Kerstviering 2004

Openingslied: Nu zijt wellekome
    Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer;
    Gij komt van alzo hoge, van alzo veer!
    Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer;
    hier al in dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyrieleis.

    Christe Kyrieleison, laat ons zingen blij;
    daarmeed' ook onze leisen beginnen vrij.
    Jezus is geboren op de heilige kerstnacht,
    van een maged reine, die hoog moet zijn geacht. Kyrieleis.

    D'herders op de velden hoorden een nieuw lied,
    dat Jezus was geboren, zij wisten 't niet.
    Gaat aan geender straaten en gij zult Hem vinden klaar;
    Betl'hem is de stede, waar 't is geschied, voorwaar. Kyrieleis.
Verwelkoming, korte inleiding

Aansteken van de kaarsen:
    Eén kaars gaat er nu branden
    en zegt aan iedereen:
    "Er is een feest op handen,
    de duisternis verdween."

    Twee kaarsen staan te schijnen,
    hun licht is nog maar klein.
    Toch zal de nacht verdwijnen,
    dan zal er vrede zijn.

    Een derde kaars gaat stralen,
    wij wachten met geduld
    en horen in verhalen
    hoe God Zijn woord vervult.

    Vier kaarsen in het donker
    vertellen in de nacht
    met licht en blij geflonker
    dat ons de Vrede wacht.

    Het licht waarvan wij dromen,
    het grote Licht is daar!
    Want Jezus is gekomen.
    Zo worden dromen waar!
Cantiloôn: Kerstmis is méér
    Kerstmis is meer dan een boom vol met ballen
    liedjes en slingers en sfeer overal.
    Kerstmis is het verhaal van een kindje,
    ergens ver weg in een simpele stal.

    Kerstmis is meer dan die kransjes met spikkels,
    slagroom, kalkoen en een kerstbrood met spijs.
    Kerstmis is ook een kind in een voerbak.
    Stro en wat doeken; een kindje op reis.

    Kerstmis is meer dan gezellige dagen,
    vol met cadeautjes en ander genot.
    Kerstmis is in Gods vrede geloven
    en in dat kind als cadeautje van God.

    Kerstmis is meer dan die brandende kaarsen.
    Knus bij elkaar, de gordijnen goed dicht.
    Kerstmis is juist het licht voor de wereld.
    Dat is de droom van een wereld vol licht.
Kerstverhaal
    Burgemeester: Hallo allemaal, groot en klein. Ik wil me even voorstellen: Ik ben Hanna en ik ben de burgemeester van Betlehem. Ja, Betlehem is een heel moderne stad omdat er een vrouwelijke burgemeester is. En ik doe alles om de stad nog moderner te maken. De binnenstad wordt helemaal gerenoveerd, alles staat op zijn kop. Dat is wel erg lastig en de winkeliers klagen steen en been. Niemand weet de weg nog te vinden, vooral vreemdelingen zoeken zich een ongeluk. En het ergste is dat er op het ogenblik zoveel vreemdelingen zijn vanwege die stomme volkstelling. Om de paar minuten komt er wel iemand mij vragen hoe hij bij het stadhuis kan komen want daar moet men zich inschrijven. Uit de verte beginnen ze al te roepen: Waar moeten we naartoe. Wijs ons de weg! En als ik dan uitgelegd heb: eerste straat links en dan weer de eerste straat links en dan weer de eerste straat links. Dan roepen er weer anderen: Waar moeten we naartoe, wijs ons de weg! Ik word er stapelgek van.
    Pastoor: Dat is nu echt een probleem van onze moderne tijd. Veel mensen weten niet meer waar ze naartoe moeten. Ze hebben al-tijd haast en hollen maar door en ze staan veel te weinig stil om zichzelf eens af te vragen "waar moeten we naartoe? Waar willen we naartoe?" Ze lopen vaak hun neus maar achterna en dan vinden ze het nog vreemd ook dat ze verdwalen. Gelukkig zijn er ook mensen die hun de weg wijzen als ze erom vragen.
    Kinderen: Waar moeten we naartoe? Wijs ons de weg.
    Burgemeester: Daar gaan we weer. Kom eerst maar eens deze kant op. Dan zal ik je wel de weg wijzen. Jullie moeten natuurlijk ook naar het stadhuis om je te laten inschrijven. Nou dan moet je daar links . . .
    Kinderen: Het stadhuis, nee dat zoeken we niet. We zijn op zoek naar het kind van het licht, dat hier geboren is. Dat kind kan alle mensen de goede weg wijzen.
    Burgemeester: Kind van het licht. Hier in Betlehem geboren! Nou, ik weet alles hier in de stad, maar daar heb ik niets van gehoord. Je zult het wel gedroomd hebben.
    Kinderen: Ja, ik had vannacht een heel bijzondere droom. Ik zag een man en een vrouw uit het noorden die hier waren om zich te laten inschrijven. Toen ze dat gedaan hadden, zochten ze een slaapplaats, maar alles zat vol. En de vrouw liep op het laatst, dat kon je goed zien. Haar kindje kon elk moment geboren worden. Iemand die medelijden met haar had, heeft de vrouw en haar man toen naar een schaapsstal gebracht. Daar stonk het wel een beetje, maar het was niet zo koud als buiten in het open veld. En toen ze daar waren, is het kindje geboren, het kind van het licht. Zijn moeder stopte hem in een omslagdoek, iets anders had ze niet, en toen heeft de man het kindje in een voerbak gelegd. En toen scheen er aan de hemel een groot licht en engelen zongen van vrede op aarde. Herders in de buurt werden er wakker van en kwamen naar het kindje kijken. En toen ze weer weg gingen straalden hun ogen van blijdschap. Dat heb ik allemaal in mijn droom gezien. En nu wil ik het kindje zelf gaan bezoeken. Maar waar vind ik het?
Samenzang: De herdertjes lagen bij nachte
    De herdertjes lagen bij nachte,
    zij lagen bij nacht in het veld.
    Zij hielden vol trouwe de wachte,
    zij hadden hun schaapjes geteld.
    Daar hoorden zij d'engelen zingen,
    hun liederen vloeiend en klaar;
    de herders naar Betlehem gingen,
    't liep tegen het nieuwe jaar.

    Toen zij er te Betlehem kwamen,
    daar schoten drie stralen dooreen;
    een straal van omhoog zij vernamen,
    een straal uit het kribje beneên;
    toen vlamd' er een straal uit hun ogen
    en viel op het kindeke teer;
    zij stonden tot schreiens bewogen
    en knielden bij Jezus neer.
    Burgemeester: Een kind van het licht dat de weg wijst. Het zal wel een mooie droom zijn, maar dromen zijn bedrog, dat weet je toch wel. Naar dat kind zoeken hier in Betlehem heeft geen enkele zin. Maar wacht eens. Die vrouw die jij in je droom gezien hebt, die heb ik gisteren op het stadhuis gezien. Zij en haar man kwamen, geloof ik, uit Nazaret. Daar komt niet veel soeps vandaan, heb ik wel eens horen zeggen. Ja, die vrouw liep zo moeilijk door haar dikke buik. Toen dacht ik nog: dat kindje zal wel vandaag of morgen geboren worden. Je zei dat het in een schaapstal gebeurd is, maar welke, er zijn er zoveel rond Betlehem.
    Kind: Zoeken jullie het kind van het licht. Nou, ik kan je wel de weg wijzen. Ik kom er net vandaan. Het is zo'n lief kind, ik voelde me helemaal warm worden van binnen. Ze zijn in de stal van Jonathan.
    Burgemeester: De stal van Jonathan! Dat vieze tochtige geval. Dat is toch geen plek voor een pasgeboren kindje. Weet je wat: ga vlug naar ze toen en breng ze hier. Hier is het tenminste lekker warm. Pastoor: Hier in de kerk is iedereen welkom. Iedereen die het kind van het licht zoekt, mag hier binnenkomen. En het kind van het licht is natuurlijk helemaal welkom. Want hij is degene die, groot geworden, ons de weg gewezen heeft naar een goed en zinvol leven.
Cantiloôn: We zoeken een ster
    Het is zo donker om ons heen.
    Er is zoveel verdriet
    van jou, van mij, van hem, van haar.
    De schaduw valt dan hier, dan daar
    en komt soms heel dichtbij.
    We zoeken een ster, een lichtpunt van ver,
    wat glans en wat gloed om ons heen.

    Het is zo kil in ons bestaan.
    De wereld is zo koud
    voor jou, voor mij, voor hem, voor haar.
    Je huivert en je staat daar maar.
    Je hoort er vaak niet bij.
    We zoeken een ster, een lichtpunt van ver,
    wat glans en wat gloed om ons heen.

    Het is zo leeg in ons bestaan.
    De wereld draait maar door
    met jou, met mij, met hem, met haar.
    We kijken even naar elkaar
    en gaan elkaar voorbij.
    We zoeken een ster, een lichtpunt van ver,
    wat glans en wat gloed om ons heen.

    Koningen: Waar moeten we naartoe? Wijs ons de weg.
    Burgemeester: Zeg vreemdelingen, jullie komen niet uit dit land, hè, dat zie ik zo. Waar komen jullie vandaan? We kunnen niet iedereen toelaten in onze stad. Je hoort tegenwoordig zoveel over terroristen en zo. We willen het hier graag vredig houden.
    Koning 1: Ik kom uit Soedan. Ik woonde in een vluchtelingenkamp. Daar was niet genoeg eten voor iedereen, elke dag hadden we honger. Toen zag ik een ster aan de hemel, die wenkte me en zei: ik breng je naar het kind van het licht Dat kind kan ons de weg wijzen naar een betere toekomst. Volgens de ster moet het hier ergens zijn. Kun je me de weg wijzen?
    Koning 2:Ik kom uit Irak. Er wordt bij ons overal gevochten. In de sterren heb ik gezien dat hier een kind van de vrede geboren is. En vrede hebben wij in ons land zo hard nodig. Daarom wil ik dit kind vragen ons de weg naar de vrede te wijzen. Kun je me zeggen waar ik het vinden kan.
    Koning 3: Ik kom uit het Overloonse land van schraal zand. Bij ons komen we niets tekort. We hebben het goed. Mijn vader zei pas nog dat we geen droom meer hebben om achterna te gaan. We leven te gemakkelijk, zei hij. En toen ik droomde van de ster die me wenkte mee te gaan, op zoek naar een bijzonder kind, toen heb ik dat gedaan. Waar kan ik dat kind vinden.
    Burgemeester: Kom maar met mij mee, dan breng ik jullie naar het kind. Het moet toch wel een heel bijzonder kind zijn dat jullie van zo ver hiernaartoe komen. Kijk, hier is het kind en zijn moe-der en vader.
    Pastoor: Zeg vreemdelingen, Hebben jullie geschenken meegebracht voor het kind? Dat hoort zo, zo staat het in de boeken.
    Burgemeester: Maar pastoor, hoe kun je zoiets nu vragen? Zie je niet dat ze niets hebben om te geven.
    Pastoor: Ieder mens kan iets geven. Het hoeft ook geen goud, wierook of mirre te zijn. Je kunt nog heel veel andere dingen geven.
    Koning 1: Kindje, ik ben zo arm als een luis. Maar ik geef je mijn handen, die zullen altijd voor je werken om arme en zieke mensen te helpen.
    Koning 2: Ik heb alleen maar een lege maag. Maar ik geef je mijn hart. Ik zal vol van je zijn en altijd doen wat jij graag wilt.
    Koning 3: Wat moet ik nu geven? Mijn speelgoed. Ik heb een hele kast vol? Maar daar heb je niets aan. Ik geef je mijn droom. Of beter: jouw droom zal altijd mijn droom zijn. En die droom zal ik altijd achterna gaan. Dan ben je ook altijd bij mij.
Samenzang: EER ZIJ GOD IN ONZE DAGEN
    Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd,
    mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit.
    Gloria in excelsis Deo. (2x)

    Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is.
    Eer zij God die op de aarde naar ons toegekomen is.
    Gloria in excelsis Deo. (2x)

Korte kerstboodschap.

Cantiloôn: Het carillon
    De klanken van het klokkenspel die dwarrelen omlaag,
    de tonen dansen in het rond en dalen neer tot op de grond.
    Een kerstlied klinkt door heel de stad.
    En zonder woorden hoor je dat het Kerstkind is geboren.
    Klokken, klokken (2x)
    klokken in de toren, laat het ons maar horen!
    Roep het van de daken! Roep het luid en blij:
    God is in ons midden en de vrede is nabij.

    Wie luistert naar het klokkenspel kijkt eventjes omhoog.
    Die voelt zich even opgetild door wat er uit die toren trilt.
    Het doet je wat en je wordt stil
    van wat dat liedje zeggen wil, dat Jezus is geboren.
    Klokken, klokken, (2x)
    klokken in de toren, laat het ons maar horen!
    Roep het van de daken! Roep het luid en blij:
    God is in ons midden en de vrede is dichtbij!
Geloofsbelijdenis:
    Ik geloof in God , die van alle mensenkinderen houdt.
    Ik geloof ook in Zijn bedoeling met onze aarde.
    Hij wil vrede en goedheid alom.
    Ik geloof niet in een wereld, die je kunt verdelen in rijk en arm.
    Maar ik geloof in een gelijke verdeling
    van alle goederen der aarde tussen alle mensen.
    Ik geloof niet in een wereld,
    waarin het ene kind veel meer kansen krijgt dan het andere kind.
    Maar ik geloof in een aarde met gelijke kansen voor iedereen.
    Ik geloof, dat het God pijn doet
    als Hij ziet, dat er nog zoveel vluchtelingen zijn.
    Maar ik geloof ook, dat ik in Zijn naam
    op mijn manier kan werken aan een betere wereld.
Voorbeden:
    Ik bid voor alle mensen in Irak, dat er vrede mag komen en er geen geweld meer is.
    Ik bid voor alle mensen in Soedan, dat iedereen weer naar huis kan en genoeg te eten heeft.
    Ik bid voor alle mensen in Overloon, dat ze blij en tevreden zijn met alles wat ze hebben.
    Ik bid voor alle mensen in Betlehem en in heel Palestina, dat er echte vrede mag komen.
    Ik bid voor alle mensen die dromen van licht en vrede, dat ze ook alles doen om die droom waar te maken.
    Ik bid voor alle mensen die zoeken naar licht en geluk, dat zij het ook op de juiste plaatsen zoeken.
    Ik bid voor alle kinderen in de wereld, dat het licht van Jezus volop schijnen mag in hun leven.
Offerande: Drumshowband

Tafelgebed:
    Pr. De Heer zij met U.
    Al. En met uw geest.
    Pr. Verheft uw hart.
    Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
    Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
    Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
    Pr. Vader in de hemel, op deze kerstavond willen wij U danken, voor uw zoon Jezus. Wij vieren blij en vol vreugde zijn geboorte in de stal van Bethlehem. Vandaag merken wij weer hoeveel U van ons houdt. Want U wilt heel dicht bij ons zijn. Zo klein en hulpeloos. Wij danken U voor dit wonder. Wij hebben er geen woorden voor. Maar samen met alle mensen willen wij dit gebed voor U bidden.

    Al. Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten. Hemel en aarde zijn vol van Uw glorie. Hosanna in den Hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des Heren, Hosanna in den Hoge.

    Pr. Dank goede God, voor die ene mens, die voorop is gegaan, Jezus Christus onze Heer. Hij heeft ons geleerd dat het er niet op aankomt om de machtigste te zijn, maar om te dienen en te helpen. Zelf liet Hij zijn vrienden delen in het geluk van zijn eigen leven, toen Hij hen aan tafel bijeenriep op de avond voor zijn lijden.
    Toen sprak Hij voor hen de zegebede uit, brak het brood en deelde het rond met de woorden: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, dit is mijn lichaam, mijn leven, voor jullie gegeven.
    Daarna reikte Hij hun de beker over, sprak daar de zegenbede over uit en zei: Neemt deze beker en drink hieruit, jullie allemaal, want dit is mijn bloed, mijn leven, vergoten voor jullie als teken van een nieuw en altijddurend verbond. Blijft dit doen om steeds aan Mij te denken.
    Ook wij vieren hier dit mysterie van liefde en trouw, dat begon met Jezus' geboorte, dat voltooid werd met Zijn dood aan het kruis.
    Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.

    Pr. Wij danken U Heer, dat wij dit nu samen doen in deze kerstviering, want zo vertellen wij elkaar de blijde boodschap, dat Jezus leeft in ons, die hier bijeen zijn en dat wij allen willen werken aan de toekomst van Zijn Koninkrijk.
    Al. Wij vragen U Vader, laat deze maaltijd ons helpen om voor elkaar te zijn wat Jezus is geweest voor allen. Dan denken wij niet enkel aan onszelf of aan onze eigen toekomst. Laat ons in Jezus' naam zorgen, dat alle kinderen welkom zijn, overal ter wereld, dat zij een huis hebben en genoeg te eten. Dan zal er vrede en licht zijn op aarde en een goede toekomst voor iedereen; nu, vandaag en voortaan altijd. Amen
    Pr. Laten we nu het gebed bidden, dat Jezus zelf ons gegeven heeft:
    Al. Onze Vader . . .
    Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, van alle duisternis die over ons en alle anderen kan neerdalen . Geef vrede in onze dagen, vrede met U en vrede met elkaar, omwille van de geboorte van Jezus, Messias, uw Zoon.
    Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen
Vredewens

Communie: Drumshowband
Cantiloôn: Kijken naar wat komt
    Kerst is kijken naar wat komt,
    hoewel er weinig zicht is.
    je steekt een kaars aan in de nacht
    omdat je iets van God verwacht:
    een wereld waar het licht is.

    Kerst is kijken naar wat komt,
    zoals toen, lang geleden.
    Er werd een kind van God verwacht,
    een kind van licht, een kind vol kracht,
    een kind dat zorgt voor vrede.

    Kerst is kijken naar wat komt.
    Kerst is durven hopen.
    Het kerstkind is een nieuw begin.
    We slaan een weg van vrede in.
    Die moet je verder lopen.

    Kerst is kijken naar wat komt.
    Kerst is durven dromen.
    Is licht zien in de duisternis,
    geloven dat God met ons is
    en dat zijn rijk zal komen.
Slottekst:
    Burgemeester: Hè, waarom blaas je nu die kaarsen uit. Het is toch feest, en daar horen toch kaarsen bij.
    Kind 1: Op heel veel plaatsen in de wereld is het helemaal geen feest. Daar is het gewoon donker. En dat kunnen we toch niet veranderen. Kind 2: Wij vieren wel feest maar wij vergeten ook wel eens het licht van Jezus door te geven. En dan blijft het nog donker op veel plaatsen. Burgemeester: Je hebt natuurlijk wel een beetje gelijk. Maar als we allemaal proberen wat licht te zijn voor elkaar, niet alleen vandaag, maar elke dag van het jaar, dan wordt het toch wat minder donker in de wereld. Steek daarom de kaarsen maar weer aan.

    Pastoor: Onze Vader in de hemel, moge het kind van het licht ook in onze wereld veel duisternis verdrijven. Mogen wij door Hem de weg naar duurzame vrede en verbondenheid in liefde weer ontdekken. Help ons allen die hier samen Kerstmis gevierd hebben, om mensen van licht te zijn in eigen kring, dat we de feestvreugde delen met elkaar, omwille van Jezus, wiens geboorte we herdacht hebben en die voort wil leven in onze gemeenschap. Amen
Slotlied : MIDDEN IN DE WINTERNACHT
    Midden in de winternacht ging de hemel open.
    Die ons heil ter wereld bracht, antwoord op ons hopen.
    Elke vogel zingt zijn lied,
    herders, waarom zingt gij niet?
    Laat de cithers slaan; blaast uw fluiten aan;
    laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:
    Christus is geboren.

    Vrede was er overal: wilde dieren kwamen
    bij de schapen in de stal en zij speelden samen.
    Elke vogel zingt zijn lied,
    herders, waarom speelt gij niet?
    Laat de cithers slaan; blaast uw fluiten aan;
    laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:
    Christus is geboren.

    Ziet, reeds is de morgenster stralend in het duister,
    want de dag is niet meer ver, bode van de luister,
    die ons weldra op zal gaan.
    Herders blaast uw fluiten aan,
    laat de bel, bim-bam, laat de trom rom-rom,
    keere om, keere om, laat de beltrom horen:
    Christus is geboren.