Lourdesviering als voorbereiding op de bedevaart
met zegening van het nieuwe vaandel

Openingslied Wij eren U, Maria


mel. God groet u zuiv're bloeme
    Wij eren U, Maria, en wat U hebt doorstaan,
    U bent als Jezus' moeder in trouw Hem voorgegaan,
    al ging Hij eigen wegen, U raakte niet verward,
    Zijn kruis hebt U gedragen, zo is een moederhart.

    Maria, wij geloven dat U ook bent waar Hij
    het leven mag voltooien: de Eeuwige nabij,
    wij bidden om uw liefde en om uw ned'righeid.
    God, maak ons als Maria tot dienstbaarheid bereid.

    Maria, grote Vrouwe, van U is toch dit lied:
    de machtigen, zij winnen het van de kleinen niet,
    want God zal zelf verheffen wie hier vernederd wordt.
    Wie daar op durft vertrouwen, die overstijgt het lot.

Inleiding

Drempelgebed
    Vg. Laten wij aan het begin van deze viering onze schuld belijden
    en God en elkaar om vergeving vragen.

    Al. Niet altijd slagen we erin een echte vriend te zijn
    voor mensen met wie we het leven delen.
    Soms lopen we heen over de gevoelens van anderen.
    Soms vergeten we een gulle lach te schenken
    of een liefhebbend woord te spreken.
    Soms zijn we eigenzinnig
    en vinden we onszelf het belangrijkste.
    Soms vergeten we een bloem te zijn voor elkaar
    en doen we juist hen pijn, van wie we het meeste houden.
    Bekennen we onze onmacht en schuld
    en vragen wij God en elkaar om vergeving.

    Vg. Moge God zich over ons ontfermen, onze zwakheden en tekortkomingen vergeven en ons de kracht geven om door het leven te gaan in de geest van liefde en dienstbaarheid, ons voorgeleefd door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Openingsgebed
    Maria, er is over U reeds veel geschreven.
    Op vele plaatsen van onze wereld,
    komen duizenden mensen naar U op bedevaart.
    Zoals moeder ons leerde lopen,
    ons heeft geholpen om groot te worden,
    zo bent U Maria, de moeder van ons geloof.
    Help ons daarin groeien.
    Help ons daarin groot worden.
    Leer ons het geloof belijden.
    Wijs ons hoe wij echte christenen kunnen zijn.
    Maria, moeder van de Heer,
    zorg ervoor dat wij blijven geloven
    elke dag wat meer. Amen

Aansteken van de Lourdeskaars

Zang: Te Lourdes op de bergen
    Te Lourd' op de bergen verscheen in een grot,
    vol glans en vol luister de Moeder van God.
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    Zij riep Bernadette, een nederig kind,
    "Wie zijt Gij" vroeg 't meisje, "die u daar bevindt?"
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    "Ik ben de onbevlekte en zuivere maagd;
    gans vrij van de zonde heb ik God behaagd."
    Ave, ave, ave Maria! Ave,ave, ave Maria!
Zegening van het vaandel
    Veel verenigingen hebben hun vaandel.
    Vroeger waren er nog veel meer vaandels
    en bij processies werden die meestal meegedragen,
    en iedere groep liep achter zijn eigen vaandel aan.
    De Overloonse Bedevaartgroep heeft sinds dit jaar ook een vaandel,
    een mooi doek gemaakt door heel vaardige handen.
    Ook dit vaandel zal meegedragen worden in de processie,
    met name de licht processie in Lourdes.
    Het zal een ereplaats krijgen in de kerk of elders
    als er bijeenkomsten zijn van de bedevaartgangers.
    Achter een vaandel aanlopen betekent
    dat je de bedoelingen van de vereniging onderschrijft en wilt uitvoeren.
    Hoog in het vaandel van de Overloonse bedevaartgroep
    staat de ondersteuning van de pelgrims naar Lourdes
    en eventueel ook naar andere bedevaartplaatsen.
    De groep met al die vrijwilligers eromheen wil een gids zijn
    voor de bedevaartgangers, niet alleen gedurende de processie
    maar gedurende heel de bedevaart.
    Ik hoop dat in de komende jaren velen dit vaandel zullen volgen,
    letterlijk en figuurlijk.

    Heer, zegen dit vaandel van de bedevaartgroep Overloon,
    opdat het voor veel pelgrims een blikvangers en gids moge zijn,
    en hen zal inspireren om de boodschap van Lourdes
    die boodschap van zorg en aandacht voor de medemens,
    waar te maken met elkaar en voor elkaar.

    Heer, zegen alle pelgrims die achter dit vaandel aan zullen lopen,
    letterlijk bij een bedevaart, in Lourdes of elders,
    figuurlijk omdat zij beamen waar de vereniging voor staat,
    opdat ieder die zorg voor de medemens hoog
    in zijn eigen vaandel zal meedragen.

    Heer, leg uw zegen op dit vaandel in de naam
    van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
Zang:
    Toen deed zij ontspringen een heldere fontein,
    met helende waat'ren, als waar medicijn.
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    De talen der volkeren verheffen haar naam,
    Zij smelten in 't ave Maria tesaam:
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    Aanvaard dan de hulde, o Moeder zo goed
    de huld' uwer kinderen, aanhoor onze groet:
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!
Eerste lezing
    Er zijn in de wereld vele soorten mensen:
    grote en kleine, mannen en vrouwen, zwarte en blanke,
    rijke en arme, machtige en machteloze.
    Al deze mensen wonen onder eenzelfde zon
    en in een zelfde dorp dat aarde heet.
    Toch worden deze mensen niet allemaal gelijk behandeld.
    In de grote wereld wordt de waarde van een mens
    meestal bepaald door de waarde van zijn bankrekening,
    door zijn titel, zijn stand of rang.
    Een arme, die economisch niet meetelt,
    een zieke, die op een eiland geraakt,
    een werkloze, die geen werk vindt,
    een machteloze die zich nergens kan doen gelden.
    Voor deze mensen heeft de grote wereld geen aandacht.
    Toch zijn arme, zieke, kleine en machteloze mensen soms echte parels.
    Ze hebben ons veel te bieden en ook veel te leren.
    Wij kunnen elkaar niet missen, we hebben elkaar nodig.
    Maar te veel mensen kruipen weg als men hen nodig heeft
    en komen slechts tevoorschijn als er geld zichtbaar wordt.
    Een goed mens is zoals de zon, sympathiek voor iedereen en hij
    maakt geen onderscheid zoals de zon geen onderscheid maakt.
Het lied van Maria (melodie: Gij zijt in glans verschenen)
    God wil bij mensen wonen, Hij vraagt om onderdak.
    Wie stelt zich voor Hem open, wie geeft aan Hem zijn hart?
    Waar is het huis op aarde dat Hem een welkom roept,
    wie is voor onze Schepper, de mens naar wie Hij zoekt?

    Een vrouw neemt Hem ter harte, Maria is haar naam.
    haar God is haar te machtig, zij biedt haar diensten aan.
    Zij huivert van ontroering, geluk valt in haar schoot,
    God kiest haar tot de moeder van zijn geliefde Zoon.

    Maria zingt haar loflied, God voelt zich thuis bij haar.
    Wie is Hij dat Hij omziet naar haar geringe staat?
    Hij is de God der armen, voor wie Hem roept in nood,
    Hij is de mens barmhartig die ned'rig op Hem hoopt.
Uit het heilig evangelie volgens Lucas. (1, 39-56.)
    In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Juda. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth. Zodra Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Elisabeth werd vervuld met de heilige Geest en riep uit met luide stem: "Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is." En Maria sprak: "Mijn hart prijst hoog de Heer. Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig omdat Hij die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze Vaderen." Nadat Maria ongeveer drie maanden bij haar gebleven was keerde zij naar huis terug.
Overweging
    De wereld is verdeeld in machtige mensen en machteloze mensen, in belangrijke mensen en onbelangrijke mensen, in rijke mensen en arme mensen, mensen in hoge positie en mensen die niet meetellen. Zo kijken we vaak tegen mensen aan en daaruit spreekt meestal waardering voor de eerste groep, en dikwijls een stuk minachting voor de tweede groep.
    Te vaak vergeten we echter dat al die eenvoudige kleine mensen, die ogenschijnlijk geen rol van betekenis spelen in de samenleving, toch heel kostbare mensen zijn, heel waardevol in de gemeenschap. Zo kijkt ook God naar hen. Voor Hem zijn de eenvoudigen, zwakken, machtelozen het belangrijkst. Dat maakt Maria ons ook duidelijk in het Magnificat.
    In onze verering hebben we Maria hoog verheven, maar in feite was zij maar een heel eenvoudige jonge vrouw, geen adellijke dame of koningsdochter, niet de vrouw van een hogepriester in Jeruzalem maar een dorpsmeisje uit een klein dorpje uit een achteraf provincie, getrouwd met een heel gewone timmerman.
    Dat Maria de moeder van Jezus is, plaatst haar al in een bijzondere positie. Maar er zijn twee zaken die Maria echt groot gemaakt hebben in de ogen van God en van de mensen, namelijk haar geloof en haar dienstbaarheid. Zalig zij die geloofd heeft wat haar vanwege de Heer gezegd is, hoorden we zojuist in het evangelie. En haar geloof bleef niet beperkt tot wat mooie woorden zoals die bekende zin: zie de dienstmaagd des Heren. Maar God dienen betekende voor haar ook: mensen dienen. Dat betrof haar zoon Jezus, dat betrof ook haar nicht Elisabeth die zij ging helpen in de tijd van haar zwangerschap.
    Die Maria is de eeuwen door op een hoge troon gezet, ze kreeg titels mee als koningin van de hemel. Maar door alle eretitels waarmee zij omhangen werd, vergeten we vaak dat daaronder een gewone vrouw schuil gaat, een vrouw die zich heel bewust was van het feit dat zij maar een kleine dienstmaagd was. Maar juist daardoor is zij groot geworden in de ogen van God, zoals ze het zelf heel treffend verwoordde in het Magnificat.
    Kleine dienstbare mensen zijn groot in de ogen van God. Dat wordt regelmatig benadrukt in het evangelie: de eerste zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten, en wie de eerste wil zijn moet dienaar zijn van allen. En de voornaamste eer die wij Maria kunnen brengen is haar navolgen in haar groot geloof en haar dienstbaarheid.
    En die twee trekken zijn ook heel kenmerkend voor Lourdes. Het is ergens een wonderlijke plaats: een mengeling van vroomheid en kitscherige commercie, van ingetogen stilte en een druk hotelleven en ook van gezond en minder gezond en ziek.
    In al die uiterlijkheden zou je de ware Maria uit het oog kunnen verliezen, maar je komt haar overal tegen in het eenvoudige geloof van de pelgrims die hopen voor zichzelf of anderen wat kracht op te doen. En je komt Maria, de dienstmaagd des Heren, vooral tegen in al die mensen die zich dienstbaar maken aan zieken en minder validen, in hun rolstoelen, op bedden of gewoon aan de arm. Ze sjouwen er de hele dag mee rond.
    In Lourdes, zo zegt men, gebeuren wonderen, d.w.z. zo nu en dan gebeurt er een wonderbare genezing, en dat is natuurlijk prachtig voor degenen die het betreft. Maar het grote wonder van Lourdes vind ik: al die mensen die na een bezoek aan Lourdes gesterkt weer naar huis gaan, en minstens evenzeer: al die mensen die daar voor anderen in de weer zijn.
    De saamhorigheid tussen gezonden en zieken die daar gestalte krijgt de dienstbaarheid die daar beleefd worden door zovelen, moet ook ieder van ons steeds weer inspireren om in eigen kring die saamhorigheid en dienstbaarheid gestalte te geven naar elkaar toe. En nogmaals, dat is de voornaamste manier om Maria te eren.
Geloofsbelijdenis
    Ik geloof dat God bij ons is,
    zoals een vader die opkomt voor zijn kinderen,
    zoals een moeder die zorg en liefde schenkt
    en dat Hij wil dat niemand tekort komt.

    Ik geloof dat God bij iedere mens is,
    vooral bij de mens die zwak is en kwetsbaar,
    bij de mens die lijdt en achtergesteld wordt
    en dat Hij wil dat iedere mens gelukkig kan leven.

    Ik geloof in God die vrede in de wereld brengt,
    Die ons tot taak geeft de vrede mee op te bouwen,
    Zodat leven in geluk mogelijk is voor iedereen.

    Ik geloof in Maria omdat zij een antwoord is voor ons,
    Ook vandaag, een teken voor nu, warmte, stilte, vreugde,
    Al wat wij nodig hebben, al wat wij missen.

Voorbede

Offerande: Ave Maria

Gebed over de gaven
    Heer, brood en wijn zijn uiterlijke tekenen van menselijke verbondenheid, zoals de graankorrels en de druiven, door de arbeid van vele mensen geworden zijn tot brood en wijn.
    Zo worden wij, door de liefde van Jezus, de Heer, één gemeenschap. Geef dat wij, vanuit dit samenzijn, groeien in wederzijdse aandacht en fijngevoeligheid.
    Neem onze gaven aan en breek met ons uw brood op onze levensweg, vandaag en alle dagen in ons leven, tot in eeuwigheid. Amen.
Tafelgebed:
    Pr. God, Schepper en Vader, U roept ons om op weg te gaan, samen met elkaar, om te bouwen aan uw rijk op aarde. U geeft ons ogen om elkaar te zien en een mond om met elkaar te praten. U legt de liefde in ons hart om niet alleen al het goede met elkaar te delen, maar ook al wat moeilijk is.
    Er zijn vele wegen te gaan, ieder gaat zijn eigen weg, maar welke weg we ook gaan, steeds opnieuw komen we mensen tegen. En uw rijk op aarde is ons gezamenlijke einddoel.

    Antifoon;
      Daar waar vriendschap is en vrede,
      daar waar liefde is, daar woont God.

    Pr. God, wij bidden U, dat we mogen groeien in het besef, dat wij samen onderweg zijn, dat wij er zijn voor elkaar. Wij willen in liefde en trouw optrekken met elkaar, zoals Jezus ons dat heeft voorgedaan, toen Hij in ons midden leefde. Ga met ons mee op onze reis door het leven en behoed ons daarom voor hoogmoed waardoor we op mensen neerzien; behoed ons voor onverschilligheid waardoor we anderen achteloos voorbijlopen.

    Antifoon;
      Daar waar vriendschap is en vrede,
      daar waar liefde is, daar woont God.

    Pr. Op de avond voor zijn dood heeft Hij ons een heilig teken van verbondenheid gegeven. Hij nam toen brood, sprak de zegen en een dankgebed; Hij brak het brood en gaf het aan zijn leerlingen, terwijl Hij zei: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, dit ben Ik, dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt.
    Zo nam Hij na de maaltijd ook de beker, dankte U en gaf de beker aan zijn leerlingen met de woorden: Neemt deze beker en drinkt hier allemaal uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond; dit ben Ik, dit is mijn bloed, dat voor jullie en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken.
    Zo vieren wij de verbondenheid van God met de mensen, waar mensen verbondenheid vieren met elkaar rond brood en wijn.

    Antifoon;
      Daar waar vriendschap is en vrede,
      daar waar liefde is, daar woont God.

    Pr. Terwijl wij hier doen wat Jezus ons heeft opgedragen, vragen wij U, onze God en Vader, laat dit samenzijn ons helpen om voor elkaar te zijn, wat Hij is geweest voor zijn omgeving. Dat ook wij heel maken wat stuk gegaan is, toekomst bieden waar men geen toekomst meer ziet, een blijde boodschap brengen in woord en daad waar somberheid en verdriet heersen.
    Dan zal uw rijk op aarde werkelijkheid worden in de saamhorigheid die wij beleven, in de vrede die wij elkaar geven, in onze hoop op een goede toekomst voor iedereen.

    Antifoon;
      Daar waar vriendschap is en vrede,
      daar waar liefde is, daar woont God.

    Pr. Leer ons daarom in Jezus' naam zorg en aandacht te hebben voor al onze medemensen, hier en overal in deze wereld; dat ze een huis hebben om in te wonen en brood om te eten; dat ze niet eenzaam of verbitterd worden, maar menselijkheid en liefde mogen ervaren. Dan zal er vreugde heersen op heel de aarde, dan zullen allen U loven en danken, omwille van Jezus, die ons op deze weg is voorgegaan.

    Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal Uw naam geprezen zijn. Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.

    Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft.

    Al. Onze Vader, die in de hemel zijt, . . . .

    Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon.

    Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

    Vredewens

    Antifoon:
      Daar waar vriendschap is en vrede,
      daar waar liefde is, daar woont God.

Uitnodiging tot de communie

Communielied: koor

Slotgebed

God, wij danken U vandaag om Maria,
de moeder van Jezus.
Zij was door haar leven een sterke vrouw
die veel heeft meegemaakt,
die haar Zoon de ruimte gaf om te doen
waartoe U Hem riep.
Zij was een diepgelovige vrouw
en daardoor kon uw goddelijk leven groeien in haar.
Zij is de eeuwen door
een steun en toeverlaat geweest van velen
en nog steeds tot op vandaag.
Blijf bij ons op voorspraak van haar,
nu wij naar huis gaan
om verder te leven in Uw Naam.

Slotlied: MAGNIFICAT
    Zegen nu Maria, zegen nu uw kind,
    dat ik hier de vrede, ginds de hemel vind.
    Zegen al mijn denken, zegen al mijn werk
    Houd mij door Uw zegen altijd, altijd sterk.

    Refrein:
      Magnificat, anima mea Dominum.
      Magnificat, anima mea Dominum.

    Zegen nu Maria allen die ik min,
    door Uw moederzegen, houdt ze vroom van zin.
    Spreid Uw moederhanden, geef hun kracht naar kruis.
    Zegen alle harten, zegen ieder huis. Refrein

    Zegen ons, Maria, als wij sterven gaan.
    Zegen ons aan 't einde van ons aards bestaan.
    Uwe hand Maria, sluit ons d' ogen dicht,
    als wij eenmaal opgaan naar Gods glorielicht. Refrein
Gedachte op de achterkant
    Maria leeft in elke vrouw, in elke kleine mens
    die om het even waar wordt vergeten
    en over het hoofd gezien.
    Maria leeft in elke vrouw, in elke kleine mens
    van wie niemand nog iets verwacht.
    Maria leeft in elke kleine mens
    die niet berust bij minachtig of onmacht
    maar die tenminste bij zichzelf -de hoop wakker houdt
    dat ook een neergeslagen mens ooit rechtop zal komen.
    Maria leeft in elke mens die weigert te verlammen
    in de angst en durft geloven in dat woord:
    vrees niet, met jou wil God iets nieuws beginnen.
    Ieder mens kan in zijn leven
    de kiemen dragen van een nieuwe toekomst.