Openingslied: Herders, Hij is geboren
Verwelkoming en inleiding
Heer ontferm U
GebedGlorialied: Eer zij God in onze dagen eer zij God in deze tijd
Eerste lezing: ThuisThuis: Dat is waar mijn ouders waren, waar ik opgroeide, mijn
vader riep: doe de deur dicht, mijn moeder pannenkoeken bakte, waar we
op zondagavond kuierden, lang geleden met het hele gezin. Een stroom
van herinneringen Fijne en minder fijne.
Thuis: Dat is waar ik later zelf woonde, mijn eigen huis, waar ik kon
zingen vals en hardop, waar ik kon huilen, waar ik ieder geluid van
kende, waar het stil kon zijn en vol met mensen, waar aan de muur
herinneringen hingen.
Thuis: voor iedere mens is dat een heel verhaal. Een verhaal van wonen
en leven. Alleen, met een gezin, met zijn tweeën, man en vrouw, vriend
en vriend, vriendin en vriendin, op zoveel wijzen wonen mensen en
scheppen zich een thuis.
Thuis: is waar je je veilig voelt, waar je beschutting vindt, waar jij
jij mag zijn, waar je steeds welkom bent, ongelukkig de mens die zo een
thuis mist, die er geslagen wordt, die er zijn lichaam niet veilig is,
die vluchten moet, die uit huis moet die elders een thuis moet vinden.
Tussenzang: Jerusalaïm, stad van God
Lezing uit het evangelie volgens Lucas (2,41-52)Ieder jaar reisden de ouders van Jezus bij gelegenheid van het
Paasfeest naar Jerusalem. En overeenkomstig het gebruik bij dit feest
gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was. Maar na
afloop van die dagen keerden zij naar huis terug.
Het kind Jezus bleef echter in Jerusalem zonder dat zijn ouders dat
wisten. In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond, gingen zij
een dagreis ver, en zochten Hem toen onder familieleden en bekenden.
Omdat zij Hem niet vonden keerden zij al zoekende naar Jerusalem terug.
Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel, waar Hij te midden van
de leraren zat naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde.
Allen die Hem hoorden waren verbaasd over zijn inzicht en zijn
antwoorden. Toen zijn ouders Hem daar opmerkten stonden zij verslagen.
Zijn moeder zei tot Hem: 'Kind, waarom heb Ge ons dit aangedaan? Denk
toch eens met wat een pijn uw vader en ik naar U hebben gezocht?'
Maar Hij antwoordde: 'Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge dan
niet dat Ik in het huis van mijn vader moest zijn?' Zij begrepen echter
niet wat Hij daarmee bedoelde. Hij ging met hen mee naar Nazaret en was
aan hen onderdanig. Zijn moeder bewaarde alles wat er gebeurd was in
haar hart. En met de jaren nam Jezus toe in wijsheid en welgevalligheid
bij God en de mensen.
Op de radio is soms een spotje te horen waarin een kind "mama"
roept
maar niemand geeft dan antwoord.
Dit spotje vraagt aandacht voor de vele kinderen in Afrika
die geen mama en papa meer hebben omdat die overleden zijn, meestal aan
de ziekte aids.
Het is reclame voor een organisatie die probeert deze kinderen
toch een liefdevol thuis te geven.
Een kind zonder een eigen thuis is altijd heel verdrietig,
maar dat geldt net zo goed voor volwassenen.
Elke mens, klein en groot, is wezenlijk een familiemens,
een mens die een plek moet hebben waar hij zich thuis voelt,
waar hij warmte en geborgenheid vindt.
Voor kinderen is dat op de eerste plaats het eigen gezin,
maar ook de school of de club waar ze bij zitten.
Voor volwassenen is dat de familie- en vriendenkring,
de werkkring waar hij zich thuis voelt.
Dat thuis vind je niet in een gebouw maar altijd in mensen.
Er is een gezegde: een huis bouw je met je handen, een thuis bouw je
met je hart.
M.a.w. een huis wordt een thuis als mensen hart hebben voor elkaar.
En hart hebben voor elkaar, warmte en geborgenheid geven aan elkaar,
dat begint met luisteren naar elkaar
en je kunt alleen luisteren naar elkaar als je tijd hebt voor elkaar.
Jaren geleden was er in Amerika een schietpartij op een middelbare
school
en naar aanleiding daarvan werd er een actiegroep opgericht
die gezinnen opriep om toch minstens eens in de week samen te eten.
Daar schrok ik van: blijkbaar waren er gezinnen waar nooit meer samen
gegeten werd,
en juist een gezamenlijke maaltijd is de ideale gelegenheid
om samen over van alles te praten en te luisteren naar elkaar.
Een aantal mensen onder één dak is nog geen echt thuis.
Als een man of vrouw zich niet meer echt thuis voelt bij zijn of haar
partner,
dan is dat een teken dat ze al heel ver uit elkaar gegroeid zijn
en dat de onderlinge verbondenheid ver te zoeken is.
Als een kind zich niet echt thuis voelt in het eigen gezin,
ofwel omdat de relatie tussen zijn ouders verstoord is,
ofwel omdat ze eigenlijk nooit tijd voor hem hebben dan is hij maar al
te vaak voor de rest van zijn leven gehandicapt
om samen met anderen verbondenheid te beleven.
Kerstmis is bij uitstek een thuisfeest of familiefeest.
Alles wordt a.h.w. uit de kast gehaald om het gezellig te maken voor
elkaar.
En als de feestdagen weer voorbij zijn
wordt er ook vaak gezegd: gelukkig dat die voorbij zijn,.
al die overdaad is heel vermoeiend.
Maar we mogen niet vergeten dat we elke dag van het jaar de opdracht
hebben
om een thuis te zijn voor elkaar, om zo te leven en te handelen
dat anderen zich thuis voelen bij ons.
En dat kan alleen als we tijd hebben voor elkaar
en elkaar niet voorbij hollen.
Moge het in die zin elke dag een beetje kerstmis zijn.
Offerandelied: Joy to the world
De grote lofprijzing:Pr. De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren,
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. Wat geen oog heeft gezien en geen oor gehoord, wat in geen
mensenhart is opgekomen, hebt U, o God, bereid voor allen die in U
geloven. Onze tijd en ruimte bent U binnengetreden in een kind, een
verlosser, een redder, een licht dat de duisternis verdrijft.
Gezegend, U, God-met-ons, om dit mysterie van uw liefde, om uw
altijddurend verbond met ons kleine, zwakke mensen, om uw Geest die
leven geeft.
Wij danken U voor Jezus, uw Zoon, die ons leven gedeeld heeft vanaf
geboorte tot in de dood, die zo ons aardse bestaan heeft vernieuwd en
verheven.
Daarom loven en aanbidden wij U, samen met alle gelovigen ter wereld,
en we zeggen vol vreugde.
Al. Heilig, heilig, heilig
Pr. U, God van alle tijden, van begin tot einde, van hier en overal. U
die met ons bent vanaf de moederschoot tot voorbij het graf. U, die in
ons brandt, als vuur niet te blussen, als leven niet te stuiten.
U, die wordt gezocht, gekend van horen zeggen, en soms gezien met eigen
ogen. U hebt zich laten horen door de mond van profeten. U hebt zich
laten zien in woord en werk van deemoedigen. U hebt zich geopenbaard in
Jezus Christus, Kind van mensen, Kind van belofte, sprekend de Vader.
Hem gedenken wij, Jezus, uw gezondene, geboren in een stal, ver van
huis, aan de deur afgescheept, amper onderdak, ver van wat heet het
grote gebeuren. Gevonden door simpele zielen, door koningen die klein,
door machtigen die wijs zijn.
Voor tijd en eeuwigheid is Hij geworden: een engel van een mens, een
ster in de nacht, kind is Hij gebleven, Zoon van de Vader, door niets
en niemand klein te krijgen, door de dood niet eens.
Wij ontmoeten U in Jezus, het kind van Betlehem, de profeet van
Nazaret, die weldoende rondging. Hij laat zich vinden in het brood dat
Hij de laatste avond van zijn leven deelde met zijn vrienden, tot
gemeenschap met hen en ons, in leven en dood.
Hij nam toen het brood, brak het en reikte het over met de woorden:
Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, want dit is mijn lichaam, mijn
leven, dat voor jullie gegeven wordt.
Hij laat zich vinden in de beker die Hij overreikte aan zijn vrienden
en aan ons, opdat wij doen wat Hij heeft gedaan: zo goed als God zijn,
voor mens en wereld.
Hij nam toen de beker en zei: Neemt deze beker en drinkt hier allemaal
uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond, dit is
mijn bloed, mijn leven, vergoten voor u en alle mensen. Blijft dit doen
om Mij te gedenken.
Hier, in brood en wijn, in breken en delen, vieren ook wij de liefde
van Jezus. Hij is ons licht en onze hoop.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. Die Jezus, met een hart vol liefde voor elke mens, laat zich vinden
in allen die juist als Hij het brood oprecht delen met elkaar,
die willen leven voor elkaar, zorgen voor elkaar, die, juist als Hij,
weldoende rondgaan. Want al wie eten van dit brood, brekend en delend
met anderen, zij houden Hem in leven onder ons.
Moge uw Geest ons aanzetten en ondersteunen om in zijn voetstappen
verder te gaan, opdat zijn droom werkelijkheid wordt: vrede op aarde
voor alle mensen van goede wil, licht dat schijnt tot in de donkerste
hoeken, leven waar mensen geen leven hebben.
Moge die mens der mensen, U een geliefde Zoon, voortleven in onze
gemeenschap.
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze
God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu
en tot in eeuwigheid. Amen
Pr. Laten wij zingend bidden tot God onze Vader met de woorden die
Jezus ons gegeven heeft.
Al. Onze Vader, die in de hemel zijt, . . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat
wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en
beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in
eeuwigheid. Amen.
Vredewens
Lam Gods
Communie: Bethlehem
Slottekst: Thuis voelenJe thuis voelen hoeft niet thuis te zijn maar gewoon een plaats,waar je heen kunt, wanneer je je rot voelt, wanneer je je fijn voelt, een plaats waar je jezelf durft te zijn, waar je je niet hoeft te schamen omdat je anders bent. Jijzelf kunt zo'n thuis zijn voor de ander door open te staan voor zijn gevoelens, zijn buien, zijn eigenaardigheden, door gewoon te luisteren door begrip te tonen of door een arm om hem heen te slaan. Iedereen kan een thuis zijn, als je maar wilt.
Slotlied: Wonen overal, nergen thuis