlammen bij de zee. Eén van de vlammen werd een beetje
boos op het water dat daar zo zelfgenoegzaam en rustig lag te golven.
De vlam wilde het water wel eens een lesje leren om wat meer in vuur en
vlam te staan, zodat het meer op een vuurzee zou lijken. Met een grote
heldhaftige sprong dook de vlam in het water. Maar hoe de vlam ook zijn
best deed, het water wilde met geen mogelijkheid branden. De vlam ging
dan ook met een grote sisser uit. Niemand merkte hem op, dus kon hij
ook niet worden vergeten.
De derde vlam ten slotte vond langs de weg een armzalig stompje kaars.
Ze werden vrienden en besloten om samen te gaan werken. Als een lopend
vuurtje gingen ze op weg om andere kaarsen aan te steken. En ook al
waren ze allebei klein, ze gaven veel licht en warmte. En in het donker
wezen ze iedereen de weg. En hoewel de kaars en de vlam op een gegeven
moment waren opgebrand, ging het vuur door. En al diegenen die
tegenwoordig de kleine lichtjes zien, vergeten niet waar eens de
oorsprong lag.
<
terug naar de overweging