Kerstviering 2003
Thema: Dromen van vrede
Openingslied: WIJ KOMEN TEZAMEN
Wij komen tezamen onder 't sterreblinken,
een lied moet weerklinken voor Betlehem!
Christus geboren, zingen d'engelenkoren.
Refrein:
Venite adoremus, venite adoremus, venite adoremus Dominum.
Drie wijzen met wierook kwamen er van verre,
zij volgden zijn sterre naar Betlehem.
Herders en wijzen komen Jezus prijzen. Refrein
Ook wij uitverkoren mogen u begroeten
en kussen uw voeten, Emmanuel.
Wij willen geven hart en geest en leven. Refrein
Inleiding
Kerstmis is dromen dat Jezus zal komen,
is een regel uit een of ander kerstgedicht.
Zal Jezus komen vanavond in onze kerstviering,
zal hij tot leven komen in ons hart
in de verbondenheid die wij hier vieren,
verbondenheid met Hem, het kerstkind,
verbondenheid met elkaar zoals we hier samen zijn.
Zijn we hier alleen maar om vrijblijvend wat weg te dromen
bij de zang en bij de sfeer van deze viering.
Of willen we dromen van die droom van het kerstkind,
die droom van licht en vrede.
We doen het een beetje in ons drempelgebed.
Bij het aansteken van de kaarsen:
Vg. Ik droom van het licht, het licht van de hoop voor alle mensen, dat
iedereen, vrij en niet verplicht, voor de ander het goede zal wensen.
Ik droom van een toekomst vol licht.
Al. Heer, laat die droom werkelijkheid worden,
in ons en door ons, vandaag en alle dagen.
Vg. Ik droom van het licht, het licht van de inkeer, van anders gaan
leven, dat niemand voor het kwade nog zwicht, maar anderen steeds het
goede zal geven. Ik droom van een waarheid vol licht.
Al. Heer, laat die droom werkelijkheid worden,
in ons en door ons, vandaag en alle dagen.
Vg. Ik droom van het licht, het licht van hartverwarmende en
aanstekelijke blijheid, dat ieder mens, met een brede lach op zijn
gezicht, kan gaan en staan in innerlijke vrijheid. Ik droom van
gemeenschap vol licht. Heer, laat die droom werkelijkheid worden.
Al. Heer, laat die droom werkelijkheid worden,
in ons en door ons, vandaag en alle dagen.
Vg. Ik droom van het licht, het licht van de blijde verwachting voor
velen, want vandaag klinkt het blije bericht, dat God al wat kapot ging
in mensen zal helen. Ik droom van een wereld vol licht.
Al. Heer, laat die droom werkelijkheid worden,
in ons en door ons, vandaag en alle dagen.
Vg. Iets van die droom werd werkelijkheid, in een kind, geboren in een
achteraf land, Dat kind werd een profeet met een blijde boodschap: als
je mijn weg gaat, wordt het licht in de wereld.
Al. Heer, laat die droom werkelijkheid worden,
in ons en door ons, vandaag en alle dagen.
Vg. Heer, vergeef ons als we wel dromen maar niets doen,
als we wel zingen van licht en vrede
maar er zelf geen bijdrage aan leveren. Amen
Logeko: Kyrie (Missa Brevis van Mozart)
Lezing uit het heilig evangelie volgens Lucas (2,1-14)
In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus dat er een
volkstelling gehouden moest worden in heel zijn rijk. Deze volkstelling
vond plaats eer Quirinius landvoogd van Syrië was. Allen gingen op
reis, ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven. Ook
Jozef trok op, en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van
David, ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea: naar de
stad van David, Betlehem geheten, om zich te laten inschrijven, samen
met Maria, zijn verloofde die zwanger was.
Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moeder zou
worden; zij bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Zij
wikkelde Hem in doeken, en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor
hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders, die in het open veld gedu-rende
de nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des Heren voor
hen, en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door
grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: "Vreest niet,
want ik verkondig u een vreugde-volle boodschap, die bestemd is voor
heel het volk. Heden is u een redder geboren, Christus de Heer, in de
stad van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het
pasgeboren kind vinden in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe."
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij
verheerlijkten God met de woorden: "Eer aan God in den hoge, en op
aarde vrede onder de mensen, in wie Hij welbehagen heeft."
Logeko: Gloria (Missa Brevis van Mozart)
Mensen dromen . . .
Visioen van Jesaja:
"Dan vlijt zich de panter naast de geit, huist de wolf bij het lam;
kalf en leeuw samen in een wei, koe en berin likken elkaar, hun jongen
ravotten samen. Een baby speelt voor het hol van de adder; een peuter
steekt zijn hand in het nest van de slang. Een kind kan het af. Dan
zondigt niemand meer en is het kwaad verbannen uit de stad van God.
Zoals de bodem van de zee met water is bedekt, zo zal de aarde van Gods
liefde zijn vervuld." (Jes. 11,6-11)
Visoen van een Palestijn:
"Dan kunnen we rustig gaan slapen zonder bang te zijn voor de
Israëliërs. De kinderen kunnen vreedzaam op straat spelen zonder stenen
te gooien naar de be-zetters. En we hoeven geen raketaanvallen meer te
vrezen."
Visioen van een Israëliër:
"Dan kunnen we rustig gaan slapen zonder bang te zijn voor de
Palestijnen. Onze kinderen kunnen in vrede naar school, zonder angst
voor autobommen."
Visioen van een rijke:
"Dan kan ik rustig wonen in mijn villa, zonder bang te zijn voor
inbrekers. Mijn kinderen kunnen overal spelen en worden niet door
armoedzaaiers in elkaar geslagen. Dan kan ik rustig met mijn
zakenvrienden golf gaan spelen."
Visioen van een arme:
"Dan zal ik wonen in een eigen huis en kan ik mijn kinderen genoeg te
eten geven en naar een goede school sturen, zonder dat ze gepest worden
door de rijkeluiskinderen."
Droom van Jezus van Nazaret:
"Dan zijn alle mensen gelijk, broeders en zusters van elkaar. Niemand
denkt meer alleen maar aan zichzelf, iedereen houdt steeds rekening met
de ander. Vijanden sluiten vrede, de rijkdommen van deze aarde worden
eerlijk verdeeld. Dan is er toekomst voor ieder mens."
Samenzang: NU ZIJT WELLEKOME
Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer;
Gij komt van alzo hoge, van alzo veer!
Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer;
hier al in dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer.
Kyrieleis.
Christe Kyrieleison, laat ons zingen blij;
daarmeed' ook onze leisen beginnen vrij.
Jezus is geboren op de heilige kerstnacht,
van een maged reine, die hoog moet zijn geacht.
Kyrieleis.
D'herders op de velden hoorden een nieuw lied,
dat Jezus was geboren, zij wisten 't niet.
Gaat aan geender straaten en gij zult Hem vinden klaar;
Betl'hem is de stede, waar 't is geschied, voorwaar.
Kyrieleis.
Overweging
Dromen van vrede, dat is de titel van deze viering.
Vechten voor vrede, lijkt me eigenlijk een veel betere titel.
Vechten voor de vrede, dat klinkt heel vreemd op kerstavond.
Toch wil ik het daar even over hebben.
Dromen van vrede is zo dromerig, zo zweverig, vaak ook zo vrijblijvend.
Echt iets voor kerstmis. Dan scheppen we een soort sprookjeswereld
waarin alles peis en vree is, een soort droomwereld.
Maar als het bij dat soort dromen blijft, heeft kerstmis geen zin.
Natuurlijk mogen we en moeten we dromen van vrede, maar dan wel als een
uiting van een diep verlangen dat in ons leeft,
een verlangen dat zich ook vertaalt in daden.
Daarom moeten we vechten voor vrede.
Misschien mag je zelfs zeggen: vrede komt er alleen na strijd,
vrede komt er alleen als je de moed hebt om ervoor te vechten.
En dan denk ik niet aan vechten met wapens, aan geweld,
aan het vernietigen en doden van mensen.
Helaas is dat vaak het enige vechten dat mensen verstaan.
Natuurlijk, soms kan er letterlijk gevochten moeten worden voor de
vrede.
En dan denken we heel vlug terug aan de oorlogsjaren 60 jaar geleden.
Vrede tussen volkeren moet helaas soms bevochten worden.
Om die vrede gaat het ook met kerstmis, daar moeten we ook aan denken.
maar eigenlijk gaat het om een veel diepere vrede, een innerlijke vrede
in ieder van ons, een geestelijk evenwicht
waardoor we op een goede manier omgaan met medemensen,
met onszelf, met ons leven en ook met onze omgeving.
Als dat geestelijke evenwicht er is in mensen, in leiders,
dan komt ook die vrede tussen volken binnen het bereik.
En ook die innerlijke vrede moet heel vaak bevochten worden,
niet zozeer in een strijd tegen anderen, maar veel meer in een strijd
met onszelf.
Wil je echt een innerlijk evenwicht bereiken, echt jezelf zijn,
dan moet je ervoor vechten om jezelf niet op sleeptouw te laten nemen
door alles wat mén in de samenleving gewoon vindt, dan moet je ervoor
vechten om trouw te blijven aan je ware zelf;
vechten tegen de invloed van de reclame die aan alle kanten aan je
trekt, en dan denk ik niet zozeer aan de goederen die aangeprezen
worden,
maar aan bepaalde leefpatronen die je haast opgedrongen worden.
Soms krijgt die strijd om jezelf te blijven een bijzondere dimensie:
als ernstige ziekte je eigen leven ontwricht, als een dierbare door de
dood van je weggerukt wordt,
dan is het vaak vechten om je hoofd boven water te houden,
om een innerlijk evenwicht te behouden of te herstellen.
Maar ook die strijd kan leiden tot innerlijke vrede.
Vrede aan alle mensen van goede wil, zingen we met Kerstmis.
En volgens mij gaat het daar op de eerste plaats om die innerlijke
vrede.
Mensen die met zichzelf in vrede zijn, die stralen ook iets uit,
licht, warmte, evenwichtigheid, kracht, menselijkheid.
Ook deze vrede komt niet zomaar uit de lucht vallen,
ook niet met kerstmis. Daar moet voor gestreden worden.
Met dromen alleen kom je er niet, tegelijk is die droom ook wezenlijk.
Zonder die droom, zonder dat intense verlangen naar vrede
kun je er ook niet voor vechten en zo is de cirkel rond.
Dat u kunt dromen van vrede en ervoor vechten,
dat is mijn kerstwens voor u.
Samenzang: DE HERDERTJES LAGEN BIJ NACHTE
De herdertjes lagen bij nachte,
zij lagen bij nacht in het veld.
Zij hielden vol trouwe de wachte,
zij hadden hun schaapjes geteld.
Daar hoorden zij d'engelen zingen,
hun liederen vloeiend en klaar;
de herders naar Betlehem gingen,
't liep tegen het nieuwe jaar.
Toen zij er te Betlehem kwamen,
daar schoten drie stralen dooreen;
een straal van omhoog zij vernamen,
een straal uit het kribje beneên;
toen vlamd' er een straal uit hun ogen
en viel op het kindeke teer;
zij stonden tot schreiens bewogen
en knielden bij Jezus neer.
Och Kindje, och Kindje, dat heden
in 't nederige stalletje kwaamt,
ach, laat ons uw paden betreden,
want Gij hebt de wereld beschaamd.
Gij kwaamt om de wereld te winnen,
de machtige vijand te slaan;
de kracht uwer liefde van binnen
kan wereld noch hel weerstaan.
Voorbede
Wij bidden voor hen die geen dromen meer hebben,
voor alle zogenaamde realisten
die alleen maar kijken naar het kwaad dat er gebeurt,
voor alle pessimisten die altijd alles donker zien,
voor al degenen die teleurgesteld zijn in hun medemensen.
Moge wat licht gaan gloren in hun duisternis.
Wij bidden voor hen die geen tijd voor dromen hebben,
voor allen die zichzelf verliezen in een jachtig bestaan,
voor degenen voor wie alles draait om geld en goed,
voor hen die overvraagd worden in hun werkkring.
Moge wat licht gaan gloren in hun duisternis.
Wij bidden voor hen die hun dromen verloren hebben,
voor allen die verbitterd zijn geraakt door tegenslagen in het leven,
voor degenen die zich bedrogen voelen door medemensen,
voor hen die steeds weer tegen muren aanlopen
in onze harde en zakelijke maatschappij.
Moge wat licht gaan gloren in hun duisternis.
Wij bidden voor hen die zich niet meer aangesproken voelen
door de droom van Kerstmis, de droom van vrede op aarde,
voor allen die wel feest vieren maar niet weten waarom,
voor degenen die zich juist in deze dagen eenzaam voelen,
die hun verdriet dubbel voelen.
Moge toch wat licht gaan gloren in hun duisternis
Offerande: Freunde Echo
Tafelgebed:
Pr. De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. God, U bent het waard dat wij U aanbidden, want U bent Immanuël,
een God met ons, een Vader die van ons houdt.
Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.
Pr. Wij prijzen uw heilige Naam, want steeds weer gaat uw genade naar
ons uit.
U houdt de wereld en alle mensen in uw hand.
Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.
Pr. Wij danken U dat U ons roept tot gemeenschap, om één te zijn met U
en met elkaar.
En in de liefde van de mensen openbaart U zichzelf;
waar vrede is bent U aanwezig, onze goedheid is uw werk.
Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.
Pr. Wij zegenen U om het verbond, gesloten met Israël, uw volk.
Uw trouw duurt eeuwig.
Door de profeten hebt U een nieuw verbond beloofd, uw goedheid kent
geen grenzen.
Al. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.
Pr. Wij loven en danken U, omdat U met ons bent in Jezus Christus, de
mensenzoon, uw Zoon. Hij is het licht dat alle mensen verlicht.
Logeko: Sanctus (Missa Brevis van Mozart)
Pr. God, wij staan hier voor U en roepen om leven, om licht.
Het leven wordt bedreigd, de duisternis wint nog steeds.
Maar midden in de winternacht hebt U een licht ontstoken, dat eeuwig
schijnen zal. Een kind, een profeet, een meester, die dienaar was. Hij
is de drager van uw licht, voor alle tijden. Hij had een boodschap van
hoop, een belofte van vrede. Hij was licht dat scheen in de duisternis,
maar de duisternis nam Hem niet aan.
Maar die laatste nacht van zijn leven, in dat donkere uur van verraad
en geweld, heeft Hij een nieuw verbond van vrede en liefde gesloten,
een verbond dat altijd duren zal.
Hij nam toen brood in zijn handen, brak het en deelde het rond aan zijn
leerlingen met de woorden: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, want
dit ben Ik, dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt.
Zo nam Hij ook de beker met wijn en gaf hem aan zijn leerlingen met de
woorden: Neemt deze beker en drinkt hier allemaal uit, want dit ben Ik,
dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond; mijn bloed dat
voor jullie en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Zo vieren wij het verbond van God met de mensen.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. God, wij zijn hier samen in uw tegenwoordigheid
en roepen om leven, om licht, wij gedenken Hem die ons leven heeft
gedeeld, vanaf geboorte tot de dood toe. In Hem hebben wij uw leven en
uw licht herkend. In Hem vieren wij het nieuwe verbond.
Al. Help ons trouw te zijn aan dit verbond,
opdat zijn geest ons levend houdt en onze nacht verlicht,
zijn geest die verwarmt wat verkild is,
die rechtbuigt wat scheef gegroeid is,
die zacht maakt wat verhard is,
en zwakke mensen weer moed geeft.
Pr. God, laat ons kinderen van het licht zijn, nieuwe mensen die
vervuld van uw liefde, vrede brengen in de wereld van vandaag, in de
naam en in de kracht van Jezus, het kind van Betlehem.
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze
God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu
en tot in eeuwigheid. Amen
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft.
Al. Onze Vader . . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, van alle duisternis en
ongerechtigheid die levensbedreigend zijn. Geef vrede in onze dagen,
vrede met U en vrede met elkaar, omwille van de geboorte van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen
Vredewens
Logeko: Agnus Dei (Missa Brevis van Mozart)
Communie:
Slottekst
Als elke nacht zou zijn als deze kerstnacht,
was ik niet meer bang in het donker.
Als elke dag de mensen zouden dromen van vrede,
was ik niet meer bang voor oorlog en geweld.
Als elke dag iedereen zich zou openstellen voor het mysterie van het
leven,
was ik niet meer bang voor de dood.
Als elke dag woorden van liefde gesproken zouden worden,
was ik niet meer bang voor hardheid en meedogenloosheid van mensen.
Als elke dag mensen hun goede wil zouden omzetten in daden,
was ik niet meer bang voor de toekomst.
Als elke dag de mensen de sfeer van kerstmis zouden beleven,
was ik nooit meer bang in het donker.
Slotlied: HERDERS, HIJ IS GEBOREN
Herders, Hij is geboren in 't midden van de nacht;
die zo lang van te voren de wereld heeft verwacht.
Vrolijk, o herderkens, zongen ons d'engelkens,
zongen met blijde stem: Haast u naar Betlehem.
Als wij daar zijn gekomen, ziet een klein kindeken,
leit op strooi nieuwgeboren, zoet als een lammeken.
D'oogskens van stonden aan zag men vol tranen staan,
't weende uit druk en rouw in deze straffe kou.
Ziet, wij schenken u samen een teer klein lammeken,
boter, melk en sane voor uw lief mondeke:
na, na, na, kindje teer, sus, sus, en krijt niet meer,
doet uw klein oogskens toe, zij zijn van krijten moe.
't Kindje begon te slapen,de moeder sprak ons aan:
hoedt, o herders, uw schapen, wil zachtjes buiten gaan.
U zij geluk en vree, dat brengt mijn kind u mee,
want 't is uw God en Heer, komt morgen nog eens weer.