Wie ben ik?
Wie ben ik?
Wie ben ik?
Een vraag die ik mezelf vaak stel.
Meestal niet hardop, maar in de stilte van mijn hart.
Ik speel zoveel rollen
en draag dikwijls een masker.
Soms herken ik echt mezelf niet.
'Wat ik niet wil, dat doe ik
en wat ik eigenlijk wel wil, dat doe ik niet'
zegt Sint-Paulus. (Rom.7,15)
Soms ben ik bang van mensen.
Mensen doen me pijn, ze begrijpen me niet,
ze zoeken overal iets achter,
je weet niet wat je eraan hebt.
En dan plotseling is er een brief, een glimlach,
een begrijpende blik, ... en de zon schijnt weer.
Soms voel ik me weer sterk
en dan weer schaam ik me voor mijn zwakheid.
Ik vlucht dan achter een masker,
zodat de mensen niet zien
dat ik onzeker of bedroefd ben.
En toch...
Juist dan wil ik een mens ontmoeten
die me nabij is
en die me kent.
Iemand die me ziet zoals ik ben.
Ik hoop intens bij iemand aanwezig te zijn
zodat ik alle maskers kan laten vallen,
zodat ik ECHT kan zijn.
Ik zou willen vliegen
ik zou willen vliegen als een vogel in de lucht
zo zonder problemen en nooit op de vlucht
zonder alle mensen om me heen
om na te denken helemaal alleen
want de wereld is zo vol van verdriet
en ik ben niet de enige die dat ziet
maar er is niemand die er wat aan doet
want niemand heeft zoveel moed
wat hebben oorlogen eigenijk voor nut
voor mij zijn alle oorlogsvoerders flut
waarom slapen veel daklozen in een doos?
maar vooral om racisme maak ik me boos
we zijn toch allemaal mensen?
een vreedzame wereld dat zou ik wensen
de mensen moeten niet zo zeuren
waarom openen ze niet voor alle godsdiensten hun deuren?
echte liefde en respect voor iedereen dat is wat ik mis
ik weet niet wat er moeilijk aan is
ik wens vriendschap en liefde voor iedereen
dan heb je een perfecte wereld voor de mensen om ons heen
Ik wil zo graag…..
Ik wil zo graag een vuurvliegje zijn
om samen met jou te dansen met de sterretjes.
Ik wil zo graag een rupsje zijn
zo zacht en lief als jouw hartje.
Ik wil zo graag een hertje zijn
die ons aankijkt met zijn trouwe ogen.
Ik wil zo graag een speelweide zijn
waar wij beiden kunnen spelen
en kunnen lachen.
Ik wil zo graag een kusje zijn
omdat ik zoveel van je hou.
Ik wil zo graag een regenbui zijn
om samen met jou te schuilen
onder dezelfde paraplu.
Ik wil zo graag een vogeltje zijn
om samen met jou te vliegen
naar het land van de dromen.
Ik wil zo graag een slakje zijn
om samen met jou in zijn huisje te wonen.
Ik wil zo graag een beekje zijn
om samen met jou te spelen met de visjes.
Ik wil zo graag een bloemetje zijn
om samen met jou vlindertjes te begroeten.
Dat wil ik zo graag
Och, was ik maar…
Als ik de baas zou zijn
Ik zou wel 's willen weten
of niemand wordt vergeten
als ik de baas zou zijn...
Nou, laat ik eens gaan kijken
en alles vergelijken,
als ik de baas zou zijn.
Heeft ieder kind te eten?
Dat zou ik willen weten,
als ik de baas zou zijn.
Geen kind hoeft brood te stelen,
zou al het voedsel delen,
als ik de baas zou zijn.
Kan ieder kind gaan leren,
loopt het in goede kleren,
als ik de baas zou zijn?
Ik zou ervoor gaan zorgen,
vandaag nog en niet morgen,
als ik de baas zou zijn.
Geen kind mag zich vervelen,
moet altijd kunnen spelen,
als ik de baas zou zijn.
En niemand moet het wagen
een kind maar weg te jagen,
als ik de baas zou zijn.
Als grote mensen schreeuwen,
gooi ik ze voor de leeuwen,
als ik de baas zou zijn!
Zit er een kind gevangen
ik laat de rechter hangen,
als ik de baas zou zijn!
Geen mens mag meer een dief zijn,
en iedereen moet lief zijn,
als ik de baas zou zijn.
En daarom vanaf heden
is het voor altijd vrede,
als ik de baas zou zijn!
Ik zou wel eens willen weten (Jules De Corte)
Ik zou wel eens willen weten
Waarom zijn de bergen zo hoog
Misschien om de sneeuw te vergaren
Of het dauw voor de kou te bewaren
Of misschien als een veilige stut
Voor de hemelboog
Daarom zijn de bergen zo hoog.
Ik zou wel eens willen weten
Waarom zijn de zeeën zo diep
Misschien tot geluk van de vissen
Die het water zo slecht kunnen missen
Of tot meerdere glorie van God
Die de wereld schiep
Daarom zijn die zeeën zo diep.
Ik zou wel eens willen weten
Waarom zijn de wolken zo snel
Misschien dat dit een les aan de mens is
Die hem leert hoe fictief een grens is
Of misschien is dat ook maar eenvoudig
Een engelenspel
Daarom zijn de wolken zo snel.
Ik zou wel eens willen weten
Waarom zijn de mensen zo moe
Misschien door hun jacht en hun jagen
Of misschien door hun tienduizend vragen
En ze zijn al zo lang onderweg
Naar de vrede toe
Daarom zijn de mensen zo moe.
Ik heb vannacht bezoek gehad
Ik heb vannacht bezoek gehad
Van twee vreemde figuren
De een was een heel groot hart
De andere lachte steeds heel hard
Toen ik hen vroeg wie ze waren
Begonnen ze beiden te verklaren
Dat de ene liefde was
En de andere vrolijkheid
En liefde kwam heel zacht en teder
Bij me zitten en nam mijn hand
En zei veel mensen op aarde
Hebben de liefde aangerand
Maar wij zijn sterker dan het kwaad
En niemand kan ons vernietigen
En vrolijkheid die deed zijn dans
En zei wij geven iedereen weer een kans
En toen ze weer weg waren gegaan
Ben ik nog even blijven staan
En toen ik weer de kamer in keek
Was het net of alles warmer leek
Aanwezig
Niemand ziet mij staan
waar moet ik heen gaan?
Ik trots, maar het is zo stil
dat ik zoek naar mijn wil.
Ja, ik voel mij onzichtbaar
ben ik voor het leven klaar?
Ik zie een spiegel voor mij
mijn onrust is opeens voorbij.
In de spiegel zie ik een mens
dat was mijn grootste wens.
Even was ik mijn ik kwijt
maar zie nog Iemand die kijkt.
Ik zie niemand om mij heen
toch voel ik mij niet alleen.
Het is een rustgevend gevoel
zo'n blij moment in het leven.
Ik ben een naam in Gods hand
Hij is aanwezig, op elk moment
dat voel ik nu met heel mijn hart.
Elke dag is mijn Schepper aanwezig
Een kus uit de hemel
Soms krijg ik een kus uit de hemel
als een kleuter me toeroept: 'Hé, jij!'
en als ik dan kijk naar die dremel
zegt ie: 'Hoi!' en zwaait naar mij.
Soms komt er een kus uit de hemel
als ik in een drukke winkelstraat
ruim baan krijg in het gewemel
omdat men zomaar voor mij opzij gaat
Soms krijg ik een kus uit de hemel
want een meisje springt van haar fiets
om mij zomaar voorrang te geven
en verdwijnt daarna in het niets
Soms komt er een kus uit de hemel
als iemand mij vriendelijk groet
op straat in de stromende regen
ontstaat in mijn hart een warme gloed
Een wereld van verschil
Ik heb, zeggen mensen.
Het is je gegéven, zegt het Leven.
Ik neem, zeggen mensen.
Je krijgt het, zegt het Leven.
Ik kom, zeggen mensen.
Je wordt geroepen, zegt het Leven.
Ik zie, zeggen mensen.
Jou verschijnt, zegt het Leven.
Ik hoor, zeggen mensen.
Je wordt aangesproken, zegt het Leven.
Luisteren
Als ik je vraag naar mij te luisteren
en jij begint mij adviezen te geven,
dan doe je niet wat ik je vraag.
Als ik je vraag naar mij te luisteren
en jij begint mij te vertellen,
waarom ik iets niet zo moet voelen als ik het voel,
dan neem jij mijn gevoelens niet serieus.
Als ik je vraag naar mij te luisteren,
en jij denkt dat jij iets moet doen
om mijn probleem op te lossen,
dan Iaat je mij in de steek,
hoe vreemd dat ook mag lijken.
Misschien is dat de reden waarom
voor sommige mensen bidden werkt,
omdat God niets terug zegt en
hij geen adviezen geeft of probeert
de dingen voor je te regelen.
Hij luistert alleen maar en vertrouwt erop
Dat je er zelf wel uitkomt.
Dus, alsjeblieft, luister alleen maar naar me
en probeer me te begrijpen.
En als je wilt praten,
wacht dan even en ik beloof je
dat ik op mijn beurt naar jou zal luisteren.
Leo Buseaglia Uit: "Loving Each Other"
Ik zie de zon
Waarom, wanneer en hoe is 't leven
op de aarde ooit ontstaan?
Waar gaan we met z'n allen toch naar toe?
Ik denk en denk de hele nacht en
heb geen zin om op te staan;
die vragen maken mij zo suf en moe.
Ik zie de zon
in zoveel dingen om me heen
en ik weet zeker wel:
dat zie ik niet alleen.
Ik zie de zon in zoveel dingen
tussen mensen overspringen,
zie de zon in zoveel dingen om me heen.
Je mag, nee moet voortdurend kiezen:
wil je zus of wil je zo
en ga je rechts of links of toch rechtdoor?
Ik leef veel liever onbevangen;
elke dag is een cadeau
van 'n gulle gever in een hemels oord.
Wanneer je jong bent, mag je jong zijn;
word je ouder, word je oud:
het leven gaat niet langzaam en niet vlug.
Tevreden zijn is niet zo moeilijk
als je op de tijd vertrouwt.
Je krijgt de dagen, maar geen dag terug.
Alles verandert maar
het wezen van de dingen blijft gelijk.
Geen boom kan zonder wortels blijven staan.
Je kunt onmogelijk jezelf zijn
en een ander tegelijk.
We zijn gekomen om op weg te gaan.
En Ik?
Iedere bloem heeft zijn kleur. En ik?
Welke kleur hebt U mij toegedacht, mijn God?
Iedere ster heeft zijn plaats aan de hemel. En ik?
Welke plaats hebt U mij bereid, mijn God?
Ieder radertje heeft zijn functie in de machine. En ik?
Welke opgave hebt U mij gesteld, mijn God?
Iedere schakel is nodig in de ketting. En ik?
Ja, ik ben nodig mijn God.
Mijn eigen plek
Mijn eigen plek heeft geen deuren,
een gordijn is al wat er staat.
Het kan elk moment gebeuren
dat jij over mijn drempel gaat.
Ze willen van alle weten,
mijn doopceel wordt volledig gelicht.
Waarom zo weinig gegeten,
wat met mijn bed aangericht.
Intiem bezoek dat is fluisteren,
gevoelens en zaken van privé.
Anders kan iedereen luisteren
en daar is niemand gelukkig mee.
Voortdurend geluid op de gangen,
roepende stem, een kar vol gerei.
Ze wekken intens mijn verlangen
naar de stilte die heel maakt en vrij.
Dat ik aarde zou bewonen
Dat ik aarde zou bewonen
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem
niet op vinnen onder water,
niet gejaagd en niet de jager,
niet op hoeven, niet met klauwen,
maar op voeten twee
om de verte te belopen,
om de horizon te halen -
en met handen die wat kunnen:
kappen, ruimen, zaaien, oogsten;
met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeerten,
met een hoofd niet in de wolken,
wel geheven naar de zon
om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kudde,
haar te dienen als een akker,
en te noemen bij haar naam.
Dat ik ben, niet meer of minder,
dan een mens, een kind van mensen,
één van velen, één met allen,
groot en nietig, weerloos vrij
om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden
naar een menselijk bestaan.
Ik ben anders
Ik mag van jou niet zijn wie ik ben.
Je snijdt me op jouw maat,
tot verlengstuk van jezelf,
zo wordt ik jouw beeld.
Wat slecht is volgens jou moet ik bestraffen,
wat goed is belonen.
Door gebeden denk je van mij af te dwingen
wat jij begeert.
Je somt je verdiensten voor mij op
en meent zo van je toekomst bij mij zeker te zijn.
Ik ben niet wat je denkt.
Ik ben geen contract-god, ik zoek contact.
Ik ga met jou in zee zoals je bent,
met je goed, met je kwaad.
Zo loop ik met je mee, in eerbied voor jouw zo-zijn,
voor wat je maakt tot wie je bent.
Kun jij mij ook laten wie ik ben -
niet gelijk aan jou?
Durf je mij te zien als de ander,
zonder angst voor verschil?
Durf je mij te denken als een persoon
maar dan onbegrensd geheel om jou heen?
Durf je mij te zoeken en als je mij vindt,
durf je mij dan weer los te laten?
Ik zoek contact met jou,
ik wil bemind worden door jou,
wil jij?
(Paula Copray in 'Als horende de Zwijgende')
Ik drink op de mensen
Ik drink op de mensen
Die bergen verzetten
Die door blijven gaan,
met hun kop in de wind
Ik drink op de mensen
Die risico's nemen
Die blijven geloven
Met het geloof van een kind
Ik drink op de mensen
Die dingen beginnen
Waar niemand van weet,
wat de afloop zal zijn
Ik drink op de mensen
Van wagen en winnen
Die niet willen weten,
van water in de wijn
Ik drink op de mensen
Die blijven vertrouwen
Die van tevoren niet vragen
Voor "hoeveel" en "waarom"
Ik drink op de mensen
Die door blijven douwen
Van doe het maar wel
En kijk maar niet om
Ik drink op het beste
Van vandaag en van morgen
Drink op de mooiste toekomst voor U
Ik drink op het maximum
Wat er nog inzit
In de kinderen van nu!
Wat betekent mijn lichaam?
Je lichaam is een wonderbare gave
Met je lichaam ben je zichtbaar,
tastbaar en voelbaar aanwezig.
Je lichaam is het huis, waarin je woont.
In je lichaam woon je.
Je lichaam is je huis op aarde.
Je ogen zijn de vensters op de wereld.
Ze worden nooit moe van het zien.
Je oren doen geen pijn van het horen.
Je bent meer dan je lichaam,
maar je kunt je lichaam niet missen.
Je moet het goed verzorgen,
maar niet verwennen.
Je lichaam is een instrument voor de liefde.
Een goed woord is er, omdat je een mond hebt.
Een zacht gebaar, omdat je handen hebt.
Een liefdevolle blik omdat je ogen hebt.
Je lichaam kan drager zijn van zachtheid en tederheid.
Je lichaam straalt warmte uit.
Als het te lang alleen maar een eet- werk- en slaapmachine is,
sterft het echte leven af en verkoelen de verhoudingen met anderen.
De mens valt dood terug op zijn eigen ik.
Mijn hand
Je hand reiken is een gave uit je hand,
gewoon het geven van het beste uit jezelf,
genegen en getrouw.
Je hand reiken is een groeien met mensen
in de broze en feilloze schakel
die harten bindt en optilt.
Je hand reiken is oog hebben voor elkaar,
dienstbaar staan, ook ongelegen;
het is een eenvoudig riskeren van jezelf.
Je hand reiken is een levend antwoord zijn
op doodgewone en diepzinnige vragen;
het doet je dingen doen
waar de andere strikt geen recht op heeft.
Je hand reiken is de handen van de anderen vullen
met wat je zelf mist;
het is de ploeg mee voorttrekken waar een ander zal zaaien.
Je hand reiken is rustig luisteren
naar wat jong of oud je wil vertellen;
het leert je gelovig buigen
om samen een antwoord te zoeken.
Het voltrekt beetje bij beetje het Rijk Gods
waar Christus hardop van droomde.
Je hand reiken is ongedwongen
de harde gevolgen opvangen
en ze kalm laten uitdeinen;
het helpt de scherven
van vervlogen verwachtingen genezen.
Je hand reiken is zorgen voor het haardvuur,
dat warmte biedt en de andere verwacht;
het is een zachte draad weven
doorheen het rouwkleed van de andere.
Je hand reiken is de gestalte van een dienaar aannemen,
Christus' gelaat laten zien midden kleine mensen;
het is de glimlachende aanwezigheid
van Christus' goedheid midden mensen.
Jezelf zijn
Wie zich steeds
aan anderen spiegelen
verliezen hun gezicht.
Wie zich steeds
met anderen vergelijken
kennen zichzelf niet.
Wie steeds uit zijn
op waardering van buiten,
beseffen hun eigen waardigheid niet.
Mijn leven - Marieke van Geelen
Je leven wordt geleefd
In een hokje geduwd
Alles voor je besloten
Je levensroute in kaart gezet
Ergens in je klinkt verzet
Je wil je eigen weg bepalen
Je eigen route vinden
Verdwalen en opnieuw beginnen
Zoekend onderweg
Langzaam groeit de stem in je
Je moet keuzes maken
Weg uit de glazen kooi
Verdwalen en opnieuw beginnen
Zoekend naar jezelf
Tasten in het donker
Zoeken naar jouw pad
Een lichtje in de duisternis
Makkelijk is het niet
Je besluit te vechten
Losbreken uit je benauwde kooi
De splinters nog niet opgeruimd
Wat krom was trekt langzaam recht
Verdwalen en opnieuw beginnen
Zoekend naar jezelf
Volg je jouw pad
Je vecht en wint
Wie ben ik? Je bent een kunstenaar
Elke dag dat je leeft is een nieuw schilderij,
waaraan ieder kan zien of je boos bent of blij.
Wat er zal gebeuren, je vindt de juiste kleuren.
God zal als Hij het ziet vol bewondering zijn.
Je bent een kunstenaar: een schilder in het klein.
Elke stap die je zet past goed in het gedicht
over angst in de nacht en je weg naar het licht.
Mocht een kuil verschijnen? Je zult het kunnen rijmen.
God was God niet wanneer Hij jouw leven niet las.
Je bent een kunstenaar: een dichter eerste klas.
Ieder woord dat je spreekt klinkt als goede muziek
overal waar je komt, op een school of fabriek.
Breng je lied naar buiten waar zoveel vogels fluiten.
God zingt zacht met je mee heeft zijn arm om je heen.
Je bent een kunstenaar: je zingt zoals geen één.
Wat moet ik?
Je hoeft niet duur te praten,
je hoeft geen ander te zijn,
maar gewoon jezelf, gewoon een mens
met je twijfels en je vragen.
Je hoeft geen stoere held te zijn
alleen maar iemand die durft te leven
die kiest voor samen verder
al zal dat soms niet gemakkelijk zijn.
Je hoeft niet super chique te zijn
Zo'n vrouw met veel kapsones
maar gewoon eens lekker lachen
en op zijn tijd eens vechten.
ik denk dat dat heel gewoon is.
Het heeft en het zal niet altijd rozengeur zijn
het zal ook best eens knallen,
en na een onweersbui met tegenwind
hopen, dat het schip de goede koers weer vindt.
Je ogen
Je ogen zijn twee gekke dingen
soms zien ze zaken die er echt niet zijn
het fladderende monster in het donker
is 's ochtends vroeg weer gewoon het gordijn.
Je ogen zijn twee gekke dingen
de ganse dag kijken ze rond
maar of dat snoep zo lekker is als het eruit ziet
dat zie je beter met je mond.
Je ogen zijn twee gekke dingen
je kijkt ermee, toch lijken ze soms blind
dan zie je met je huid wel tien keer beter
het zachte zuchtje van de zomerwind.
Je ogen zijn twee gekke dingen
ze zetten je vaak op het foute spoor
want
of die knappe zanger ook kan zingen
dat zie je toch het beste met je oor.
Je ogen zijn twee gekke dingen
je raakt er soms behoorlijk door verward
dan kun je ze maar beter even dicht doen
en kijken met de ogen van je hart.
Je kunt de eerste toon zijn
Je kunt de eerste toon zijn in een lied
waardoor alle grenzen vergeten worden
wees niet bang ook wanneer de toon amper klinkt
Je kunt de eerst vonk zijn voor een vuur
dat alle wapens tot ploegen omsmelt
wees niet bang ook wanneer de tegenwind je striemt
Je kunt de eerste graankorrel zijn op en akker
die alle handen vullen zal met brood
wees niet bang ook wanneer het land vol stenen zit
Je kunt de eerste druppel zijn voor een bron
die in de woestijn levensliederen zingt
wees niet bang ook wanneer de wolk nog zwijgt
Je kunt de eerste pas zijn voor een dans
die alle voeten leidt naar God
wees niet bang ook wanneer je voet nog struikelt
Kijk om je heen
Als je niet omhoog kijkt, niet je oog naar boven richt,
zul je nooit de zon zien met haar licht.
Als je niet omlaag kijkt, naar de grond waarop je staat,
zul je nooit de steen zien die jou pijnlijk vallen laat.
Als je niet vooruit kijkt, niet het onbekende ziet,
grijp je naast de kansen, die de toekomst je nu biedt.
Als je niet terug kijkt naar de sporen die je maakt,
zul je nooit de mens zien, die steeds meer op afstand raakt.
Welke weg je inslaat, welke richting je ook kiest,
altijd blijft er iets over
dat je uit het oog verliest.
Welke weg is beter, welke richting is verkeerd?
Nooit zul je het weten als je niets doet of probeert.
Als mijn gedachten (Klaas van Eijbergen
Samen met mijn gedachten
loop ik door de levenstuin
te mijmeren
en weet dat
de bloemen nog steeds
bloeien
om de tuin
zo mooi te maken
dat een ieder er
door loopt
en mijmert
over wat er allemaal
is gebeurd in het leven.
In deze tuin vond ik
mijn geloof weer terug
in mijn leven
en nog
steeds groeit het geloof
in mijn hart en geest
mijn hart gloeit
van een heimelijk
verlangen naar die tijd.
De kleuren van het geloof
brengen ook de liefde
voor God naar boven
deze gedachte kleurt
elke dag mijn leven
maar vandaag helemaal
want de mijmeringen
strelen zacht door mijn
hart
en geven mijn ogen
de glans terug die toen
zo heel gewoon was.
De vogels kijken
ademloos toe hoe
ik ver weg in de tijd
een takje op raap
bekijk of dit het
mooiste op aarde is
in de verte zie ik de
wolken voorbij drijven
de zon doet zijn best
om ook een plek te veroveren
en ik
geniet van mijn gedachten.
Dromend gaan mijn
voetstappen mijn gedachten
achterna
en altijd
kom ik weer bij U uit
want U bent nog
steeds mijn ijkpunt
in mijn leven.
Het lied van de ziel
Ik ben niet het denken, het ego, de rede, en ook niet gedacht,
Ik ben niet te horen, te zien of te ruiken, kan niet onder woorden
gebracht:
Ik ben niet te vinden in licht en in wind, niet in lucht of in aarde -
Bewustzijn, vreugde, Verrukking van de Verrukte is al mijn waarde.
Ik draag geen naam, bezit geen leven en adem geen lucht,
Geen element vormt mij en geen lichaam is mijn toevlucht:
Ik spreek niet, heb handen noch voeten, onderga geen groei -
Bewustzijn en vreugde ben ik, Verrukking in chaos en bloei.
Ik ken haat noch hartstocht, raak niet door waan uit de koers,
Geen spoortje trots is in mij, ik word dus nimmer jaloers:
eik niet naar geloof en geloof niet in rijkdom -
Bewustzijn ben ik en vreugde, Verrukking tooit mij rondom.
Goed en kwaad, pijn en plezier gaan mij niet aan,
Noch heilige boeken, offers, gebed, ter bedevaart gaan:
Ik ben niet het voedsel, niet eten, niet degene die eet -
Bewustzijn en vreugde, Verrukking van de Verrukte is al wat ik weet.
Ik vrees niet de dood, ras of afkomst kende ik nooit,
Geen ouder noemde me kind, geen geboorteband bond me ooit:
Ik ben leraar noch leerling, heb vriend noch familie -
Bewustzijn ben ik en vreugde, Verrukking is al wat ik zie.
Ik ben niet het kennen, de kennis, de kenner, mijn vorm heeft geen
vorm,
ik verblijf in de zinnen, maar ze zijn noch mijn huis noch mijn norm:
Altijd sereen in evenwicht, ben ik noch vrij noch gebonden -
Bewustzijn ben ik en vreugde, in Verrukking word ik gevonden.