Palmzondagviering 2007 - Gebedsviering
Thema: op weg naar Jeruzalem
Openingslied: Jeruzalem, stad van God
Refrein:
Jeruzalem, stad van God,
hier komt uw Koning, hier komt uw Heer,
Jeruzalem, stad van mensen,
zing Hem ter eer.
Hier komt de koning van de vrede,
die toekomst scheppen zal,
Hij heeft zoveel voor ons geleden,
dat hoor je overal. Refrein
Hier komt een Koning zonder luister,
die men verguizen zal,
en toch: zijn licht verdrijft het duister,
dat hoor je overal. Refrein
Hij is een Koning in het kleine,
die men verraden zal,
en toch: zijn glorie zal verschijnen,
dat hoor je overal. Refrein
Hij is de Koning aller mensen,
die men verwerpen zal,
en toch: zijn liefde kent geen grenzen,
dat hoor je overal. Refrein
Inleiding
Drempelgebed:
Vg. Met Jezus en zijn vrienden gaan we op weg naar Jeruzalem. De
vieringen van komende week zijn etappes op die weg, een weg vol
tegenstellingen, van triomf en verraad, van grootheid en kleinheid, van
leven en dood.
Al. Heer, geef ons de moed om de weg van Jezus te gaan,
de weg van het kruis, de weg van de dienstbaarheid.
Vg. Diep in onze ziel dragen wij allemaal het verlangen naar blijvend
geluk, naar ware vrede en waarachtige liefde.
het visioen van volmaaktheid, van liefde, van vrede.
Dat is toch het doel van onze levensreis.
Al: Heer, geef ons een helder inzicht
hoe wij de weg van Jezus kunnen gaan in ons leven.
Vg. Iedere reis begint met het pakken van de bagage.
Bijna altijd is de keuze moeilijk: wat neem ik mee en wat laat ik
achter? De grote vijand van de pelgrim te voet is het gewicht. We nemen
vaak te veel overbodige ballast mee.
Al. Heer, vergeef ons als we ons teveel bezig houden
met bijkomstigheden in ons leven,
en daardoor de weg van Jezus uit het oog verliezen.
Vg. Heer, wij vragen U om vergeving als we dikwijls onze draagkracht
overschatten of ook onderschatten,
als we in het kleine of in het grote ontrouw waren aan de weg ons
gewezen door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Gebed:
Jezus, jij hoorde altijd de stemmen van mensen in nood. Jij troostte ze
altijd en gaf ze weer moed. Voor jou had liefde het laatste woord en
niet de haat en het egoïsme. Op die manier ontstond er een betere
wereld. Iedereen moet zich van binnen vernieuwen, niet ikke, ikke,
alles voor mij, maar ik zal er zijn voor de ander. Zo wordt het voor
iedereen mogelijk om in deze wereld te leven. Amen.
Koor: Kyrie/Heer, ontferm U
Jezus op weg naar Jeruzalem (1) (Matteüs 20,17-19)
Toen Jezus verder trok naar Jeruzalem, nam Hij de twaalf leerlingen
apart, en onderweg zei Hij tegen hen: "Kijk, we gaan op naar Jeruzalem,
en de Mensenzoon zal overgeleverd worden aan de hogepriesters en
schriftgeleerden, en ze zullen Hem ter dood veroordelen. Ze zullen Hem
overleveren aan de heidenen om Hem te bespotten, Hem te geselen en te
kruisigen, en op de derde dag zal Hij tot leven gewekt worden."
Zang:
De koning van de vrede ging naar Jeruzalem,
daar heeft Hij veel geleden, en velen volgden Hem.
Hij ging hen voor in 't goede, was trouw tot in de dood,
Hij zou de zijnen voeden, met wijn en ook met brood.
De koning van de vrede, die dienaar zonder macht,
Hij is voor ons een zegen, een stille bron van kracht.
Dat wij niet hoeven vrezen de macht van alle kwaad,
omdat wij zeker weten, dat Hij ons nooit verlaat.
Jezus op weg naar Jeruzalem (2) (Matteüs 20,20-28)
Toen kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs bij Hem, samen met haar
zonen; ze viel voor Hem op de knieën om Hem iets te vragen. Hij zei
tegen haar: "Wat wil je"' Ze antwoordde: "Zeg dat deze twee zonen van
mij een plaats krijgen in uw koninkrijk, één rechts en één links van
U". Maar Jezus antwoordde: "Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen
jullie de beker drinken die Ik zal drinken?" Ze zeiden Hem: "Ja, dat
kunnen we" Hij zei hun: "Mijn beker zullen jullie drinken, maar rechts
en links van Mij zitten? Het is niet aan Mij om dat te vergeven. Dat
wordt aan diegenen gegeven, voor wie dat door mijn Vader is weggelegd."
Toen de tien anderen dat hoorden, ergerden zij zich aan de twee broers.
Maar Jezus riep hen bij zich en zei: "Jullie weten dat de leiders van
de volken heerschappij voeren over hen en de grote mannen hun gezag
laten gelden. Zo moet het onder jullie niet zijn. Integendeel, wie
groot wil worden onder jullie, moet jullie dienaar zijn, en wie onder
jullie de eerste wil zijn, moet jullie slaaf zijn. Zoals de Mensenzoon
niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, en om zijn
leven te geven als losgeld voor velen."
Zang:
De koning van de vrede, een koning zonder troon,
geen macht om te verdelen, geen pracht en praal en kroon.
Voor allen die Hem volgen is leven weggelegd,
maar geen gezag of glorie, Hij heeft het zelf gezegd.
De koning van de vrede, zo groot maar zonder macht,
gekomen om te dienen, de liefde was zijn kracht.
Zijn leven willen leiden, zijn weg van dienstbaarheid,
in goede, slechte tijden, zijn wij daartoe bereid?
Jezus op weg naar Jeruzalem (3) (Matteüs 20, 29-34)
Toen ze uit Jericho weggingen, volgden veel mensen Hem. En kijk, twee
blinden die langs de weg zaten, hoorden dat Jezus voorbijging, en ze
schreeuwden en riepen: "Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons."
De mensen snauwden hun toe dat ze hun mond moesten houden. Maar ze
schreeuwden nog harder: "Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons."
Jezus bleef staan, riep hen en zei: "Wat wilt u dat Ik voor u doe?" Ze
zeiden Hem: "Heer, dat onze ogen opengaan." Jezus kreeg met hen te doen
en raakte hun ogen aan. En meteen konden ze weer zien en volgden ze
Hem.
Zang: De koning van de vrede komt in de hoofdstad aan,
tezamen met zijn vrienden. Hij zal er binnengaan.
We zien een koning komen, die op een ezel rijdt,
de palmen van de bomen zijn op de weg gespreid.
De koning van de vrede, die mens zo echt en waar,
komt in de stad der steden, en daar loert het gevaar.
Vandaag klinkt het 'hosanna', in heel Jeruzalem,
vandaag is 't 'halleluja', maar morgen 'weg met Hem'.
Lezing uit het evangelie volgens Matteüs (21,1-11)
Toen Jezus en zijn leerlingen Jeruzalem naderden en de Olijfberg
bestegen in de richting van Betfage, zond Jezus twee van hen vooruit
met de opdracht: "Gaat naar het dorp, daar vóór u en het eerste dat ge
zult vinden is een vastgebonden ezelin met een veulen. Maak die los en
breng ze bij Mij. Als iemand een aan-merking maakt, zegt dan: de Heer
heeft ze nodig, maar zal ze spoedig terugsturen." Dit gebeurde, opdat
in vervulling zou gaan het woord van de profeet: zeg aan de dochter van
Sion: zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin,
het jong van een lastdier. De leerlingen begaven zich op weg en deden
wat Jezus hun had opgedragen. Ze brachten de ezelin met haar veulen,
legden er hun mantels overheen en Hij ging erop zitten. Zeer velen uit
het volk spreidden hun mantels uit op de weg, terwijl anderen de weg
bedekten met twijgen die zij van de bomen hadden gesneden. De mensen
die Hem omstuwden, jubelden: "Hosanna in den hoge!" Toen Hij Jeruzalem
binnentrok, raakte de hele stad in beroering en men vroeg: "Wie is
dat?" Het volk antwoordde: "Dit is de profeet Jezus uit Nazaret in
Galilea."
Overweging door Gerda Willems
Vandaag is het Palmpasen, het begin van de goede week.
Vandaag en de komende dagen staan we stil bij die bewogen week in
Jeruzalem 20 eeuwen geleden.
Jezus en Jeruzalem horen bij elkaar. Jeruzalem, de stad die je vanaf de
olijfberg helemaal kunt overzien. De profeten noemen die berg dan ook
als de plaats van waaraf God zijn stad bekijkt en vanwaar Hij zijn stad
kan beoordelen.
Nu gaat Jezus intocht houden in Jeruzalem. Hij komt de stad
binnen,zittend op een ezeltje, een bescheiden lastdier. Een vreemde
koninklijke intocht. Herodes zou met zo'n dier niet tevreden zijn
geweest. Hij had zeker een paard genomen...
Maar Jezus koos voor een andere verschijningsvorm, als een arm weerloos
mens wilde Hij koning van de menselijkheid zijn. In die tijd was het
recht ver te zoeken en een vredeskoning was er niet.
Jezus was een echte koning van het recht en de vrede, dat was
door zijn solidariteit met de lijdenden, door zijn keuze voor de
kleinen en de armen, door zijn hele manier van leven.
Hij had de armen en de verdrukten nieuwe hoop gegeven. Hij had hen de
ogen geopend. Geen wonder dat zij het juist zijn die beginnen te
roepen; Hosanna,gezegend de koning die komt in de naam van de Heer.
Ze deden het zo luid als ze maar konden, hopende dat de gezagdragers,
de priesters, de Romeinen en hun eigen politiek leiders het goed zouden
horen. Hossanna betekent hier HELP ONS.
En ze begrepen dat ze moesten schreeuwen om Jezus te helpen. En ze
begrepen ook dat Hij het zwaar te verduren zou krijgen omdat Hij hun
zijde gekozen had.
Maar vandaag vieren ze feest en bedekken de weg met twijgen die ze van
de bomen hadden gesneden. En zingen ze hun lofzang.
En nu vele eeuwen later zouden we eigenlijk een groep mensen in het
zonnetje moeten zetten. Mensen die net als Jezus toen leven voor hun
ideaal. Want stel je eens voor hoe de wereld zou zijn als die mensen er
niet meer waren.
Mensen, boordevol plannen. Ze willen bevrijden, verlossen, Ze werken
keihard in hun strijd tegen ziekte, tegen honger, armoede, lijden. Er
zijn er zelfs die vechten tegen de dood. Als er een dag is die bij hen
past is het wel Palmzondag. De dag van het applaus. Voor al die
naamloze zwoegers. Mensen die anderen HELPEN, HOSSANNA.
Je treft ze in alle lagen van de bevolking aan. Jongeren die in de
zomer in hun vakantie wekenlang zwoegen voor een goed doel o.a. in de
ontwikkelingslanden mee projecten opzetten en opbouwen. Mensen die in
de verpleging werken en in hun vakantie mee gaan met de zonnebloem om
te helpen, mensen die in hun buurt de handen uit de mouwen steken voor
een ander, of voor een karweitje, verzorging of een praatje. Ze worden
kwaad als je vraagt wat ze hebben verdiend. Al deze mensen verdienen
een groot applaus. Gelukkig zijn er zo heel veel mensen en wie weet
hoort u daar zelf ook wel bij. Het is goed om af en toe te
applaudisseren voor al het goede dat in ons midden gebeurt.
Met gedenk o mens dat je stof bent,begonnen wij deze vastentijd. Dat
betekent niet;je bent waardeloos. nee je bent juist hard nodig op de
plaats waar je staat. Weet alleen wie je bent.
Geen held,geen superman of vrouw maar gewoon een mens die de weg van
Jezus volgt. Hij die altijd solidair is geweest kan het licht
doorbreken. Ook hier in deze vrije maar o zo onvrije, in deze rijke
maar eigenlijk o zo arme, schijnbaar sterke maar o zo wankele wereld.
We gaan de goede week vieren en verder bouwen aan zijn wereld. Als u
straks op het einde van de viering een palmtakje mee naar huis neemt
dan kun je als het ware tegen je zelf zeggen; dit is mijn lichaam; ik
geef mijn leven waar het nodig is.
Ik hoop dat ik mijn vriendschap en zorg mag delen met veel mensen.
Zo heeft Jezus het ons voor gedaan. Maar kijk wel uit de hele komende
week en blijf jezelf, ook als je applaus ontvangt. Want iedere dag
hoort erbij de vrijdag en de zondag. De nacht maar ook de nieuwe dag,
de dood, maar ook de verrijzenis. Een goede week gewenst.
Zang: Wie als een God wil leven . .
Wie als een God wil leven
hier op aarde, (2x)
hij moet de weg van alle zaad
en zo vindt hij genade. (2x)
Hij gaat de weg van alle aardse dingen (2x)
en leeft zijn lot met hart en ziel
van alle stervelingen. (2x)
Hij wordt aan zon en regen prijs gegeven, (2x)
het kleinste zaad in weer en wind
moet sterven om te leven. (2x)
De mensen moeten sterven voor elkander, (2x)
het kleinste zaad wordt levend brood
zo voedt de een de ander. (2x)
En zo heeft onze God zich ook gedragen (2x)
en zo is Hij het leven zelf
voor iedereen op aarde. (2x)
Geloofsbelijdenis:
Vg. Ik geloof in God, die liefde is en ons de wereld schenkt.
Al. Ik geloof dat God ons roept en zendt
om van deze wereld een thuis te maken:
een wereld zonder honger, pijn of verdriet,
een wereld vol goedheid, rechtvaardigheid en vrede.
Vg. Ik geloof in Jezus Christus, die geroepen en gezonden
werd om lief en leed met ons te delen, om, geborgen in Gods liefde,
zich te geven aan de mensen.
Al. Ik geloof dat de Heer ook ons roept en zendt
om lief en leed te delen met elkaar.
Vg. Ik geloof dat de Heer ons roept en zendt
om van zijn Blijde Boodschap te getuigen in woord en daad,
opdat alle mensen van de wereld broers en zusters zouden worden
in de Kerk van zijn liefde,
op weg naar zijn Rijk van vrede en vriendschap voor altijd.
Al. Wij geloven in Zijn Geest, die ons daartoe is gegeven,
nu en tot in eeuwigheid. Amen.
Collecte (waaronder orgelspel)
Voorbede:
God, laat ons bidden voor de mensen die de weg van Jezus bijna uit het
oog hebben verloren.
Dat ze in deze Goede Week een stimulans vinden om terug te gaan naar
die mens Jezus.
Antifoon:
Kom ons bevrijden, God. Laat ons weer leven.
Houd ons op de weg naar uw vrede.
God, laat ons bidden voor alle mensen die wonen in het land waarin
Jezus leefde en preekte, voor Joden en Palestijnen dat zij wegen vinden
om de geweldsspiraal te doorbreken en te komen tot duurzame vrede.
Antifoon:
God, laat ons bidden voor de mensen, die bedroefd zijn om het verlies
van een dierbare, dat ze blijven geloven in een nieuw leven.
Antifoon:
God , laat ons bidden voor de mensen die honger lijden. Laat ons geen
brood of ander voedsel achteloos weggooien of vernietigen.
Antifoon:
God, wij bidden tot U voor de mensen die elke dag wel feest kunnen
vieren. Dat ze niet achteloos voorbij leven aan de ellende van hun
medemensen.
Antifoon:
God, wij bidden tot U om huizen en plaatsen waar jongeren hun vrije
tijd kunnen doorbrengen met activiteiten die hen aanspreken, en waar ze
spelenderwijs leren hoe ze met elkaar om moeten gaan.
Antifoon:
Intenties.
Lofgebed
Aan de poorten van de stad spreidden de mensen hun mantels uit op de
weg om Hem te verwelkomen, die kwam in de naam van de Heer, die van
zichzelf gezegd had: Ik ben niet gekomen om gediend te worden maar om
te dienen en mijn leven te geven voor de wereld. Jezus, wij loven en
danken U.
Antifoon:
Daar waar vriendschap is en vrede.
Daar waar liefde is, daar woont God.
Aan de poorten van de stad zwaaiden kinderen vrolijk met hun
palmtakken. Ze zongen Jezus luidkeels toe als de koning van de vrede,
die gezegd had: wie de eerste wil zijn moet de laatste willen zijn en
dienaar van iedereen. En dat precies maakte Hij waar in zijn leven.
Jezus, wij loven en danken U.
Antifoon:
Aan de poorten van de stad stonden ook de oudsten en schriftgeleerden.
Zij spraken schande van deze vertoning. Door hun toedoen mondde deze
triomftocht uit in een kruisweg vol pijn en lijden. Maar ook toen bleef
Hij zichzelf en zei Hij: Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat
zij doen. Jezus, wij loven en danken U.
Antifoon
:
Aan de poorten van de stad staan ook wij. Met onze groene palmen in de
hand, hebben ook wij Jezus verwelkomd. Ook voor ons is Hij een
onvergetelijke mens. Maar ook tegen ons zegt Hij: Als je mijn volgeling
wil zijn moet je je kruis op je nemen, moet je veel in je leven kunnen
loslaten. Jezus, wij loven en danken U.
Antifoon:
Afsluiting van de viering
Slotlied: Jeruzalem, mijn Vaderstad
Jeruzalem, mijn vaderstad, mijn moederstad, wanneer
zal ik u zien zoals gij zijt: de bruid van onze Heer.
Daar is geen pijn en geen verdriet, geen afgunst en geen nijd,
en angst en armoe zijn er niet, maar altijd vrolijkheid.
God geve mij, Jeruzalem, dat ik eens op een dag
een pelgrim aan uw poorten ben en dat ik binnen mag.
De negers met hun loftrompet, de joden met hun ster;
de laatste is de eerste hier, al kwam hij ook van ver.
Van alle kanten komen zij, de lange lanen door;
het is een eindeloze rij: de kinderen gaan voor.
Jeruzalem, mijn vaderstad, mijn moederhuis, wanneer
zal ik u zien zoals gij zijt: de bruid van onze Heer.
(Na het slotlied worden de eerder gezegende palmtakjes uitgedeeld)