Kerstviering 2005

Openingslied: Wij komen tezamen

Verwelkoming, korte inleiding

Aansteken van de kaarsen:
    Mensen verlangen naar licht,
    mensen in onze eigen samenleving
    die buiten de boot vallen,
    kinderen die thuis geen warmte en geborgenheid kennen,
    ouders die hun kinderen niet kunnen geven
    wat ze graag zouden willen,
    ze verlangen allemaal naar licht in hun leven.
    Voor hen steken we de eerste kaars aan.

    Mensen verlangen naar licht,
    mensen die door ernstige ziekte zijn getroffen
    ouderen die de kwalen van de oude dag aan den lijve ondervinden,
    kinderen die vaak en langdurig in het ziekenhuis liggen.
    Ze verlangen allemaal naar licht in hun leven.
    Voor hen steken we de tweede kaars aan.

    Mensen verlangen naar licht,
    ook de mensen die wonen in de krottenwijken in Brazilië,
    de kinderen die op straat leven en geen thuis hebben,
    de ouders die te arm zijn om voor hun kinderen te zorgen,
    ze verlangen allemaal naar licht in hun leven.
    Voor hen steken we de derde kaars aan.

    Mensen verlangen naar licht,
    ook de mensen die in tenten bivakkeren in Pakistan,
    ook de mensen in vluchtelingenkampen in Soedan,
    ook de mensen in Irak en Afghanistan,
    ze verlangen allemaal naar licht in hun leven.
    Voor hen steken we de vierde kaars aan.
Cantiloôn: Kijken naar wat komt
    Kerst is kijken naar wat komt,
    hoewel er weinig zicht is.
    je steekt een kaars aan in de nacht
    omdat je iets van God verwacht:
    een wereld waar het licht is.

    Kerst is kijken naar wat komt,
    zoals toen, lang geleden..
    Er werd een kind van God verwacht,
    een kind van licht, een kind vol kracht,
    een kind dat zorgt voor vrede.

    Kerst is kijken naar wat komt.
    Kerst is durven hopen.
    Het kerstkind is een nieuw begin.
    We slaan een weg van vrede in.
    Die moet je vèrder lopen.

    Kerst is kijken naar wat komt.
    Kerst is durven dromen.
    Is licht zien in de duisternis,
    geloven dat God met ons is
    en dat zijn rijk zal komen.
Kerstverhaal
    (Vier misdienaars zijn verkleed als vuile jongetjes uit een krottenwijk in Brazilië. Ze zitten/liggen ergen op het priesterkoor. Twee acolieten spelen voor Gabriëla en Rolando.)
    Gabriëla: Dames en heren, ik ben Gabriëla Angelica, verslaggeefster van de Blos. Zoals u ongetwijfeld wel weet: Blos staat voor Braziliaanse Lokale Omroep Stichting. Ik sta hier in de wijk Terra Encantada in het noorden van Rio de Janeiro. De wijkraad heeft het initiatief genomen om dit jaar een levende kerststal op te zetten in de wijk. Het is echter al kerstavond en ik zie nog nergens iets van een levende kerststal. Naast me staat Rolando Lindena en aan hem ga ik vragen hoe het zit met de levende kerststal hier in Terra Encantada.
    Rolando:
    We moeten helaas nog beginnen met het zoeken naar mensen die mee willen doen. Zoals u weet is hier vorige week een schietpartij geweest tussen drugsdealers en de politie. De politie schoot in het wilde weg om zich heen en zij hebben daarbij twee leden van de wijkraad gedood. Toen is alles blijven liggen. Maar nu ben ik hier om mensen te zoeken voor onze levende kerststal.
    Gabriëla:
    Als u geen bezwaar hebt, ga ik met u mee, dan kan ik verslag doen van uw zoektocht voor de kijkers van de Blos.
    Rolando:
    Hier ligt een jongen te slapen. Hé jongen, sta eens op. Hoe heet jij?
    Jezus:
    Ik heet Jezus.
    Rolando:
    Heet jij echt Jezus? Waarom lig je hier op straat te slapen? Waarom ben je niet gewoon thuis?
    Jezus:
    Dit is mijn thuis. Een ander thuis heb ik niet.
    Rolando:
    Het is wel heel bijzonder dat jij Jezus heet. Ik zoek een jongen die voor kindje Jezus wil spelen in de levende kerststal. Zou jij dat willen?
    Gabriëla:
    Neem me niet kwalijk, maar zo'n vies manneke kun je toch niet voor kindje Jezus laten spelen.
    Jezus:
    Ik ben helemaal niet vies. Ik heb me drie weken geleden nog gewassen.
    Gabriëla:
    Nou, kijk dan maar eens in de spiegel.
    Jezus:
    Dat valt best mee. Mag ik voor kindje Jezus spelen? En krijg ik dan mooie kleren aan?
    Rolando:
    Jezus, jij mag voor kindje Jezus spelen. Maar mooie kleren heb ik niet voor je. Trouwens, kindje Jezus was ook heel arm. Die lag in een kribbe, gewikkeld in doeken. Die had ook geen mooie kleren.
Cantiloôn We zoeken een ster
    Het is zo donker om ons heen.
    Er is zoveel verdriet
    van jou, van mij, van hem, van haar.
    De schaduw valt dan hier, dan daar
    en komt soms heel dichtbij.

    We zoeken een ster, een lichtpunt van ver,
    wat glans en wat gloed om ons heen.

    Het is zo kil in ons bestaan.
    De wereld is zo koud
    voor jou, voor mij, voor hem, voor haar.
    Je huivert en je staat daar maar.
    Je hoort er vaak niet bij.

    We zoeken een ster, een lichtpunt van ver,
    wat glans en wat gloed om ons heen.

    Het is zo leeg in ons bestaan.
    De wereld draait maar door
    met jou, met mij, met hem, met haar.
    We kijken even naar elkaar
    en gaan elkaar voorbij.

    We zoeken een ster, een lichtpunt van ver,
    wat glans en wat gloed om ons heen.
Vervolg kerstverhaal
    Gabriëla: Dames en heren, we zijn weer terug in de uitzending. Ik ben met Rolando op zoek naar mensen die een plek krijgen in de levende kerststal hier in Terra Encantada, wat betoverd land betekent, een van de meest beruchte krottenwijken in Rio de Janeiro. Ik ga eens gauw naar Rolando. Zo te zien heeft hij weer enkele mensen gevonden.
    Rolando:
    Hé jullie, kom eens naar buiten. Kom eens in het licht staan, zodat ik je goed kan zien. Zo, zo, jullie hebben ook niet je zondagse kleren aan, zo te zien. Wonen jullie hier? Wonen jullie hier bij je ouders? Wonen jullie hier helemaal alleen? Wie woont hier dan nog meer? Wie zorgt er voor jullie?
    Casparo:
    We wonen hier bij Kaio.
    Rolando:
    Kaio, bedoel je Kaio Eenoog, de drugsdealer?
    Casparo:
    Ja, die is het. Hij geeft ons eten en kleren en een plaats om te slapen. En dan moeten we 's avond drugs rondbrengen in Rio. Maar Kaio is vanmorgen gearresteerd door de politie en nu hebben we vanavond vrij.
    Rolando:
    Nou, dat komt dan goed uit. Ik zoek nog herders voor in de levende kerststal. Willen jullie meedoen? Er komen een heleboel mensen kijken en de televisie is er ook.
    Casparo:
    Krijgen we dan mooie kleren? We kunnen toch zo niet op de televisie komen.
    Rolando:
    Nee, mooie kleren heb ik niet voor jullie. In Jezus' tijd waren de herders ook heel arm. Bovendien, het gaat er niet om hoe je er van buiten uitziet, als je van binnen maar schoon bent.
    Gabriëla:
    Rolando, de tijd begint te dringen. Je moet nog koningen zoeken en niet te vergeten Maria en Jozef. Ik ben benieuwd of je dat gaat lukken.
Cantiloon: Er is een kindeke geboren
    Er is een kindeke geboren op d'aard, (2x)
    't Kwam op de aarde voor ons allemaal. (2x)

    't Kwam op de aarde en 't had er geen huis; (2x)
    't kwam op de aarde en 't droeg al zijn kruis. (2x)

    Er is een kindeke geboren in 't strooi, (2x)
    't lag in een kribbe, gedekt met wat hooi. (2x)

    't Kwam op de aarde voor ons allegaar (2x)
    en 't wenst ons allen een zalig nieuw jaar. (2x)
Vervolg kerstverhaal
    (Rolando heeft onder het zingen enkele kinderen uit de kerk geplukt om drie koningen te spelen. Ze kregen ook een kroontje op.)
    Gabriëla.
    Dames en heren, we zijn weer terug in de uitzending, deze speciale uitzending van de Blos, de Braziliaanse Lokale Omroep Stichting. Zo te zien heeft Rolando enkele mensen gevonden die de koningen willen spelen.
    Jezus:
    Kindje Jezus vindt het maar niks. Die arme kinderen moeten voor herder spelen en die met hun mooie kleren aan zijn koningen. Jezus heeft toch steeds gezegd: de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten.
    Gabriëla:
    Je kunt de rollen toch niet zomaar omdraaien. Armen blijven altijd arm, of het nu herders zijn of mensen hier in de krottenwijken. En de rijken blijven altijd rijk.
    Rolando:
    Ik denk toch dat Jezus gelijk heeft. Kindje Jezus wilde dat er geen armen meer zouden zijn omdat de rijken zouden delen met hen. Wij kijken teveel naar de buitenkant, maar het gaat om de binnenkant. Jezus, we maken de herders tot koningen en de koningen tot herders. En nu nog Maria en Jozef. Waar moet ik die toch gaan zoeken.
    Jezus:
    Ik heb de oplossing. Jullie spelen zelf voor Maria en Jozef.
    Rolando/Gabriëla:
    Wij . . . , ja maar. .
    Jezus:
    Niks te maren. Vanavond is het kindje Jezus de baas en ik kies jullie als Maria en Jozef.
    Rolando:
    We hebben onze gewone kleren aan. In deze kleren kunnen we toch niet voor Maria en Jozef spelen.
    Gabriëla:
    En jij maar zeggen dat het niet om de buitenkant gaat maar om de binnenkant. En nu zit je zelf over mooie kleren te zeuren.
    Jezus:
    Ik vind dat Rolando toch een beetje gelijk heeft. Kleren maken de man, ook in de levende kerststal. Ik stel voor dat we allemaal andere kleren gaan aantrekken.
    (De vier misdienaars en de twee acolieten gaan hier naar de sacristie en trekken hun togen aan. Na het lied komen ze zo gekleed terug en vormen voor het altaar een levende kerststal.)
Kerstlied: DE HERDERTJES LAGEN BIJ NACHTE
    De herdertjes lagen bij nachte,
    zij lagen bij nacht in het veld.
    Zij hielden vol trouwe de wachte,
    zij hadden hun schaapjes geteld.
    Daar hoorden zij d'engelen zingen,
    hun liederen vloeiend en klaar;
    de herders naar Betlehem gingen,
    't liep tegen het nieuwe jaar.

    Gesproken tekst:
      De herdertjes lagen bij nachte in het veld.
      In Brazilië liggen kinderen 's nachts op straat,
      ze horen geen engelen zingen
      alleen het geschreeuw van lui die dronken zijn.
      De hogere sferen die zij voelen komen van lijm snuiven.
      Maar ook zij zijn welkom in de stal van het kind van Betlehem.

    Toen zij er te Betlehem kwamen,
    daar schoten drie stralen dooreen;
    een straal van omhoog zij vernamen,
    een straal uit het kribje beneên;
    toen vlamd' er een straal uit hun ogen
    en viel op het kindeke teer;
    zij stonden tot schreiens bewogen
    en knielden bij Jezus neer.

    Gesproken tekst:
      De kinderen uit de krottenwijken in Brazilië
      zien in de stad wel overal de lichtreclames,
      maar wat aangeprezen wordt, is voor hen onbereikbaar;
      zij zijn de verschoppelingen van de maatschappij,
      ze worden als lastposten ervaren.
      maar in de stal van Betlehem zijn ze welkom
      en krijgen zij de ereplaatsen.

    Och Kindje, och Kindje, dat heden
    in 't nederige stalletje kwaamt,
    ach, laat ons uw paden betreden,
    want Gij hebt de wereld beschaamd.
    Gij kwaamt om de wereld te winnen,
    de machtige vijand te slaan;
    de kracht uwer liefde van binnen
    kan wereld noch hel weerstaan.
Kerstboodschap.
    In deze levende kerststal wil ik graag voor engel spelen, Ik denk dat ik daar uitermate geschikt voor ben. Maar dan denk ik: wat voor soort engel stel ik me eigenlijk voor?
    Denk ik aan een engel die ergens hoog aan de hemel zweeft? Nou, ik blijf liever met beide benen op de grond. Ik heb niet voor niets hoogtevrees.
    Denk ik aan een engel in de kerstboom, die voor de versiering dient? Maar een engel zijn alleen voor de versiering lijkt me ook niets.
    Denk ik aan een engel die uit de hemel komt? Ik hoop er ooit te komen maar ik weet zeker dat ik niet uit de hemel kom.
    Kan ik wel een engel zijn? Is dat niet veel te hoog gegrepen? Wat is eigenlijk een engel?
    Men spreekt wel van een boodschapper van God. Men zegt wel dat een engel iets van Gods licht uitstraalt. Kan ik een boodschapper van God zijn? Kan ik zijn licht uitstralen?
    Misschien toch wel een klein beetje, op een heel menselijke manier, Misschien kan ik een heel klein beetje engel zijn, zonder vleugels en zo, maar met handen die warmte geven, een hart dat klopt voor anderen.
    Maar dat geldt natuurlijk niet alleen voor mij, dat geldt voor ons allen. In het kerstverhaal wordt er gesproken over een heerschare van engelen, een massa engelen die Gods lof zongen.
    In deze levende kerststal bent u allemaal die heerschare van engelen, grote en kleine engelen, jonge en oude engelen, geen zweefengelen maar engelen van vlees en bloed.
    Wij allemaal zijn geroepen om boodschappers van God te zijn, te spreken over vrede op aarde voor mensen van goede wil, om in woord en daad te laten zien dat we geloven in de kracht van het goede, om in ons leven een boodschap van hoop zichtbaar te maken. Op die manier kunnen we ook iets van Gods licht uitstralen.
    Vroeger spraken we wel eens van engelbewaarders. En als iemand het er goed vanaf gebracht heeft, zeggen we nog wel: hij of zij heeft een goede engelbewaarder gehad.
    Hoe het zit met die engelbewaarders van boven, weet ik ook niet, maar ik weet wel dat wij allemaal engelbewaarders voor elkaar moeten zijn. Ouders zijn de engelbewaarders van hun kinderen, zeker als die jong zijn, en kinderen zijn de engelbewaarders van hun ouders, als die oud en gebrekkig geworden zijn.
    Ieder die geloof in Jezus' boodschap moet om zich hen kijken om te zien voor wie hij of zij iets van een engelbewaarder kan zijn. En als je dat doen, zegt misschien ook nog eens iemand tegen ons: je bent een engel.
    Een kerk vol engelen, dat moet toch een zalig kerstfeest geven. Dat wens ik u allen toe.
Cantiloôn: Het carillon
    De klanken van het klokkenspel die dwarrelen omlaag,
    de tonen dansen in het rond en dalen neer tot op de grond.
    Een kerstlied klinkt door heel de stad.
    En zonder woorden hoor je dat het Kerstkind is geboren.
    Klokken, klokken (2x)
    klokken in de toren, laat het ons maar horen!
    Roep het van de daken! Roep het luid en blij:
    God is in ons midden en de vrede is nabij.

    Wie luistert naar het klokkenspel kijkt eventjes omhoog.
    Die voelt zich even opgetild door wat er uit die toren trilt.
    Het doet je wat en je wordt stil
    van wat dat liedje zeggen wil, dat Jezus is geboren.
    Klokken, klokken, (2x)
    klokken in de toren, laat het ons maar horen!
    Roep het van de daken! Roep het luid en blij:
    God is in ons midden en de vrede is dichtbij!
Geloofsbelijdenis:
    Ik geloof in God , die van alle mensenkinderen houdt.
    Ik geloof ook in Zijn bedoeling met onze aarde.
    Hij wil vrede en goedheid alom.

    Ik geloof niet in een wereld, die je kunt verdelen in rijk en arm.
    Maar ik geloof in een gelijke verdeling
    van alle goederen der aarde tussen alle mensen.
    Ik geloof niet in een wereld, waarin het ene kind
    veel meer kansen krijgt dan het andere kind.
    Maar ik geloof in een aarde met gelijke kansen voor iedereen.

    Ik geloof, dat het God pijn doet als Hij ziet,
    dat er nog zoveel vluchtelingen zijn.
    Maar ik geloof ook, dat ik in Zijn naam op mijn manier
    kan werken aan een betere wereld.
Offerande: Drumshowband

Tafelgebed:
    Pr. De Heer zij met U.
    Al. En met uw geest.
    Pr. Verheft uw hart.
    Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
    Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
    Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
    Pr. Vader in de hemel, op deze kerstavond willen wij U danken voor uw zoon Jezus. Wij vieren blij en vol vreugde zijn geboorte in de stal van Bethlehem.
    Vandaag merken wij weer hoeveel U van ons houdt. Want U wilt heel dicht bij ons zijn. Zo klein en hulpeloos. Wij danken U voor dit wonder. Wij hebben er geen woorden voor. Maar samen met alle mensen willen wij dit gebed voor U bidden.

    Al. Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten. Hemel en aarde zijn vol van Uw glorie. Hosanna in den Hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des Heren, Hosanna in den Hoge.

    Pr. Dank, goede God, voor die ene mens, die voorop is gegaan, Jezus Christus, onze Heer. Hij heeft ons geleerd dat het er niet op aankomt om de machtigste te zijn, maar om te dienen en te helpen. Zelf liet Hij zijn vrienden delen in het geluk van zijn eigen leven, toen Hij hen aan tafel bijeenriep op de avond voor zijn lijden.
    Toen sprak Hij voor hen de zegebede uit, brak het brood en deelde het rond met de woorden: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, dit is mijn lichaam, mijn leven, voor jullie gegeven.
    Daarna reikte Hij hun de beker over, sprak daar de zegenbede over uit en zei: Neemt deze beker en drinkt hieruit, jullie allemaal, want dit is mijn bloed, mijn leven, vergoten voor jullie als teken van een nieuw en altijddurend verbond. Blijft dit doen om steeds aan Mij te denken.
    Ook wij vieren hier dit mysterie van liefde en trouw, dat begon met Jezus' geboorte, dat voltooid werd met Zijn dood aan het kruis.

    Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.

    Pr. Wij danken U, Heer, dat wij dit nu samen doen in deze kerstviering, want zo vertellen wij elkaar de blijde boodschap, dat Jezus leeft in ons, die hier bijeen zijn en in onze goede wil te willen werken aan de toekomst van Zijn Koninkrijk.

    Al. Wij vragen U, Vader, laat deze maaltijd ons helpen om voor elkaar te zijn wat Jezus is geweest voor allen. Dan denken wij niet enkel aan onszelf of aan onze eigen toekomst. Laat ons in Jezus' naam zorgen, dat alle kinderen welkom zijn, overal ter wereld, dat zij een huis hebben en genoeg te eten. Dan zal er vrede en licht zijn op aarde en een goede toekomst voor iedereen; nu, vandaag en voortaan altijd. Amen

    Pr. Laten we nu het gebed bidden, dat Jezus zelf ons gegeven heeft:

    Al. Onze Vader . . .

    Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, van alle duisternis die over ons en alle anderen kan neerdalen. Geef vrede in onze dagen, vrede met U en vrede met elkaar, omwille van de geboorte van Jezus, Messias, uw Zoon.

    Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen

Vredewens
Communie

Kerstwens:
    Kerstmis: het is een feest van licht,
    niet het romantische licht van kaarsjes
    en lampjes in de kerstbomen,
    niet het schelle licht van de schijnwerpers,
    maar het licht in de ogen van een kind,
    waarin iets van Gods licht wordt weerspiegeld.
    Dat u oog hebt voor dat licht. Zalig kerstfeest.

    Kerstmis, het is het feest van de blijheid,
    niet het plezier dat je beleefd aan een heerlijk diner,
    niet het genot van een goed glas wijn,
    maar de blijheid in de ogen van een kind,
    een kind dat blij is met de aandacht en zorg
    die het krijgt in het gezin.
    Dat u oog hebt voor die blijheid. Zalig kerstfeest.

    Kerstmis, het is een feest van de vrede,
    niet van vrede hebben met alles wat er gebeurt,
    niet van zorgeloos en onbekommerd door het leven gaan,
    maar de vrede in de ogen van een kind,
    een kind voor wie de groten klein en de kleinen groot zijn.
    Dat u oog hebt voor die vrede. Zalig kerstfeest.
Slotlied: EER ZIJ GOD IN ONZE DAGEN