Gebeden op de eerste zondag van de Advent

Openingsgebed:

God, oorsprong van alle wat leeft, U hebt ons het leven geschonken om het door te geven aan medemensen van nu en morgen, om het te delen met allen die wij ontmoeten op onze levensweg. Moge dat leven steeds menselijk en menswaardig zijn en blijven, nu en in de toekomst. Amen.

Gebed over de gaven:

God, brood en wijn, eten en drinken, geen mens kan zonder, ze betekenen leven en toekomst. Leer ons breken en delen zoals Jezus zichzelf gebroken en gedeeld heeft, niet om er zelf beter van te worden, maar tot welzijn van heel onze mensengemeenschap. Mogen wij zo bijdragen aan een goed leefklimaat in onze wereld, voor nu en voor de toekomst. Amen.

Slotgebed:

Wij zijn mensen van gisteren, vandaag en morgen. Heer, help ons het goede van het verleden te bewaren maar behoed ons ervoor in het verleden te leven, en moge de blijde boodschap van Jezus uit een ver verleden richting geven aan ons leven van vandaag . Geef dat wij in zijn geest werken aan de dag van morgen in de hoop dat de wereld stapje voor stapje dichter komt bij het ideaal dat U ons hebt meegegeven. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Voorbede

    In een wereld waarin velen leven in grote onzekerheid,
    waar ze leven in angst vanwege oorlog en geweld
    waar zij speelbal zijn in de handen van de machtigen,
    waar zij de kans niet krijgen om zichzelf te zijn,
    bidden we om licht en een menswaardige toekomst.
    Moge Jezus, de komende, hun dit licht brengen.

    In een wereld waarin velen leven in grote onzekerheid,
    waar ziekte en invaliditeit een kruis zijn, zwaar te dragen,
    waar mensen niet meer voor zichzelf kunnen zorgen
    maar in alles afhankelijk zijn van anderen,
    bidden wij om licht en een zinvol leven.
    Moge Jezus. de komende, ook hun Gods licht brengen.

    In een wereld waarin velen leven in grote onzekerheid,
    omdat ze vervreemd zijn geraakt van elkaar
    en onverschillig langs elkaar heenlopen,
    omdat mensen hard worden door egoïsme en jaloezie
    gevoelloos voor de noden van anderen,
    bidden wij om licht en een houding van eerlijk meeleven.
    Moge Jezus, de komende, ook ons Gods licht brengen.

    In een wereld waarin velen leven in grote onzekerheid,
    omdat men zich alleen bezig houdt met materiële zaken
    en alleen aandacht heeft voor eigen belangen,
    omdat men steeds vaker heel oppervlakkig door het leven gaat
    en alleen maar denkt aan plezierige en gemakkelijke dingen,
    bidden wij om licht en waakzaamheid.
    Moge Jezus, de komende, ons Gods licht brengen.

    God, verlangend zien wij naar Hem uit, de vreugdebode van uw genade.
    Moge Hij in en door ons steeds weer tot leven komen,
    tot welzijn van heel onze mensengemeenschap. Amen

Teksten, gebeden, gedichten bij de eerste zondag van de Advent.
Het is advent
    De wereld is soms donker.
    De wereld is soms koud.
    Je wordt er soms wanhopig van.
    Er gaat nog zoveel fout...
    Gods licht is als een kind zo klein,
    maar eenmaal zal het groter zijn.
    We kijken uit naar dat moment.
    Het is advent.

    Je leest het in de kranten.
    Het komt op het journaal.
    Je ziet een kind dat honger heeft.
    Dat raakt ons allemaal.
    Gods licht is als een kind zo klein,
    maar eenmaal zal het groter zijn.
    We kijken uit naar dat moment.
    Het is advent.

    Er is nog zoveel ruzie.
    Er is nog zoveel pijn.
    Je ziet veel mensen om je heen,
    die ongelukkig zijn...
    Gods licht is als een kind zo klein,
    maar eenmaal zal het groter zijn.
    We kijken uit naar dat moment.
    Het is advent.

    We kunnen ervan dromen:
    een wereld vol met licht.
    Het kerstverhaal vertelt ervan:
    het is een vergezicht.
    Gods licht komt verder dan die stal
    en eenmaal schijnt het overal.
    We kijken uit naar dat moment.
    Het is advent.

Advent is hopen
    Ik hoop op een wereld
    waarin mensen accepteren
    dat iedereen anders is
    en zijn eigen kwaliteiten heeft,
    maar ik verwacht
    dat die houding niet zomaar vanzelf komt.

    Ik hoop op een wereld
    zonder oorlog en geweld,
    zonder ruzie en pijn,
    zonder pesterijen en gesar,
    maar ik verwacht dat ik zelf
    dan niet rustig kan afwachten.

    Ik hoop op een wereld
    waarin niemand honger heeft
    en iedereen genoeg verdient
    om van te leven,
    maar ik verwacht dat dat alleen lukt
    als iedereen meewerkt.
Advent is kijken
    Advent is kijken naar wat komt,
    hoewel er weinig zicht is.
    Je steekt een kaars aan in de nacht
    omdat je iets van God verwacht:
    een wereld waar het licht is.

    Advent is kijken naar wat komt,
    zoals toen, lang geleden.
    Er werd een kind van God verwacht,
    een kind van licht, een kind vol kracht,
    een kind dat zorgt voor vrede.

    Advent is kijken naar wat komt.
    Advent is durven hopen.
    Het kerstkind is een nieuw begin.
    We slaan een weg van vrede in.
    Die moet je verder lopen.

    Advent is kijken naar wat komt.
    Advent is durven dromen.
    Is licht zien in de duisternis,
    geloven dat God met ons is
    en dat zijn rijk zal komen.
De inbreker

    Er was eens een slimme inbreker, die beweerde dat hij in elk huis kon inbreken zonder betrapt te worden. Zijn vrienden in de kroeg hadden al vaak een weddenschap met hem afgesloten, maar ze verloren keer op keer.
    Op zekere dag werd er opnieuw gewed. Een rijke man in een uitzonderlijk vrolijke bui stootte de inbreker aan en zei: 'Je mag dan een handige kerel zijn, maar dat huisje van mij, daar kom jij niet in!'
    Het 'huisje' bleek inderdaad een uitdaging. Rolluiken voor de ramen, gebarricadeerde deuren, talrijke sloten en een geavanceerd alarmsysteem. Het leek wel een vesting. Na enkele minuten kreeg de inbreker echter een idee. Hij zette een ladder tegen de muur en klauterde via de ladder en de regenpijp behendig het dak op. Even het zolderraampje forceren en hij stond binnen. Ongestoord liep hij naar beneden. Er was niemand. Hij stal een kandelaar en ging zoals hij gekomen was. De volgende nacht stond de rijke man behoorlijk beteuterd te kijken. De inbreker lachte triomfantelijk, met de kandelaar in zijn hand.
    Nu kwam er iemand dichterbij en tikte hem op de schouder. 'Zou je een poging willen wagen om mij ook te bestelen?'. Natuurlijk wilde hij dat.
    Ditmaal kwam hij echter voor een verrassing te staan. Op het adres dat de man hem genoemd had, stond een bouwval. De ramen stonden open en er waren geen sloten op de deuren. Verbaasd liep de inbreker naar binnen. In de kamer stonden een tafel, een paar stoelen en een kast. In de kast lagen wat borden en wat ander eetgerei. Niets was de moeite waard om mee te nemen. Plotseling hoorde hij een gerucht en hij keek om. Daar stond de geheimzinnige man die hem aangesproken had. En deze zei: 'Je bewaakt een huis niet door het dicht te spijkeren, maar door simpelweg thuis te zijn. Bovendien helpt het wel als er weinig te stelen valt. Rijkdommen bewaar je niet in huis, maar in je hart'.

    (Esther Disveld)

Advent: Wachten is bezinnen
    Wachten...
    Wachten is geduld hebben
    maar veel meer dan dat!
    Het is met een groot hart
    verlangen naar wat komen zal.
    Wachten is niet vooruitlopen
    maar de tijd afwachten,
    niet zenuwachtig, niet vervelend,
    maar je verblijden in wat komen zal,
    in wie komen zal.
    Wachten is weten dat alles zijn tijd heeft.
    Wachten is op de uitkijk staan,
    is hopen en verlangen, is waakzaam zijn.
    Wachten is geen tijd verliezen
    maar het hart gereed maken,
    is bezig blijven of tot rust komen.
    Wachten is beheersing,
    is vertrouwen ook.
    Wachten is bezinnen,
    wachten is beginnen
    met dat waar het om gaat.
    Wacht even...
    God geeft zijn Woord!

    Frans Weerts
De krekel en de munt

    Een indiaan bezocht zijn blanke vriend in de stad. Zij wandelden over straat en de drukte en al het lawaai verbaasde de indiaan zeer.
    Plotseling zei hij tegen zijn vriend: "Hoor jij wat ik hoor?"
    De blanke hoorde alleen maar het verkeerslawaai. "Ik hoor hier vlakbij een krekel tsjirpen."
    "Je moet je vergissen, er zijn hier geen krekels."
    Maar de indiaan schoof bij een grauwe muur wat bladeren uiteen en daar zat een krekel.
    "Indianen kunnen nu eenmaal beter horen dan blanken," zei de blanke.
    Maar de indiaan antwoordde: "Je vergist jij", en tegelijk liet hij een muntstukje vallen.
    Direct draaiden zich een paar mensen om. "Zie je wel," zei de indiaan, "dat muntje maakte niet meer lawaai dan die krekel."

De reddingsboot

    Op het strand lag een oude reddingsboot. Daarmee probeerde men, met gevaar voor eigen leven, 'schipbreukelingen te redden. In een stormachtige nacht voer men weer uit. Mensen in nood! Men wist de drenkelingen te redden. Hun dankbaarheid was zo groot dat men de redders een nieuwe, aan de tijd aangepaste, reddingsboot schonk. Maar zo'n mooie spiksplinternieuwe boot laatje niet zomaar 's nachts -in weer en wind -op het strand liggen. Dus ging men aan het werk. Er werd een loods gebouwd. En naast de loods een verblijfsruimte voor hen die de wacht hielden. En om de tijd te doden, ging men in het wachthuisje van alles organiseren. Men was zo bezig met het organiseren, dat men het noodsignaal, dat van zee kwam, niet opmerkte, erger, er geen tijd voor had. En enkele mensen die niet bij de vereniging de 'reddingsboei' waren aangesloten, pakten de oude boot, die nog op het strand lag, en voeren de zee op om de mensen in nood te redden. De geredden waren dankbaar en schonken hun redders een nieuwe boot. Maar zo een mooie spiksplinternieuwe boot laat je niet zomaar 's nachts -in weer en wind -op het strand liggen. Dus ging men aan het werk... 'L'histoire se répete', zou je kunnen zeggen.

terug naar de overweging