Goede Vrijdagviering
De weg van het kruis.
De weg van de liefde.
HET LIED VAN DE KRUISWEG
Mel. O hoofd vol bloed en wonden
O Heer van hoop en leven, U deelde ons bestaan,
door liefde zeer gedreven, dat wij in vrede gaan.
Voor ons werd u geboren, voor ons hebt u geleefd,
dat wij uw boodschap horen, dat Gij uw heil ons geeft.
O Heer van eeuw'ge waarheid, wij bidden U om licht,
de wereld smeekt om klaarheid, om recht dat vrede sticht.
Dat trouwe herders voorgaan, oprecht en toegewijd,
dat kleinen nooit teloorgaan in ongelijke strijd.
O Heer, steeds trouw gebleven, wij bidden U om kracht,
wanneer in angst wij leven, voor pijn en overmacht.
Wil ons geloof vergroten, dat wij standvastig zijn,
vol moed en onverdroten al voelen we ons klein.
Inleiding
Op deze Goede Vrijdag staan we stil bij de kruisweg die mensen soms in
hun leven te gaan krijgen, die moeilijke en vaak eenzame weg van pijn
en lijden,
die ontluisterende weg van verachting en vernedering,
die kruisweg die leidt naar dood en ondergang. Wij gedenken al die
mensen die gisteren en vandaag
vermoord, gemarteld en verbannen werden,
of die veracht, miskend en uitgelachen werden.
Wij gedenken met name hun voorganger Jezus van Nazaret, voor het volk
een profeet. een leraar, voor de overheden een lastpost die ze kwijt
wilden.
Hij zette zich in voor menselijkheid en medemenselijkheid
maar juist Hij werd onmenselijk behandeld,
en als een misdadiger veroordeeld en terechtgesteld.
We volgen hem vanavond op zijn kruisweg,
we denken aan Hem, we kijken naar Hem maar ook naar al die andere
kruisdragers
van heden en verleden.
Eerste statie:
Jezus is ter dood veroordeeld.
De schuldige is aangewezen. De doodstraf is uitgesproken.
Het volk mocht voor rechter spelen. Pilatus waste zijn handen in
onschuld.
Een eerlijk proces, vergeet het maar.
Een rechter die bang is voor zijn hachje,
volk dat opgehitst is door enkele leiders,
misleiders is trouwens een beter woord.
Alles mocht, als hij maar tot zwijgen gebracht werd
want zijn woorden beschadigden hun imago.
Nog steeds worden mensen veroordeeld
en ter dood gebracht zonder vorm van proces,
alleen omdat de machthebbers zich bedreigd voelen
door hun uitspraken en activiteiten.
Nog steeds wordt het leven van velen bedreigd
door het recht van de macht, onrecht dus,
en door de waarheid van het geld, leugen dus.
Allen: Heer Jezus, laat niet toe dat wij voor rechter spelen,
dat wij onze handen in onschuld wassen
als mensen nu moeten lijden omwille van de gerechtigheid.
Tweede statie:
Jezus krijgt het kruis te dragen.
Zoals alle misdadigers wordt Jezus gedwongen om zelf zijn kruis te
dragen, door de straten van Jeruzalem naar de plaats van de
terechtstelling.
Hij zocht het kruis niet, hij liep er tegenaan,
maar hij ging het niet uit de weg.
Hij aanvaardde de consequenties van zijn daden.
Hij wist dat lijden en dood hem te wachten stonden
als hij doorging de joodse overheden te irriteren
door zijn provocerend optreden.
Zij die nu opkomen voor mensenrechten
lopen ook dikwijls tegen hun kruis aan.
De confrontatie met overheden
die het met rechten niet zo nauw nemen
is meestal hard en pijnlijk, dikwijls dodelijk. Toch laten zij zich
niet het zwijgen opleggen,
de stem van het geweten blijft ook nu klinken.
Allen: Heer Jezus, geef dat wij bewogen worden
door het kruis dat sommigen te dragen krijgen.
Geef dat wij mild zijn in ons oordeel
over hen die terecht gestraft worden.
Derde statie:
Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis.
Jezus bezwijkt onder de zware last van zijn kruis, en valt op straat
neer.
Ieder die een kruis te dragen heeft gekregen
weet hoe zwaar dat kan zijn, te zwaar soms.
Struikelend en vallend probeert hij verder te komen,
en het kan gebeuren dat hij geen stap meer vooruit kan.
Hij voelt zich vernederd, eenzaam, in de steek gelaten,
vooral als de toeschouwers de andere kant opkijken.
Het te dragen kruis kent veel verschijningsvormen,
het kan ziekte zijn, verdriet, tegenslag, tegenwerking,
en de angst om te vallen is steeds levensgroot aanwezig.
Niemand kan zich verzekeren tegen dat kruis,
niemand kan het overdoen aan een ander
al wil hij er nog zoveel voor betalen.
Wie het kruis treft, wordt gedwongen het zelf te dragen.
Allen: Heer Jezus, geef dat we anderen ondersteunen
als de last die zij te dragen hebben gekregen
te zwaar is voor hun krachten.
Vierde statie:
Jezus ontmoet zijn moeder.
Ergens in de straten van Jeruzalem stond een vrouw die haar eigen kind
voorbij zag trekken, beladen met het kruis.
De grootste pijn die moeders kan overkomen
is hun kinderen zien lijden, zien sterven.
Ze zouden alle pijn wel willen overnemen,
maar met al hun verdriet staan ze juist dan
als machteloze toeschouwers langs de weg.
Veel moeders maken hetzelfde mee als Maria, vaders natuurlijk ook.
Wie aan de kinderen komt, komt aan de ouders,
het kruis dat kinderen te dragen krijgen
drukt ook altijd op de schouders van de ouders.
En de pijn van de machteloosheid is groter
dan welke lichamelijke pijn ook.
Allen: Heer Jezus, geef dat wij ons hart laten spreken,
en het leed van anderen niet ontvluchten.
Mogen wij elkander nabij zijn
in goede en vooral in kwade dagen.
Vijfde statie:
Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen.
De soldaten dwongen een man uit het publiek om Jezus' kruis mee te
dragen, het was Simon van Cyrene.
Geen mens staat te trappelen om het kruis van een ander te helpen
dragen.
Die last gaan we liever uit de weg.
Toch zijn er velen die wel meedragen,
soms gedwongen door omstandigheden,
soms gedreven door medelijden,
soms met tegenzin, soms van harte.
Gelukkig de mens die zijn last niet alleen hoeft te dragen,
gelukkig hij die iemand naast zich heeft staan
die ondersteunt zo goed hij kan,
die er is op moeilijke momenten.
Er alleen voor staan maakt elk kruis
ondraaglijk zwaar.
Allen: Heer Jezus, geef dat we niet passief aan de kant blijven
staan,
als we zien dat een medemens gebukt gaat onder een zwaar kruis.
Zesde statie:
Veronica reikt Jezus een zweetdoek.
Door medelijden bewogen droogde een vrouw langs de weg Je-zus' gezicht
af.
Een man die dreigt te bezwijken onder zijn kruis,
een gezicht dat door pijn en lijden getekend is,
zoiets vergeet je je hele leven niet meer.
Dat beeld blijft gegrift staan in je hart.
Dat overkwam Veronica, dat gebeurt nog steeds.
Medelijden hebben is een lastige deugd,
je raakt heel gemakkelijk gefrustreerd omdat je zoveel wilt en zo
weinig kunt.
Het is zoals het woord zegt: medelijden,
zelf een beetje de pijn meevoelen.
En elk gebaar, hoe klein en onbeduidend ook,
kan zijn als een natte doek op een verhit gezicht.
Allen: Heer Jezus, geef dat we niet doof en blind zijn
voor het lot dat anderen treft,
dat we, waar mogelijk, troost en steun geven.
Samenzang: WAAROM
mel. Ik wil mij gaan vertroosten
Mijn volk wat heb 'k misdreven,
waarin u kwaad gedaan?
Heb ik niet heel mijn leven
u allen welgedaan.
Waarom dan mij verraden,
waarom miskent u mij?
Vergeldt u zo mijn daden?
Mijn volk, ach, antwoord mij.
Waarom hebt u gevlochten
voor mij een doornenkroon
en om mijn kleed gevochten,
gedobbeld, wat een hoon!
Waarom ben ik geslagen,
gegeseld en bespot,
waarom zo wil ik vragen,
maakt u een mens kapot.
Waarom ben ik verlaten,
waarom, God, spreekt Gij niet?
Hebt U niets in de gaten,
U die in harten ziet?
Waarom door alle tijden
die wreedheid en die pijn,
of wilt U juist in lijden
heel dicht bij mensen zijn.
Laat mij niet langer vragen
in diepe duisternis,
dit kruis, help mij dit dragen,
alwie genadig is;
en wilt toch allen leren:
elkaar tot hulp te zijn,
dan kunt u lijden keren
tot dragelijke pijn.
Zevende statie:
Jezus valt voor de tweede maal onder het kruis.
Verzwakt door de geseling, murw geslagen door alle pijn en lijden,
struikelt hij over het hobbelige wegdek van de straten in Jeruzalem.
Ieder die een kruis te dragen krijgt, denkt al gauw:
dit kan ik niet, dit is te zwaar voor mij.
Maar vaak krijgt men kracht naar kruis
en dan blijkt het wel te kunnen,
dikwijls met vallen en opstaan.
Vallen is niet erg, het lijkt erbij te horen
als je nog maar de kracht hebt om op te staan.
Links en rechts struikelen mensen om ons heen,
en sommigen krijgen het niet klaar om uit eigen kracht weer op te
staan.
Dan zijn ze aangewezen op hulp, onze hulp.
Maar ons leven is zo gehaast, zo druk bezet,
dat we vaak niet in de gaten hebben
hoe iemand in onze omgeving worstelt
om overeind te komen.
Allen: Heer Jezus, geef ons een hart dat eerlijk meeleeft
met hen die dreigen te bezwijken onder het kruis dat ze dragen.
Achtste statie:
Jezus ontmoet de wenende vrouwen.
Jezus troost de huilende vrouwen. Hij weet dat ook zij machteloos zijn
om iets te veranderen aan de gang van zaken.
Machteloos staan ook wij soms toe te kijken
hoe mensen een lijdensweg te gaan krijgen,
met tranen in de ogen, met de handen in het haar.
Soms zijn we geneigd om hard weg te lopen,
om de ogen te sluiten voor de ellende die we zien.
Gelukkig zijn er ook velen die blijven staan.
Het grootste probleem van onze tijd is
dat we hard en gevoelloos dreigen te worden,
we krijgen eelt op de ziel, we zien zoveel.
Alle ellende, alle lijden van heel de wereld komt breed uitgemeten onze
huiskamers binnen.
Maar waar mensen geen medelijden meer voelen
daar wordt de aarde een dorre woestijn.
Alleen tranen van mensen kunnen die vruchtbaar maken.
Allen: Heer Jezus, laat ons meer en meer beseffen
dat medelijden geen teken van zwakheid is
maar van kracht.
Negende statie:
Jezus valt voor de derde maal onder het kruis.
Ze hadden bijna Calvarië bereikt, toen Jezus voor de derde maal bezweek
onder de zware last van zijn kruis.
"Ik kan niet meer. Ik geef het op."
Onherroepelijk komt voor velen het moment
dat zij niet meer overeind kunnen, niet meer verder kunnen.
Eens wordt de grens bereikt die al zo vaak verlegd is.
Ook wie sterk is, raakt aan het eind van zijn krachten.
Ook al hebben ze ertegen gevochten als leeuwen,
nu liggen ze daar, uitgeput, uitgeteld, doodop.
Voor degenen die daar terneergeslagen liggen
maakt het een heel groot verschil
welke mensen op dat moment om hen heen staan:
mensen die hen nog een trap na geven,
mensen die een bespottende vinger naar hen uitsteken,
mensen die de andere kant opkijken
of mensen die bereid zijn te helpen.
Jezus heeft het aan den lijve ervaren.
Allen: Heer Jezus, geef dat we daadwerkelijk helpers zijn
en niet enkel omstanders die passief staan toe te kijken.
Tiende statie:
Jezus wordt van zijn kleren beroofd.
De soldaten ontdeden hem van zijn kleren, om ze vervolgens onder elkaar
te verdelen.
Ontluistering is soms het ergste van een lijdensweg.
Vernedering is vaak de ergste pijn te dragen.
Alles moeten loslaten, alles dat je na aan het hart ligt,
is de zwaarste beproeving die een mens kan ondervinden.
Helaas is dit soms de enige weg om jezelf te blijven,
trouw aan je idealen en overtuigingen.
Wie zijn leven krampachtig vasthoudt, verliest het,
wie het durft loslaten, behoudt het.
Die waarheid heeft hij ons voorgehouden
en ook voorgeleefd in die laatste dagen van zijn leven.
Door trouw te zijn aan zichzelf, aan zijn zending,
is hij groot geworden, een voorbeeld dat ver uitsteekt boven de
middelmaat.
Allen: Heer Jezus, geef dat wij U herkennen
in alle mensen die bloot staan
aan mishandeling en onderdrukking.
Elfde statie:
Jezus wordt aan het kruis geslagen.
Aangekomen op Golgotha werd hij aan het kruis geslagen, sa-men met twee
misdadigers.
Velen stonden toe te kijken met een hart vol stil verdriet.
Anderen hadden leedvermaak en bespotten hem:
"Als jij die messias bent zoals je beweert,
laat God je dan nu komen redden. Dan zullen we geloven."
Maar God zweeg, er kwam geen teken van de hemel
"Mijn God, waarom heb je mij verlaten," riep hij.
De angstschreeuw van een mens in doodsnood.
God zwijgt, ook nu als mensen leed wordt aangedaan.
Geen teken van de hemel, ook nu niet
als mensen gekruisigd worden om hun geloof, hun idealen.
Maar spreekt God niet door mensen?
En moeten wij die zeggen in Hem te geloven,
niet zijn spreekbuis zijn in deze wereld?
Hebben wij de moed om onze stem te verheffen als onschuldigen de dood
worden ingejaagd?
Allen: Heer Jezus, geef kracht aan onze bange harten,
dat we durven opkomen voor hen die vervolgd worden.
Twaalfde statie:
Jezus sterft aan het kruis.
Hij zei nog: "Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat zij doen."
Daarop slaakte Hij een luide kreet en gaf de geest.
Hoe kan iemand spreken van vergeving
als hij het slachtoffer is van machtsmisbruik?
Hoe kan iemand het goede willen voor anderen
als hij de dood recht in ogen ziet?
Het kan. Jezus is het voorbeeld,
vele anderen hebben het gekund.
Door hem is het kruis niet langer een teken van schande,
symbool van een vernietigende dood.
Door hem werd het een teken van trouw,
trouw aan idealen, trouw aan mensen, trouw aan God.
En die trouw brengt geen dood maar leven
Door Jezus is het kruis een teken van hoop geworden,
voor alle tijden, voor alle mensen van goede wil, niet alleen voor hen
die worstelen met de dood
maar ook voor degenen die zoeken naar zinvol leven.
(We knielen en houden een minuut stilte.)
Samenzang: EEN LIED BIJ HET KRUIS
mel: Blijf mij nabij
Wij bidden U: zie om naar al wie lijdt,
naar mensen ziek van angst en eenzaamheid.
Geef hun Uw Naam en wees die U zult zijn;
bescherm uw kinderen, van groot tot klein.
Wij bidden U: wees bij wie weerloos strijdt
voor recht en vrede, totterdood bereid.
Woon in hun hart en leg op hen Uw naam.
Laat hen niet aarzelen maar rechtop staan.
Wij bidden U: hoor ieder mens in nood,
voor wie het kruis te zwaar wordt en te groot;
Geef hun Uw hand en wees er met Uw naam.
U laat geen mensenkind ten onder gaan.
Wij bidden U: doe ons Uw stem verstaan;
Laat ons niet vallen, wees met ons begaan;
Dat wij gaan doen, gezegend in Uw naam,
wat Jezus delend, ons heeft voorgedaan.
Dertiende statie:
Jezus wordt van het kruis genomen.
Omdat die avond de sabbat begon gaf Pilatus toestemming om Jezus van
het kruis te halen en klaar te maken voor de begrafenis.
Het kruis werd niet van Hem afgenomen,
toen Hij daar in doodsangst om gesmeekt had.
Hij heeft de lijdenskelk tot de bodem toe gedronken.
Pas toen alles tot de laatste druppel was volbracht, toen zijn trouw
bezegeld was met de dood,
werd hij van het kruis afgenomen
om te gaan rusten bij de doden.
Het kruis is blijven staan, alle eeuwen door, als een gedenkteken voor
deze profeet, deze man van God,
een levensgroot monument van zijn liefde en trouw,
een herinnering van zijn dienstbaarheid tot het uiterste.
Dit kruis moet een vaste plek hebben in het hart van ieder
die zich volgeling van deze Jezus noemt.
Allen: Heer Jezus, als wij moeilijke dagen doormaken,
mogen wij dan kracht vinden in uw leven en dood.
Veertiende statie:
Jezus wordt in een nieuw graf begraven.
De vrouwen namen het lichaam mee, balsemden Hem, en wikkelden Hem in
doeken en legden Hem in het graf.
Begraven, een grote steen voor het graf gerold,
geen weg terug, het definitieve einde van een mensenleven.
Alles wat je samen beleefd hebt, is voorbij, de dode is niet meer aan
te raken.
Juist als iedereen is ook Jezus die weg gegaan.
Maar ook hier geldt het oude gezegde:
uit het oog maar niet uit het hart.
Want zelfs vanuit zijn graf blijft een mens tot ons spreken,
ook de dood legt iemand niet het zwijgen op.
Alles waar hij voor stond in zijn leven
blijft naklinken in de oren van zijn vrienden,
Zijn waarheid blijft onveranderlijk waar,
zijn idealen worden niet opgesloten in een graf
maar blijven voortleven in zijn volgelingen.
Zo leeft ook Jezus voort in de harten van velen.
Allen: Heer Jezus, trouw tot in de dood,
blijft ons inspireren met uw idealen,
ook als het ons moeilijk valt.
Vijftiende statie
Het lege graf
Op de eerste dag na de sabbat gingen vrouwen naar het graf, maar ze
vonden de steen weggerold en de ruimte was leeg.
Zoek hem niet in het graf, daar is hij niet te vinden,
Zoek hem in het leven, zoek hem in mensen die de dingen doen die hij
ons heeft voorgedaan.
Zoek hem niet in het verleden, daar is hij niet te vinden,
zoek hem in het heden, zoek hem in mensen
die hier en nu zijn liefde en trouw beleven
en zichtbaar maken aan elkaar.
Alleen als de graankorrel in de aarde valt en sterft
brengt hij rijke vruchten voort.
Alleen degene die zijn kruis opneemt en draagt,
zal het ware leven winnen.
Niet de doden dienen maar de levenden
is de enige weg tot waarachtig leven.
Allen: Heer Jezus, blijf tot leven komen in ieder van ons,
overal waar wij uw weg van de liefde gaan.
Zang:
Niemand leeft voor zichzelf,
Niemand sterft voor zichzelf.
Wij leven en sterven voor God onze Heer.
Aan Hem behoren wij toe.
Het verhaal van Jezus, de profeet van Nazaret,
ging door, ook na Goede Vrijdag, Hij bleef levend aanwezig ook na zijn
dood en begrafenis.
Wat voor iedereen een einde leek te zijn,
was geen einde maar een nieuw begin.
Hij heeft niet voor zichzelf geleefd,
hij is niet voor zichzelf gestorven.
Daarom blijft zijn boodschap klinken
en komt hij steeds opnieuw tot leven
in mensen die zijn boodschap met elkaar beleven.
Zang: Niemand leeft . . .
Na Goede Vrijdag wordt het Pasen,
feest van leven ondanks dood, van toekomst ondanks ondergang.
De God waarin wij geloven, is immers een God van leven
en Hij heeft toch het laatste woord.
Of we leven of sterven, aan Hem behoren wij toe.
Mensen van stof die tot stof zullen wederkeren.
Maar ook mensen van licht die tot licht en leven zullen wederkeren.
Zang: Niemand leeft . . .
Ieder kan nu naar voren komen en een bloem of een groene tak
bij het kruis leggen.
Daarna gaat ieder in stilte naar huis