Gebedsviering eerste Kerstdag 2006
Openingslied :WIJ KOMEN TEZAMEN
Wij komen tezamen zoekend naar de vrede
en vinden de reden in Betlehem:
God, hoog beleden, zoekt het hier beneden.
Komt, laten wij hem zoeken (3x) in elkaar.
Wij groeten de herders, armen van de aarde,
die God zien ontwaarden in macht, geweld.
Wij zien en weten dat wij hen vergeten.
Komt, laten wij hen vinden (3x) overal.
Wij groeten de wijzen, naam en huis verloren,
op reis om te horen waar God zich meldt.
Alwat zij zagen was een Kind vol vragen.
Komt, laten wij hen volgen (3x) in geloof.
Verwelkoming
Inleiding:
Kerstmis, warmte, wensen,
mensen allerhande, die elkaar vinden
rond een stal, rond een kind,
rond een gebeuren dat ons ontroert,
rond Gods menslievendheid, hier zichtbaar,
een naad van verbondenheid
tussen hemel en aarde.
En wij, ergens op het veld
in de nacht, als herders,
ergens in huis in de drukte, als Maria,
ergens naast elkaar,
zoekend naar woorden en zingend,
als engelen, ergens in de hoek,
verlegen en klein, als os of ezel,
en wij, starend naar een stal,
nog veilig buiten in warme mantels
met de geur van sigaren in de kleren
en met de verwachting naar feesten in de ogen,
en met goedwillende aarzeling in het hart,
nog altijd buiten,
wij, wij horen een stem:
vrees niet: ik heb goed nieuws!
vrees niet: kom ook jij naar de stal,
treed binnen in dit geheim van God
zoals je bent, niet groter of niet kleiner,
zoals je bent, os of ezel, herder of schaap,
koning of klein, Jozef of Maria,
treed binnen, wie je ook bent in de stal.
Drempelgebed:
Vg. God, Vader van barmhartigheid, vergeef ons dat wij zo dikwijls doof
waren voor uw woord van leven
en niet open stonden voor het hulpgeroep van mensen in onze omgeving.
Al. Heer, open ons hart voor uw boodschap van liefde.
Vg. Jezus, vriend van alle mensen, vergeef ons dat wij U zo dikwijls
niet herkenden in de minste van onze medemensen;
en daarom voor u geen plaats en geen tijd hadden.
Al. Heer, open ons hart voor uw boodschap van liefde.
Vg. Geest van God, die in ons leeft, vergeef ons dat wij zo dikwijls
niet luisterden naar uw stem, uw vuur lieten smeulen, uw ster niet
hebben gevolgd, uw vrede niet hebben gebracht.
Al. Heer, open ons hart voor uw boodschap van liefde.
Vg. Moge de Heer van liefde en trouw zijn vergevende hand houden boven
ons gebrek aan enthousiasme, boven onze oppervlakkigheid, onze ontrouw
aan zijn droom van liefde. Moge Hij zijn hand houden boven ons en onze
gemeenschap, opdat wij telkens weer nieuwe mensen worden, vol vrede.
Gebed
Wees hier aanwezig,woord van licht,
lichtadem, licht van stilte.
Wees hier aanwezig, licht, wees God in mij.
Wees kracht in mij tot liefde,
maak mij los uit doem en noodlot.
Maak in mij kracht tot liefde vrij.
Wees nieuw en vurig, oud en wijs in mij -
wees in mij waakzaamheid, geduld geheugen trouw -
maak mij naar Uw beeld een nieuwe mens.
Wees in mij afkeer van geweld
honger naar gerechtigheid;
hoop, ontferming, dorst naar vrede.
Voer mij terug naar de oase van Uw woord.
Wees hier aanwezig, woord van licht,
lichtadem, licht van stilte.
Wees hier aanwezig, licht,
wees God in mij.
Zang STILLE NACHT
Stille nacht, heilige nacht,
licht dat daagt, warm en zacht,
mensen, zoekend naar God op de aard,
zijn geheim in hun harten bewaard,
heden zien zij zijn licht. (2x)
Stille nacht, heilige nacht,
dag van heil, lang verwacht
God verschijnt in een klein mensenkind,
alle leven is Hij welgezind,
Jezus, kind van de hoop. (2x)
Stille nacht, heilige nacht,
hemels licht, zaal'ge pracht,
grote blijheid vervult nu ons hart
en vertedert alwie is verhard,
dank aan God, onze Heer. (2x)
Lezing uit het heilig evangelie volgens Lucas (2,1-14)
In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus dat er een
volkstelling gehouden moest worden in heel zijn rijk. Deze volkstelling
vond plaats eer Quirinius landvoogd van Syrië was. Allen gingen op
reis, ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven. Ook
Jozef trok op, en omdat Hij behoorde tot het huis en geslacht van
David, ging Hij van Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea; naar de
stad van David, Betlehem geheten, om zich te laten inschrijven, samen
met Maria, zijn verloofde die zwanger was. Terwijl zij daar verbleven,
brak het uur aan waarop zij moeder zou worden; zij bracht een zoon ter
wereld, haar eerstgeborene. Zij wikkelde Hem in doeken, en legde Hem
neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders, die in het open veld gedurende de
nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des Heren voor
hen, en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door
grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: "Vreest niet,
want ik verkondig u een vreugdevolle boodschap, die bestemd is voor
heel het volk. Heden is u een redder geboren, Christus de Heer, in de
stad van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het
pasgeboren kind vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe."
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij
verheerlijkten God met de woorden: "Eer aan God in den hoge, en op
aarde vrede onder de mensen, in wie Hij welbehagen heeft."
Zang EER ZIJ GOD IN ONZE DAGEN
Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd,
mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit.
Gloria in excelsis Deo. (2x)
Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is.
Eer zij God die op de aarde naar ons toegekomen is.
Gloria in excelsis Deo. (2x)
Lam van God, Gij hebt gedragen, alle schuld tot elke prijs,
geef in onze levensdagen peis en vree, kyrieleis.
Gloria in excelsis Deo. (2x)
Lezing: LIJKEN OP
Mocht je een beetje lijken op de figuren uit de kerststal.
Een beetje op MARIA, dat je juist als zij meewerkt met Gods genade, dat
in groot geloof ja zegt tegen Zijn bedoelingen.
Een beetje op JOZEF, dat je iets mag hebben van de bescheidenheid en de
trouw waarmee hij zijn verantwoordelijkheid heeft gedragen.
Een beetje op de ENGELEN, dat jij ook een boodschapper van goed nieuws,
van vrede, vreugde en geluk voor de mensen om je heen.
Een beetje op de HERDERS, die hun schapen leiden en beschermen, dat jij
ook echt zorgzaam bent voor de mensen om je heen.
Een beetje op de EZEL, een-en-al-oor, luisterbereidheid, en veel
verdragend dat je iets mag hebben van zijn koppige trouw
om door te zetten op de goede weg.
Een beetje op de OS, het dier dat trekt, want trekkers zijn er nodig,
voortrekkers en spoortrekkers. Ook jij moet er flink aan trekken om
Jezus' idealen waar te maken.
En veel, heel veel op het KIND, dat ook in jou iets mag doorstralen van
het echte leven en dat jouw liefde onweerstaanbaar wordt, iedereen
verwarmend.
Zang: NU ZIJT WELLEKOME
Nu zijt wellekome, mens van licht uit Licht.
Treed buiten onze dromen met jouw gezicht.
Stuur het aan op scheiden tussen dageraad en nacht,
nieuwe vredestijden, na alle man en macht. Kyrieleis.
Nu zijt wellekome, mens van licht in mij,
die als een kind wil wonen, herboren, vrij,
in het land van morgen dat de lieve vrede kent,
waar wij zijn geborgen, gezien, aanvaard, herkend. Kyrieleis.
Nu zijt wellekome, langverwachte mens,
dat wij aan angst ontkomen, verstaan jouw wens:
ooit te mogen spreken van een wereld omgekeerd,
waar de kunst van delen voorgoed is aangeleerd. Kyrieleis.
Overweging
Zang: 'T IS GEBOREN HET GODD'LIJK KIND.
Refrein:
't Is geboren het godd'lijk kind,
viert allen Kerstmis en zingt vol vreugde:
't is geboren het godd'lijk kind,
dat ons allen zozeer bemint.
Vreest niet, vrienden, weest welgezind,
laat uw angsten u niet verlammen,
vreest niet, vrienden, weest welgezind,
want de dag van het heil begint. Refrein
Licht verscheen in de duist're nacht,
God de Heer is ons niet vergeten,
licht verscheen in de duist're nacht,
door de mensheid zo lang verwacht. Refrein
Gaat op pad met het Kind van 't licht,
want Het wijst ons de weg naar vrede,
gaat op pad met het Kind van 't licht,
houdt uw ogen op Hem gericht. Refrein
Geloofsbelijdenis
Vg. Geloven is toch maar blijven wachten,
ook al is ongeduld meer in de mode,
ook al zullen de anderen wellicht nooit weten
wat het wachten je heeft gekost.
Al. Wij geloven dat God onze Vader is,
dat Hij het goede wil voor alle mensen.
Vg. Geloven is toch maar blijven hopen
ook al kwam je reeds vaak bedrogen uit,
ook al blijft de wereld even ziek.
Al. Wij geloven in Jezus, het kind van Betlehem,
Hij is de weg, de waarheid en het leven.
Vg. Geloven is toch maar de armen blijven helpen,
ook al blijven ze even talrijk,
ook al houdt de wereld je dan voor dwaas.
Toch maar, omdat Hij kwam.
Geduldig en onvermoeibaar,
bron van hoop voor de minsten van de mensen,
in wie Hij te vinden is.
Al. Wij geloven in de heilige Geest,
die ons in beweging houdt op de weg door Jezus gewezen.
Vg. Geloven is toch maar samen verder gaan,
ook al zie je weinig resultaat,
omwille van Zijn vertrouwen
dat een mosterdzaadje een grote boom wordt;
dat ons proberen en volhouden,
onze kleine stapjes ons toch dichterbij brengen
bij zijn droom, zijn visioen van vrede.
Al. Wij geloven in de Kerk van Jezus Christus,
de gemeenschap van gelovigen, die samen optrekt,
in zijn naam en in zijn geest. Amen
Voorbede: Antifoon: Heer, verhoor ons gebed, luister naar ons.
Collecte - Zang door koor
Slottekst: MENSENKIND
Mensenkind, vandaag herboren,
blijf geen droom, geen vrome wens,
laat jouw stem voortdurend horen
als Gods hartslag in de mens.
Kom te gast bij alle volkeren
in oost en west, noord en zuid.
Sloop de muren, doof de vuren,
stil de stormen wereldwijd.
Vrede hier vandaag herboren
in jong en oud, groot en klein.
Ga ons voor en kom ons tegen,
blijf geen lied, geen kerstrefrein.
Mensenkind vandaag herboren,
leg jouw glans op ons gelaat.
Wees het licht in onze ogen,
mens van God in woord en daad.
Vrede hier vandaag herboren
blijf geen woord, word werkelijkheid.
Kom ons hart en ziel bewonen,
om 'goddelijk' voor elkaar te zijn.
Kerstwensen
Slotlied: HERDERS, HIJ IS GEBOREN
Herders, Hij is geboren in 't midden van de nacht;
die zo lang van te voren de wereld heeft verwacht.
Vrolijk, o herderkens, zongen ons d'engelkens,
zongen met blijde stem: Haast u naar Betlehem.
Als wij daar zijn gekomen, ziet een klein kindeken,
leit op strooi nieuwgeboren, zoet als een lammeken.
D'oogskens van stonden aan zag men vol tranen staan,
't weende uit druk en rouw in deze straffe kou.
't Kindje begon te slapen, de moeder sprak ons aan:
hoedt, o herders, uw schapen, wil zachtjes buiten gaan.
U zij geluk en vree, dat brengt mijn kind u mee,
want 't is uw God en Heer, komt morgen nog eens weer.