Gebeden op derde zondag van de
veertigdagentijd
Inleiding:
Ik heb hier een foto van vrouwen uit
Bangladesh
die met hun kruiken op weg zijn om water te halen.
Schoon drinkwater is een eerste levensbehoefte,
en wat voor ons zo vanzelfsprekend is, je hoeft de kraan maar open te
draaien en je hebt schoon water,
dat is dit lang niet in veel derde wereldlanden.
Daar moet men vaak kilometers ver lopen om water te halen,
en of dat echt schoon is, is nog maar de vraag.
Een belangrijke vorm van ontwikkelingshulp is het slaan van pompen.
In het evangelie van vandaag vergelijkt Jezus zich met een bron van
water.
Het water dat ik zal geven, zegt hij, zal een waterbron worden,
opborrelend tot eeuwig leven.
Ook dit water is een levensbehoefte, nodig voor ons geestelijk leven,
om dat gezond te houden, opdat we in beweging kunnen blijven
als geestelijk gezonde mensen en we samen een gezonde gemeenschap
kunnen vormen.
Dat betekent in feite vaak dat je niet de weg van de minste weerstand
gaat
maar trouw blijft aan Jezus' weg, ook als dat best moeilijk is.
Daar willen we in deze viering wat over nadenken.
Openingsgebed:
God van mensen, zoekende mensen, vragende mensen.
Waar vind ik mijn levensvervulling?
Waar kan ik mijn dorst naar geluk lessen?
U bent de bron van ons bestaan,
in U moeten we ook de antwoorden zoeken op onze vragen.
Schenk ons uw geest van kracht
dat wij het zoeken en vragen niet moe worden,
en dat wij al zoekend uw antwoorden op het spoor komen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven:
God van mensen, U nodigt ons aan deze
tafel,
In brood en wijn gedenken we Jezus,
Hij kan onze honger naar vrede stillen,
Hij kan onze dorst naar vreugde lessen.
De weg die Hij wijst is geen gemakkelijk
maar wel de enige die leidt naar uw rijk op aarde.
Schenk ons de kracht om die weg te gaan, vandaag en alle dagen. Amen.
Slotgebed:
Ik wil als water zijn
Heer, ik wil als het water zijn
dat in de rivieren klatert en door het oerwoud stroomt, dat velden
vruchtbaar maakt en overal leven brengt.
Heer, ik wil als het water zijn
dat alle boten draagt, vol mensen en hun lasten, om voor hen allemaal
hun vaart te verlichten.
Heer, ik wil als het water zijn
dat in uw richting stroomt, om in de wereld, overal uw opdracht waar te
maken, meer mens te zijn voor iedereen.
Heer, ik wil het water zijn dat al wat vies is wast, dat iedere mens,
hoe hij ook heet, die heling en bevrijding zoekt weer hoop op toekomst
geeft.
Heer, ik wil als het water zijn,
de bron van alle leven, dat alle mensen samenbrengt
om samen, overal vandaan lief en leed te delen.
Voorbede:
God, laat uw bevrijdende aanwezigheid voelen
overal waar mensen hongeren en dorsten
naar warmte en geborgenheid in de gemeenschap,
naar vervulling van hun dromen op een beter leven,
naar bevrijding uit hun noden.
Laat ons zingend bidden
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God, laat ons weer leven,
houd ons op weg naar uw vrede
God, laat uw bevrijdende aanwezigheid voelen,
overal waar mensen ten onrechte een slechte naam hebben
en door anderen gemeden worden,
overal waar mensen te gemakkelijk worden afgeschreven
en de kans niet krijgen zichzelf te zijn.
Laat ons zingend bidden
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God, laat ons weer leven,
houd ons op weg naar uw vrede
God, laat uw bevrijdende aanwezigheid voelen
overal waar mensen op drift zijn geraakt
en nergens een gastvrij thuis kunnen vinden,
overal waar mensen vereenzamen
en zich door iedereen in de steek gelaten voelen.
Laat ons zingend bidden
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God, laat ons weer leven,
houd ons op weg naar uw vrede
God, laat uw bevrijdende aanwezigheid voelen
voor de armen in Indonesië en elders in de wereld
voor de Dayaks van Kalimantan wier toekomst bedreigd wordt,
door lucht- en watervervuiling
Mogen zij met onze hulp in staat worden gesteld
te werken aan een beter bestaan.
Laat ons zingend bidden
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God, laat ons weer leven,
houd ons op weg naar uw vrede
God, schenk ons uw geest van liefde en kracht
opdat wij, ieder op zijn eigen wijze, levend water kunnen zijn
voor medemensen die uitgeput en dorstig zijn.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de
derde zondag van de
veertigdagentijd
Ik wil als water zijn
Heer, ik wil als het water zijn
dat in de rivieren klatert en door het oerwoud stroomt,
dat velden vruchtbaar maakt en overal leven brengt.
Heer, ik wil als het water zijn
dat alle boten draagt, vol mensen en hun lasten,
om voor hen allemaal hun vaart te verlichten.
Heer, ik wil als het water zijn
dat in uw richting stroomt, om in de wereld,
overal uw opdracht waar te maken,
meer mens te zijn voor iedereen.
Heer, ik wil het water zijn dat al wat vies is wast,
dat iedere mens, hoe hij ook heet,
die heling en bevrijding zoekt
weer hoop op toekomst geeft.
Heer, ik wil als het water zijn,
de bron van alle leven, dat alle mensen samenbrengt
om samen, overal vandaan lief en leed te delen.
Rust
In een jachtige wereld hebben mensen geen rust
om hun bronnen te ontdekken.
In een wereld die leeft van geld en goed heeft
de buitenkant slechts waarde.
In een wereld waarin mensen hun eigen leefmilieu verknoeien,
is weinig helder water te vinden.
In een kerk die mensen bevoogdt, is de bron uitgedroogd.
In een kerk die wetten stelt, wordt de mens bekneld.
In een kerk die zeker weet kan de geest niet waaien.
In een mens die rust en neerzit,
zich opent voor wat de hemel te zeggen heeft;
in een mens die de eigen bron kent,
en luistert naar wat de aarde verlangt;
in een mens die ziet van hart tot hart
en hoort wat God te zeggen heeft,
stroomt een bron van levend water
steeds opnieuw de eeuwen door.
Het is het verlangen van de mens
een God te vinden die de dorst lest.
Levend water
Als er eens geen water was
dan zou alles vies en smerig zijn.
Ik zou mezelf niet kunnen wassen
en mijn kleren zouden ook vuil blijven
en de afwas bleef ook vies en vet!
Alles zou bederven
en dan zouden alle mensen ziek worden.
Hoe zou dat moeten, leven zonder water?
Als er eens geen water was
dan kon ik niet lekker onder de douche,
dan was er ook geen zee en ook geen zwembad,
en water is juist zo fijn
om in te zwemmen en in te spelen.
Als je dan uit het water komt voel je je heel anders.
Water maakt dat ik in leven kan blijven.
Als er eens geen water was
wat zou ik dan vaak dorst hebben,
ik denk dat ik dan niet kon leven.
De bomen en bloemen zouden verdorren.
Er zou niets meer groeien.
De dieren zouden ook doodgaan.
De wereld zou een grote, dorre woestijn worden.
Water heb je nodig om te leven.
Water is leven.
Joke Brugman,
Werkcahiers voor Vieringen met Kinderen,
jrg. 1974, Gooi en Sticht, Hilversum.
Water
Elke dag komen we met water in aanraking.
We drinken het.
We wassen en koken ermee.
We zwemmen erin.
We varen erop.
Zonder water groeit er niets.
Maar water kan ook lastig zijn.
We schermen ons ertegen af.
Als het stortregent, zetten we onze paraplu op.
We bouwen dijken
om geen slachtoffer te worden van het water.
Meestal sta je daar allemaal niet bij stil.
Maar als je de betekenis van water in je leven
werkelijk op je laat inwerken, word je er stil van.
Water kan de dood betekenen,
maar het kan ook je leven redden.
Water heeft van doen met dood en leven,
met vernietigende krachten,
maar ook met de levenwekkende krachten in je leven,
met je angsten en met je verlangens.
Als hij eens terugkwam
Als Hij eens terugkwam . . .
Wat zou Hij tegen de mensen zeggen?
Wat zou Hij in deze wereld aanvangen?
Bij wie zou Hij uitgenodigd worden?
Tegen welke farizeeërs zou Hij tekeer gaan?
Wie zou Maria Magdalena zijn, die zijn lieve woorden ontvangt?
Uit welke sociale laag zou Hij geboren worden?
Wat zou zijn Jerusalem uitmaken?
Wie zouden zijn marginalen zijn?
Voor wie zou Hij levend water betekenen?
Welke vissers zou Hij uitnodigen om Hem te volgen?
Wat zou Hij tot zijn priesters zeggen?
Wat zou Hij aan zijn bisschoppen onderwijzen?
Welke raad zou Hij geven aan kardinalen en paus?
Welke zou zijn houding zijn tegenover religieuzen?
Welke kinderen zou Hij omarmen?
Hoe zou Hij zijn vader kenbaar maken?
Welke tempel zou Hij zuiveren?
Wat zou zijn boodschap zijn?
Wat zou zijn vreugde uitmaken?
Wat zou Hem met blijdschap vervullen na tweeduizend jaar?
Zou drie jaar genoeg zijn?
Emmanuël Dobbeluere
VERLANGEN
soms haat ik je
om wat je me aandoet:
dorsten laat je me,
omdat ik je even heb geproefd.
rusteloos jaag ik je achterna,
je bent steeds verder, achter de horizon.
een glimp vang ik van je op -
dan ben je weer weg.
je drijft me voort
op een weg die ik niet wil
en toch kan ik niet anders
dan proberen jouw weg te volgen,
gehoor geven aan jouw woorden.
je hebt me aangeraakt
en ik kan je niet meer wegdenken uit mijn leven.
soms denk ik alleen maar:
jij
Wil Kamminga
Lied 'Jij bent de God'
Jij bent de god die mij gegeven is,
de beker die voor mij ingeschonken staat.
Mijn levenslot ligt in jouw hand,
goed land is mij ten deel gevallen.
Jij bent het lot dat mij beschoren is,
mijn schaduw, de engel die mij troost mij kwelt -
laat deze kelk aan mij voorbijgaan, gauw,
ik kan geen mensen drinken.
Wie ben je, jij die mij te drinken vraagt?
Je aarzelt nog aan mijn deur, je klopt en wacht,
een dorstend hert - en ik een lege bron
dorstend naar stromend regen.
Water dat gek maakt
Eens waarschuwde God de mensen dat er een aardbeving zou komen die al
het water van het land zou doen verdwijnen. Het water dat er voor in de
plaats zou komen, zou iedereen gek maken.
Slechts een profeet nam God ernstig. Hij droeg kolossale kruiken vol
water naar zijn woonplaats in de bergen zodat hij zijn hele leven
genoeg water zou hebben.
De aarde beefde, al het water verdween en het nieuwe water vulde de
rivieren, meren en vijvers.
Een paar maanden later kwam de profeet van zijn berg af om te kijken
wat er precies gebeurd was. Iedereen was inderdaad
gek geworden. Men viel hem aan, wilde niets met hem te maken hebben en
velen dachten dat HIJ gek geworden was.
De profeet ging dus maar weer terug naar zijn woonplaats
in de bergen, blij met het water dat hij opgeslagen had.
Maar naarmate de tijd verstreek ging hij merken dat zijn eenzaamheid
niet te dragen was. Hij verlangde hartstochtelijk naar menselijk
gezelschap, dus ging hij weer terug naar het dal. Weer werd hij door de
mensen daar uitgestoten want hij was zo helemaal anders dan zij.
Toen nam de profeet een besluit. Hij gooide het water dat hij
opgeslagen had, weg, dronk van het nieuwe water en werd net zo gek als
zijn medemensen.
Drie zonen. Een verhaaltje uit Afrika.
Drie vrouwen waren bezig water te putten uit een bron even buiten het
dorp. Een oude man stond er vlak bij. Hij hoorde hoe de vrouwen aan het
opscheppen waren over hun zonen. "Mijn zoon is de knapste van heel de
school" zei de een. "Die van mij is kampioen hardlopen. Niemand kan
sneller lopen dan hij," zei de tweede. De derde vrouw zei niets. Haar
zoon was niets bijzonders, iedereen wist dat.
Toen de emmers vol waren liepen ze naar huis en de oude man sjokte
achter hen aan. Opeens kwamen drie jongelui hen tegemoet. "Hé, dat zijn
onze zonen," zei een van de vrouwen. De eerste was zijn spieren aan het
losmaken, hij groette en ging hen in een drafje voorbij. De tweede zag
hen niet eens, zo verdiept was hij in eigen gedachten. De derde liep
naar zijn moeder toe, en nam, zonder wat te zeggen, de zware emmer van
haar over.
"Nou, wat vindt u van onze zonen? vroeg de moeder van de kampioen aan
de oude man. "Zonen?", zei hij, "ik heb er maar één gezien.
terug naar de overweging