In die tijd trok Jezus verder en ging op naar Jeruzalem. Toen Hij
Betfage en Betanie naderde, zond Hij twee van zijn leerlingen met de
opdracht: "Gaat naar het dorp daar voor u. Bij uw binnenkomst zult ge
een veulen vinden dat vastgebonden staat en waarop nog nooit iemand
gezeten heeft; maakt het los en brengt het hier. Mocht iemand u vragen:
Waarom maakt ge het los? Dan moet ge zeggen: De Heer heeft het nodig."
Zij die gestuurd waren, gingen weg en bevonden het zoals Hij hun gezegd
had. Toen ze het veulen losmaakten, vroegen hun de eigenaars: "Waarom
maakt ge het veulen los?" Zij antwoordden: "De Heer heeft het nodig."
Ze brachten het veulen bij Jezus, wierpen er hun mantels over heen en
hielpen Jezus erop.
Terwijl Hij voorttrok, spreidden ze hun mantels op de weg uit. Toen Hij
de stad naderde, begon heel de menigte van zijn leerlingen, reeds op de
helling van de Olijfberg, opgetogen en met luider stem God te prijzen
wegens alle wonderen die zij gezien hadden; zij riepen: "Gezegend de
Koning, die komt in de Naam des Heren! Vrede in de hemel en eer in den
hoge!"
Enige Farizeeën on-der het volk zeiden tot Hem. "Meester, geef uw
leerlingen een terechtwijzing." Hij antwoordde: "Ik zeg u: Als zij
zwijgen zullen de stenen roepen."
En toen Hij naderbij kwam, liet Hij zijn blik over de stad gaan en
weende over haar, terwijl Hij zei: "Mocht ook gij op deze dag inzien
wat u tot vrede strekt! Maar nu is dat voor uw ogen verborgen. Er
zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een wal tegen u opwerpen, u
omsingelen en u van alle kanten insluiten; zij zullen u met uw kinderen
die in u wonen, neersmakken en zij zullen in u geen steen op de andere
laten, omdat gij de tijd, waarin barmhartig op u werd neergezien, niet
hebt erkend."
In de oude christelijke kunst houden de martelaren vaak een
palmtak in de hand, daarmee doen zij de oproep: wees moedig, durf
keuzes te maken, leg je niet neer bij de dodelijke feiten, zoek naar
wegen van leven.
Op deze oproep willen wij vandaag het oude gebruik van palmwijding
beginnen. We wijden deze takken met het water waarmee mensen gedoopt
worden, het water dat een eerste levensbehoefte is voor iedereen.
Eeuwige, God, laat uw zegen rusten op deze palmtakjes opdat zij voor
ons een uitnodiging worden tot Pasen, tot echt leven. Mogen zij een
oproep zijn om verder te kijken dan de dingen die we met onze ogen
zien, om meer liefde te geven, om sterker te hopen.
Mogen ze een oproep zijn om de ogen niet te sluiten voor lijden en
pijn, maar om elkaar te sterken in het vertrouwen dat er leven is over
elk dood punt heen.
Hij richtte zich nu tot het volk met deze gelijkenis: "Iemand
legde eens een wijngaard aan; hij verpachtte hem aan wijnbouwers en
ging voor lange tijd naar het buitenland. Toen het er de tijd voor was,
stuurde hij een slaaf naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst
van de wijngaard in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers gaven hem
een pak slaag en stuurden hem met lege handen terug.
Hij zond nog een andere slaaf, maar ook die gaven ze een pak slaag, ze
mishandelden hem en stuurden hem met lege handen terug. Hij zond nog
een derde, maar ook die takelden zij toe en ze gooiden hem de wijngaard
uit. "Wat moet ik nu doen?" zei de eigenaar van de wijngaard. "Ik zal
mijn liefste zoon zenden; hem zullen ze toch wel ontzien." Maar toen de
wijnbouwers hem zagen, zeiden ze tegen elkaar: "Dat is de erfgenaam.
Laten we hem doden, dan is de erfenis voor ons."
Ze gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wat zal de eigenaar van
de wijngaard nu met hen doen? Hij zal komen en die wijnbouwers ter dood
brengen, en de wijngaard zal hij aan anderen geven." Toen ze dat
hoorden, zeiden ze: "Dat nooit!"
Hij keek hen aan en zei: "Wat betekent dan dit schriftwoord: De steen
die de bouwlieden hadden afgekeurd, die is de hoeksteen geworden?
Iedereen die over deze steen valt, valt te pletter, en als hij op je
valt, word je vermorzeld."
De schriftgeleerden en de hogepriesters hadden Hem het liefst meteen
opgepakt, ook al waren ze bang voor het volk, want ze begrepen dat Hij
met die gelijkenis op hen had gedoeld.
"Gezegend de koning, die komt in de naam des Heren"'
werd er op Palmzondag in Jeruzalem geroepen.
Maar Jezus wilde helemaal geen koning zijn,
dan blijkt uit andere evangelieteksten,
tenminste geen koning zoals de meeste wereldlijke koningen.
Hij was de Messias die kwam in de naam van de Heer,
de Messias waar de joden over droomden, de Messias die de weg zou
wijzen naar een betere wereld,
een wereld waarin Gods bedoelingen nageleefd zouden worden.
Nu leefde er twee opvattingen over die beloofde Messias.
Voor velen was hij een Messias-koning ,zoals koning David.
Die had Israël op de kaart gezet en groot gemaakt.
Velen droomden van een nieuwe koning met macht die Israël zou bevrijden
van de Romeinse bezetters.
Ook bij Jezus' leerlingen leefde deze verwachting
want, zo blijkt uit de verhalen, ze hoopten op een goed baantje als
Jezus als koning geïnstalleerd zou zijn.
Maar Jezus maakte duidelijk dat hij helemaal geen Koninklijke
aspiraties had.
Hij zag zichzelf als Messias, maar niet een koninklijke maar een
dienende.
Ook dat beeld van de Messias leefde in de joodse geschiedenis.
Geen wereldlijk leider maar een geestelijk leider,
geen macht maar dienstbaarheid, geen pracht en praal maar eenvoud.
Als we naar Palmzondag kijken, lijkt het daar in eerste instantie te
gaan om die Messias-koning,
zo wordt het ook beleefd door de juichende menigte,
maar we zien wel een koning op een ezel, het nederige lastdier van de
gewone mensen. En dat is veelbetekenend en typerend voor de dienende
Messias die Jezus wil zijn, toen en nu, ook in onze tijd, ook in en
door zijn Kerk.
Geloven in Jezus is geloven in zijn dienstbaarheid,
is die dienstbaarheid zelf werkelijkheid maken in je leven.
Geloven in Jezus heeft niets te maken met macht.
Als we echter naar zijn Kerk kijken, dan speelt macht toch een grote
rol.
De Kerk is toch een machtsblok, waarin de leiders veel macht hebben,
of menen te hebben over de gelovigen. Zo ervaren vele gelovige mensen
het tenminste.
Het is in deze tijd wel totaal anders dan in de Middeleeuwen,
toen pausen zich machtiger voelden kan koningen en keizers,
bisschoppen als prinsen over hun bisdom regeerden.
Maar macht in de Kerk en touwtrekken om de macht is funest voor Jezus'
boodschap, dodelijk voor zijn idealen van dienstbaarheid.
Een koning op een ezel, zo typeert Palmzondag de Messias Jezus,
koninklijk, niet in pracht en praal, niet in macht,
maar koninklijk in eenvoud en dienstbaarheid,
koninklijk in zijn trouw aan zijn idealen, tot in de dood toe.
In het verhaal van de wijngaard hoorden we een totaal andere houding:
gaar gaat het niet over trouw maar over ontrouw, daar zie je hoe
eigenbelang en winstbejag mensen egoïstisch en zelfs gewelddadig maakt.
Maar die weg leidt niet naar heil en genade,
dat doet alleen de weg van eerlijke dienstbaarheid.
Palmzondag is het begin van de Goede Week,
een strijd tussen trouw en ontrouw, een week van leven en dood en toch
weer leven.
Want de idealen waar Jezus voor stond, die sterven niet,
en ook wij zijn geroepen om ze levend te houden,
in onszelf, in onze gemeenschap.
Heer, in dit brood en deze wijn gedenken wij Jezus, Zoon van David, Zoon van God, Koning en Dienaar. Mogen deze gaven voor ons een bron van kracht zijn om met Hem mee te gaan, door het aards Jerusalem, op weg naar het nieuwe Jerusalem, Gods rijk op aarde, waar vrede en vreugde is weggelegd voor alle mensen. Dat vragen wij U omwille van Jezus, uw dienstknecht, onze redder tot in eeuwigheid. Amen
Pr. De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. Heilige Vader, God van mensen,
om recht te doen aan uw heerlijkheid,
om uw heil en verlossing te bezingen,
danken wij U altijd en overal voor Jezus,
de profeet van Nazaret.
Al. Gezegend Hij die kwam in uw Naam.
Hosanna in den hoge.
Pr. Alles heeft Hij welgedaan, zieken vonden bij Hem
genezing en zondaars kregen zijn vergeving.
Toch werd Hij als een misdadiger veroordeeld tot de dood.
Hij die zelf onschuldig was, heeft het lijden aanvaard
voor hen die wel schuldig waren.
Al. Gezegend Hij die kwam in uw Naam.
Hosanna in den hoge.
Pr. Hij is nu voor alle tijden uw woord dat mensen redt,
de hand die U zondaars reikt,
de weg waarlangs uw liefde en vrede ons worden aangeboden.
Hij roept ook ons weg uit het land van duisternis en uitzichtloosheid
en wijst ons de weg naar uw hemel op aarde.
Al. Gezegend Hij die kwam in uw Naam.
Hosanna in den hoge.
Sanctus
Pr. God van mensen, wij gedenken Jezus, uw gezondene.
Hij die bestond in uw goddelijke majesteit heeft zich vernederd en is
ons aller dienaar geworden, om ons zo te bevrijden van de verlammende
macht van zonde en schuld.
Tijdens het laatste avondmaal dat Hij in Jeruzalem met zijn vrienden
hield, op die avond voor zijn dood, heeft Hij ons een heilig teken
gegeven opdat wij nooit zouden vergeten wat Hij ons heeft willen zeggen.
Hij nam brood, dankte U, brak het en deelde het rond met de woorden:
Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, dit is mijn lichaam, dit is mijn
leven dat Ik voor jullie ga geven.
Zo nam Hij op die avond ook de beker met wijn, deelde die met zijn
vrienden met de woorden:
Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is mijn bloed, dit
is mijn leven dat Ik voor jullie ga geven, dit is de beker van een
nieuw en altijddurend verbond. Blijf dit doen om Mij te gedenken.
Zo vieren wij het verbond van God met de mensen.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. God van mensen, deze Jezus willen wij levend houden in ons midden.
Samen met Hem willen ook wij deze oude aarde vernieuwen en de macht van
het kwaad breken.
Naar zijn voorbeeld willen ook wij nieuwe wegen van goedheid banen,
paden van gerechtigheid en vrede, van geloof in de toekomst en
vertrouwen in elkaar.
Schenk ons uw Geest van kracht opdat ook wij in staat zijn Hem na te
volgen in zijn idealisme en trouw, in zijn menslievendheid en
dienstbaarheid.
Dan zal ook door ieder van ons uw rijk op aarde werke-lijkheid worden,
in zijn naam en in zijn kracht.
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze
God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu
en tot in eeuwigheid. Amen
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft:
Al. Onze Vader . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef vrede in onze dagen, dat
wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en
beveiligd tegen alle onrust. Hoopvol wachtend op de komst van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen
Agnus Dei/Lam Gods
Communielied
Slottekst:Heer, schenk ons de kracht om Jezus' weg te gaan, met de eenvoud en het doorzettingsvermogen van een ezel. Dat wij bereid zijn elkander te dragen in een geest van liefde en dienstbaarheid, zoals ons is voorgeleefd door de profeet van Nazaret en de gekruisigde van Jeruzalem. Amen