Tweede Paasdag 2010
Openingslied :
Gedenken wij dankbaar de daden des Heren,
zijn leven, zijn dood en verrijzenis,
en dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren
die onze God en leidsman ten leven is.
Hoe hadden wij onze bestemming vernomen
was Jezus de weg niet ten einde gegaan.
Wie zouden wij zijn, als hij niet was gekomen
om in zijn lichaam onze dood te doorstaan.
Hoe hadden wij ooit voor elkaar kunnen leven,
had Hij ons de liefde niet voorgeleefd,
die tot de dood zich prijs heeft willen geven,
die zoon van God, ons aller slaaf is geweest.
Verwelkoming en inleiding: PASEN - NIEUW LEVEN
Wanneer de natuur ontwaakt uit haar winterslaap,
als de kale takken weer groen worden,
wanneer de dagen lichter worden
en de lucht vol is van vogels,
dan is het tijd om Pasen te vieren.
Schijnbaar was alles dood.
Maar diep onder de grond
en in het verborgene bloeit nieuw leven op:
overwinning op de dood, nieuwe schepping.
Zo was het ook met Jezus van Nazareth:
schijnbaar was het met Hem afgelopen
en was alles grondig mislukt;
maar toch: tot op vandaag leeft Hij opnieuw
bij God en te midden van ons,
en Hij leidt alles naar zijn vervulling.
En zo is het uiteindelijk met alles en allen:
wat echt is en goed, overleeft,
ondanks de schijn van het tegendeel.
Pasen: feest van het nieuwe leven.
Schuldbelijdenis:
Heer God, wij zijn geboren om te leven
en toch maken we elkaar het leven zo dikwijls onmogelijk.
We hebben ogen gekregen om te zien
en toch kijken we elkaar veel te weinig aan.
We hebben oren gekregen om te luisteren
en toch zijn we dikwijls doof voor elkaar.
Een mond hebben we om mét elkaar te praten,
en toch kletsen we te vaak óver elkaar,
een hart hebben we om lief te hebben,
en toch is het soms van steen.
Heer God, zo vaak zijn we ziende blind en horende doof,
sprekend hebben we elkaar weinig of niets te zeggen.
We leven en we weten niet wie we zijn.
Heer, wij vergeven aan elkaar,
wil ook onze schuld vergeven.
Kyrië
Eerste lezing: Een stroom vol leven
Kijk naar de stroom die zich een weg baant
door het land, door akkers en dorpen heen.
Zijn bron is ergens ver ontsprongen.
Het gaat zijn weg en niemand weet waarheen.
Zo vloeit er ook een stroom vol leven,
in elke mens in jou en mij.
Een droom die speelt, je doet bewegen,
je weerbaar maakt oneindig echt en vrij.
't Is een kracht die je doet leven,
't is de kracht die je diep voelt
't Is de wil, die je doet groeien,
zodat je sterk staat en nooit ondergaat
ook in jou leeft zo'n kracht.
Zoals de stroom steeds weer zijn weg herneemt,
voel je elke dag een beetje meer,
wie je wel bent, wat 't leven met je voorheeft.
Je leert vertrouwen, hopend altijd weer.
Zo deinen wij, zacht ingenomen in de kring
van iemands adem mee.
Je deelt zo stil elkanders pijn
en dromen met zo een liefde eind'loos als de zee.
't Is de kracht die je zo lief maakt.
Heel teder, broos en echt.
't Is de kracht om van iemand houden
zodat je sterk staat en niet ondergaat.
Ook in jou leeft zo een kracht.
't Is de kracht die je echt mens maakt
zoals God het heeft bedoeld.
Als je leeft zoals Hij voordeed,
weet dat je sterk staat,
dat je zon nooit ondergaat,
Ook in jou herleeft Zijn kracht,
Koor: OVER DE HORIZON.
Mensen wachten vol hoop, ergens over de horizon.
Mensen vragen waarom? Ergens over de horizon.
Overal om ons heen, heel de wereld rond.
Voor alle rassen en kleuren kan het wonder gebeuren als de boodschap
komt.
Mensen willen verstaan, ergens over de horizon.
Mensen wachten op vuur, ergens over de horizon.
Mensen zoeken geluk, ergens over de horizon.
Overal klinkt een stem, uit het verre land.
Er worden mensen gezonden naar de zieken, gewonden, met een helpend'
hand.
Mensen arm en alleen, ergens over de horizon.
Mensen gaan hier vandaan, ergens over de horizon.
Om andere wegen te gaan, ergens over de horizon.
Mensen gaan naar elkaar, om een licht te zijn.
Om met hun woorden van troost, om met hun handen vol brood, zo goed als
God te zijn.
Mensen gaan weer op reis, ergens over de horizon.
Uit het heilig evangelie volgens Johannes. (4,5-15)
In die tijd kwam Jezus in een stad van Samaria, Sichar genaamd,
dichtbij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef had gegeven. Daar
bevond zich de bron van Jakob en vermoeid van de tocht ging Jezus
zomaar bij deze bron zitten. Het was rond het middaguur. Toen een vrouw
uit Samaria water kwam putten, zei Jezus tot haar: "Geef Mij te
drinken." De leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om
levensmiddelen te kopen. De Samaritaanse zei tot Hem: "Hoe kunt Gij als
Jood nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?" -Joden namelijk
onderhouden geen betrekkingen met de Samaritanen. - Jezus gaf ten
antwoord: "Als ge enig begrip had van de gave Gods en als ge wist wie
het is, die u zegt: geef Mij te drinken, zoudt ge het aan Hem hebben
gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven." Daarop zei de vrouw
tot Hem: "Heer, Ge hebt niet eens een emmer en de put is diep: waar
haalt Ge dan dat levende water vandaan? Zijt Ge soms groter dan onze
vader Jakob die ons de put gaf en er met zijn zonen en zijn vee uit
dronk?" Jezus antwoordde haar: "Iedereen die van dit water drinkt,
krijgt weer dorst, maar wie van het water drinkt dat Ik hem zal geven,
krijgt in eeuwigheid geen dorst meer; integendeel, het water dat Ik hem
zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeuwig
leven." Hierop zei de vrouw tot Hem: "Heer, geef mij van dat water,
zodat ik geen dorst meer krijg en hier niet meer moet komen om te
putten."
Overweging
Ik wil eerst een verhaaltje vertellen.
Eens waarschuwde God de mensen dat er een aardbeving zou komen die al
het water van het land zou doen verdwijnen. Het water dat er voor in de
plaats zou komen, zou iedereen gek maken.
Slechts één profeet nam Gods waarschuwing ernstig. Hij droeg kolossale
kruiken vol water naar zijn woonplaats in de bergen zodat hij zijn hele
leven genoeg water zou hebben.
Toen beefde de aarde, al het water verdween en het nieuwe water vulde
de rivieren, meren en vijvers.
Een paar maanden later kwam de profeet van zijn berg af om te kijken
wat er precies gebeurd was. Iedereen was inderdaad gek geworden. Men
viel hem aan, wilde niets met hem te maken hebben en de meesten dachten
dat HIJ gek geworden was.
De profeet ging dus maar weer terug naar zijn woonplaats
in de bergen, blij met het water dat hij opgeslagen had.
Maar naarmate de tijd verstreek ging hij merken dat zijn eenzaamheid
niet te dragen was. Hij verlangde hartstochtelijk naar menselijk
gezelschap, dus ging hij weer terug naar het dal. Weer werd hij door de
mensen daar uitgestoten want hij was zo helemaal anders dan zij.
Toen nam de profeet een besluit. Hij gooide het water dat hij
opgeslagen had, weg, dronk van het nieuwe water en werd net zo gek als
zijn medemensen.
Tot zover dit verhaaltje.
Wil je erbij horen, dan moet je meedoen met je omgeving, de dingen doen
die iedereen gewoon vindt,
want anders ben je een buitenbeentje, of erger nog een halve gek.
En toch is het soms nodig dat je keuzes maakt,
ook als mensen om je heen andere ideeën hebben.
Kiezen voor de weg van de minste weerstand, lijkt het gemakkelijkst
maar blijkt heel vaak uiteindelijk toch een doodlopende weg te zijn.
Jezus koos niet de weg van de minste weerstand. Hij had kunnen
vluchten, maar hij was trouw aan zichzelf
en daarom trok hij ondanks alle dreiging toch naar Jeruzalem.
Gekkenwerk zou je kunnen zeggen,
waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan.
Ze leken gelijk te krijgen op Goede Vrijdag.
Maar uiteindelijk was zijn moeilijke weg toch de weg naar echt leven.
Alle tijden door hebben mensen zich door hem laten inspireren
om als levend water te zijn voor elkaar, licht en warmte.
Soms kan het best eens moeilijk zijn om echt voor hem te kiezen,
soms zijn we wellicht geneigd om een gemakkelijke weg te gaan.
Maar Pasen wil ons duidelijk maken dat leven in Jezus' geest
iets onverwoestbaars heeft, een bron van innerlijke kracht is,
een waterbron die zinvol leven en samenleven mogelijk maakt.
Zo wil Jezus voortleven, hopelijk ook in ieder van ons.
Geloofsbelijdenis:
Vg. Ik geloof in God, die het licht heeft geschapen
om de aarde bewoonbaar te maken
en mensen tot leven te brengen.
Al. Ik geloof in aarde en water,
in alles wat er groeit en leeft,
niet om te vervuilen en te sterven
maar om te blinken in het licht
zoals het was in den beginne.
Vg. Ik geloof in de mensen geschapen naar Gods beeld,
niet voor onrecht en dood, - niet voor angst en geweld
maar voor het geluk geboren en om lief te hebben.
Al. Ik geloof in die ene mens Jezus van Nazaret,
die in opstand is gekomen tegen onrecht en verdrukking,
tegen macht die mensen klein houdt en hun het licht ontneemt.
Vg. Ik geloof in zijn opstand tegen de dood,
die hem in leven hield tot vandaag.
Daarom wil ik opstaan uit mijn eigen duisternis
en weten dat de dood het laatste woord niet is.
Al. Daarom wil ik geloven in de beweging van Jezus,
wil ik hem volgen in het zoeken naar licht,
in het dienen van mensen,
tot alles is voltooid en wij leven in vrede.
Voorbede:
Heer, geef dat wij als levend water zijn,
ieder van ons in zijn eigen levenssituatie.
Moge Jezus, de levende, zichtbaar worden in ieder van ons.
dat wij licht zijn voor hen die alles donker inzien,
warmte voor hen die in de kou blijven staan,
leven voor hen die geen leven meer hebben.
Laat ons zingend bidden.
antifoon:
Jezus, U bent het licht in ons leven,
laat nimmer toe dat het duister tot mij spreekt.
Jezus, U bent het licht van ons leven,
open ons voor uw liefde, o Heer.
Heer, geef dat wij als levend water zijn,
in een wereld waarin zoveel mensen dorsten
naar wat aandacht en zorg;
Moge Jezus, de levende, licht zijn voor ons en door ons
opdat wij verfrissing bieden aan allen die vermoeid zijn
door verdriet en tegenslagen in hun leven.
Laat ons zingend bidden.
Heer, geef dat wij als levend water zijn
in een Kerk waar velen geen boodschap meer aan hebben,
die een bron van leven moet zijn maar dreigt te verdrogen
door haar verkrampte regeltjesgeest.
Moge Jezus, de levende, licht zijn voor ons en door ons
opdat wij medemensen kunnen inspireren om samen de weg te gaan,
ons gewezen door Jezus, de levende.
Laat ons zingend bidden.
Heer, geef dat wij als levend water zijn,
dat ons geloof in Jezus' boodschap niet zal verdorren
door vergaande oppervlakkigheid in ons leven,
dat Jezus' idealen ons blijven prikkelen
om in zijn geest in beweging te blijven.
Moge hij zo zichtbaar worden in ons leven van alledag.
Laat ons zingend bidden.
Heer, geef dat wij als levend water zijn,
dat we leven geven, licht en warmte uitstralen naar elkaar.
Moge Jezus, de levende, ons daartoe blijven sterken,
vandaag en alle dagen. Amen
Offerande:
Tafelgebed:
Pr. De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. U die geroepen hebt: "Licht"en het licht was geboren.
En het was goed, het werd avond en morgen, tot op vandaag.
U, die geroepen hebt: "o mens" en wij werden geboren,
heel uw schepping hebt U ons toevertrouwd.
U, die liefde bent, diep als de zee,
flitsend als weerlicht, sterker dan de dood,
U, die geen naam vergeet, geen mens veracht,
die voor ieder geluk wil en vrede voor alle tijden.
Wij loven en danken U voor het mysterie van Pasen,
van licht en leven ondanks duisternis en dood.
Sanctus
Uw licht voor de wereld, uw weg naar de hemel op aarde,
is ons verschenen in Jezus, de profeet van Nazaret.
Van U gekomen en van uw Geest vervuld,
is Hij naar de minsten der mensen gegaan,
naar hen die kwetsbaar zijn en uitgestoten,
verlamd of blind, verstomd of overschreeuwd.
Toen de wereld zijn licht niet meer kon verdragen,
toen zijn stem moest verstommen en zijn leven worden vergeten,
heeft Hij ten afscheid brood genomen, het gebroken en gezegd:
Neemt en eet, dit ben Ik, dit is mijn lichaam, mijn leven voor jullie
gegeven.
Hij heeft toen ook de beker met wijn genomen met de woorden:
Neemt en drinkt, dit ben Ik, dit is mijn bloed voor jullie vergoten
als teken van een nieuw en eeuwig verbond.
Blijft dit doen om Mij nooit te vergeten.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. In het brood, samen gebroken en gedeeld,
in de beker, doorgegeven en gedronken
komt Hij telkens weer opnieuw tot leven
overal waar mensen in zijn naam samenzijn.
Al. Wij blijven het doen om Hem nooit te vergeten,
Hij is een licht in de nacht, een vuur in de kou,
voor vandaag en alle tijden.
Pr. Daar komt Gods rijk op aarde
waar mensen elkaar verlichten en verwarmen,
waar zij breken en delen in zijn naam, in zijn geest,
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige vader, in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft.
Al. Onze Vader . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, van alle duisternis,
die deze wereld kent, van alle kou waar mensen onder te lijden hebben.
Geef ons uw vrede, omwille van Jezus, de verrezen Heer.
Al. Want van U is het koninkrijk en de macht
en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.
Vrede wens
Agnus Dei
Communielied: OM HET GEHEIM
Tastend naar licht en hopend op de morgen
Vragen wij Jou die onze namen riep
Naar het geheim, naar wat ons is verborgen,
Zoeken wij Jou die licht in 't duister schiep.
Ben jij de onrust die ons wakker maakte,
Ben Jij de hartstocht die ons leven doet?
Ben Jij de stilte die ons hart zo raakte,
Ben Jij de bron van liefdes eb en vloed?
Jij die ons kent tot in ons diepste wezen,
Die ons al kende voor het eerste licht,
In Jouw hand kunnen we de toekomst lezen
En in Jouw oog weerspiegelt ons gezicht.
Tegen de angst en tegen het vergeten
Tegen de nacht en tegen het gemis
Is er het vreemd maar onvervreemdbaar weten:
Jij zult er zijn, die licht in duister is.
Slottekst: HIJ WIL LEVEN IN ONS
Ik geef je Mijn vrede. Ik reik jou de hand.
Ik geef je Mijn sterkte. Door mij houdt je stand.
Ik geef je genade, een teken van trouw.
Ik ben als een Vader. Ik ben er voor jou.
Ik geef je Mijn blijdschap. Ik geef je Mijn kracht.
Ik geef je Mijn uitzicht, het licht in de nacht.
Ik geef je Mijn warmte, een vuur in de kou.
Ik geef je Mijn liefde. Ik ben er voor jou.
Ik geef je Mijn toekomst. Ik geef je Mijn troost.
En Ik zal beschermen wat zwak is en broos.
Ik geef je Mijn stilte die nimmer benauwt.
In Mij mag je rusten. Ik ben er voor jou.
Ik geef je Mijn vriendschap. Een arm om je heen.
Ik geef je Mijn woord. Je bent nooit meer alleen.
Ik geef je Mijn leven, omdat Ik van je hou.
Ik geef je Mijn hart, want Ik ben er voor jou.
Al je vragen en zorgen vinden rust in Mij.
Dus wees maar geborgen. Ik sta aan je zij.
'k Heb alles gegeven, wat jij niet verdient.
Ik wil in jou leven, want jij bent Mijn vriend.
Slotlied: DE STEPPE ZAL BLOEIEN