Inleiding:
Zegening van de palmtakjes
Wij bidden om de geest van wijsheid van Jezus van Nazaret
dat wij de waanzin onderkennen van het recht van de sterkste,
dat wij groeien in het opkomen voor het recht van de zwakste,
dat wij oog en oor mogen hebben voor hen
die niet gezien en niet gehoord worden.
Dan kunnen ook wij hem vandaag terecht toejuichen.
Antifoon:
De pelgrimage naar Jeruzalem,
het middelpunt van de aarde,
een tocht van jaren,
de tocht van zijn leven
met zijn diepten en hoogten,
de demonen en verzoekingen,
de verrukking en het eenzame gebed.
De pelgrimage naar het land van verlangen
is niet zonder verdriet
niet zonder angst en kommer
en de bittere harde dood.
Zullen ze met Hem meegaan?
Zullen wij met Hem meegaan?
Eens beloofden ze het. (Johannes 6, 66 e. v.)
Zijn aanhang liep weg
de kerk werd leger.
Laten jullie me ook in de steek?
had Hij gevraagd.
Waar moeten we het dán zoeken?
schrokken ze
en ze bleven.
Thomas, die twijfelaar, (Johannes 11, 16)
had het mismoedig gezegd:
laten we ook gaan
om met Hem te sterven.
En ze gingen.
Vandaag beginnen we de pelgrimage naar Jeruzalem.
De vieringen van deze week vormen een eenheid
.
Het zijn etappen op de weg naar Pasen.
We sluiten ons aan bij Jezus en zijn vrienden:
Zie, we trekken nu op naar Jeruzalem.
Op de bodem van onze ziel dragen wij het verlangen,
de droom van volmaaktheid, van liefde, van vrede...
In ontelbare verhalen en legenden gaan mensen op reis.
Ze maken een zoektocht gelokt door die droom.
De pelgrimage is een levensbeeld.
Het is een verkorte levensreis.
Door dalen en over bergen gaat het,
door doodswater en duisternis.
Zullen we ooit aankomen,
ooit opnieuw geboren worden?
We trekken op naar Jeruzalem.
Iedere reis begint met het pakken van de bagage.
Soms is de keuze moeilijk:
wat neem ik mee en wat laat ik achter?
De grote vijand van de pelgrim te voet is het gewicht.
Soms moet je verschillende malen je rugzak in- en uitpakken
om de zaak draagbaar te houden.
Wat wil ik per se meenemen?
Wat is de bron van mijn leven?
Wat bezielt me?
Je beslist bij het vertrek ook wat je wilt achterlaten,
wat je onderweg tot last zal zijn
en waarvan je dus afscheid moet nemen.
Dat vraagt moed en geeft soms verdriet.
Afscheid nemen is loslaten.
Waar ben ik aan gebonden of waarvan ben ik bezeten?
Wat moet er goedgemaakt en wat is onherstelbaar?
Wat zou ik anders willen?
Misschien is er schuld die vergeven moet worden.
Misschien is er een breuk die geheeld moet worden.
Terugvallen op het strikt noodzakelijke
kan een bevrijding zijn,
een bevrijding van alles wat moet,
een bevrijding van de consumptiedwang,
een bevrijding van de stress van je agenda,
een bevrijding van de schuld die op je drukt.
Loslaten kan alleen in vertrouwen op het Geheim.
Op deze reis naar Pasen zoeken we dat,
het Geheim dat groter is dan ons hart,
het Geheim waardoor wij opgewekt worden,
het Geheim waardoor we nieuw geboren worden.
Levende God,
hoe zwaar is loslaten,
hoe zwaar is afscheid nemen,
hoe zwaar soms voort te gaan.
Geef ons de moed achter te laten
wat ons verlamt en toesluit
of onze gang vertraagt
op deze pelgrimage naar Pasen.
Geef ons openheid
om te vergeven
en om vergeving te vragen,
een nieuw begin te maken.
Laat ons zien waar het op aankomt,
wat waard is mee te dragen
op onze weg door de tijd
achter Jezus aan.
Samen met uw pelgrimerend volk
vertrouwen wij ons toe aan U
die wij noemen: eeuwige,
levende God.
Amen
Hier zijn wij,
mensen onderweg vanaf onze geboorte,
maar waarheen en waartoe?
mensen met verlangen in het hart
naar waar geen woorden voor zijn,
een heimwee naar het licht van uw ogen,
Wij roepen U toe:
BARMHARTIGE, WIJS ONS UW WEG!
Laat ons bidden.
Hier zijn wij,
mensen dankbaar voor tekens van goedheid,
voor de tederheid van een vriend of vriendin,
uw hand op ons hoofd,
een hart onder de riem,
een woord van liefde,
Wij roepen U toe:
BARMHARTIGE, WIJS ONS UW WEG!
Laat ons bidden.
Hier zijn wij,
mensen zoekend tussen goed en kwaad,
in die ondoorzichtigheid van schuld en lot,
mensen die machteloos toezien bij zoveel kruisen,
die soms bang zijn van de toekomst,
maar meestal leven voor de vuist weg,
Wij roepen U toe:
BARMHARTIGE, WIJS ONS UW WEG.
Laat ons bidden.
Vandaag hosanna en morgen weg met Hem,
een schril contrast, en daartussenin het leven van alledag:
rauw en kwetsbaar, relatief, ontluisterend,
roem die vergankelijk is en vervliegt als de geur van parfum.
Vandaag hosanna en morgen weg met Hem,
zijn levenswijze sprak mensen aan maar riep ook weerstand op,
leven vond Hij belangrijker dan de letters van wet en traditie,
kleinen en zwakken gaf Hij een gezicht
en onrecht bracht Hij aan het licht.
Vandaag hosanna en morgen weg met Hem,
vandaag de koning te rijk zijn
en morgen de vergankelijkheid van het leven ten diepste ervaren.
Het is niet iets om daarbij elke minuut van je leven stil te staan,
maar zo af en toe,
even ...
een moment
tussen al die andere momenten
het maakt je stil.
De ezel die Jezus draagt,
een lastdier, bestemd om anderen te dienen
draagt nu een koning op z'n rug, een koning in dienstbaarheid.
Op het eerste gezicht past het niet,
een koning hoort niet gedragen te worden door een simpele ezel,
bij een koning hoort een koninklijke zetel.
En toch misstaat die ezel niet bij deze man,
die zich ten dienste stelde van anderen,
een dienstbaarheid die de discussie
met de macht, de gewoonte en de traditie niet uit de weg ging.
En de ezel wordt voor even zijn koninklijke zetel.
Het lastdier van de vrede draagt mijn Heer,
Gods knecht ten voeten uit rijdt bij ons binnen.
Zal nu de aangename tijd beginnen
en neemt voorgoed de vijandschap een keer?
De eigenmacht van mensen is nog groot;
Het lijfsbehoud verblindt ons aller ogen.
Dat hier Gods weg gegaan wordt blijft verborgen
en loopt gehoorzaamheid aan Hem dan dood?
Door dezer dagen heen voert ons de weg
van Hem, die toont hoe vrede bloeit uit lijden.
Waar rondom Hem verraad en leugen strijden
wordt Hij ons als de waarheid aangezegd.
Te kostbaar in Gods ogen is zijn bloed.
Hij maakte het tot drager van het leven.
Wij mogen hoopvol ons op weg begeven
totdat Hij komt als koning. Wees gegroet!