Viering van de pastorale eenheid

18 oktober 2009

thema: Niet heersen maar dienen

Deze viering is voorbereid door leden van de drie gebedsvieringengroepen.

Openingslied. Hier wordt een huis voor God gebouwd.
    Hier wordt een huis voor God gebouwd
    waar mensen samenkomen
    en waar Hij zelf aanwezig is
    om onder ons te wonen.

    Hier wordt een boek opengelegd
    en klinken nieuwe woorden
    van God die van de mensen houdt
    en die naar ons wil horen.

    Hier wordt een tafel aangericht
    om Jezus te gedenken,
    die voor ons leven en geluk
    zich weg heeft willen schenken.

    Hier delen wij het levensbrood
    en worden nieuwe mensen;
    de aarde wordt een vredeshuis,
    vervuld van oude wensen.
Verwelkoming en inleiding
Openingstekst
    Heersen of dienen
    Ofschoon wij het niet zo bedoelen
    laten we elkaar graag voelen
    dat wij zelf heel belangrijk zijn.

    Dat de ander zich moet voegen
    en desnoods voor ons moet zwoegen,
    dat wij groot zijn en zij klein.

    't Is wellicht niet leuk te horen,
    liever wassen wij elkaar de oren,
    maar elkaar de voeten wassen
    zou ons toch wat beter passen.

    Wie de Heer volgen wil
    ziet naar binnen en wordt stil.
    We kunnen alleen maar leren
    van Maria; de Dienstmaagd des Heren.
    Dienen is samenwerken, geheid,
    de basis van onze eenheid.
Drempelgebed.
    Vg. Laten wij aan het begin van deze viering onze schuld belijden
    en God en elkaar om vergeving vragen.

    Al. Niet altijd slagen we erin een echte vriend te zijn
    voor mensen met wie we het leven delen.
    Nog moeilijker wordt het
    als van ons leiding verwacht wordt zonder eigenbelang.
    Soms lopen we heen over de gevoelens van anderen.
    Soms vergeten we een gulle lach te schenken
    of een liefhebbend woord te spreken.
    Soms zijn we eigenzinnig
    en vinden we onszelf het belangrijkste.
    Dan wordt heersen, beheersen
    en dienen, verdienen aan anderen.
    Soms vergeten we een bloem te zijn voor elkaar
    en doen we juist hen pijn, van wie we het meeste houden.
    Wij bekennen onze onmacht en schuld
    en wij vragen God en elkaar om vergeving.

    Vg. Moge God zich over ons ontfermen, onze zwakheden en tekortkomingen vergeven en ons de kracht geven om door het leven te gaan in de geest van liefde en dienstbaarheid, ons voorgeleefd door Maria en Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen

Kyrie

Gedachte; Niet heersen,, maar dienen
    Niet heersen, maar dienen, dat zegt Jezus tegen mij, tegen ons,
    tegen mensen die Hij geroepen heeft om anderen te leiden.
    De scheidslijn tussen heersen en dienen is dun.
    We dreigen tussen die twee polen heen en weer geslingerd te worden,
    tenzij we vol zijn van de Geest van Christus.
    Hij roept een totaal andere leiderschapsstijl tevoorschijn
    dan we om ons heen zien. Gewoon samenwerken.
    Anderen voorgaan is niet langer heersen, maar dienen.
    Een heerser geeft leiding om zijn doelen te bereiken via de ander.
    Een dienaar geeft leiding om zijn doelen te bereiken met de ander.
    Een heerser zal alle aandacht proberen te vestigen op zichzelf.
    Een dienaar zal alle aandacht richten op zijn medemens.
    Een heerser praat veel.
    Een dienaar luistert veel.
    Een heerser dwingt respect af met zijn positie.
    Een dienaar ontvangt respect vanuit zijn handelen.
    De invloed van een heerser verdwijnt,
    zodra de mensen zijn macht van zich hebben afgeschud.
    De invloed van een dienaar blijft zichtbaar
    in de mensen die hij mocht dienen.
    En jij? En ik?
    Ik weet dat ik soms nog teveel trucjes gebruik van een heerser.
    Daarom wil ik mij dagelijks buigen en bidden:
    Heer God, als ik mijn dagen mag vullen met dienen,
    dan ben ik waar ik zijn wil: dicht aan uw hart.

Gloria

Eerste lezing: Drie bomen

    Er was eens een tijd, dat er drie mooie grote bomen bij elkaar ston-den. Ze deden alle drie hun best om eerste klas hout te kunnen leveren. Zij hadden het regelmatig met elkaar over hun toekomst.
    De eerste droomde, dat hij later een wiegje voor kleine en tere baby's wilde worden, zodat hij die mocht dragen en helpen, en dat de familie vol trots gebruik van hem maakte. Geen kribbe als Jezus had, maar een waardevol meubelstuk.
    De tweede droomde ervan om een oceaanstomer, een groot schip, te worden om de wereldzeeën over te steken en mensen veilig op de plaats van bestemming te brengen, waar geliefden elkaar feestelijk weer treffen.
    De derde boom wilde gewoon blijven staan en machtig groot groeien. Om met zijn takken te wijzen naar de grote God, de schepper van hemel en aarde. Om de wereld er steeds weer opnieuw aan te herinneren, dat er een God is, die van ons houdt. Om een voorbeeld te zijn van Gods wonderen en daardoor dienstbaar te zijn. Dat de mensen daardoor ook overtuigd worden van hun handelen.
    Dat waren hun dromen: de een wilde een waardig meubelstuk worden, de tweede een machtig vervoersmiddel en de derde een machtige grote boom om naar God te wijzen. Op een dag kwamen de houthakkers en maakten een einde aan het dromen van die bomen. Ze werden een voor een omgehakt. Ook de derde boom. Ze wensten elkaar nog veel geluk in hun dienstbaar zijn.
    Alle bomen werden al dromend naar de houtfabriek gebracht, maar hun dromen kwamen niet uit. Er werden dienbladen van gemaakt. Vol teleurstelling ondergingen ze hun lot, tot ze elkaar weer tegenkwamen, temidden van vele mensen die feestelijk bij elkaar waren. Van jong tot oud.
    Ze keken elkaar aan en werden vervuld van voldoening. Aan deze top van dienstbaarheid, daar had geen van de drie ooit bij stilgestaan. In zo'n veelvoud van dienstbaarheid en dat juist hen dit mocht overkomen. Dankbaar aanvaardden ze hun lot. Wij mogen dromen van een toekomst en God vragen wat wij voor Hem en onze naaste kunnen betekenen. Toch zal onze toekomst liggen in de hand van de Heer. In die gezindheid van Christus mogen wij elkander dienen en liefhebben, dragen en verdragen.

Tussenzang: Wij zoeken U als wij samen komen.
    Wij zoeken U als wij samen komen,
    hopen dat Gij aanwezig zijt,
    hopen dat het er eens van zal komen:
    mensen in vrede vandaag en altijd.

    Wij horen U in oude woorden,
    hopen dat wij uw stem verstaan,
    hopen dat zij voor ons gaan verwoorden
    waarheid en leven, de bron van bestaan.

    Wij breken brood en delen het samen,
    hopen dat het wonder geschiedt,
    hopen dat wij op Hem gaan gelijken
    die ons dit teken als spijs achterliet.

    Wij vragen U om behoud en zegen,
    hopen dat Gij ons bidden hoort,
    hopen dat Gij ons adem zult geven:
    geestkracht die mensen tot vrede bekoort.
Evangelie volgens Marcus (10,35-45)

    Toen kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, naar Hem toe en zeiden: 'Meester, wij willen dat U voor ons doet wat wij U vragen.' Hij antwoordde hun: 'Wat wilt ge dan dat Ik voor u doe?' Zij zeiden Hem: 'Geef dat in uw glorie een van ons aan uw rechter- en de ander aan uw linkerhand moge zitten.' Maar Jezus zei hun: 'Ge weet niet wat ge vraagt. Zijt ge in staat de beker te drinken die Ik drink en met het doopsel gedoopt te worden waarmee Ik gedoopt word?' Zij antwoordden Hem: 'ja, dat kunnen wij.' 'Inderdaad, - gaf Jezus toe - de beker die Ik drink zult gij drinken, en met het doopsel waarmee Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden; maar het is niet aan Mij u te doen zitten aan mijn rechter- of linkerhand, omdat al-leen zij dit verkrijgen voor wie dit is bereid.'
    Toen de tien anderen dit hoorden, werden ze kwaad op Jakobus en Johannes. Jezus echter riep hen bij zich en sprak tot hen: 'Gij weet dat zij die als heersers der volkeren gelden, hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn; wie onder u groot wil worden moet dienaar van u zijn, en wie onder u de eerste wil zijn moet aller slaaf wezen, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en om zijn leven te geven als losprijs voor velen.'

Overweging.

    Niet heersen maar dienen is het thema van deze viering. Op het eerste gezicht denk je daarbij aan twee totaal verschillende werelden, de wereld van de heersers en de wereld van de dienaars, de wereld van degenen die het voor het zeggen hebben en de wereld van hen die alles te slikken hebben. Toch liggen die werelden vaak veel dichter bij elkaar dan we denken en zijn ze soms zelfs helemaal met elkaar verstrengeld.
    Kijken we bijvoorbeeld even naar de paus. Hij heeft als titel "servus servorum" dienaar der dienaren. Op zich een mooie titel maar het is wel een titel voor een kerkvorst, zoals hij ook wel eens genoemd wordt. Hij geeft zijn dienstbaarheid aan de kerk gestalte als een heerser en je mag zelfs zeggen als een soort alleenheerser.
    Dat geldt natuurlijk een beetje voor veel leidinggevenden in de kerk. Bisschoppen en priesters zijn allemaal dienaren van de geloofsgemeenschap, en tegelijk zijn het heel vaak kleine en grote baasjes die uitmaken wat de onderdanen moeten geloven en moeten doen. Niet heersen maar dienen is vaak: dienen door te heersen. Op zich hoeft daar niets mis mee te zijn, voor leidinggevenden is dat een manier om te dienen, toch gaat het daar juist heel vaak mis.
    In de gedachte die na de Kyrie werd voorgelezen, werden enkele heel belangrijke verschillen tussen heersers en dienaren genoemd. Een ervan was deze: een heerser praat veel, een dienaar luistert veel. En met name dat laatste is heel fundamenteel.
    Het probleem van onze Kerk en deels ook van onze samenleving is juist dat de onderdanen wel moeten luisteren naar de leiders maar dat leiders vaak heel slecht luisteren naar hun onderdanen. In de Kerk wordt dat in toenemende mate als een probleem ervaren. De gelovigen zijn niet meer onmondig en onkundig over geloofszaken. Er zijn steeds meer ontwikkelde mensen, die nadenken over de zin van het leven, die nadenken over de zin van gelovig zijn en die daar eigen ideeën over hebben. Die mensen slikken niet zomaar alles wat er van bovenal gezegd worden en ze willen dat er ook voor hen ruimte is in de Kerk, dat er ook naar hen geluisterd wordt. En dat heeft de kerkleiding nog steeds niet geleerd.
    In ons land hebben we een democratie, eigenlijk betekent dat: het volk heerst. Zestien miljoen heersers op een klein stukje aarde werkt natuurlijk niet, daar kennen we verkiezingen om volksvertegenwoordigers aan te wijzen die weer leiders aanstellen. Vaak is dat wel een heel moeizaam proces, maar het is een zeer kostbare verworvenheid. De politici moeten wel een beetje luisteren naar de kiezers, anders worden ze een volgende keer niet gekozen.
    In de kerk kennen we geen democratie, en dus geen gekozen leiders. De kerkelijke leiders worden van boven af aangewezen en hebben door hun wijding de H. Geest in hun broekzak. En dus denken zij dat ze niet hoeven luisteren naar al die gelovige mensen. Dat is misschien een beetje oneerbiedig gezegd, een beetje kort door de bocht ook, maar het lijkt wel vaak de werkelijkheid bij sommige bisschoppen en priesters. Hun dienende taak wordt van bovenaf ingevuld, daar wordt bepaald wat de regels zijn, maar het gevolg is wel dat ze steeds meer het contact met de basis verliezen. En dat is een heel verdrietige zaak voor alle trouwe gelovigen. Het is dan ook niet zo vreemd dat steeds meer gelovige mensen zich niet meer thuis voelen in die kerk en hun eigen weg gaan.
    Niet heersen maar dienen blijft een opdracht voor iedereen die zich laat inspireren door de boodschap van Jezus van Nazareth. En daar gaat het vooral om; niet heersen maar dienen, niet de baas willen spelen maar je dienstbaar maken En ons gewone leven kunnen we dienstbaar zijn aan elkaar, door te luisteren, ook naar de leiding maar vooral naar elkaar, door open te staan voor het wel en wee van anderen, door je niet verheven te voelen boven anderen, door niet te vlug toe te geven aan de bekoring anderen te veroordelen. Als we zo omgaan met elkaar, dan komt daarin de boodschap van het evangelie tot leven, dan zijn we zo doende samen de kerk van Jezus.
    Als we het instituut Kerk als krampachtig en verstikkend ervaren, als we dingen horen waar we het helemaal niet mee eens zijn laten we dan steeds weer bedenken: de kerk zijn wij.

Credo

Voorbeden.
    Laat ons bidden voor diegenen
    die, naar ons idee, teveel heersen
    en daardoor zich te weinig dienstbaar opstellen.
    Dat ze inzicht krijgen in de vaak funeste kracht van heersen
    en leren voelen dat "echt" dienen echte kracht geeft.

    Antifoon: Heer, verhoor ons gebed, luister naar ons.

    Laat ons ook bidden voor hen
    die door teveel te dienen
    zichzelf en hun omgeving tekort doen.
    Dat ze deze eigenschap leren beheersen
    en daar meer inzicht in verwerven.
    Leer hen beheerst dienen.

    Antifoon: Heer, verhoor ons gebed, luister naar ons.

    Laat ons bidden dat diegenen
    die als leiders zijn aangesteld
    hun heersen en dienen in balans krijgen.
    Dat wij, die in ons dagelijks leven
    ook te maken hebben met deze krachten,
    eveneens die balans vinden en zonodig hervinden.

    Antifoon: Heer verhoor ons gebed, luister naar ons.

    INTENTIES

    Antifoon: Heer, verhoor ons gebed, luister naar ons.
Offerandelied: : Eet van het brood
    Eet van het brood, voedsel voor velen,
    al wie er breekt, doet mensen goed,
    gaat in Zijn spoor: delen is helen,
    een klein begin van overvloed;
    sterven is leven, dood het begin
    van opstaan, verdergaan,
    nog enkel in Zijn Naam.

    Drink van de wijn, beker tot weten
    waartoe wij hier geroepen zijn:
    zegen en heil! Drinken en eten
    om er te zijn voor groot en klein.
    Sterven is leven, dood het begin
    van opstaan, verdergaan, nog enkel in Zijn Naam.

    Beker en Brood, zijn om te weten:
    Hij wil voor altijd bij ons zijn.
    Telkens wanneer wij het vergeten
    horen wij weer bij Brood en Wijn:
    sterven is leven, dood het begin
    van opstaan, verdergaan,
    nog enkel in Zijn Naam.

DIENST VAN DE TAFEL

Gebed over de Gaven

    Heer, Gij brengt ons hier bijeen rond brood en daagt ons uit tot breken en delen met elkaar Wij bidden U dat dit samenzijn hier ons goed mag doen, ons hart en onze handen opent voor de medemensen, wereldwijd. Laat komen, Heer, uw rijk door Jezus, Uw zoon en onze Heer. Amen

Tafelgebed:
    Pr. De Heer zal bij u zijn.
    Al. De Heer zal u bewaren.
    Pr. Verheft uw hart.
    Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
    Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
    Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.

    Pr. Wij danken U, dat U een God van mensen bent, dat wij U mogen noemen onze God en Vader, dat onze toekomst in uw handen ligt, al dromen we van een eigen toekomst en hebben we de vreemdste verwachtingen. U blijft roepen om onze doofheid te doorbreken. U bent gekomen in onze duisternis, uw licht opent ons de ogen. U keert ons ten goede en wekt ons tot leven. Gezegend bent U, de bron van al wat bestaat, wij dorsten naar U, omdat U zelf ons dorstig hebt gemaakt; onrustig is ons hart tot wij in U geborgen zijn, met Jezus Christus onze Heer. Met allen die ons in geloof zijn voorgegaan, huldigen wij uw naam, Heer, onze God, U, onze hoop, U danken wij vol vreugde en wij zingen U toe met de woorden:

    Sanctus

    Pr. Wij danken U omwille van uw veelgeliefde Zoon, die U geroepen en gezonden hebt, om ons te dienen en te verlichten, om aan armen uw koninkrijk te brengen, om aan gevangenen verlossing te melden, om voor ons allen en voorgoed het evenbeeld te zijn en de gestalte van uw mildheid en uw trouw. Door niet te heersen maar de leer van dienstbaarheid voor te leven.

    Al. Wij danken U voor deze onvergetelijke mens,
    die alles heeft volbracht wat menselijk is,
    ons leven, onze dood.
    Wij danken U dat Hij zich met hart en ziel gegeven heeft
    aan deze wereld.

    Pr. Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, heeft Hij het brood in zijn handen genomen. Hij heeft zijn ogen opgeslagen naar U, God, zijn almachtige Vader. Hij heeft U dankgezegd, het brood gebroken en het aan zijn vrienden uitgedeeld met de woorden: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, want dit is mijn lichaam, dat voor jullie gegeven wordt.
    Zo nam Hij ook de beker, sprak een dankgebed uit en zei: Neemt deze beker en drinkt hier allemaal uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond; dit is mijn bloed dat voor jullie en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken.
    Zo vieren wij het verbond van God met de mensen.

    Antifoon: Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker
    verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

    Pr. Daarom, Heer onze God, stellen wij hier dit teken van ons geloof, en daarom gedenken wij nu het lijden en sterven van uw Zoon, zijn opstanding uit de dood, zijn intocht in uw heer-lijkheid; dat Hij, verheven aan uw rechterhand, voor ons ten beste spreekt, en dat Hij komen zal om recht te doen aan le-venden en doden op de dag die U hebt vastgesteld.

    Al. Zend ons uw Geest die leven is, gerechtigheid en licht.
    O God die wilt het welzijn van de mensen
    en niet hun ongeluk en niet de dood,
    neem weg uit ons midden alle geweld,
    beteugel de drift waarmee wij elkaar naar het leven staan.

    Pr. Geef vrede op aarde uit kracht van Jezus, uw Zoon in ons midden, dat bidden en smeken wij U.

    Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu, en tot in eeuwigheid. Amen

    Pr. Laten wij zingend bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft.

    Al. Onze Vader in de hemel, ....

    Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon.

    Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

    Pr. Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: 'Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u'. Let niet op onze zonden, maar op het geloof van uw kerk. Vervul uw belofte: geef vrede in uw naam en maak ons één, Gij die leeft in eeuwigheid.

    Al. Amen

Vredewens


Agnus Dei

Uitnodiging tot de communie

Na de communie: Wij groeten U, o koningin.
    Wij groeten U, o Koningin, o Maria,
    U, Moeder vol van teed're min, o Maria.

    Refrein :
      Groet, haar o Cherubijn;
      prijst haar, o Serafijn,
      prijst met ons uw Koningin,
      salve, salve salve. Regina.

    O Moeder van barmhartigheid, o Maria,
    en troost in alle bitterheid, o Maria. Refrein

    Ons leven, zoetheid, hoop en vreugd, o Maria,
    leid gij ons op de weg der deugd, o Maria. Refrein

    Toon ons in 't uur van onze dood, o Maria,
    de zoete vrucht van uwe schoot, o Maria. Refrein
Slotgedachte:

    Toen wij met een aantal mensen uit Stevensbeek, Westerbeek en Overloon bij elkaar kwamen om deze viering samen te stellen merkten we dat dienstbaar zijn, je ondergeschikt maken, de leiding nemen en organiseren, kwaliteiten zijn die kunnen leiden tot "iets" moois, mits je ze samenvoegt.
    In deze viering zijn symbolen aangedragen die met dienen te maken hebben, ten dienste staan of ergens voor dienen. Alles ten behoeve om samen te vieren: te vieren al was het maar dat we SAMEN zijn. In de afgelopen jaren is dit SAMEN vruchtbaar gebleken, het is goed gegaan. We hebben er op vertrouwd en dat is goed gebleken. Alle reden om ook vanuit dit vertrouwen de toekomst van ons kerk zijn in nog groter verband positief te bezien. Laten we ervan uit gaan dat zij die gaan heersen, dienstbaar willen zijn aan het grotere geheel.

Zegen en afsluiting.

Slotlied: Alle mensen worden broeders
    Alle mensen worden broeders
    als zij naast elkaar gaan staan,
    broeders, zusters, mensenhoeders,
    vrij van elke eigenwaan,
    samen met elkaar verbonden,
    één van hart en één van geest,
    helend naar elkaar gezonden,
    naar de zwakken wel het meest.

    Samen leven, samen werken,
    samen bouwen, dag en nacht,
    met de zwakken, met de sterken,
    in de eenheid zit de kracht.
    Allen zoekend naar de wegen
    die zij samen kunnen gaan,
    om de wereld hoop te geven,
    op een goed en warm bestaan.

    Alle mensen worden broeders,
    als zij trouw zijn aan elkaar,
    broeders, zusters, mensenhoeders,
    samen maken zij het waar.
    Hiervan blijven allen dromen,
    't is de wens van alleman,
    zal het daar wel ooit van komen,
    blijf geloven dat het kan.