Nationale Ziekendag 9 september 2007

Thema: ontmoeting met hart en ziel

Openingslied, Oh het is machtig mens te zijn
    Refrein:
      De zon God, een lach God, een woord God voor mij
      Een kus God, een hand God het maakt me zo blij
      Een vriend God, een spel God, een leid een refrein,
      Oh het is machtig mens te zijn.

    God er zijn geen woorden voor, je weet wat ik bedoel
    je weet dat ik je dankbaar ben voor ieder blij gevoel.
    Te weten dat je leeft, als voel je je soms klein.
    Oh het is machtig mens te zijn. Refrein.

    Niet dat ik de zon niet zie, of nooit eens treurig ben
    je weet dat ik als ieder mens ook die momenten ken.
    Soms wil ik niet erkennen, het kan soms moeilijk zijn.
    Ja, het is machtig mens te zijn. Refrein.

    Niet dat ik vaak spreek met jou, al heb je dat verdiend
    maar een gesprek, een man een vrouw, de handdruk van een vriend.
    Ze geven toch een antwoord, een blijk van dank, 't is fijn.
    Ja, het is machtig mens te zijn. Refrein.

Begroeting door pastoor

Woord van welkom en aansteken Zonnebloemkaars, voorzitter Zonnebloem Joke van Erck.

Uitnodigen voor brengen van de zonnebloemen.

Waar zijn de bloemen gebleven
    Zoals een bloem ontluikt in de warme stralen van de zomerzon, zo gaat een mens open in de warme stralen van de liefde. Voorzichtig doet hij de luiken open met het hoopvolle gevoel, dat het hier gebeuren kan, dat hier een ander is, die zegt: ik zal er zijn voor jou. Dat er een ander is, die hij binnen kan laten; voor wie hij verschijnen mag zoals hij is, zonder make-up en zonder masker, omdat die ander echt van hem houdt en daarom een en al oor is voor zijn wederwaardigheden, zelfs voor zijn onnozelste zorgen - daarom geeft hij zichzelf prijs, zijn diepste ik, zijn intiemste gevoelens. En toch weet hij zeker dat hij zichzelf niet kwijt is, want die ander is betrouwbaar, bij hem is hij geborgen. In de warme stralen van de liefde gebeurt de zelf openbaring van de mens.
Drempelgebed,
    Heer onze God, wij zijn hier bij elkaar als zoekende mensen, oud en jong. Wij weten dat niet alles even goed gaat in onze wereld, we weten dat wij daar vaak ook zelf schuld aan hebben. Soms verstaan we elkaar niet, soms begrijpen we elkaar niet. En dan kan het uit de hand lopen. Leer ons naar elkaar te luisteren met nieuwe oren en naar elkaar te zien met nieuwe ogen. Vergeef ons als we iets fout deden. Wij willen ook anderen vergeven en hopen dat anderen ons vergeven.

    Pr. Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven. Amen.

Kyrie, koor

Gebed:
    God, Vader van alle mensen.
    Dank U dat wij U mogen ontmoeten in dit samenzijn,
    in deze ontmoeting met elkaar.
    Waar twee of drie in uw naam samen zijn, bent U in hun midden,
    heeft Jezus ons geleerd.
    Help ons in deze ontmoeting eerlijk open te staan
    voor wat U ons te zeggen hebt,
    voor wat medemensen ons te zeggen hebben.
    Leer ons steeds weer de kunst van het luisteren.
    Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Glorialied, Aanbidt en dankt uw vader
    Aanbidt en dankt uw Vader God, die leeft in eeuwigheid.
    Aan Hem behoort het koningschap en alle heerlijkheid.
    Verkondigt Hem en looft zijn naam, bezingt zijn wondermacht;
    dan zal op aarde vrede zijn voor wie zijn hulp verwacht.

    Aanbidt en dankt de Koningszoon, die in de wereld kwam,
    en al de zonden van zijn volk gehoorzaam op zich nam.
    Nu nodigt Hij zijn broeders uit op 't grote koningsfeest.
    En waar Hij leeft aan Vaders hand, daar heerst een goede Geest.
Eerste Lezing
    - Waar ga je heen?
    - Ik ga mijn eigen weg.
    - Waar leidt die heen?
    - Naar mijn eigen geluk. - Vind je het erg als ik mee ga?
    - Waarom wil je dan mee?
    - Ik denk dat je er alleen nooit zult komen.
    - Hoe kom je daarbij? Het lukt mij tot nu toe aardig.
    - Hoe denk je alleen gelukkig te worden?
    - Komt je weg tenslotte toch niet uit bij een ander?
    - Wat bedoel je?
    - Ik bedoel. .. een mens alleen is niks.
    - Nou, ik ben toch wel wat!
    - Wat bén je dan?
    - Ik ben iemand die zijn lesje geleerd heeft in het leven.
    Ik heb te vaak mijn neus gestoten.
    Ik reken niet meer zo op anderen.
    - Kunnen anderen op jou rekenen?
    - ... dat zou je eigenlijk aan die anderen moeten vragen.
    - En andersom? Denk je dat die mensen het niet
    interesseert wat jij over hen denkt?
    - Ja, dat is mogelijk, maar wat hébben we daar aan?
    Wat heb ik ze te bieden?
    Ik heb al moeite genoeg om mijn eigen weg te vinden.
    Ik weet niet eens hoe jouw weg er uitziet.
    - Dat weet ik zelf ook niet precies, maar misschien is dat op dit ogenblik ook niet zo belangrijk. Misschien is het belangrijker nu te bepalen hoe we samen verder moeten gaan, hoe we iets voor een ander willen zijn.
    - Is dat geen onbegonnen werk? Er zijn nog zoveel problemen: eenzaamheid, onbegrip en verder weg, honger en armoede. Daar sta je machteloos tegenover.
    - Het is niet gemakkelijk, maar toch. .. dank zij die ander weet je wel dat je niet machteloos bent, als je hem of haar maar tot je door laat dringen, als hij of zij een beroep op je doet!
Lied: Handen heb je
    Handen heb je om te geven van je eigen overvloed
    en 'n hart om te vergeven wat een ander jou misdoet.

    Refrein:
      Open uw oren om te horen open uw hart voor alleman.

    Ogen heb je om te zoeken naar wat mensen nog ontbreekt
    en In hart om uit te zeggen wat In ander moed inspreekt. Refrein

    Schouders heb je om te dragen zorg en pijn van alleman
    en 'n hart om te aanvaarden wat In ander beter kan. Refrein

    Voeten heb je om te lopen naar de mens die eenzaam is
    en 'n hart om waar te maken dat een mens geen eiland is. Refrein

    Oren heb je om te horen naar de mens die vrede is
    en 'n hart om te geloven in een God die liefde is. Refrein
Uit het heilig evangelie volgens Lucas. (19, 1-10).
    In die tijd ging Jezus Jericho binnen. Terwijl Hij er doorheen trok poogde een zekere Zacheüs, hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man, te zien wie Jezus was. Maar hij slaagde daarin niet vanwege de menigte, want hij was klein van gestalte. Om hem toch te zien liep hij hard vooruit en hij klom in een wilde vijgeboom omdat Jezus daar langs zou komen. Toen Jezus bij die plaats kwam keek Hij omhoog en zei tot hem: "Zacheüs, kom vlug naar benden, want vandaag moet ik in uw huis te gast zijn." Zacheüs kwam snel naar beneden en ontving Hem vol blijdschap. Allen zagen dat en merkten morrend op: "Hij is bij een zondaar zijn intrek gaan nemen! Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak: "Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen; en als ik iemand iets afgeperst heb geef ik het hem vierdubbel terug." Jezus sprak tot hem: "Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. "De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken, en om te redden wat verloren was."

    Wij zingen Gods lof:
      Daar waar vriendschap is en vrede,
      daar waar liefde is daar woont God.

Dialoog als overweging

Geloofsbelijdenis: allen
    Ik geloof in God die hemel en aarde, ruimte en vrijheid heeft geschapen. Ik geloof in zijn Zoon Jezus die mens is geworden zoals wij. Ik geloof in de Geest die ons bezielt, heelt en beschermt.

    Ik geloof in God die ons heeft geschapen als mensen om van te houden. Ik geloof in zijn Zoon die hart heeft voor elke mens en die niemand verloren laat lopen. Ik geloof in de Geest die ons bevrijdt en bemoedigt.

    Ik geloof in elke mens, dat hij een mens van God is, altijd de moeite waard. Ik geloof in mensen, die elkaar beschermen, die in staat zijn om gemeenschap te zijn.

    Ik geloof dat ons leven zo sterk is en zo kostbaar, dat het nooit zal vergaan, dat het - gekend en bemind - bewaard zal blijven in de handen van God, Schepper van alles wat leeft.

    Dat geloof ik omwille van zijn Zoon die voor ons de laatste dood heeft verdreven.

Voorbede

Misintenties

Offerandelied:
    Refrein:
      Heer, Heer neem het aan neem mijzelf,
      neem mijn hart mijn verstand.
      Want in wijn en in brood kom ik los van de dood
      reikt de hemel de aarde de hand.

    Ik bied U dit brood, 't is als gave niet groot,
    Neem mijzelf, neem mijn hart mijn verstand,
    want in wijn en in brood, kom ik los van de dood
    reikt de hemel de aarde de hand.

    Ik bied U de wijn, die een teken moet zijn
    van een nieuw en een eeuwig verbond,
    waarin U herstelt wat door zondig geweld
    ook in mij door het kwaad wordt gewond.
Gebed over de gaven
    God van alle mensen,
    onze namen staan geschreven in de palm van uw hand,
    Uw zorg gaat uit naar iedereen, niemand uitgezonderd,
    maar U hebt wel ons nodig om die zorg handen en voeten te geven
    Behoed ons ervoor dat we mensen achteloos voorbij lopen
    en ons niet de rust gunnen naar hen te luisteren
    en stil te staan bij hun vreugde en verdriet.
    Moge deze ontmoeting aan de tafel van uw Zoon
    ons de kracht schenken om te breken en te delen met hart en ziel,
    naar het voorbeeld van Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Tafelgebed:
    Pr. De Heer zal bij u zijn.
    Al. De Heer zal u bewaren.
    Pr. Verheft uw hart.
    Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
    Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
    Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
    Pr. God, U die ongezien wilt blijven maar niet onbekend,
    wel uit het oog maar niet uit het hart. U, verborgen medespeler in ons mensenverhaal, wij danken U, dat U uw aanwezigheid overal doet vermoeden, waar licht schijnt in duisternis, waar hoop blijft gloren, waar mensen de handen ineen slaan om vrede en liefde te brengen in de gemeenschap.
    Wij danken U, dat U uw scheppingskracht laat ervaren overal waar lijden niet ontvlucht wordt en menselijke onmacht verkeert in liefdevolle solidariteit. Wij danken U, dat wij uw stem mogen horen in Jezus Christus, die ons uw naam heeft genoemd, die zich prijs heeft gegeven voor ons tot de dood toe, die de wereld toekomst geeft en óns samenzijn maakt tot een vreugdefeest door de kracht van zijn liefde, die zijn woorden en daden bezielt.

    Sanctus

    Pr. God, uw naam leeft nog steeds onder ons. Wij hebben U nooit gezien, maar wij vermoeden uw aanwezigheid waar mensen elkaar ontmoeten. Want mensen komen elkaar steeds weer tegen, en trekken samen verder op, twee aan twee, spreken woorden van trouwen liefde. Mensen omhelzen elkaar, worden reisgenoot, voeten op dezelfde weg, handen naar elkaar toe, vol eerbied voor wie de ander is. Op het kruis- punt van wegen, daar waar mensen elkaar ontmoeten, komen afspraken tot leven, wordt een gebaar tot woord van trouw, groeit het vermoeden dat er geen heil is in mens- alleen, in eenzaam bezit, in macht zonder dienstbaarheid. Wij hebben U nooit gezien, God, maar goedheid en liefde doen denken aan U, aan een reisgezel, zo goed als U, aan Jezus, mens onder de mensen. Hij is medemens geworden, helemaal, en is ons voorgegaan in leven en sterven.
    Op de avond voor zijn lijden en dood, heeft Hij, ten teken van de geest die Hem bezielde, het brood gebroken en het aan zijn leerlingen uitgedeeld, met de woorden: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, want dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt.
    Zo heeft Hij ook de beker met wijn genomen en die rondgedeeld met de woorden: Neemt deze beker en drinkt hier allemaal uit, want dit is de beker van het nieuwe altijd -durende verbond, dit is mijn bloed dat voor jullie en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken.
    Zo vieren wij het verbond van God met de mensen.

    Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
    Pr. Wij bidden U, God, dat wij ons steeds blijven spiegelen aan zijn voorbeeld en elkander leven blijven geven, ook al kost het ons trouwen overgave. Zo zal door Jezus en met Hem en in Hem uw naam geprezen zijn, God onze Vader, in de eenheid met de heilige Geest, dit uur en altijd tot in eeuwigheid. Amen

    Laten wij zingen tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:

    Onze Vader: koor

    Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, van alle duisternis in ons hart, in ons geweten, van mens tot mens, van volk tot volk. Dat wij, gedragen door uw Geest vrij mogen zijn van angst en moedeloosheid, omwille van Jezus, Messias, uw Zoon.

    Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen

Vredewens

Agnus Dei

Communie: Maria lied

Slottekst,
    Ontmoetingen met hart en ziel
    Ik wil je ontmoeten,
    zonder jou te betuttelen.
    Ik wil je waarderen, zonder te oordelen.
    Ik zal met je meegaan,
    maar geen beslag op je leggen.
    Ik wil je bezoeken,
    zonder mij verplicht te voelen.
    Ik wil je uitnodigen zonder te eisen.
    Als ik jou alleen moet laten,
    wil ik me niet schuldig voelen.
    Kritiek mag je geven,
    zonder dat ik jou iets kwalijk neem.
    Ik wil jou helpen,
    zonder mij op te dringen.
    Ik wil naar je luisteren,
    zonder jou in de rede te vallen.
    Als ik van jou ditzelfde mag ontvangen,
    dan ontmoeten wij elkaar wekelijks met hart en ziel.

Zegen en wegzending

Slotlied: Laat de zonnebloem maar bloeien
    Laat de zonnebloem maar bloeien.
    Zaai haar uit al waar je gaat.
    Laat haar overal maar groeien.
    Zij is het waard dat zij bestaat.

    Refrein:
      Laat schijnen de zon over het land,
      ziek en gezond bijeen.
      Bewaar steeds de pit die erin zit
      mooier is er geen een geen een.

    Wil je zonnebloemen kweken,
    kies de allerbeste grond.
    En die is in onze streken
    wel gebleken, zeer gezond. Refrein.

    Is voor mensen meer te wensen
    dan een hechte vriendenschaar.
    Of je ziek, dan wel gezond bent,
    allen horen bij elkaar. Refrein.

    Zonnebloem vakantieweken.
    Soms per schip of op het land,
    doen je zorgen vaak vergeten.
    Samen zijn we nauw verwant. Refrein.