Gebeden op de drieëntwintigste zondag door het jaar

Inleiding:

Wie niet horen wil, moet maar voelen. U kent dat gezegde wel. Misschien is het vroeger ook dikwijls tegen u gezegd, als u straf kreeg voor ongehoorzaamheid. Nu is goed luisteren vaak niet onze sterkste kant. Achteraf wordt er vaak verzucht: had ik maar beter geluisterd, dan waren dingen vast anders gelopen. Ja, wie niet horen wil, moet maar voelen. Nu is dat meestal geen echte onwil maar meer zwakheid, onnadenkendheid, slordigheid. In de sleur van het leven doen we veel waar we niet bij nadenken. En dan kan het gebeuren dat we doof zijn voor toch belangrijke dingen. In het evangelie van vandaag geneest Jezus een dove man. Misschien moeten we allemaal wel een beetje genezen worden van onze doofheid.

Gebed:

God van tijd en eeuwigheid, in de stilte van dit moment bidden wij U; open onze oren voor uw boodschap van heil en genade, bevrijd ons van onze doofheid zodat we uw woord verstaan. Open onze ogen voor de schoonheid van uw schepping en genees onze blindheid opdat we een goed zicht hebben op de werkelijkheid van ons aardse bestaan. Open onze monden opdat wij woorden spreken van meeleven, woorden die anderen troosten en opbeuren. Dat bidden wij in Jezus' naam. Amen

Gebed over de gaven

God onze Vader, in brood en wijn gedenken wij Jezus, uw zoon, zijn liefdevolle zorg voor de zieken en gebrekkigen, zijn trouw aan allen die niet meer meetelden in de samenleving van toen. Voed ons met zijn geest, opdat wij steeds meer op hem gaan gelijken, opdat anderen vertrouwen kunnen hebben in onze zorg en zorgzaamheid, dat ook door ons uw rijk van vrede en liefde werkelijkheid moge worden in de wereld van vandaag, hier en nu en alle dagen van ons leven. Amen.

Slotgebed:

God onze Vader, U hebt heel de geschiedenis door tot ons gesproken door profeten en vooral door de profeet bij uitstek Jezus. Ook in dit samenzijn mochten we luisteren naar uw woord. Geef dat we niet doof zijn voor U en evenmin voor elkaar, opdat we oprecht luisteren en woorden spreken die uw goedheid en liefde vertolken naar onze leefsituatie. Dat bidden wij in Jezus' naam. Amen

Voorbede
    Wij bidden voor alle mensen die letterlijk doof zijn
    of op een andere manier lichamelijk gehandicapt zijn,
    voor hen die moeten leven met beperkingen
    en niet voluit kunnen functioneren,
    dat zij de kans krijgen om zich te ontplooien
    en een zinvol leven op de bouwen.
    Laat ons zingend bidden

    Wij bidden voor alle mensen die doof zijn
    voor de stem van hun geweten
    voor hen die regels overtreden
    en medemensen schade toebrengen,
    dat zij worden genezen van hun doofheid
    en de kracht hebben nieuwe wegen te gaan.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor alle mensen die zich doof houden
    voor alles wat zij liever niet horen,
    voor hen die steeds weer hun eigen weg willen gaan
    zonder rekening te houden met anderen,
    dat zij worden genezen van hun doofheid,
    en eerlijk op zoek gaan naar de waarheid in hun leven.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor de leiders in kerk en samenleving
    die zo dikwijls doof zijn voor wat er leeft onder de mensen,
    voor hen voor wie de letter van de wet belangrijker is
    dan het welzijn van de individuele mens,
    dat zij genezen worden van hun doofheid
    en leren luisteren met hun hart.
    Laat ons zingend bidden.

    Heer, wil luisteren naar onze gebeden en schenk ons de kracht
    om ons in te zetten om de droom van een betere wereld werkelijkheid te maken
    in onze eigen manier van leven. Dat bidden wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de drieëntwintigste zondag door het jaar
DE WEG VAN GERECHTIGHEID
    Wij gaan de weg van uw gerechtigheid
    met allen die in uw geheim geloven:
    stad van de Vrede, toekomst wereldwijd,
    oog voor de blinden, oren voor de doven.
    Wij delen uit van wat U ons bereidt:
    vrucht van uw Geest, op aarde volle schoven.

    Wij dragen stenen voor de vrede aan,
    volgen uw spoor door alle wereldtijden.
    Wij zien de weg die Jezus is gegaan,
    horen het roepen van wie weerloos lijden,
    delen de hoop, de oorlog afgedaan,
    zien in elkaar het volk van uw bevrijden.

    Wij zoeken de balans in ons bestaan:
    wat heeft gewicht en wie bepaalt de waarde?
    U laat ons leven meer dan voortbestaan,
    schenkt ons de gaven van uw goede aarde.
    Maak ons bereid, in trouw U toegedaan,
    te leven zoals U zich openbaarde.

      Ronald da Costa
EFFATA
    Ik ben doof -
    de leegte in mijn oor
    is zwart als een rottende vrucht.

    Ik ben stom -
    een zware steen mijn tong in mijn mond.
    Nooit kan ik je roepen.

    Maar ik versta de taal van de huid.
    Wanneer iemand mij aanraakt,
    onderscheid ik:
    warm en koud,
    teer en stevig,
    goed en slecht.

    Degene, naar wie ze mij heenbrachten, was goed.
    In mijn dode oren
    greep hij met handen van liefde.
    Als een kus
    was zijn speeksel op mijn mond
    en ik zag, hoe hij zuchtte.

    Toen liet de band van mijn tong los
    en de oren, de dove oren, hoorden.
    Hij beval mij daarover te zwijgen.
    Maar zeg nu zelf, Heer:
    Hoe kan ik nu niet zingen over jou,
    dat jij mijn lippen bevrijdt.

      Friederike Nestler
HET WOORD VAN GOD
    Het woord, het goede woord van God,
    dat licht geeft aan de blinden en dove mensen horen doet:
    waar is dat woord te vinden?
    Waar goedheid heerst in ons bestaan
    is God niet ver van ons vandaan.
    Het wordt ons in de mond gelegd,
    weerklinkt in alle talen in woorden
    uit het goede boek die van Gods trouw verhalen.
    Het is een mens van goede wil
    die dienaar is geworden van armen en vernederden:
    het woord is vlees geworden.
    Het woord is midden onder ons in mensen van vergeving,
    vol liefde en barmhartigheid:
    daar kiest het zich een woning.
    Het is een licht op onze weg, muziek voor onze oren:
    het woord, het goede woord van God, is overal te horen.

      Henk Jongerius
GELOVEN; SCHEUTEN VAN PIJN
    Geloven is scheuten van pijn zien gaan
    door het lichaam der schepping
    haar zien hijgen naar bevrijding,
    rijkhalzend naar voltooiing,
    is weten van het lijden der bomen,
    de radeloosheid der dieren de wanhoop van de zee;
    geloven is weten dat de schepping ziek is
    en dat wij mensen haar ziekte zijn,
    haar smaad, haar vruchteloosheid
    is de onvrede der dieren zien,
    weten dat wij de harmonie verbraken;
    geloven is je schamen, je ogen neerslaan voor alles wat leeft
    gebogen gaan onder de aanklacht der vogels,
    de teleurstelling der paarden, de verwijten van de zon
    geloven is de schepping niet onder ogen kunnen zien
    blikken van bloemen vermijden, het licht uit de weg gaan
    is bidden, bidden eindeloos bidden om genezing.
IK HAD HONGER
    Christenen, hoort!

    Ik had honger.
    En je hebt een club opgericht met een humanitair doel
    waar je over mijn honger hebt gediscussieerd.
    Dank je wel.

    Ik was in de gevangenis.
    En je bent de kerk binnengeglipt
    om te bidden voor mijn bevrijding.
    Dank je wel.

    Ik had geen dak meer boven mijn hoofd.
    En je preekte over de bronnen van Gods liefde.
    Dank je wel.

    Ik was ziek.
    En je bent op je knieën de Heer
    gaan bedanken voor je goede gezondheid.
    Dank je wel.

    Je lijkt zo vroom, zo dicht bij God.
    Maar ik, ik heb altijd honger,
    ik ben altijd alleen, naakt en ziek,
    gevangen en zonder dak.
    Ik heb het koud, tot in mijn ziel.
BIDDEN OM TROUW
    Wij bidden om trouw.
    Dat wij ons niet laten scheiden van de liefde Gods
    en dat wij daarom vasthouden aan het recht van de minsten.
    Dat wij niet buigen, niet door de knieën gaan
    voor goden zonder hartzeer, voor machten zonder mededogen,
    maar dat wij ons blijvend hechten aan die Ene,
    die in ons open houdt de pijn om zijn allerliefste mensen
    die altijd weer in doodsnood zijn.
    Wij bidden om trouw.
    Dat wij blijven aan de zijde van hen
    die vechten voor voedsel en vrede.
    Dat wij met hen de duiven voeren en niet de haviken;
    dat wij daarom geen vertrouwen schenken
    aan de machthebbers in hun gang over lijken,
    maar dat wij wedden op de machtelozen in hun hang naar bevrijding.
    Wij bidden om trouw.
    Dat wij de scheiding niet toestaan die ons wordt aangepraat:
    de hongerlijders ver van onze tafels
    en de verdrukten ver van ons bed.
    Wij bidden om trouw.
    Dat wij niet scheiden wat onze God verbonden heeft.
    Dat wij niet wegvallen uit de liefde van de minsten der mensen.

      Jan van Opbergen
De blinde troubadour

    Een oude Chinese keizer hoopte op een troonopvolger en was dan ook heel gelukkig toen zijn zoveelste vrouw een zoon baarde. Na korte tijd echter bleek het jongetje blind te zijn en de keizer was zo teleurgesteld dat hij zijn dienaren het kindje te vondeling liet leggen in het bos. Hij dacht dat de wilde dieren hem wel zouden verslinden. Maar de dieren hadden medelijden met het kind en een tijgermoeder gaf hem haar melk te drinken.
    Het kind groeide op in het bos en de dieren leerden hem de mooiste verhalen vertellen en de mooiste muziek maken. Hij kon prachtig zingen. Toen hij groot geworden was, trok hij de wereld in en overal waar hij komt, luisteren mensen naar zijn verhalen en zijn prachtige liederen. En hij is ook een heel wijs man. Velen komen om zijn goede raad vragen.
    Tijdens zijn omzwervingen komt hij ook in het paleis van zijn vader. Die is zo onder de indruk van zijn wijsheid, dat hij hem benoemd tot zijn troonopvolger. Hij was nog altijd kinderloos, dacht hij. Maar zijn zoon werd de beste koning die het land ooit gehad had.

Morsen

    Er was eens een heel oude man, zijn ogen waren troebel geworden, zijn oren waren doof en zijn knieën trilden. Als hij aan tafel zat, de lepel in zijn bevende hand, dan morste hij soep op het tafelkleed en op zijn broek en de soep druppelde zelfs uit zijn mond.
    Zijn zoon en diens vrouw vonden dit zo walgelijk, dat ze de oude grootvader uiteindelijk een plaatsje in de hoek naast de kachel gaven, waar hij zijn eten in een kleine aarden kom opgediend kreeg.
    Op een dag konden zijn beverige handen de aarden kom niet meer vasthouden. De kom viel op de grond en brak in stukken. De jonge vrouw werd kwaad. De tranen sprongen de oude man in de ogen en hij zuchtte diep. Toen kochten de zoon en zijn vrouw een goedkoop houten schoteltje, waaruit hij voortaan moest eten.
    Op een dag, na het avondeten, kwam het kleinkind van de oude man met een beitel de kamer binnen, pakte een blok hout van de stapel naast de kachel en ging op de grond zitten.
    'Wat ga jij doen?' vroeg zijn vader.
    'Ik ga twee schoteltjes voor jullie maken,' zei het kind. 'Voor later, als ik groot ben, en jullie in de hoek naast de kachel moeten eten.' De man en de vrouw keken elkaar zwijgend aan.
    En vanaf die dag mocht de oude grootvader weer aan tafel eten, en stoorden ze zich er niet meer aan als hij morste.

terug naar de overweging