Eucharistieviering eerste Kerstdag 2008

Openingslied : WIJ KOMEN TEZAMEN

    Wij komen tezamen zoekend naar de vrede
    en vinden de reden in Betlehem:
    God, hoog beleden, zoekt het hier beneden.
    Komt laten wij hem zoeken (3x) in elkaar.

    Wij groeten de herders, armen van de aarde,
    die God zien ontwaarden in macht, geweld.
    Wij zien en weten dat wij hen vergeten.
    Komt laten wij hen vinden (3x) overal.

    Wij groeten de wijzen, naam en huis verloren,
    op reis om te horen waar God zich meldt.
    Alwat zij zagen was een Kind vol vragen.
    Komt laten wij hen volgen (3x) in geloof.

Verwelkoming

Inleiding
    Ik wil deze viering openen met een gedicht van een confrater van me. Het past misschien niet bij het lieve kind van Betlehem, niet echt bij onze vredige kerstgevoelen, maar het zegt wel hoe mensen zouden moeten zijn, en over mensen gaat het toch vandaag op de erste plaats.

    op wapens wacht de wereld niet
    en niet op staal en harde handen
    het kille brein dat niets ontziet
    brengt maar ellende in den lande

    het nuchtere vernuft kan niet bezielen
    techniek alleen brengt troost noch baat
    wie voor een zieke neer kan knielen
    die is tot stille wonderen in staat

    de mens is geen machine die verslijt
    geen apparaat om bij te stellen
    hij heeft een hart dat klopt en lijdt
    vraagt niet om toeters en om bellen

    bekwame handen zijn een zegen
    het hart dat luistert is nog meer
    wie het ontmoet kan er weer tegen
    en is gewapend tegen ziek en zeer

    Mens zijn voor elkaar, daar willen we in deze viering wat nadenken. En als we daarin tekort schieten vragen we om vergeving in het drempelgebed.
Drempelgebed
    Vg. God, Vader van barmhartigheid, vergeef ons dat wij zo dikwijls doof waren voor uw woord van leven en niet open stonden voor het hulpgeroep van mensen in onze omgeving.

    Al.: Heer, open ons hart voor uw boodschap van liefde.

    Vg. Jezus, vriend van alle mensen, vergeef ons dat wij U zo dikwijls niet herkenden in de minste van onze medemensen; en daarom voor u geen plaats en geen tijd hadden.

    Al.: Heer, open ons hart voor uw boodschap van liefde.

    Vg. Geest van God, die in ons leeft, vergeef ons dat wij zo dikwijls niet luisterden naar uw stem, uw vuur lieten smeulen, uw ster niet hebben gevolgd, uw vrede niet hebben gebracht.

    Al.: Heer, open ons hart voor uw boodschap van liefde.

    Vg. Moge de Heer van liefde en trouw zijn vergevende hand houden boven ons gebrek aan enthousiasme, boven onze oppervlakkigheid, onze ontrouw aan zijn droom van liefde. Moge Hij zijn hand houden boven ons en onze gemeenschap, opdat wij telkens weer nieuwe mensen worden, vol vrede.

Kyrie

Kerstverhaal (Lucas. 2,8-14)
    Toen Jezus in Betlehem geboren was, waren daar in de omgeving herders die 's nachts onder de blote hemel de wacht hielden bij hun kudden. Opeens stond er een engel bij hen, en de glorie van de Heer omstraalde hen.
    Ze werden verschrikkelijk bang, maar de engel zei tegen hen: 'Wees niet bang! Luister, ik breng jullie groot nieuws dat het hele volk erg blij zal maken. Zojuist is in de stad van David voor jullie een redder geboren: Christus, de Heer. Hieraan kun je Hem herkennen: je zult een kindje vinden dat gewikkeld is in doeken en in een voederbak ligt.'
    Plotseling was er bij de engel een grote groep andere engelen uit de hemel. Zij prezen God en zeiden: 'Eer komt toe aan God in de hoge hemel en vrede op aarde aan de mensen die in Gods gunst staan!'

Gloria

Eerste lezing:
    Je hoeft niet veel te spreken,
    wanneer je naar de kerststal gaat,
    weet dat je de vrede vindt
    als je dit kind naar binnenlaat.

    Je hoeft geen schatten mee te dragen,
    wanneer je naar de kerststal gaat,
    weet dat voor dit kind
    een klein gebaar volstaat,

    Je hoeft niet lang te blijven,
    wanneer je naar de kerststal gaat,
    als je maar begrepen hebt,
    wat dit kind te wachten staat.

    Je hoeft niet bang te zijn,
    wanneer je naar de kerststal gaat,
    dit kind legt weer de rust
    op jouw vermoeid gelaat;

    Je hoeft niet veel te wensen,
    wanneer je naar de kerststal gaat,
    weet dat in het nieuwe jaar,
    dit kind je nooit verlaat.

Koorzang

Lezing uit het evangelie volgens Johannes (1,1-5;9-14)
    In het begin was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is. In Hem was leven en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis maar de duisternis nam het niet aan.
    Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld. Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
    Aan allen echter die Hem wel aanvaardden, aan hen die in zijn naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden; zij zijn niet uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren.
    Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid.
Overweging
    Kerstmis is het feest van de menswording, niet alleen Gods menswording, God die als een mens verschijnt op de wereld, maar ook onze eigen menswording. Natuurlijk, we zijn geboren als mensen, niet als ossen of ezels of schapen, dieren waar het ook vaak over gaat in deze tijd. Daar voelen we ons ver boven verheven, wij zijn mensen met verstand en vrije wil, maar gedragen we ons ook altijd als mensen, menswaardig, menslievend, mensvriendelijk?
    Als je om je heen kijkt in de wereld van vandaag, dan zie je soms mensen die zich gedragen als wilde beesten, beesten waar iedereen bang van is omdat ze je verscheuren. Die onmensen veroorzaken een hoop verdriet en ellende. Die lui zouden inderdaad wat menselijker moeten worden.
    Maar laten we even naar onszelf kijken. Gedragen wij ons altijd als mensen? Zijn we soms geen schapen, kuddedieren die anderen achteraan lopen. Laten we ons niet al te vaak beďnvloeden door wat mén zegt, door wat mén vindt van waarden en normen in de samenleving,? We zijn trots op onze vrije wil, maar zijn we wel zo vrij?
    En zijn we soms geen ezels, zeggen we niet dikwijls, achteraf: wat ben ik dom geweest. Had ik maar even nagedacht? We zijn begiftigd met verstand, maar gebruiken we het ook altijd?
    Natuurlijk zijn we mensen maar tegelijk hebben we de opdracht om meer mens te worden, beter mens, wijzer mens, vooral meer mens jegens anderen met wie we het leven delen.
    Op dit feest van de menswording, Gods menswording, worden we uitgenodigd om naar een kind te kijken, het kind van Betlehem dat later in zijn leven een belangrijke boodschap had voor iedereen die echt mens wil zijn. Maar je kunt ook naar elk kind kijken, daar kunnen we veel van leren.
    Wat wij grote mensen elkaar zo moeilijk schijnen te kunnen geven, dat roept een klein kind spontaan in ons op: genegenheid en liefde, welwillendheid en geduld, vertrouwen en warmte. Als alweer die luier nat is en de wasmachine wol, als alweer 's nachts het hele huis wakker gehuild wordt, dan wordt er misschien wel eens gezucht, maar men wordt niet kwaad, geduldig wordt voor een klein kind allerlei ongemak verdragen, want, ach, zo'n kind kan er toch niets aan doen.
    Maar, o wee, als een volwassene ons wat overlast bezorgt, dan is onze verdraagzaamheid meestal van korte duur, dan vliegen de verwijten door de lucht.
    Als een kind verwaarloosd wordt of zelfs mishandeld, dan is ieder hoogst verontwaardigd, dan roepen we schande en zeggen: hoe kunnen ze zo onmenselijk zijn, en zo'n onschuldig weerloos kind zo slecht behandelen. Maar als een volwassene geslagen wordt, verwaarloosd, getreiterd, in de hoek gedrukt, dan hoor je heel dikwijls niemand protesteren. Op zijn hoogst zegt iemand: het zal zijn eigen schuld wel zijn.
    Waarom wordt een kind zoveel milder benaderd dan een volwassene? Het antwoord lijkt nogal eenvoudig: een kind is de onschuld zelf, het is weerloos, je kunt het gewoon niets echt kwalijk nemen. Maar een volwassene is wel verantwoordelijk voor zijn doen en laten, en dus kun je het hem wel kwalijk nemen als hij iets doet wat je niet bevalt. Maar is dat antwoord altijd wel zo goed als we denken. Is een volwassene altijd wel zo schuldig als we zeggen? Wij, grote mensen, kunnen ons wel verbeelden dat we baas in eigen huis zijn, maar we zijn ook onderworpen aan een heleboel invloeden en krachten waaraan we zelf niets of maar heel weinig kunnen doen. We zijn in feite maar net iets minder weerloos dan een kind. We kunnen maar net iets meer dan een kind ons eigen leven bepalen.
    Als je meer mens wilt worden, kijk dan naar het kind, is de kerstboodschap, elk kind al, maar zeker het kind van Betlehem waarin God zijn woord heeft uitgesproken, het kind dat later die boodschap op alle mogelijke manieren uitdraagt. Hij wordt verlosser en vredebrenger genoemd, de nieuwe mens. Mens-worden als hij, je zijn idealen, zijn levenshouding eigen maken: dat is verlossing, dat is licht, dat is Kerstmis, niet alleen vandaag, maar alle dagen. In die zin wens ik u allemaal een zalig kerstfeest toe.
Geloofsbelijdenis:
    Vg. Ik geloof in God, die liefde is, een Vader van alle mensen,
    licht in de duisternis, leven waar dood heerst,
    hoop waar wanhoop bestaat, kracht waar zwakheid is.

    Al. Ik geloof in Jezus, het kind van Betlehem,
    zoon van Maria en Jozef, zoon van God,
    beloofde Messias, licht voor alle mensen.

    Vg. Ik geloof in de Geest van God
    die werkzaam is in en door alle mensen
    die in hun leven de weg van Jezus willen gaan.

    Al. Ik geloof in de Kerk van Jezus,
    in die gemeenschap van gelovige mensen
    die het licht van Jezus brandend willen houden, alle tijden door. Amen
Voorbede
    Ik bid om mens-wording, om meer menselijkheid
    voor al degenen die onmensen zijn geworden,
    die hard, gemeen en harteloos zijn geworden jegens medemensen,
    die anderen onderdrukken, mishandelen, misbruiken.
    Dat het kind van Betlehem hun harten moge verzachten.
    Laat ons zingend bidden.

    antifoon:
      Daar waar vriendschap is en vrede.
      daar waar liefde is, daar woont God

    Ik bid om mens-wording, om een meer menswaardig bestaan
    voor al degenen die in onmenselijke omstandigheden moeten leven,
    die te lijden hebben onder oorlog en geweld, armoede en honger.
    Dat het feest van Jezus' geboorte ook hen wat vrede en vreugde mag brengen.
    Laat ons zingend bidden.

    Ik bid om mens-wording, om meer medemenselijkheid
    voor al degenen die zich schuldig maken aan racisme en vreemdelingenhaat,
    die onverdraagzaam zijn en zich laten leiden door vooroordelen.
    Dat zij in de geest van het kerstkind iedere medemens leren zien als broeder of zuster.
    Laat ons zingend bidden.

    Ik bid om mens-wording, om meer menslievendheid,
    voor al degenen die alleen maar gevoelens van haat en wrok kennen,
    die verbitterd zijn geraakt door wat ze meegemaakt hebben,
    die totaal onverschillig langs medemensen in nood heenlopen.
    Mogen ook zij geraakt worden door de boodschap van kerstmis,
    dat zij weer liefde in hun hart toelaten.
    Laat ons zingend bidden.

    Ik bid om mens-wording, om de voltooiing van hun mens-zijn voor al onze dierbare overledenen.....

    God, help ons mens te worden zoals U ons in gedachten had:
    mensen met veel aandacht en zorg voor allen die het moeilijk hebben,
    met veel liefde voor vriend en vreemde,
    naar het voorbeeld van Jezus Christus, uw zoon en onze Heer. Amen

Offerande

Tafelgebed:
    Pr. De Heer zal bij u zijn.
    Al. De Heer zal u bewaren.
    Pr. Verheft uw hart.
    Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
    Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
    Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
    Pr. God, U bent het waard dat wij U aanbidden, want U bent Immanuël, een God met ons, een Vader die van ons houdt.

    Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.

    Pr. Wij prijzen uw heilige Naam, want steeds weer gaat uw genade naar ons uit. U houdt de wereld en alle mensen in uw hand.

    Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.

    Pr. Wij danken U dat U ons roept tot gemeenschap, om één te zijn met U en met elkaar. En in de liefde van de mensen openbaart U zichzelf, waar vrede is bent U aanwezig, onze goedheid is uw werk.

    Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.

    Pr. Wij zegenen U om het verbond, gesloten met Israël, uw volk. Uw trouw duurt eeuwig. Door de profeten hebt U een nieuw verbond beloofd, uw goedheid kent geen grenzen.

    Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.

    Pr. Wij loven en danken U omdat U met ons bent in Jezus Christus, de Mensenzoon, uw Zoon. Hij is het licht dat alle mensen verlicht.
    Daarom zingen wij het loflied van uw heerlijkheid.

    Sanctus

    Pr. God, wij staan hier voor U en roepen om leven, om licht. Het leven wordt bedreigd, de duisternis wint nog steeds. Maar midden in de winternacht hebt U een licht ontstoken, dat eeuwig schijnen zal.
    Een kind, een profeet, een meester die dienaar was, Hij is de drager van uw licht, voor alle tijden. Hij had een boodschap van hoop, een belofte van vrede. Hij was licht dat scheen in de duisternis, maar de duisternis nam Hem niet aan.
    Maar die laatste nacht van zijn leven, in dat donkere uur van verraad en geweld, heeft Hij een nieuw verbond van vrede en liefde gesloten, een verbond dat altijd duren zal.
    Hij nam toen brood in zijn handen, brak het en deelde het rond aan zijn leerlingen met de woorden: Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt.
    Zo nam Hij ook de beker met wijn en gaf hem aan zijn leerlingen met de woorden: Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond; dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om mij te gedenken.
    Zo vieren wij ook vandaag het verbond van God met de mensen.

    Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker
    verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

    Pr. God, wij staan hier voor U en roepen om leven, om licht, wij gedenken Hem die ons leven heeft gedeeld, vanaf geboorte tot de dood toe. In Hem hebben wij uw leven en uw licht herkend. In Hem vieren wij het nieuwe verbond.

    Al. Help ons trouw te zijn aan dit verbond,
    opdat zijn geest ons levend houdt en onze nacht verlicht,
    zijn geest die verwarmt wat verkild is,
    die rechtbuigt wat scheef gegroeid is,
    die zacht maakt wat verhard is,
    en zwakke mensen weer moed geeft.

    Pr. God, laat ons kinderen van het licht zijn, nieuwe mensen die vervuld van uw liefde, vrede brengen in de wereld van vandaag, in de naam en in de kracht van Jezus, het kind van Betlehem.

    Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen

    Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft.

    Al. Onze Vader . . . .

    Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, van alle duisternis en ongerechtigheid die levensbedreigend zijn. Geef vrede in onze dagen, vrede met U en vrede met elkaar, omwille van de geboorte van Jezus, Messias, uw Zoon.

    Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen

Vredewens

Agnus Dei

Communie

Slotgebed: Een vraag om licht
    Zegen met Uw licht onze ogen,
    opdat zij opengaan en het goede zien in elke mens.
    Zegen met Uw licht onze monden,
    opdat zij woorden spreken die goed doen en vrede brengen.
    Zegen met Uw licht onze handen,
    opdat zij zich uitstrekken naar de mens die naar ons toekomt.
    Zegen met Uw licht onze voeten,
    opdat zij wegen van gerechtigheid en van zorg om mensen gaan.
    Zegen met Uw licht heel ons menselijk bestaan,
    opdat er troost is voor de verdrietige, hoop voor de wanhopige,
    opdat bitterheid mag wijken voor mildheid,
    wantrouwen vlucht voor vertrouwen.
    Zegen met Uw licht allen die kwetsbaar zijn
    en gewond tot in hun ziel,
    opdat zij bescherming vinden en geheeld worden.

Slotlied: Nu zijt wellekome