Wij samen
Wij samen.
Of ze jong zijn of oud,
mensen gaan graag met elkaar om.
Om samen te praten of te zwijgen.
Zo voelen ze zich gerust, want ze weten:
er is iemand aan mijn zij.
En wat ze zoeken is voor allen gelijk:
vrede,geborgenheid, Licht
geven en ontvangen in de schaduw van het leven.
God,wij weten hoezeer mensen elkaar nodig hebben.
Daarom bidden wij, dat wij altijd iemand mogen vinden
om samen mee op weg te gaan.
Niemand mag alleen staan.
Geef dat wij nooit ons hart sluiten voor elkaar.
En als iemand ons vraagt, waar we heen gaan,
laten we U dan noemen,
die liefde zijt en vrede, geborgenheid
en de zin van ons bestaan.
Wij (Paul van Vliet)
Als wij niet meer geloven dat het kan,
wie dan wel?
Als wij niet meer vertrouwen op en houden van,
wie dan wel?
Als wij niet meer proberen om van fouten te leren,
als wij het getij niet keren, wie dan wel?
Als wij niet meer zeggen hoe het moet,
wie dan wel?
Als wij niet meer weten wat er toe doet,
wie dan wel?
Als wij er niet in slagen de ideeën aan te dragen
voor een kans op betere dagen, wie dan wel?
Als wij niet meer geloven dat het kan,
wie dan wel?
Als wij niet meer komen met een plan,
wie dan wel?
Als wij er niet voor zorgen dat de toekomst is geborgen
voor de kinderen van morgen, wie dan wel?
Als wij onszelf niet dwingen een gat in de lucht te zingen
waar zij in kunnen springen, wie dan wel?
Wij zijn het licht:
Wij zijn het licht,
grote lichten en kleine,
bermlichten en stoplichten,
knipperlichten en verkeerslichten,
mislampen en sfeerlichten,
spaarlampen en schijnwerpers,
achterlichten en bouwlampen.
Samen staan wij in het licht
en doen het koninkrijk oplichten,
door doen en door laten,
door bidden en werken,
door leven en laten leven
en maken zo het leven lichter.
Wij - u - ik
Wij u, ik, liefste, vreemde,
alle personen waar we doorheen gaan,
waarin we beurtelings ontstaan,
wat zijn we? verlorenen, ontheemden?
in wat we doen, dag in dag uit,
daarin zijn we maar nauwelijks
onszelf, want waar zijn we, kouwelijk
op zoek naar anderen, naar geluid?
hoe zouden we ons onbeschreven
kunnen openen, hoe ons tonen
tussen het dagelijkse, blinkend ongewoon
worden, al was het maar even?
hoe gelukkig en ongelukkig wonen
in jezelf en in anderen, hoe leven?
hoe moet je zeggen dat je bang
bent, bang voor het lege,
voor wat in de grote lucht is verzwegen,
voor een seconde van eeuwen lang?
en hoe te spreken van het goede
dat we geluk noemen, ontroering,
die zachte voering van het vermoeden?
geen woord is er voor.
Wij kunnen elkaar niet missen
Er zijn in de wereld vele soorten mensen:
grote en kleine, mannen en vrouwen, zwarte en blanke,
rijke en arme, machtige en machteloze.
Al deze mensen wonen onder eenzelfde zon
en in een zelfde dorp dat aarde heet.
Toch worden deze mensen niet allemaal gelijk behandeld.
In de grote wereld wordt de waarde van een mens
meestal bepaald door de waarde van zijn bankrekening,
door zijn titel, zijn stand of rang.
Een arme, die economisch niet meetelt,
een zieke, die op een eiland geraakt,
een werkloze, die geen werk vindt,
een machteloze die zich nergens kan doen gelden.
Voor deze mensen heeft de grote wereld geen aandacht.
Toch zijn arme, zieke, kleine en machteloze mensen soms echte parels.
Ze hebben ons veel te bieden en ook veel te leren.
Wij kunnen elkaar niet missen, we hebben elkaar nodig.
Maar te veel mensen kruipen weg als men hen nodig heeft
en komen slechts tevoorschijn als er geld zichtbaar wordt.
Een goed mens is zoals de zon, sympathiek voor iedereen
en hij maakt geen onderscheid zoals de zon geen onderscheid maakt.
Alleen wij samen
Ik alleen kan vrije worpen schieten,
maar met elkaar zijn we een basketbalteam.
Ik alleen kan een klas leiding geven
maar met elkaar zijn we een school.
Ik alleen kan een liedje spelen,
maar samen zijn we een orkest.
Ik alleen kan gaan trainen
met met elkaar zijn we een vereniging.
Ik alleen kan een gehandicapte helpen
maar met elkaar kunnen we een vakantie verzorgen.
Ik alleen kan bidden,
maar met elkaar zijn we een kerk.
Ik alleen ben een kind
maar met elkaar zijn we een gezin.
Ik alleen kan dingen doen,
maar met elkaar krijgt het betekenis.
Wij doen elkaar geen recht
Wij doen elkaar geen recht,
wij leven langs elkaar heen,
wanneer onderbreken wij onze weg,
doorkruisen wij onze plannen
om bij te staan die geen helper heeft,
wij laten ons leven zo verlopen
dat wij geen oponthoud hebben,
wij gaan het verdriet uit de weg,
o God maakt ons barmhartig,
geef ons oog voor wie
zijn hoop op ons richt,
een naaste in ons ziet,
help ons zo te leven,
voortvarend en vindingrijk,
dat wij mensen betrappen
op hun nood, hun verlatenheid,
in navolging van uw Zoon
die zijn heerlijkheid prijsgaf,
zijn weg in de hemel verlegde naar de aarde,
om onze broeder te zijn, onze reisgenoot.
Samen doen
Je kunt toch,
als je er goed over nadenkt,
veel dingen samen doen.
Ruzie maken, bijvoorbeeld
lukt maar slecht in je eentje.
En voor een oorlog
Heb je minstens
twee groepen
of twee landen nodig.
Oorlog maakt mensen bang.
Geeft ze het gevoel alleen te staan.
Doet ze steun zoeken
bij Allah, God, Jahwe.
Samen sta je immers sterker?
Hoessein knielt richting Mekka.
Bush vouwt zijn handen,
de jood spoedt zich richting synagoge.
En ergens in ons land, het lijkt een wonder,
praten moslims joden en christenen
met elkaar.
Daar blijft het zelfs niet bij:
ze bidden samen
tot Allah, God en Jahwe.
Je kunt zo,
als je er goed over nadenkt
veel dingen samen doen:
vrede sluiten bijvoorbeeld.
Samen komen
Samen komen, samen dromen
van een goeie tijd,
samen weten, samen eten
wat je hebt bereid
er is voldoende brood,
er is voldoende wijn,
zodat wij onbezorgd
met and'ren samen kunnen zijn.
Er zijn voldoende bloemen,
er is voldoende licht,
zodat wij zonder meer
genieten van een heerlijk zicht.
Er is voldoende vreugde,
we zijn voldoende vriend,
zodat wij heel graag samen
eten wat is opgediend.
Samenkomen, samen dromen
van een goeie tijd,
samen weten, samen eten
wat je hebt bereid