Viering op zaterdag 2 oktober b.g.v. een avond voor alle
vrijwilligers
in de parochie
titel: Jullie zijn mijn handen
Openingslied
Verwelkoming en inleiding
Een klein stadje in Normandië, Frankrijk, was zwaar verwoest gedurende
de oorlog.
Van de kerk was weinig meer over
en het grote kruisbeeld dat voor de kerk stond
lag in talloze brokken tussen het puin.
Amerikaanse soldaten die in het stadje gelegerd waren
hielpen de mensen bij het bouwen van noodwoningen
en ook bij het herstellen van de parochiekerk.
Ze zochten de stukken van het kruisbeeld om ook het grote kruis weer te
herstellen.
Maar hoe ze ook zochten: de handen waren onvindbaar.
Toen timmerde een van de soldaten een plank onder aan het kruis en hij
schreef erop: Jullie zijn mijn handen.
Dat is ook het thema van deze viering.
Jullie zijn mijn handen.
Dat geldt natuurlijk voor alle parochianen,
maar het zijn toch met name de vele vrijwilligers in de parochie
die daar heel concreet invulling aan geven.
Als we misschien te weinig onze handen in dienst stellen van de Heer,
dan vragen wij om vergeving in het drempelgebed.
Drempelgebed:
Vg. God, maak ons gevoelig voor uw aanwezigheid in het woord dat tot
ons komt, dat ons zegt dat U onze Vader bent.
Al. Vergeef ons als we daar te weinig bij stilstaan.
Vg. God, die liefde bent, geef ons in deze viering inzicht in wat van
ons gevraagd wordt: begaan te zijn met de mens naast ons, betrouwbaar
voor wie bij ons aanklopt.
Al. Vergeef ons als we te weinig het leven delen.
Vg. God, wij danken U voor Jezus, die weldoende rondging, en trouw was
tot in de dood, maar zijn leven ging door. Hij blijft ons voorgaan als
een lichtend voorbeeld.
Al. Vergeef ons als we zijn voorbeeld te weinig navolgen.
Vg. God, groter dan ons hart, wil ons aanvaarden zoals we zijn, maak
ons zoals U ons hebben wilt, vergeef ons waar we tekort schieten, maak
dat wij elkaar vergeven, omwille van Jezus, onze Heer en Broeder voor
altijd.
Al. Amen
Kyrie
Gebed
Heer, wij noemen U soms de almachtige God
maar U hebt onze handen, onze inzet nodig
om uw licht te laten schijnen in de wereld,
om uw liefde zichtbaar en tastbaar te maken.
Schenk ons uw geest van wijsheid en kracht
om die opdracht waar te maken in onze gemeenschap. Dat vragen wij U in
Jezus' naam. Amen
Gloria
Eerste lezing: BROOD IN DE HANDEN VAN GOD
Op een dag zat een rijke bakker in de synagoge. Door de warmte was hij
een beetje ingedommeld. Op dat moment werd een tekst uit Leviticus
voorgelezen, waarin de kinderen van Israël ge-vraagd wordt om twaalf
broden op het altaar te leggen. De bak-ker dacht dat God persoonlijk
tot hem had gesproken. Hij haalde twaalf broden die hij achter het
gordijn bij de Bijbelrollen ver-stopte. Hij was nog maar net weg of de
schoonmaker van de sy-nagoge kwam het heiligdom binnen. Hij bad: '0
Heer, ik ben zo arm. Mijn gezin lijdt honger. We zullen sterven tenzij
U een wonder verricht.' Na zijn gebed ging hij aan het werk en vond de
broden. 'Een wonder!', riep hij uit.
Het tafereel herhaalde zich een paar jaar lang. Totdat de rabbi op een
dag toevallig zag wat zich afspeelde. Toen de waarheid boven tafel
kwam, waren de bakker en de schoonmaker teleurgesteld dat God geen deel
uitmaakte van hun leven. Maar de rabbi zei: 'Kijk naar jullie handen.
Het zijn de handen van God, die brood ontvangen en het uitdelen.'
Tussenzang: HANDEN HEB JE . . .
Handen heb je om te geven
van je eigen overvloed
en 'n hart om te vergeven
wat 'n ander jou misdoet.
Refrein:
Open uw oren om te horen
open uw hart voor alleman.
Ogen heb je om te zoeken
naar wat mensen nog ontbreekt
en 'n hart om uit te zeggen
wat 'n ander moed inspreekt. Refrein
Schouders heb je om te dragen
zorg en pijn van alleman
en 'n hart om te aanvaarden
wat 'n ander beter kan. Refrein
Voeten heb je om te lopen
naar de mens die eenzaam is
en 'n hart om waar te maken
dat een mens geen eiland is. Refrein
Oren heb je om te horen
naar de mens die vrede is
en 'n hart om te geloven
in een God die liefde is. Refrein
Tot hier werd de viering geleid voor iemand van de werkgroep
gebedsviering. Bij het evangelie kwam de priester binnen met
misdienaars en acolieten.
Uit het heilig evangelie volgens Lucas. 17, 5-10.
In die tijd zeiden de apostelen tot de Heer: "Geef ons meer geloof." De
Heer antwoordde: "Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge
tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u
in de zee, en hij zou u gehoorzamen. Wie van u zal tot de knecht die
hij in dienst heeft als ploeger of veehoeder bij diens thuiskomst van
het land zeggen: Kom meteen aan tafel en tast toe? Zal hij niet eerder
zeggen: Maak mijn maaltijd klaar; omgord je en bedien mij terwijl ik
eet en drink; daarna kun je zelf eten en drinken? Moet hij die knecht
soms dankbaar zijn omdat hij heeft uitgevoerd wat hem is opgedragen? Zo
is het ook met u: wanneer ge alles hebt gedaan wat u opgedragen werd,
zegt dan: Wij zijn maar gewone knechten; wij hebben alleen maar onze
plicht gedaan."
Acclamatie:
Gelukkig die het woord hoort en het beleeft.
Gelukkig is die mens, Heer Jezus, wij danken U.
Overweging
Waar was ie? Het zou toch een eucharistieviering zijn?
Zou ie ziek geworden zijn?
Hier is ie en het is een eucharistieviering en hij is niet ziek.
Met het ongebruikelijke begin van deze viering
wil ik toch even aandacht vragen voor wat in de toekomst wellicht een
keer echt zal gaan gebeuren.
Dat de pastoor uitvalt en geen enkele andere priester hem kan vervangen
dat je een eucharistieviering verwacht en dat het een gebedsviering
blijkt te zijn.
Het kleine aantal actieve priesters is een groot probleem in veel
parochies.
Links en rechts hoor ik nogal eens zeggen: ik hoop dat u nog lang
blijft.
Dat hoop ik ook, dat ik nog lang kan blijven functioneren.
Elf jaar geleden was er ook een pastoorloos tijdperk.
Toen werd er ook getwijfeld of er nog wel een nieuwe pastoor zou komen.
Die twijfel wordt in de toekomst alleen maar groter.
Elf jaar geleden kwam mijn persoon nog opdagen,
en in de toekomst zal er wellicht ook wel een benoemd worden,
maar die zal dan wel gedeeld moeten worden met meerdere andere
parochies.
Ik las pas ergens dat in België iemand pastoor werd van 17 parochies.
Ook al zijn het misschien maar heel kleine parochies,
het lijkt me een onmogelijke situatie voor die pastoor.
Maar het lijkt wel een beetje het beeld van de toekomst te zijn.
Maar dit heeft wel een heel duidelijke consequentie.
Naar gelang de pastoor minder kan doen, moeten de parochianen meer
doen.
Dat is zo logisch als wat.
En bij dat minder doen van de pastoor, moet je niet alleen denken
aan uitbreiding van het aantal parochies en kerken,
maar ook aan het ouder worden van de bestaande priesters,
die hoe vitaal ook toch vaak wat gas moeten terugnemen.
Het goed functioneren van een parochie hangt al lang niet meer af
van de pastoor alleen, al of niet met de hulp van een of meer
kapelaans,
zoals het vroeger in de tijd van het rijke roomse leven was.
Gelukkig hebben we al een hele weg afgelegd
waarin parochianen steeds meer verantwoordelijkheden op zich nemen.
Je kunt natuurlijk wel eens somber zijn over de ontwikkelingen in de
Kerk,
je kunt treuren om de terugloop van het kerkbezoek.
Maar ik vind dat je ook moet kijken naar de positieve ontwikkelingen,
naar de grote vooruitgang die de parochies hebben doorgemaakt.
Je moet ook oog hebben voor al die mensen die op allerlei terreinen
actief zijn in de gemeenschap.
In kwantiteit zijn de parochies wellicht kleiner geworden,
in kwaliteit hebben we al grote stappen in de goede richting gedaan.
En we zijn er terecht best een beetje trots op
dat we hier in onze parochie zoveel actieve vrijwilligers hebben.
Maar het is wel nodig dat je erin gelooft,
dat je erin gelooft dat het zin heeft om samen de handen ineen te slaan
en je dienstbaar te maken aan de gemeenschap,
dat je erin gelooft dat je samen de parochie ook levend kunt laten
zijn,
eventueel zelfs zonder eigen pastoor.
En misschien moeten we juist als de apostelen in het evangelie zeggen:
Heer, geef ons meer geloof.
En dan zegt hij ook tegen ons:
als je een geloof hebt als een mosterdzaadje, kun je geven de lindeboom
zeggen: maak je wortels los en ga ergens anders staan want dat is
mooier voor het plein,
dan zou het gebeuren.
Als je het letterlijk neemt, is het natuurlijk onmogelijk.
Maar Jezus zegt ons weg:
als je echt een levend geloof hebt, ook al is het klein,
een mosterdzaadje is wel klein, maar er zit wel leven in, groeikracht,
heel veel groeikracht zelfs,
als je echt een levend geloof hebt kun je samen het schijnbaar
onmogelijke waar maken.
Levend geloof, dat is heel wat anders dan wat theorie in ons hoofd,
dat is heel wat meer dan zeggen dat je in God gelooft.
Levend geloof is hart hebben voor elkaar, hart hebben voor de
gemeenschap
en daarom ook actief bijdragen aan het welzijn van die gemeenschap.
Levend geloof is de overtuiging dat het je plicht is
om je je dienstbaar te maken aan de gemeenschap.
En nu zeggen alle vrijwilligers natuurlijk : we zijn maar gewone
mensen, we hebben niets bijzonder gedaan,
alleen maar onze plicht.
Maar vanavond willen we jullie toch bedanken voor jullie inzet,
voor jullie geloof. Jullie houden de parochie in leven voor de
toekomst.
Geloofsbelijdenis
Wij geloven in een God die ons het leven heeft geschonken;
die ons toegerust heeft met vele vaardigheden
om dat leven, samen met elkaar, goed en waardevol te maken;
die van ons vraagt dat we daarvan gebruik maken
en plichten naar elkaar toe niet verzaken.
Wij geloven in Jezus van Nazaret.
Hij wees ons de weg naar waarachtige vrede,
naar liefdevolle verbondenheid tussen alle mensen.
Hij roept ook ons tot rechtvaardigheid en eerlijkheid,
tot verdraagzaamheid en vergevingsgezindheid.
Wij geloven in wereldwijde solidariteit tussen alle mensen,
tussen rijk en arm, blank en zwart, gelovig en ongelovig,
dat zij om elkaar geven en samen hun stem verheffen
tegen ongerechtigheid en schendingen van mensenrechten.
Wij geloven in een gemeenschap van mensen,
waarin oorlog en geweld zijn uitgebannen,
waarin de één opkomt voor de ander,
waarin alle noden gelenigd worden,
en de liefde voor elkaar nieuw leven mogelijk maakt.
Voorbede:
Antifoon: Heer, verhoor ons gebed, luister naar ons.
Offerandelied
Gebed over de gaven
God, ver weg en toch heel dichtbij. Waar wij ons laten raken door het
wonder van het leven,
waar wij ons in beweging laten zetten door idealen,
waar wij ons aan mensen durven toevertrouwen,
daar mogen wij U in geloof ontmoeten.
U bent hier ook aanwezig in dit brood en deze wijn,
de tekenen van Jezus' liefde en trouw tot in de dood.
Wil ons sterken door deze gaven om trouw te zijn aan zijn idealen
en deze waar te maken in ons leven.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Tafelgebed:
Pr. De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. Wij danken U, goede Vader, voor de blijde boodschap van Uw Zoon,
want uit alle volken en talen hebt U zoekende mensen tot de gemeenschap
van uw kerk geleid. Uw Geest ademt zij in en uit en zij voert de mensen
tot elkaar; zij worden één van hart. De kerk moet daarom spiegel van uw
vriendelijkheid zijn en een blijde hoop in het hart van de mensen
wekken. Zij moet het teken van uw trouw zijn, ons toegezegd voor immer.
Daarom loven en prijzen wij uw Naam, en eenstemmig met de engelen en
heiligen in uw hemel en met de kerk op aarde roemen wij uw heerlijkheid:
Sanctus:
Pr. God die voor ons zo onbegrijpelijk en ver weg bent, maar die ons
heel nabij is, daar waar wij de tekenen van uw aanwezigheid verstaan: U
hebt Uzelf geopenbaard in de dromen en visioenen van profeten en
heiligen. U hebt hun uw Geest geschonken die kracht gaf uw wegen te
gaan: U hebt hen gemaakt van bange kleine mensen tot mensen vol geloof
die bergen verzetten kunnen. Tenslotte hebt U tot ons gesproken in
Jezus van Nazaret, de grootste van al uw profeten, beeld van uw
goedheid, beeld van Uzelf:
Al. Hij leefde onder de mensen van zijn tijd,
en droomde van een volk van nieuwe mensen,
die, één van geest en één van hart,
zich geroepen wisten tot elkanders geluk.
Pr. Toen zijn vijanden Hem naar het leven stonden en Hem zijn droom
wilden ontnemen riep Hij op de avond voor zijn dood zijn vrienden bij
zich aan tafel; Hij nam brood in zijn handen, sprak het dankgebed uit,
brak het brood en gaf het aan zijn vrienden met de woorden:
Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, dit ben Ik, dit is mijn lichaam
dat voor jullie gegeven wordt.
Zo nam Hij ook de beker, dankte U opnieuw en gaf hem aan zijn vrienden
met de woorden: Neemt deze beker en drinkt hier allemaal van want dit
ben Ik, dit is het bloed van het nieuwe altijddurende Verbond dat voor
jullie en alle mensen vergoten wordt tot vergeving van de zonden".
Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Zo vieren wij hier het verbond van God met de mensen.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. God, onze Vader, nadat Jezus gestorven en begraven was, hebt U Hem
laten voortleven opdat zijn droom levend zou blijven, in mensen, in
ons, die in zijn voetstappen verder willen gaan.
Al. Wij bidden U: moge uw Geest ons bezielen
om ons in te zetten voor zijn idealen:
dat door ons eenzamen aandacht krijgen,
mensen met verdriet getroost worden,
vreemden vrienden worden van elkaar,
en niemand buitengesloten wordt.
Pr. God, bron van alle leven, moge het zaad van de liefde, door U in
ons hart geplant, veel vrucht dragen en niet verstikt worden door de
zorgen van alle dag en door de verleidingen van macht, aanzien en
bezit. Als wij het goede van het leven delen met elkaar, dan is er
genoeg voor iedereen. Dat hebben wij geleerd van Jezus, uw gezondene.
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer, onze
God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest hier en nu en
tot in eeuwigheid. Amen.
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft.
Al. Onze Vader, die in de hemel zijt, . . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat
wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en
beveiligd tegen alle onrust, hoop-vol wachtend op de komst van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in
eeuwigheid. Amen.
Pr. Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: 'Vrede laat
Ik u, mijn vrede geef Ik u'. Let niet op onze zonden, maar op het
geloof van uw kerk. Vervul uw belof-te: geef vrede in uw naam en maak
ons één, Gij die leeft in eeuwigheid.
Al. Amen
Vredewens
Agnus Dei
Communielied
Slotgebed
Geef ons een teken dat U leeft in mensen die ons voorgaan met
bezielende profetische woorden en die ons met hun daden bemoedigen om
ons leven te richten op U…
Geef ons een teken dat U leeft in mensen die zich inzetten voor
wereldvrede, voor een rechtvaardige verdeling van rijkdommen en een
duurzame samenleving...
Geef ons een teken dat U leeft in hen die, getekend door het leven,
anderen opbeuren en troosten, en zó een levend teken zijn van
opstanding...
Geef ons een teken dat U leeft met mensen die lijden onder oorlog en
verdrukking, voor wie het leven uitzichtloos en zonder toekomst lijkt...
Geef ons een teken dat U leeft waar mensen eendrachtig samen-leven, een
gemeenschap vormen waar brood wordt gedeeld, waar niemand iets tekort
komt…
Levende God, wij danken U voor de tekenen waarmee U ons geloof te hulp
komt. Wij bidden U: dat wijzelf zulke tekenen mogen zijn waarin U zich
openbaart tot opbouw van de mensengemeen-schap en tot opstanding van
velen.
Slotlied: WIJ HEBBEN VOOR U GEBEDEN.
Refrein:
Wij hebben voor u gebeden dat uw geloof niet bezwijkt.
En gij op uw beurt, tot inkeer gekomen,
versterk uw broeders, versterk uw zusters.
Wij hebben voor u gebeden dat uw geloof niet bezwijkt.
Gaat uit over alle landen tot zover als de wereld reikt.
Verkondig het evangelie dat het alles wat leeft, bereikt. Refrein
En zegt: wie in Hem geloven, zijn gered voor het koninkrijk.
De wonderen, blijde tekens, zijn dan binnen uw handbereik. Refrein
Verdrijft in zijn naam de duivels, dat het kwaad uit de wereld wijkt.
Legt handen op aan wie lijden, dat het heil tot de hemel reikt. Refrein