Ouderdom
Alsmaar ouder
jouw gang gegaan
jouw leven geleefd
jouw gezicht laten zien
mens geworden
mens als nooit tevoren
onmiskenbare mens
licht koestert je
wind streelt je huid
bomen groeten je
zo prachtig ben je ook
mens rijk in jaren
mens rijk aan leven
mens
Briefkaart aan jonge mensen
Zwicht niet zoals wij gedaan hebben,
ga niet in op de verleidingen, denk na, weiger,
weiger, wijs af.
Denk na voordat je ja zegt,
geloof niet meteen,
geloof ook hen niet voor wie het duidelijk is;
geloven sust in slaap, en je moet wakker zijn.
Begin met een schone lei, schrijf zelf de eerste woorden,
laat je niets voorschrijven.
Luister goed, luister lang, aandachtig,
geloof het verstand niet waaraan wij ons onderwierpen.
Begin met het zwijgende verzet
van het nadenken, onderzoek en verwerp.
Vorm langzaam het ja van je leven.
Leef niet zoals wij. Leef zonder vrees.
Later
Later gaan we naast elkaar
wandelen op de Overtoom,
drinken zoete melk en room,
strijken door ons grijze haar.
Zie je ons daar samen lopen?
Naast elkaar - zo diep bedaard.
Jij, een lieve, oude taart.
Ik, nog kras - dat is te hopen...
Maar al worden we ook wrakken,
al dat vreselijke snoeven
zal ten minste niet meer hoeven.
Gaar of muf - wij zijn gebakken.
En we zeggen: 'Kijk, de tram'.
Of: 'Hoor jij die vogel zingen?'
l die nutteloze dingen,
want het hoeft niet meer ad rem.
En het hoeft niet meer zo rap,
want we moeten nergens heen.
Och, we wonen toch
alleen in zo'n rothuis met een trap.
Ik beloof je,
dat ik dan het attent zijn aan zal leren.
En ik zal ook vaak proberen,
of je nog wel lachen kan,
lachen als een oude dame,
die haar zegje heeft gezegd,
die, als ze wordt afgelegd,
zich voor niemand hoeft te schamen.
Wel, wel, wel, zo zal dat gaan.
En we sterven, heel bedaard,
op een donderdag in maart.
Tegelijk - daar hecht ik aan.
En als onze aardse last
met de wereld gaat vergroeien,
zal uit jou een bloempje bloeien.
Een viooltje - dat staat vast.
Gebed vanwege de leeftijd
Ik ben te vol voor uw volledigheid
en te diepzinnig voor uw aanraking.
Massief en eeuwig ben ik, geef mij tijd,
liefde alleen kan maken dat ik zing.
Liefde kent holten waar de tijd ontstaat
en tijd is oppervlakte, huid en haar;
liefde, dat rukt de volte uit elkaar, maakt grote
grotten waarin God weerkaatst.
God van de liefde, geef mij tijd, geef mij tijd.
De snelle beweging van de dingen.
De stroom, de adem der veranderingen
waarin gij als licht op het water zijt.
Holte van de herhaling wagenwijd.
Iedere morgen nieuw liederen zingen.
Wijs en aards (van Marinus van den Berg
Wijs en mild in de oude dag
misschien wel een wens,
niet altijd werkelijkheid.
We kunnen ook anders zijn.
Anders geworden door de loop
van ons leven.
In de oude dag komen we oog in oog
met onze aardsheid,
onze broosheid.
We stuiten op grenzen:
de grenzen van onze idealen,
de grenzen van ons lichaam.
Die grenzen kunnen ons bedroeven.
We kunnen het daar moeilijk mee hebben.
Het is niet eenvoudig
onze aardsheid te aanvaarden.
Misschien is wijsheid:
onze aardsheid onder ogen zien,
omgaan met onze wonden,
erkennen dat we broos zijn,
niet volmaakt.
Wijsheid is
groeien in menselijkheid,
met aanvaarding van onze kwetsbaarheid.
Jong en oud
Als je ouder bent, moet je sterker in je schoenen staan dan ooit,
want...
Als de jeugd moe is, zijn ze aan vakantie toe.
Als oude mensen moe zijn, zegt men: 'Ze takelen wel af, hè. . . '
Als de jeugd bezwaren maakt, hebben ze een uitgesproken mening.
Als oude mensen bezwaren maken, hebben ze het niet goed begrepen.
Als de jeugd verliefd is, voelt men zich jong.
Als oude mensen verliefd zijn, vindt men dat kinderachtig.
Als bij de jeugd iets mislukt, zegt men: 'Volgende keer beter, we gaan
er weer keihard tegen aan.'
Als oude mensen dat gebeurt, zegt men: 'Laat maar, dat heeft toch geen
zin meer.'
Als de jeugd iets vergeet, zegt men: 'Ik heb het ook zo waanzinnig
druk.'
Als oude mensen iets vergeten, zeggen we: 'Hij wordt dement.'
Als de jeugd depressief is, hebben ze problemen.
Als oudere mensen depressief zijn, moeten ze niet zeuren.
(Mevr. M.G. Heesen, Zoetermeer.
Wat de spiegel vertelde
In een hoekje van de kamer zacht verlicht door lampen-schijn
droomt ze wat over de jaren die reeds lang vervlogen zijn.
Voor haar hangt een grote spiegel die omlijst een oud gelaat
en terwijl ze zit te staren is 't alsof het spreken gaat...
Vroeger, toen je nog hèèl klein was, kwam je dikwijls voor me staan.
Met 'n lintje in je haar of met nieuwe schoentjes aan.
Weet je nog, dat je zo aardig knikte naar het lieve kind,
dat je stralend tegenlachte, want ik was je beste vrind!
En nu zit je hier weer voor me eenzaam zijn we en heel oud...
Waar is nu jouw jeugd, je schoonheid? Waar, mijn mooie rand van goud?
Ja, je huilt, je bent verdrietig, omdat zovèèl je ontviel.
Kijk naar wat je hebt behouden mij, de spiegel van je ziel.
Ouder worden
Ik word ouder... van gestalte en van geest.
Stijve botten, stramme schouders...
vroeger ben ik jong geweest.
Ik word minder... minder gaaf en minder rap.
Allengs ondervind ik hinder bij 't bestijgen van de trap. Ik word
'slechter'... slecht ter been, een slecht gehoor,
banden worden minder hecht... Minder oog en minder oor.
Ik word banger... Bang van hoogte, angst verwart.
Des te ouder des te langer slaat de angst me om het hart.
Ik word brozer... broos van stemming, ijl van klank.
Langzaam wordt het leven vozer... ijler..., tegen wil en dank.
Ik word ouder... van gestalte en van geest.
Grijze haren, zonder tanden..., vroeger ben ik jong geweest.
Herfstgebed:
Als de bomen kaler en kaler worden,
als we door de bomen heen kunnen kijken,
als we weer verder kunnen kijken,
zien we wat verborgen lag.
Als het grijzer en donkerder wordt,
de winter zich aankondigt,
als we de gordijnen vroeger sluiten
meer naar binnen gericht leven,
als we zoeken naar geborgenheid
en samenhorigheid, zien we elkaar meer.
Als het kaler en kaler wordt
in ons eigen leven,
mensen om ons heen wegvallen,
als het rammelt aan de ramen van ons levenshuis,
zien angst en onzekerheid hun kans.
Als de dagen grijzer, de avonden langer worden,
als levensmoeheid ons soms overvalt,
dan groeit het verlangen
om verder te kunnen kijken,
dan beginnen we uit te zien naar nog verborgen licht.
Dan ontspruit de knop van hoop, die ons zegt:
"Geef je maar over, maak je geen zorgen,
het komt goed, ook al zie je zelf niet hoe."
Dan kunnen we verwachten en ons openstellen voor wat komt.
Ouderen niets waard hoezo?
We zijn een fortuin waard.
We hebben zilver in onze haren
Goud in onze tanden
Gas in onze darmen
Stenen in onze nieren
Lood in onze schoenen
Kalk aan onze nagels
Staal in onze heupen
Plastic in onze knieën
vol met dure medicijnen
Lijken we wel op goudmijnen
Een mens met zoveel mineralen
Is met geen miljoen te betalen
Daarom, ga fier door het leven
Neem kritiek op als een spons
Want door boven genoemde rijkdom
Drijft de economie nog steeds op ons.
"Stokoude rijkdom"
Een stokoud echtpaar ging naar bed.
Op het kastje twee bakjes tanden.
Vol liefde keek de man haar aan,
En streelde haar rimpelige handen
Hij zei: "al meer dan zestig jaar,
Zijn wij gelukkig, meid.
Geloof me, als ik je zeg
Ik wil jou voor een miljoen niet kwijt"
"Dat weet ik jongen," zei de vrouw,
"ook jij bent niet te koop,
nog niet voor een miljoen
en dat is een hele hoop".
Zo lagen ze daar tevreden,
in de avond van hun leven.
Twee mensen die elkaar zolang
zoveel hadden gegeven.
Ze zeiden: slaap maar lekker hoor."
Hij gaf haar nog een zoen
en zij gaf hem nog een zoen.
Zij fluisterde: "Is de deur op slot?
Hier ligt voor twee miljoen."
Moderne opa en oma
Goedendag, u luistert naar het antwoordapparaat van ( ... ).
Wij zijn momenteel niet bereikbaar.
Om u beter van dienst te zijn,
kunt u gebruikmaken van een van de volgende codes.
- Ben je een van onze kinderen: toets 1.
- Als we op de kleinkinderen moeten passen: toets 2.
- Als jullie onze auto dringend nodig hebben: toets 3.
- Als we de was en de strijk moeten doen: toets 4.
- Als we bij jullie thuis moeten oppassen: toets 5.
- Als we de kinderen van school moeten halen: toets 6.
- Als er voor aanstaande zondag een taart gebakken moet worden:
toets 7.
- Als jullie allemaal naar huis komen en willen mee-eten: toets 8.
- Als vader een klus moet komen doen: toets 9.
- Als u een van onze vrienden bent: toets 10 en spreek uw
boodschap in na de pieptoon.
We bellen u terug zodra we tijd hebben.
Toevertrouwen
Je toevertrouwen aan een ander
als je kwetsbaar bent.
Je toevertrouwen aan een ander
zonder je uitgeleverd te voelen,
zonder je slechts overgeleverde te weten.
Je eigen gezicht,
je eigen waarde omhoog houden.
Je toevertrouwen als je zelf niet meer kunt,
zonder gezichtsverlies.
Dat vraagt om mensen
die zichzelf en elkaar hoogachten.