Voorbede op tweede zondag van de
veertigdagentijd
Inleiding:
In de Noord Afrikaanse en Arabische
landen rommelt het,
Mensen komen massaal in opstand tegen de dictatoriale machten.
Ze zijn het beu om te leven in grote armoede
terwijl de machthebbers en hun families zich schaamteloos verrijken.
Ze willen niet langer dat die kliek machthebbers in alles over hen
beslissen
en dat zij zelf helemaal maar dan ook helemaal niets in te brengen
hebben.
Ze vechten voor een betere toekomst, en laten we hopen dat die
werkelijkheid zal gaan worden.
Hoop op een beter leven zet mensen in beweging,
dat is iets van alle tijden.
Het kan een letterlijke beweging zijn: wegtrekken naar betere oorden
of zoals nu dat ze in opstand komen tegen kwade machten.
Het kan meer een geestelijke beweging zijn,
een zoeken naar een betere invulling van je leven.
Daartoe worden we in deze veertigdagentijd ook opgeroepen: om na te
denken over het are levensgeluk en de weg ernaartoe.
Openingsgebed:
God-met-ons, we merken zo weinig van uw aanwezigheid,
we zien zo weinig van het licht dat U bent,
uw liefde kunnen we zo dikwijls niet ontdekken.
Maak ons dit uur stil van binnen om zo open te staan
voor uw tegenwoordigheid in ons midden,
open onze ogen voor al die lichtpuntjes die overal om ons heen te
vinden zijn,
voor de warmte en liefde die we elkaar geven.
Help ons U te ontdekken in het goede dat mensen zijn voor elkaar,
naar het voorbeeld van Jezus Christus, uw zoon en onze Heer. Amen
Gebed over de gaven
God-met-ons, wees hier aanwezig in ons
midden
nu wij in brood en wijn het altijddurende verbond vieren
dat Jezus ons heeft meegeven vlak voor zijn dood.
Moge onze verbondenheid van dit uur vruchtbaar worden
in daden van saamhorigheid in ons leven van alle dag.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Slotgebed:
Gebed van de profeet Mohammed
Geef, God, licht in mijn hart en licht in mijn ziel,
licht op mijn tong, licht in mijn ogen en licht in mijn oren.
Geef licht aan mijn rechter- en licht aan mijn linkerhand,
licht achter mij en licht voor mij uit.
Licht boven mij en licht onder mij.
Geef licht in mijn spieren en licht in mijn vlees.
Licht in mijn bloed, licht in mijn haar, en licht in mijn huid.
Geef mij licht, versterk mijn licht, maak mij tot licht!
Amen
Voorbede:
God, laat uw bevrijdende aanwezigheid voelen,
overal waar mensen wreed onderdrukt worden
en voortdurend het slachtoffer zijn van machtswillekeur;
overal waar mensen de moed hebben om te protesteren
tegen schendingen van mensenrechten.
Mogen hun stemmen steeds meer gehoord worden.
Laat ons zingend bidden.
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God, laat ons weer leven,
houd ons op weg naar uw vrede
God, laat uw bevrijdende aanwezigheid voelen,
overal waar mensen de weg van de minste weerstand gaan
en moeilijke zaken steeds uit de weg gaan;
overal waar mensen een principiële keuze durven maken
en in hun leven ook trouw zijn aan die keuze.
Mogen hun voorbeelden steeds meer gezien worden.
Laat ons zingend bidden
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God, laat ons weer leven,
houd ons op weg naar uw vrede
God, laat uw bevrijdende aanwezigheid voelen
voor de armen in Indonesië en elders in de wereld
voor de Dayaks van Kalimantan die leven in grote armoede,
en weinig of geen kansen krijgen te bouwen aan een betere toekomst
Mogen zij met onze hulp toch in staat worden gesteld
te werken aan een beter bestaan.
Laat ons zingend bidden
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God, laat ons weer leven,
houd ons op weg naar uw vrede
God, help ons weerstand te bieden aan de verleiding
alleen voor onszelf te leven.
Wees levensschenkend aanwezig in de wereld van vandaag, in en door ons,
in en door onze saamhorigheid
met medemensen dichtbij en veraf.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de
tweede zondag van de
veertigdagentijd
Gebed
God-met-ons, er gaat geen dag voorbij
waarop wij niet stilletjes
hopen op een groots teken van uw aanwezigheid bij ons.
Laat ons niet voorbij kijken aan de kleine lichtpuntjes,
wanneer we op zoek gaan naar het grote Licht.
Laat ons niet struikelen in het donker,
wanneer we zelfs geen lichtpuntjes meer zien.
En schenk ons - als het even kan -
al is het maar één keer in ons hele leven,
een glimp van het eeuwige Licht.
Dan zal het nooit meer helemaal donker zijn.
(Marianne Houben)
Gebed van de profeet Mohammed
Geef, God, licht in mijn hart
en licht in mijn ziel,
licht op mijn tong,
licht in mijn ogen
en licht in mijn oren.
Geef licht aan mijn rechter-
en licht aan mijn linkerhand,
licht achter mij
en licht voor mij uit.
Licht boven mij en licht onder mij.
Geef licht in mijn spieren
en licht in mijn vlees.
Licht in mijn bloed,
licht in mijn haar
en licht in mijn huid.
Geef mij licht,
versterk mijn licht,
maak mij tot licht!
Zo ben Jij bij mij
Lichtend
als het peertje
dat in de kelder
aan een kabel bungelt
om mij de weg te wijzen.
Helder stralend
als de kroonluchter
die in een balzaal
het flonkeren weerkaatst
van duizend diamanten.
Hartverwarmend
als het kaarsje
dat op de schoorsteen
door mijn oma is ontstoken
voor een goed eindexamen.
Zo ben Jij bij mij, Jezus:
als lamp voor mijn voeten,
als spiegel voor mijn vreugde,
als licht in het donker.
Ga op weg
Ga op weg, zoals Abraham op weg ging.
laat hoop en verwachting je leiden
ook al zijn pijn en verdriet door geen mens te vermijden.
Wees niet bevreesd, ga en vertrouw op de Geest
die je uit mist en duisternis zal bevrijden.
Ga op weg zoals Jezus van Nazareth op weg ging
en kijk onderweg naar je medemensen.
Zie, juist als Hij, hun verlangens en wensen,
en vraag je steeds weer af waar jij wat licht kunt brengen
en verschuil je niet achter zogenaamde grenzen.
Ga op weg zoals mensen van alle tijden gedaan hebben,
trek weg uit het duister van twijfels en zorgen
op zoek naar het licht van een nieuwe morgen.
Wees niet bang dat avontuur aan te gaan
om te ontdekken wat nu nog is verborgen.
GEBED
God onze Vader,
soms hebben we mooie momenten in ons leven
en we zouden willen dat die bleven voortduren,
maar vaak drijven dan donkere wolken over
en worden we teruggeworpen op onszelf.
Leer ons luisteren naar uw woord
uitgesproken in Jezus, uw zoon, uw uitverkorene
opdat wij ook in donkere dagen toekomst zien
en altijd ons bewust zijn van onze zending:
mens te zijn met de mensen,
medemens zijn, broeder, zuster, voor ieder ander,
vandaag en alle dagen, altijd door. Amen
HET EINDE
Een schitteren gezicht, echt het einde!
Maak er een foto van,
schrijf er een verhaal over vastleggen... leg het vast,
want als het is vastgelegd hebben we er vat op
kunnen we het grijpen, zien, lezen, aanraken,
dan is het van ons.
Dat dachten ze ook daar op die berg,
vrienden van Jezus, volgelingen,
ingedommeld en toen, wakker geschrokken
door iets, zo mooi, zo stralend.
Vastleggen dat moment, schrijf er een verhaal over,
zet er een hekje omheen, bouw er een hutje voor,
om het vast te houden,te bekijken , aan te raken.
Een schitterend gezicht, het einde.
Het einde?
Nee, nog niet het einde, er moet nog zoveel gebeuren,
nog zo'n lange weg te gaan,
een intocht in Jeruzalem,
een uittocht uit Jeruzalem.
door het lijden naar het einde.
Einde?
Nee, geen einde maar een nieuw begin
begin van het einde
van het einde van verdriet, van het einde van de pijn,
van het einde van de dood.
Het einde?
Ja, eindeloos mooi,
niet te vatten in een hutje,
niet te vatten met verstand,
onbegrijpelijk, ongrijpbaar, mooi!
GEBED
God-met-ons,
Soms gebeurt het dat U, heel even,
zo dicht bij ons bent,
dat we U haast kunnen voelen en ruiken.
Op zo'n moment zouden we U het liefst in onze armen sluiten
om U nooit meer te laten gaan.
Maar zolang er nog mensen zijn op deze aardbol
die vertwijfeld om uw hulp en uw troost roepen,
kunt U niet blijven stilstaan bij ons geluk.
Wél kunnen wij met U meegaan
naar die mensen die roepen om hulp en troost;
zo worden wij tot mensen-met-God
en blijft U God-met-ons.
Amen.
TENSLOTTE
Om op weg te gaan zijn we gekomen,
gewone dingen doen,
je werk met een glimlach,
de afwas met een lied,
de boodschappen
met iets vriendelijks voor wie je ontmoet,
die berg dagelijkse dingen van het leven
die je deelt met zo velen, met de ander.
Gezegend ben je met Gods adem
het ritme van je leven.
Gezegend ben je
als Gods licht je verrast.
Gezegend ben je
als je op weg gaat
naar je bestemming. Amen.
PERSPECTIVISCH
Jezus: Drie vrienden had ik meegenomen
om in het heilsgeheim te delen,
de drie die ik als eersten had geroepen
om samen met mIJ op weg te gaan.
Daar hebben zij het koninkrijk gezien,
dat kort moment waarin ik sprak
met mensen die de lange weg kenden.
Mozes: Ik heb verteld hoe ik de berg beklom,
om eindelijk het goede land te zien
waarvan ik al die jaren had geweten
dat het daar aan de overzij zou liggen.
Ik zag het voorland: groene verte
aan het einde van een lange weg
door wildernis, verzet en tegenstand.
Elia: Ik wilde sterven, moedeloos geworden
omdat ik zag dat in het goede land
heel de beweging vastgelopen leek,
en dat het ging zoals het elders gaat.
Toen werd ik op de weg teruggezet:
de uittocht wordt door weinigen volbracht,
de profetie behoort dat te betuigen.
Petrus: Veel later heb ik het pas goed begrepen,
wat ons daar boven werd getoond.
En toen ik zelf de lange weg moest gaan,
zag ik dit visioen en stierf, hem achterna.
De berg opgaan
Van tijd tot tijd moet je het doen: de berg opgaan,
de wereld laten verstillen,
jezelf en de anderen hervinden in het gebed,
het volle licht van God laten schijnen op ons gezicht.
Dat kan je vooral in het gezelschap van Jezus,
uit wie dit heldere licht al straalt,
en in het gezelschap van andere bergbeklimmers,
God-zoekers zoals een Mozes en een Elia.
Het was voor hen geen wereldvlucht,
ze namen alles mee op die berg:
het wel en wee van hun volk,
hun machteloosheid en ontgoocheling.
Maar er kwam even vrede in hun hart,
ze ontvingen nieuwe kracht om af te dalen,
om te herbeginnen.
Want wie op de berg
alles in het volle licht heeft gezien,
kan God ook vinden in het getekende,
verwrongen mensengezicht dat 'lijden' heet.
De adelaar
Iemand vond eens het ei van een adelaar en legde het in het nest van
een kip die op een binnenplaats aan het broeden was. Het ei kwam uit en
de adelaar groeide op met de kuikens van de kip.
Heel zijn leven lang deed de adelaar wat de kippen deden; hij wist niet
beter of hij was een kip die op de binnenplaats thuis hoorde. Hij
krabde in de aarde naar wormen en insecten.
Hij tokt en kakelde en soms spreidde hij zijn vleugels uit en vloog net
als de kippen een klein eindje de lucht in. Zo vliegt een kip toch, hé?
Jaren gingen er voorbij en de adelaar werd heel oud.
Op zekere dag zag hij een schitterende vogel hoog boven hem in de lucht
vliegen. Hij liet zich majestueus drijven op de kracht van de wind en
bewoog zijn sterke gouden vleugels nauwelijks.
De oude adelaar keek ernaar vol eerbied en ontzag. "Wie is dat?" vroeg
hij aan zijn buurman.
"Dat is een adelaar, de koning van de vogels," zei zijn buurman. "Maar
denk er maar niet meer aan. Jij en ik lijken in de verste verte niet op
hem."
En dus dacht de adelaar er niet meer aan. Hij stierf in de overtuiging
dat hij een kip was die op de binnenplaats thuis hoorde.
(Vrij naar: The song of the bird, A. de Mello, S.J. p. 120.)
De koorddanser
Er kwam eens een koorddanser in een dorp. Hij ging een touw spannen
tussen de kerktoren en een hoge boom. Een heleboel mensen werden
nieuwsgierig wat die waaghals zou gaan uithalen en kwamen kijken naar
zijn kunsten.
Bij het begin van de voorstelling vroeg de koorddanser aan de
omstanders: "Geloven jullie dat ik met deze evenwichtsstok in mijn hand
over het koord kan lopen?" Dat geloofden ze zonder meer, dus in een
koor riepen ze: "Jaa".
Bijna moeiteloos liep de koorddanser over het koord. Groot applaus. Hij
gooide de stok naar beneden en riep: "Kan ik het ook zonder stok?" Ook
dat geloofden de mensen, en zo gebeurde het. Enorm applaus. Hij pakte
een kruiwagen en vroeg: "Wat denk je: zou ik met deze kruiwagen naar de
overkant kunnen?" En al die enthousiaste mensen riepen terug: "Ja,
natuurlijk kun je dat." En het lukte, zonder mankeren. Langdurig
applaus.
Toen werd het stil.
Iedereen was benieuwd wat er nu zou komen. De koorddanser keek naar
beneden alsof hij iemand zocht, en zei toen:
"Geloven jullie dat ik over dit koord kan lopen met iemand in die
kruiwagen?" Alle mensen stonden te juichen, wat een stunt zou dat zijn"
"Goed," zei de man, "Wie komt er dan nu naar boven om met mij mee te
doen?" Toen werd het doodstil. Driemaal vroeg hij het, maar niemand
durfde het aan, ook al geloofden zij dat die koorddanser buitengewoon
goed was. De een na de ander ging stilletjes naar huis.
En toen de koorddanser 's avonds thuis kwam bij zei vrouw, zei hij
teleurgesteld: "Alweer niemand die mee wilde doen. Ze geloofden het
wel, maar meer ook niet."
Een oude joodse vertelling
Abraham woont in Haran. Zijn vader is beeldhouwer. Hij maakt
godenbeeldjes en Abraham verkoopt ze. Het is een echt familiebedrijf.
De keus is groot, want er zijn goden te over, voor elke gelegenheid
één. Al jaren staat Abraham met zijn beeldjes op de markt, maar de
laatste tijd heeft hij een probleem. Hij gelooft niet meer in zijn
eigen handel. Hij zit in een crisis, een geloofscrisis.
De mensen komen naar de beeldjes kijken. Ze verdringen zich rond zijn
kraam. Ze zoeken een god die hen kan helpen, een god aan wie ze van
alles kunnen vragen: een kind, een goede oogst, een liefde. Ze willen
een god die hen troost, die hen opbeurt, een god die het harde bestaan
dragelijk maakt. AI die mensen met hun hoop en verwachting - ze zijn
een gemakkelijke prooi voor een handige zakenman als Abraham. Hij kan
ze gemakkelijk uitbuiten.
Maar Abraham kan het niet meer. Hij is er te eerlijk voor. Hij roept
luid: 'Waardeloos zijn deze goden. Goedkope rommel. Het zijn geen
goden! Het is maar steen, door mijn vader gemaakt. Ik wil het anders.
Ik zoek de God die mijn vader heeft gemaakt!'
terug naar de overweging