Allerzielenviering 2006
Openingslied door het koor
Inleiding:
Welkom bij deze dodenherdenking,
in het bijzonder welkom aan al degenen die het afgelopen jaar een
dierbare aan de dood verloren hebben.
De dood is meestal een grote spelbreker, hij verbreekt het samenspel
tussen mensen,
een samenspel waar zij geluk in vinden.
De dood brengt een absolute scheiding.
De dode aan de andere kant van de grens,
wij aan deze kant en we kunnen elkaar niet bereiken
hoe graag we ook zouden willen.
De dood maakt dat je afscheid moet nemen,
en dat afscheid nemen is een heel lang proces,
Het is niet beperkt tot het moment van sterven,
of de dag van de begrafenis of crematie.
Het beging soms al van te voren als de dood het gevolg is van een
slopende ziekte
of als iemand geestelijk niet meer de man of vrouw is
die hij of zij tijdens de goede jaren altijd geweest is.
Maar dat afscheid nemen gaat ook daarna door,
ook als alle drukte van de begrafenis voorbij is.
Het gaat door in het proces van rouw dat nabestaanden moeten doormaken
en dat proces kan jaren duren, ergens de rest van hun leven.
Rouw is een lange of korte worsteling met jezelf
om tot aanvaarding te komen dat je ogen niet meer kunnen zien
en je handen niet meer kunnen aanraken waar je hart vol van is.
Rouw is een lange of korte leerschool waarin je jezelf moet leren
om die absoute afwezigheid te aanvaarden
zonder die schrijnende behoefte te voelen de andere ook in je armen te
willen nemen.
Rouw is leren verder leven zonder de man, de vrouw, de zoon of dochter
de vader of moeder, de goede vriend die zoveel voor je betekende,
en blij kunnen zijn met de herinneringen die je met je mee draagt.
Want de dode is pas echt dood als je nooit meer aan hem of haar denkt.
In deze Allerzielenviering willen we massaal duidelijk maken
dat we onze doden niet willen vergeten.
Het is ook een viering van saamhorigheid en verbondenheid,
niet alleen tussen de lotgenoten,
tussen al degenen die nog midden in het rouwproces zitten,
en die een geweldige steun voor elkaar kunnen zijn
omdat ze elkaar zo goed kunnen aanvoelen.
Maar het is ook een viering van verbondenheid met alle anderen,
verbondenheid met familie en vrienden, met heel de gemeenschap.
Want verder leven wordt voor de rouwenden iets gemakkelijker
als je het meeleven voelt van anderen, van de gemeenschap.
Dat kan toch de pijn van de scheiding wat verzachten.
Moge dat ook een beetje het doel zijn van deze Allerzielenviering.
Lezing: Niet meer bij ons (Marinus van den Berg)
Je bent niet meer bij ons: niet meer in ons huis.
Niet meer aan onze tafel. Niet meer op je kamer.
Het is vaak zo vreemdstil. Ieder van ons met zichzelf.
Met eigen gedachten. Met eigen gevoelens.
Je bent niet meer bij ons. Je bent nog meer bij ons.
Je afwezigheid doet je meer aanwezig zijn.
Pijnlijk af- en aanwezig tegelijk.
Je stem horen we nog. Je hartelijke lach.
Je vol-zijn van de toekomst. Je enthousiaste plannen.
Je bent weg, maar ook niet.
Je leven kan toch niet voor niets zijn geweest.
Vervluchtigd als waterdamp.
Wie jij was, hoe jij in het leven stond, is onvergetelijk.
Jouw warmte en jouw liefde voor het leven,
raken ons hart, dat zo'n zeer doet.
Jouw warmte zal op een dag onze wonden genezen,
als we door de doolhof van ons verdriet zijn heengegaan.
Jouw liefde zal vruchtbaar worden in ons leven,
al weten we nog niet hoe.
Jouw naam blijft klinken in ons hart,
in onze verhalen, in onze stilte.
Dodenherdenking
Elk mensenleven is een afwisseling van licht en donker,
niet alleen het dagelijkse ritme van de dag en de nacht,
maar ook van goede dagen en minder goede dagen,
dagen dat je je gelukkig voelt, blij bent met het leven
dagen dat er donkere schaduwen over je leven hangen.
Niemand zoekt het, het komt vanzelf, het komt ongewenst.
Elk leven begin met de dag dat je het levenslicht ziet
en elk leven eindigt op het moment dat je de ogen sluit voorgoed
en de nacht valt over je aardse bestaan.
Toch droomt de mens van een nieuwe dageraad na de dood,
van nieuw licht als de nacht gevallen is.
Als teken van die hoop wordt nu de paaskaars aangestoken,
het licht van Jezus dat gedoofd werd in zijn dood
maar op de paasmorgen weer doorbrak.
Als een mens sterft, na een lang of kort leven,
dan bidden wij om eeuwig licht, om Gods licht, om nieuw leven.
Ook voor hen die het afgelopen jaar in onze gemeenschap zijn overleden,
willen we vandaag bidden om licht,
daarom gaan we nu bij het noemen van hun namen
hiervoor een lichtje neerzetten.
Moge er in God volop licht zijn voor:
(In groepen van zeven worden de namen van de 35 overledenen van
het voorbije jaar genoemd. Na elke groep de volgende antifoon:)
Jezus, vergeet hen niet, deze mensen nu gestorven,
Jezus, vergeet hen niet, schenk hen nu een nieuwe morgen.
Moge er in God volop licht zijn voor alle andere overledenen
in onze familie- en kennissenkring
niet alleen die het laatste jaar gestorven zijn,
maar ook de velen die in de voorafgaande jaren van ons zijn heengegaan
die in onze herinneringen blijven voortleven
met wie wij ons verbonden blijven voelen.
Wij vergeten hen niet, ook God vergeet hen niet,
in hem hebben ze een nieuwe morgen gevonden.
Minuut Stilte. Allen staan.
Gebed:
God, onze Vader in de hemel, wees licht en leven voor hen
die door de duistere poort van de dood zijn gegaan
Nu het licht in hun ogen gedoofd is,
laat hen uw eeuwig licht zien,
nu zij onze stemmen niet meer kunnen horen,
laat hen uw woord van leven horen,
nu zij niets meer tegen ons kunnen zeggen,
laat hen nu spreken tot U, als onze voorsprekers.
God, Vader van alle mensen,
wees licht en leven ook voor hen die achterbleven,
voor de partners, de ouders, de kinderen, de broers en zussen, de
vrienden,
die elke dag weer de pijn van het gemis voelen.
Wees licht voor hen in donkere uren,
dat zij hun verdriet kunnen dragen zonder zich erin te verliezen,
dat zij de scheiding van de dood kunnen verwerken
zonder verbitterd of opstandig te worden.
Wees licht voor hen in en door mensen in hun omgeving
die hen troosten en ondersteunen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Slottekst
In het boek van de openbaring schrijft Johannes:
In die dagen kwam er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
De eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen
en de zee bestond niet meer.
De heilige stad, het nieuwe Jeruzalem,
daalde van God uit de hemel neer,
schoon als een bruid
die zich voor haar man heeft getooid.
Er klonk een machtige stem die riep van de troon:
Zie hier Gods woning bij de mensen!
Hij zal bij hen wonen.
Zij zullen zijn volk zijn en Hij,
God-met-hen, zal hun God zijn.
En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen
en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween,
geen smart zal er zijn want al het oude is voorbij.
En Hij die op de troon is gezeten, sprak:
Zie, Ik maak alles nieuw.
Een hemels Jerusalem, een stad vol jubel, een plaats vol licht,
dat is een droom die we in tastend geloof koesteren,
een droom van een toekomst buiten onze horizon.
Dat is het thuis waar elke mens op hopen mag,
als zijn tocht door het aardse leven zijn einde gevonden heeft,
een thuis waar de doden uw licht gezien hebben.
Temidden van hun dood is Hij immers als licht voorbij gegaan
en sinds die ochtend leven zij, ontwaakt en opgestaan
in zijn eeuwig licht.
Zingen we nu het lied achter op de prentjes: Herinner u de namen
Herinner U de namen God van wie gestorven zijn,
hun vreugde en hun levenslot, hun werken en hun pijn.
Temidden van de dood zijt Gij de hoop, die ons verbindt,
schenk ons Uw liefde, maak ons vrij, want wij zijn toch Uw kind.
De dood die onze weg doorkruist, die ons nu van hen scheidt,
de leegte die in harten huist, verdriet, de eenzaamheid,
verduisteren het vergezicht; wijs nieuwe richting aan,
laat allen delen in Uw licht, geef zin in het bestaan.
De doden heeft U thuis gebracht in 't huis van brood en wijn,
verdwenen is hun donk're nacht, want er zal vrede zijn.
Wij hopen en geloven, dat Uw liefde overwint;
wie moe is, wie is afgemat, is meer dan ooit Uw kind.
Tekst op het kerkhof:
"Een rustplaats ..."
Een rustplaats om tot rust te komen.
Een rustplaats voor jou,
in de aarde, waarop jij zo uniek geleefd hebt,
een rustplaats voor ons om bij jou te zijn,
een rustplaats
want hier kunnen we elkaar vinden in de stilte.
Een rustplaats waar wij komen met ons verdriet:
om troost te vinden.
Een rustplaats waar we komen
om de leegte die jij achterliet,
te vullen met herinneringen aan jou.
Een rustplaats om toch bij elkaar te zijn
in de drukte van het leven
en de stilte van de dood:
een rustplaats tussen leven en dood.
(zegenen van de graven)
Slotgebed op het kerkhof:
God, Heer van levenden en doden.
alle namen staan geschreven in de palm van uw hand,
geen mens wordt door U vergeten.
Ook wij vergeten onze doden zijn.
De vele bloemen op deze dodenakker
en onze aanwezigheid hier getuigen daarvan.
Zo willen wij hen eren om de mensen die ze waren
en hen bedanken voor alles wat zij voor ons betekend hebben.
Onze bloemen zijn ook tekenen van onze hoop
dat zij nu een vaste plaats gekregen hebben
in de tuin van uw hemelse heerlijkheid,
waar geen koude of droogte, geen storm of noodweer hen nog kan deren,
waar zij voor eeuwig geborgen zijn in uw grenzeloze liefde.
Zie ook ons verdriet en rouw, de pijn van het gemis
en laat ook ons de kracht van uw liefde ervaren,
opdat wij hoopvol en zinvol verder kunnen in ons leven.
Wees met hen, wees met ons, als een God van leven,
vandaag en alle dagen, tot in uw eeuwigheid. Amen
Onze Vader . ...
Wees gegroet . . . .
Heer schenk hen allen uw eeuwige rust
en het eeuwige licht verlichte hen.
Mogen allen die hier begraven liggen
of zijn bijgezet in de urnenmuur
door uw barmhartigheid rusten in vrede. Amen
Last Post