Palmzondagviering 2009
Inleiding
Een eeuwenoud verhaal wordt deze week opnieuw verteld. Het verhaal van
de mens die trouw was ten einde toe,
die daarom het lijden niet uit de weg ging, die zijn dood aanvaardde
en in die overgave het leven vond, voorgoed.
Het onvergankelijk verhaal van Jezus van Nazaret.
Drie jaar lang zwerft Hij door de dorpen en steden van zijn land.
Weldoende gaat Hij rond,
verkondigt voortdurend, in woord en daad: zo liefdevol is God!
Met zijn goedheid, zijn mededogen, zijn nabijheid aan mensen
weet Hij sommigen voor zich te winnen.
Een handjevol vissers mag zich zijn vrienden noemen.
Armen, zieken, mensen langs de kant zien in Hem een bondgenoot.
Maar sterker dan de vriendschap,
groeit een netwerk van haat om Hem heen. Zij die aan de macht zijn
vrezen de onrust die Hij brengt, zien in Hem een bedreiging.
Hij voelt dat wel, maar zet vastberaden toch de volgende stap.
Hij trekt op naar Jeruzalem, hoofdstad en godsdienstig centrum!
Waarom zo nodig naar Jeruzalem, de stad die wel 'stad van vrede' heet,
maar een broeinest is van tegenstellingen,
die brandhaard waar het gezag zich wil laten gelden?
En waarom uitgerekend met Pasen,
als het daar gonst van vreemdelingen en pelgrims?
Jeruzalem? Moet dat nu echt?
Dat vroegen zijn vrienden, dat vragen wij nog.
Ja, Jeruzalem moet!
Ook daar moet Hij zich laten zien, ook daar zal Hij getuigen,
tot Hem de mond wordt gesnoerd.
Dat is het gebod van zijn roeping. Trouw wil Hij blijven ten einde toe.
Vandaag gaat het nog wel. Het begint niet zo slecht.
Er zijn mensen die Hem bejubelen; Ze willen Hem tot koning.
En wat Hij nooit heeft gezocht, dat mag vandaag: één dag koning.
Maar dan niet op een paard. Een ezel is voldoende, een lastdier,
vredig, eenvoudig genoeg.
Eén dag bejubeld als koning, vooruit! Maar dan een koning in
dienstbaarheid.
Want trouw wil Hij zijn ten einde toe.
Openingslied: TOEN JEZUS NAAR ZIJN STEDE GING
Toen Jezus naar zijn stede ging, zes dagen voor zijn lijden,
toen naderde een lange stoet die hem een welkom wijdde.
Refrein:
Wij zingen Hosanna de koning ter eer,
gezegend die komt in de naam van de Heer.
Zij hebben kleren uitgespreid, hem toegezwaaid met palmen.
Zij lieten heel Jeruzalem van hun nieuw lied weergalmen. Refrein
De kinderen der Joden mee, ze wilden Jezus prijzen,
zij zongen met hun hoge stem op nooit gezongen wijzen. Refrein
Jeruzalem, o hemelstad, hier komt uw koning binnen;
de vijandschappen gaan voorbij, de liefde mag beginnen. Refrein
Lezing uit het evangelie volgens Marcus (11,1-11)
Toen Jezus en zijn leerlingen Jeruzalem naderden, in de richting van
Betfage en Betanië op de Olijfberg, zond Hij twee van zijn leerlingen
uit met de opdracht: 'Gaat naar het dorp daar vóór u, en bij uw
binnenkomst is het eerste dat ge zult vinden een veulen dat
vastgebonden staat en waarop nog nooit iemand gezeten heeft; maakt dat
los en brengt het hier. En als iemand u de aanmerking maakt: Wat doet
ge daar? antwoordt dan: De Heer heeft het nodig, maar Hij stuurt het
spoedig weer hier terug'.
Zij gingen weg en vonden een veulen vastgebonden aan een deur, buiten
op straat. Ze maakten het los, maar sommige mensen die daar in de buurt
stonden, riepen hun toe: 'Wat doet ge daar, om zo maar dat veulen los
te maken?' Ze antwoordden zoals Jezus hun had gezegd en de mensen
lieten hen ongemoeid.
Ze brachten het veulen bij Jezus, legden er hun mantels overheen en Hij
ging er op zitten. Velen spreidden hun mantels op de weg uit, anderen
groene takken die ze in het veld gehakt hadden.
De mensen die Hem omstuwden, jubelden: 'Hosanna; gezegend de Komende in
de naam des Heren; geprezen het komende koninkrijk van onze vader
David! Hosanna in den hoge!'
Palmwijding
Kleine groene takjes, ze horen erbij vandaag.
Ze zijn een herinnering aan Jezus van Nazaret,
die koning in dienstbaarheid.
Zij zeggen ons: zijn koningschap blijft levend,
vernieuwt zich telkens weer, in mensen, in ons.
Zo'n takje in de hand nemen, het een plaats in huis geven,
is een teken dat je kiest voor zijn manier van leven,
is ons te binnen brengen dat zijn weg van de dienende goedheid
ook onze weg dient te zijn.
God, zegen deze groene takjes, die de winter overleven.
Zij huldigen de mens die zijn heil niet zocht in macht en geweld
maar zijn kracht vond in dienende goedheid.
Geef dat deze takjes, waar ze ook heengaan,
opwekken tot zijn manier van omgang met elkaar,
tot vrede en verzoening en liefde wereldwijd.
Moge uw zegen rusten op deze takjes,
op onze huizen, op onze akkers, op ieder van ons,
in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Zang: DE KONING VAN DE VREDE
De koning van de vrede komt in de hoofdstad aan,
de mensen zijn gezegend, hij komt in Godes naam.
Doe open nu de poorten, de koning moet er door,
och, Here, geef nu voorspoed, zo roepen zij in koor.
Maar zullen zij geloven en nemen zij hem aan
of zullen zij hem doden en Gode wederstaan?
Ik zie de koning komen die op een ezel rijdt,
de palmen van de bomen zijn voor zijn voet gespreid.
Maar morgen is het anders, dan wordt hij zelf verhoogd,
en aan een boom gehangen en als een vrucht geoogst.
Gij hogepriester Anna, wat roept Jerusalem?
Het roept vandaag 'hosanna' en morgen 'weg met hem'.
Lezing uit het evangelie volgens Marcus (14,1-11)
Over twee dagen was het feest van Pasen en van het ongedesemde brood.
De hogepriesters en de schriftgeleerden zochten op welke manier zij
Jezus door list zouden kunnen grijpen en Hem ter dood zouden kunnen
brengen. Want ze dachten: 'Niet op het feest; er mochten anders eens
onlusten ontstaan onder het volk'.
Terwijl Jezus zich te Betanië bevond in het huis van Simon de melaatse
en daar aan tafel aanlag, kwam er een vrouw met een albasten vaasje
echte, zeer dure nardusbalsem. Zij brak het vaasje stuk en goot de
inhoud uit over zijn hoofd. Sommigen waren er verontwaardigd over en
zeiden onder elkaar: 'Waar is die verkwisting van de balsem nu voor
nodig geweest? De balsem had voor meer dan driehonderd denaries
verkocht kunnen worden ten bate van de armen'.
Toen zij tegen haar uitvoeren sprak Jezus: 'Laat haar met rust. Waarom
valt ge haar lastig? Het is toch goed werk dat zij aan Mij heeft
gedaan. Armen hebt gij altijd in uw midden en gij kunt hun weldoen
wanneer ge maar wilt; maar Mij hebt gij niet altijd. Zij heeft gedaan
wat in haar macht was; zij heeft mijn lichaam op voorhand gezalfd met
het oog op mijn begrafenis. Voorwaar, Ik zeg u: waar ook ter wereld de
blijde boodschap verkondigd zal worden, zal tevens ter herinnering aan
haar verhaald worden wat zij gedaan heeft'.
Hierop ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om
Hem aan hen uit te leveren. Dezen waren blij toen ze dat hoorden en
beloofden hem geld. Hij zocht naar een gunstige gelegenheid om Hem uit
te leveren.
Overweging
Palmzondag heeft iets weg van een karikatuur.
Een koning op een ezel, het is net een spotprent.
Het is lachwekkend en tegelijk om te huilen.
Vandaag een triomfantelijke intocht,
over enkele dagen een kruisweg naar de Calvarieberg.
Vandaag klinkt het hosanna door de straten,
een loflied voor een koning, zoals David koning was,
maar morgen is hij afgeschreven en gaat Judas hem verraden
en roept de menigte: aan het kruis met hem.
Palmzondag heeft alle elementen van een dramatisch verhaal,
een verhaal over leven en dood, over trouw en verraad,
over menselijke grootheid en menselijke zwakheid.
Een verhaal van toen maar ook een verhaal van alle tijden.
Mensen zijn gemakkelijk te beïnvloeden, toen en nu.
De hardste schreeuwers krijgen de meeste aanhang,
slechts weinigen hebben de moed om tegen de stroom in te gaan,
om trouw te blijven, aan zichzelf, aan hun idealen, aan hun
overtuigingen. De gemakkelijkste weg, toen en nu, is maar met de massa
meegaan,
want je moet wel stevig in je schoenen staan om een andere koers te
volgen.
Palmzondag en de dagen die volgen laten ons een Jezus zien
die wel trouw bleef aan zichzelf en aan zijn overtuigingen,
die niet wegvluchtte van de gevaren die voor hem lagen,
die zich niet liet ontmoedigen door de dreiging die op hem afkwam.
Naar Jeruzalem gaan was het hol van de leeuw binnengaan,
maar hij deed het toch omdat hij geloofde in zijn zending,
omdat hij wist dat Jeruzalem de plek was om zijn zending te voltooien.
Palmzondag stelt ook ieder van ons de vraag:
hebben wij genoeg innerlijke kracht om trouw te blijven
aan ons christelijke geloof, aan onze zending
om ons dienstbaar te maken aan de gemeenschap,
en dat in een samenleving die deze waarde zo vaak dreigt te vergeten,
in een tijd waarin dit niet meer de gewoonste zaak is?
Hebben wij genoeg visie, genoeg overtuiging,
dat zorg en aandacht voor de ander, voor de kleinen en gekwetsten,
de enige weg is die leidt tot echte vrede,
tot een gemeenschap waarin iedereen zichzelf kan zijn?
Durven wij zo nodig tegen de stroom in te gaan, zoals Jezus dat deed?
Of lopen ook wij gemakkelijk mee met de massa
die niet meer in geïnteresseerd is in die boodschap van het evangelie?
Vandaag is het begin van de zogeheten goede week,
eerder een zwarte week als je naar de gebeurtenissen kijkt.
Verraad, verloochening maken het donker, heel donker.
Maar we noemen het toch een goede week omdat Jezus' liefde en trouw
uiteindelijk uitmonden in nieuw leven.
in licht dat de duisternis overwint.
En ook voor ons zal dit een goede week zijn
als dat nieuwe leven van zorg en aandacht voor elkaar
zichtbaar wordt in ons eigen bestaan,
als we licht zijn voor elkaar.
Zang: ALLES HEEFT HIJ WELGEDAAN
Hij ging van stad tot stad, Hij sprak: "tot u ben Ik gezonden."
Voor zieken en gewonden, had Hij een woord, een onderdak.
Refrein: Alles heeft Hij welgedaan, Tot wie zou ik anders gaan.
Hij gaf aan blinden het gezicht, de nacht heeft Hij verdreven,
gaf doden weer het leven, waar Hij voorbijging werd het licht. Refrein
Daags voordat Hij gestorven is heeft Hij het brood genomen:
"hiertoe ben Ik gekomen, doet dit tot mijn gedachtenis." Refrein
En alwie Jezus' naam belijdt zal wonderen verrichten
en als een lamp verlichten de lange gang van onze tijd. Refrein
Voorbede
Wij bidden voor hen die verraad plegen aan hun eigen menselijke
waardigheid,
door zich schuldig te maken aan schendingen van mensenrechten,
door uit hebzucht medemensen te onderdrukken en uit te buiten,
door grof geld te verdienen aan mensenhandel en mensensmokkel.
Mogen zij de moed hebben hun leven te veranderen,
en zo eer brengen aan Jezus, de koning in dienstbaarheid.
Laat ons zingend bidden.
Antifoon:
Hosanna, zoon van David, hosanna voor de Heer.
Hosanna, zoon van David en looft Hem altijd weer.
Wij bidden voor hen die verraad plegen aan Jezus' boodschap,
door bezit belangrijker te vinden dan zijn idealen,
door niet meer te luisteren naar zijn evangelie
en in alles de weg van de minste weerstand te gaan,
door niets over te hebben voor de medemens in nood.
Mogen zij de moed hebben hun leven te veranderen
en zo eer brengen aan Jezus, de koning in dienstbaarheid.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle ouders die verraad plegen aan hun ouderschap
door hun kinderen te verwaarlozen of zelfs te mishandelen,
door in hun leefwijze een slecht voorbeeld te zijn voor hun kinderen.
Wij bidden voor alle kinderen die verraad plegen jegens hun ouders
door nooit tijd voor hen te hebben, door hen veel te weinig te bezoeken.
Mogen zij de moed hebben hun leven te veranderen
en zo eer brengen aan Jezus, de koning in dienstbaarheid.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle gezagsdragers in kerk en samenleving,
die verraad plegen aan hun functie
door niet te luisteren naar de mensen aan de basis,
door meer zichzelf te dienen dan de medemens,
door regels belangrijker te achten dan mensen.
Mogen zij de moed hebben hun leven te veranderen
en zo eer brengen aan Jezus, de koning in dienstbaarheid.
Laat ons zingend bidden.
Een wereld in vrede, de droom van Jezus van Nazaret,
de roeping van alle mensen van goede wil.
Heer, help ons trouw te zijn aan deze roeping. Amen
Offerande: GEDENKEN WIJ DANKBAAR
(melodie: Wilt heden nu treden)
Gedenken wij dankbaar de daden des Heren,
zijn leven, zijn dood en verrijzenis,
en dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren
die onze God en leidsman ten leven is.
Hoe hadden wij onze bestemming vernomen
was Jezus de weg niet ten einde gegaan.
Wie zouden wij zijn, als hij niet was gekomen
om in zijn lichaam onze dood te doorstaan.
Hoe hadden wij ooit voor elkaar kunnen leven,
had hij ons de liefde niet voorgeleefd,
die tot de dood zich prijs heeft willen geven,
die zoon van God, ons alles slaaf is geweest.
Gij, eerste der mensen, die weerloos en eenzaam,
als graan in de aarde gestorven zijt,
Gij wordt ons brood, maakt ons met U gemeenzaam,
van harte maak tot wederdienst ons bereid.
Gebed over de gaven:
Heer, in dit brood en deze wijn gedenken wij Jezus,
Zoon van David, Zoon van God, Koning en Dienaar.
Mogen deze gaven voor ons een bron van kracht zijn
om met Hem mee te gaan, door het aards Jeruzalem,
op weg naar het nieuwe Jeruzalem, Gods rijk op aarde,
waar vrede en vreugde is weggelegd voor alle mensen.
Dat vragen wij U omwille van Jezus, uw dienstknecht,
onze redder tot in eeuwigheid. Amen
Tafelgebed:
Pr. De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. Heilige Vader, God van mensen,
om recht te doen aan uw heerlijkheid,
om uw heil en verlossing te bezingen,
danken wij U altijd en overal voor Jezus,
de profeet van Nazaret.
Al. Gezegend Hij die kwam in uw Naam.
Hosanna in den hoge.
Pr. Alles heeft Hij welgedaan, zieken vonden bij Hem genezing
en zondaars kregen zijn vergeving.
Toch werd Hij als een misdadiger veroordeeld tot de dood.
Hij die zelf onschuldig was, heeft het lijden aanvaard voor hen die wel
schuldig waren.
Al. Gezegend Hij die kwam in uw Naam.
Hosanna in den hoge.
Pr. Hij is nu voor alle tijden uw woord dat mensen redt,
de hand die U zondaars reikt,
de weg waarlangs uw liefde en vrede ons worden aangeboden.
Hij roept ook ons weg uit het land van duisternis en uitzichtloosheid
en wijst ons de weg naar uw hemel op aarde.
Al. Gezegend Hij die kwam in uw Naam.
Hosanna in den hoge.
Sanctus/Heilig, heilig
Pr. God van mensen, wij gedenken Jezus, uw gezondene.
Hij die bestond in uw goddelijke majesteit heeft zich vernederd en is
ons aller dienaar geworden, om ons zo te bevrijden van de verlammende
macht van zonde en schuld.
Tijdens het laatste avondmaal dat Hij in Jeruzalem met zijn vrienden
hield, op die avond voor zijn dood, heeft Hij ons een heilig teken
gegeven opdat wij nooit zouden vergeten wat Hij ons heeft willen zeggen.
Hij nam brood, dankte U, brak het en deelde het rond met de woorden:
Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, dit is mijn lichaam, dit is mijn
leven dat Ik voor jullie ga geven.
Zo nam Hij op die avond ook de beker met wijn, deelde die met zijn
vrienden met de woorden:
Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is mijn bloed, dit
is mijn leven dat Ik voor jullie ga geven, dit is de beker van een
nieuw en altijddurend verbond. Blijf dit doen om Mij te gedenken.
Zo vieren wij het verbond van God met de mensen.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. God van mensen, deze Jezus willen wij levend houden in ons midden.
Samen met Hem willen ook wij deze oude aarde vernieuwen en de macht van
het kwaad breken.
Naar zijn voorbeeld willen ook wij nieuwe wegen van goedheid banen,
paden van gerechtigheid en vrede, van geloof in de toekomst en
vertrouwen in elkaar.
Schenk ons uw Geest van kracht opdat ook wij in staat zijn Hem na te
volgen in zijn idealisme en trouw, in zijn menslievendheid en
dienstbaarheid.
Dan zal ook door ieder van ons uw rijk op aarde werkelijkheid worden,
in zijn naam en in zijn kracht.
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze
God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu
en tot in eeuwigheid. Amen
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft:
Al. Onze Vader . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef vrede in onze dagen, dat
wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en
beveiligd tegen alle onrust. Hoopvol wachtend op de komst van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen
Vredewens
Agnus Dei/Lam Gods
Communie
Slottekst:
Hij was maar een man, gedragen door een ezel, eenvoudig en zonder
aanzien. Zonder grote parade, zonder rode loper onder de voeten, zonder
lijfwachten. Geen speciale veiligheidsmaatregelen, geen agenten, geen
afzettingen en geen geblokkeerde wegen.
Hij was maar een man gedragen door een ezel, de koning der armen, de
Messias van dienst. Zonder troon, zonder triomfantelijke en plechtige
ontvangst van de overheid, zonder diplomatieke aanwezigheid.
Hij was maar een man gedragen door een ezel, vol aandacht voor de
minstbedeelden, vol zorg voor de uitgestotenen en toch in het verzet
tegen uitbuiting en onrechtvaardigheid.
Hij was maar een man gedragen door een ezel, de zachtste van alle
mensen. Hij werd gedragen door een zacht dier, de hardste stad van alle
steden binnen.
Moeten wij dan ook die Man op de ezel in ons leven niet binnenlaten en
ons grondig veranderen als wij Zijn Naam willen dragen?
Slotlied: HET LASTDIER VAN DE VREDE
(melodie: zo vriendelijk en veilig)
Het lastdier van de vrede draagt mijn Heer,
Gods knecht ten voeten uit rijdt bij ons binnen.
Neemt nu voorgoed de vijandschap een keer?
zal heel het volk echt aan Gods droom beginnen?
Gedragen worden, vrienden om je heen,
Komt hier ook draagkracht uit ons diepste binnen?
De eigenmacht van mensen is nog groot;
de blind- en doofheid door mijn eigen zorgen:
een huis, een tuin en werken voor mijn brood,
iemand te zijn, een grote naam, voor morgen.
Zo bloedt ons enthousiasme langzaam dood,
zo raakt Gods lijdensweg voor ons verborgen.
Door deze dagen heen voert ons de weg
van Hem, die toont hoe vrede bloeit uit lijden.
Hij wordt ons als de waarheid aangezegd
zelfs als verraad en leugen rond hem strijden.
Zo is Hij koning, koning als een knecht,
door op een ezel naar de stad te rijden.