Samenleving
Dan ontstaat er leven
Als wij mensen elkaar de hand geven
en niet langer leven als ieder voor zichzelf,
dan ontstaat nieuw leven.
Als wij mensen van ons eiland wegtrekken
en gaan naar wie door verdriet of angst eenzaam leven,
dan ontstaat er een nieuw land van mensen samen.
Als wij mensen onszelf niet langer doof houden voor elkaar,
maar luisteren naar wat er leeft,
dan ontstaat een nieuwe band waarvan we kunnen leven.
Waar wij mensen langs elkaar heen leven,
elkaar opzij schuiven, blind zijn voor elkaar,
geen oog hebben voor elkaar, daar gaat het leven dood.
Als wij mensen onze deur, onszelf openen voor elkaar
en elkaar uitnodigen om binnen te komen
en bij elkaar veilig kunnen zijn in alle kwetsbaarheid,
dan ontstaat er nieuw leven.
Op zoveel plaatsen ver weg en heel dichtbij naast ons,
verlangen mensen zo naar leven.
Op zoveel plaatsen hopen mensen op mensen
die kunnen zien en die kunnen horen met hun hart.
Op zoveel plaatsen ver weg en heel dichtbij naast ons,
verlangen mensen naar een woord van begrip,
naar een arm om hun schouder,
want mensen zoeken leven dat leefbaar is.
Als wij zo leven met en voor elkaar,
dan kunnen wij God zien.
Leven met het hart
Leven met het hart van een ander
dat is stilstaan bij zijn verlangens,
aandacht hebben voor wat hem raakt,
eerbied hebben voor wat hij mooi vindt
en liefheeft.
Leven met het hart van de ander
is geen kwestie van goedhartigheid
of welwillendheid.
Het is vertrouwen schenken en trouw zijn.
Het is: de ander zo aankijken,
dat hij bij je thuis is, zo vrij en weerloos
voor hem staan, dat hij jouw hart herkent.
Er zijn inderdaad mensen
die leven met een hart van de ander.
Zij zijn de ideale mede-mensen,
zij maken de wereld bewoonbaar,
zij scheppen dat klimaat,
waarin de mensen voor elkaar opengaan,
en ontdekken dat zij de taal van het hart
spreken en verstaan en beleven.
Verzameld door Kees Harte
Blijven delen
Voor mensen die wel over water willen lopen
om elkaar te vinden en de hand te reiken.
Voor mensen die samen blijven breken,
blijven delen met de moed der hoop,
drinkend van het levenswater op weg naar morgen.
Voor mensen die met angst in het hart
het onmogelijke proberen, die het brood
blijven breken en de beker blijven heffen
tegen de vernieling in.
Voor mensen die blijven werken voor gerechtigheid en vrede, -
geen verte te ver, geen zee te hoog!
Brandende kaars
'Wanneer ik naar een brandende kaars kijk...'
Ik denk bij mezelf: Ze geeft licht en ik?
Ik bedenk: Ze geeft licht zonder veel lawaai en ik?
Ik voel: Ze geeft warmte en ik?
Ik zeg tot mezelf: Ze brandt tot het laatste moment en ik?
Ik denk bij mezelf: Ze aanvaardt de vlam van anderen gekregen en ik?
Ik denk: Altijd is ze bereid haar vlam aan anderen door te geven en ik?
Ik zeg tot mezelf: Door haar vuur te geven
behoort ze niet meer tot zichzelf,
maar ze vermeerdert het licht en de gloed,
waar allen van genieten...
EN IK?
Eenheid
Zou het niet prachtig wezen,
als mannen broeders waren,
en vrouwen vrouwen zusters,
zusters en broeders allen,
komend van de verste verten,
om het ene brood te delen
in de schaduw van de wijnstok,
ongeacht hun kleur, hun bloed,
ongeacht hun staat en stand,
een van geest en een van goed.
Ja, prachtig zou het wezen -
hoe krachtig zou het spreken.
Een luxe voor de wereld.
Eenling en menigte,
zwerver en landgenoot,
autochtoon, allochtoon,
oudste en jongste zoon -
allen veranderd in broeders,
allen geworden tot zusters.
Zusterschap, broederschap.
Wat zou dat prachtig zijn:
een weelde voor het oog,
zalf op vijf oude wonden,
de dauw op de polder,
de sneeuw op de bomen,
de schepping opnieuw gedaan.
En de messias, gekomen,
zou zeggen: daar ben Ik al.
De aarde Gods huis gemaakt.
De mensen gezegend tot mensen.
Zij groeten elkaar met: Shalom
Jij (van Marinus van den berg)
Jij kunt een schouder zijn
voor de mens in verdriet en verlorenheid.
Jij kunt een arm zijn om een mens heen in de kou.
Jij kunt een licht zijn voor een mens struikelend in donker.
Jij kunt een vuur zijn voor een mens verkild in het leven.
Soms zoekt een mens: wie kan ik zijn, wie mag ik zijn.
Soms vraagt een mens: zal ik gemist worden
zal iemand om mij huilen voor wie ben ik belangrijk?
Hoe moet je leven als je geen uitnodiging ontvangt
als je voelt: zonder mij zou alles gelijk blijven
als je niet merkt dat er iemand is
die op jou wacht die naar jou omziet.
Kunnen wij elkaar laten voelen:
jij mag er zijn, jij bent goed ,
jij kunt een schouder zijn jij kunt een arm zijn
kunnen we elkaar laten voelen:
ik ben een schouder voor jou
ik ben een arm om je heen
een licht op je levenspad:
er zal minder eenzaamheid zijn.
Tien woorden
Ik mag geen naam hebben voor jou
- in vreugde en verdrukking leer je mij kennen
onnoemelijk.
Sta stil bij mij, maar stel je niets van mij voor:
ik ben die ik ben en zo ben ik - bevrijdend - voor jou.
Ik ben je nabij als wie je baarde - hemel en aarde -
de stem van je vader ,
de moederschoot.
Wees dan ook niet als de dood
voor de man die haat,
de vrouw die je verlaat -
dag en nacht met je trouw.
Ik ben de minste broeder die je veracht,
ik ben een kind dat vergeefs op je wacht.
Wat zou je je toe eigenen van al wat is?
niets is van jou en niemand,
maar alles en iedereen is - je nabij als ikzelf.
De rest is gelogen,
en die leugen breng ik aan het licht.
Zorg dat je niet zwicht voor de schijn
als een ander iets heeft dat niet van hem kan zijn.
Naamloos verblijf ik bij jou die mij noemt
in vreugde en verdrukking leer je mij kennen.
Toevertrouwen (Marinus van den Berg)
Je toevertrouwen
aan een ander
als je kwetsbaar bent.
Je toevertrouwen aan een ander
zonder je uitgeleverd te voelen,
zonder je slechts overgeleverde te weten.
Je eigen gezicht, je eigen waarde omhoog houden.
Je toevertrouwen
als je zelf niet meer kunt, zonder gezichtsverlies.
Dat vraagt om mensen
die zichzelf en elkaar hoogachten.
Verdraagzaamheid
Verdraagzaamheid, dat is een lieflijk woord,
je kunt het door de bomen horen ruisen,
het is het rode theelicht in de huizen,
een eend die op haar nest zit, enzovoort.
Verdraagzaamheid, dat is een goed gevoel,
de buurman aan zijn trekken laten
komen, je eigen sores in te weten tomen,
nfin, je weet heel goed wat ik bedoel!
Verdraagzaamheid is als een Surinamer
zijn potje kookt met nogal vreemde geuren
en jij het zonder zeuren laat gebeuren,
al ruik je het ook in je eigen kamer.
Verdraagzaamheid is overpad verlenen
aan mensen die jouw godsdienst niet belijden,
terwijl je ondertussen, heel bescheiden,
het onkruid wiedt tussen je eigen stenen.
Verdraagzaamheid is leven laten leven,
een vlieg die je alleen naar irriteert naar
buiten jagen en geen doodklap geven,
want dat is onverdraagzaam, en verkeerd.
Verdraagzaamheid schuilt vaak in kleinigheden,
het gaat er om dat je die onderkent
en weet dat jij je eigen meester
bent bij het bepalen van je eigen zeden.
Verdraagzaamheid is je verzetten tegen
gevoelens in je die je niet vertrouwt.
Zij laten zich niet met gewichten wegen,
maar zijn, ook ongewogen, doorgaans fout.
Verdraagzaamheid is zeggen: ga je gang,
je doet maar wat je blijkbaar niet kunt laten!
Maar morgen kom ik toch eens met je praten,
want ik ben wel goeiïg, maar ik ben niet bang!
AANDACHT KOST ZO WEINIG
Het kost zo weinig, het is zo veel,
een woord, een uitgestoken hand,
zomaar met je hart iets voor iemand doen,
met wie je ergens plotseling bent verwant.
De liefde is het allerhoogste goed,
niet het verstand, maar warmte van 't gebaar,
een beetje nodig zijn en openstaan,
gewoon, een beetje aandacht voor elkaar.
Het kost zo weinig, het is zo veel,
begrip, er zijn wanneer het moet,
stil luisteren naar de woorden van een mens
die 't nodig heeft, dat is alleen maar goed.
De liefde is de allerhoogste kracht,
niet het verstand, maar warmte van 't gebaar
een beetje goed-zijn en dat laten zien,
gewoon, een beetje aandacht voor elkaar.
Vurige wens
Dat er licht mag zijn.
licht in onze ogen:
dat we elkaar zullen zien
zo goed als nieuw.
Licht in onze harten:
dat wij ruimte scheppen,
plaats maken voor velen.
Licht in onze gedachten:
dat wij komen tot nadenken
en eerlijk besluiten.
Licht in onze huizen:
dat er vriendschap en
gastvrijheid zullen heersen.
Licht in de omgang:
dat we te zien zijn,
niet verborgen voor elkaar:
Licht op onze wegen:
dat wij niet dwalen en
elkaar tot doolhof zijn.
Licht in alle uithoeken:
dat we nergens het kleine
vergeten, verdonkeremanen.
Licht op deze plaats,
om elkaar bij te lichten,
elkaar toe te schijnen
met geloof in Hem
die eens geroepen heeft:
'Ik ben het licht der wereld!'
Wij - u - ik
Wij u, ik, liefste, vreemde,
alle personen waar we doorheen gaan,
waarin we beurtelings ontstaan,
wat zijn we? verlorenen, ontheemden?
in wat we doen, dag in dag uit,
daarin zijn we maar nauwelijks
onszelf, want waar zijn we, kouwelijk
op zoek naar anderen, naar geluid?
hoe zouden we ons onbeschreven
kunnen openen, hoe ons tonen
tussen het dagelijkse, blinkend ongewoon
worden, al was het maar even?
hoe gelukkig en ongelukkig wonen
in jezelf en in anderen, hoe leven?
hoe moet je zeggen dat je bang
bent, bang voor het lege,
voor wat in de grote lucht is verzwegen,
voor een seconde van eeuwen lang?
en hoe te spreken van het goede
dat we geluk noemen, ontroering,
die zachte voering van het vermoeden?
Bruggen
Ieder mens zit op zijn eiland
en zit vast in zijn bestaan.
Om een ander te bereiken
moetje van je eiland gaan.
Daarvoor moetje bruggen bouwen,
bruggen bouwen naar elkaar.
Maar de afstand tussen mensen
maakt het lastig en soms zwaar.
Mensen bouwen aan contacten,
want alleen is zo alleen.
Wie een brug slaat naar een ander
zoekt wat warmte om zich heen.
Er valt veel te overbruggen
met een uitgestoken hand.
Bruggen kunnen levens redden.
Bruggen bouwen schept een band.
Bruggen bouwen tussen volken,
tussen 'wij' en tussen 'zij',
dat is bouwen aan vertrouwen.
Dat brengt vrede dichterbij.
Greet Brokerhof- van der Waa
Eén familie
Wij kunnen allen dan één familie zijn
als we voor elkaar een thuis zijn
Als wij luisteren naar elkaar
Als we er mogen zijn zoals we zijn
Als verdriet en spanning erkend worden
Als kwetsbaarheid ruimte krijgt
Een gebaar, een woord van begrip
kan een thuis scheppen.
Thuis is meer dan een woning
Thuis is meer dan een tehuis
Thuis is meer dan een onderkomen
Thuis is mensen die elkaar verstaan
Thuis is mensen die elkaar steunen
Soms is thuis ook dat heimwee,
dat diepe verlangen eens thuis te zullen komen
waar geen pijn en geen verdriet
geen eenzaamheid en vervreemding meer zal zijn,
maar alleen hechte verbondenheid.
Gewoon aardig zijn
Vandaag kreeg ik een schouderklopje
Heerlijk voelde dat aan
Zo kon ik weer even tegen het leven aan
Zal het morgen weer zo gaan?
Vandaag lachte iemand naar mij
Mijn dag kon niet meer stuk
Spontane lach kreeg ik terug
Zal het morgen weer zo gaan?
Vandaag was een heer galant voor mij
Hij hield een deur voor mij open
Ik voelde me net een koningin
Zal het morgen weer zo gaan?
Vandaag riep iemand mij om hulp
Nu maakte ik een ander gelukkig
Het gaf me een fijn gevoel
Aardig zijn voor elkaar
Elke dag een kleine moeite.....
Gun me de ruimte
Gun me de ruimte te verdwalen
Niet meer te weten waar ik ben
Om daarna zelf te zoeken en
De weg terug te achterhalen
Gun me de ruimte om te spreken
Wellicht kan jij een klankbord zijn
En tegelijk: probeer niet mijn
Veelzeggend zwijgen te doorbreken
Gun me de ruimte om te rennen
En - als ik wil - om stil te staan
Om op te gaan in eigenwaan
Of om mijn domheid te bekennen
Gun me de ruimte af te wijken
Van het gebaande rechte pad
Ook als jij aan ziet komen dat
Ik zo mijn doel niet zal bereiken
Gun me de ruimte om te huilen
Te lachten door de tranen heen
Om soms bij jou, dan weer alleen
Me zonder schaamte te verschuilen
Gun me de ruimte sterk te wezen
Als jij dat onverantwoord vindt
Gun me de ruimte als een kind
Voor 't duister van de nacht te vrezen
Hoewel ik soms wel eens verzuim te
Beseffen hoeveel ik verwacht
Van jouw geduld, herhaal ik zacht:
Gun me de ruimte, ruimte, ruimte.
Ieder mens is geroepen
Kijk eens om je heen.
Wees eens stil en luister...
De wereld komt op je af.
Mensen - grote mensen, kleine mensen -
zij roepen, ze hebben iemand nodig.
Ze hebben jou nodig - ze hebben mij nodig.
Het is een kind, die roept om de zorg en liefde van zijn moeder.
Het is de jongen, die rekent op de steun van zijn vader.
Het is de patiënt, die vraagt om troost in zijn lijden.
Het is de leerling, die om uitleg vraagt.
Het is de kerkganger, die verdieping wil.
Het is de eenzame, die aansluiting zoekt.
Het is de opgejaagde, die rust wil hebben.
Het is de mens, die uit de sleur wil.
Er is iemand die roept om mij, om jou,
die een beroep doet op mij, op jou,
die ons aanzet iets te doen voor hem, mijn medemens
en waardoor wij hem gelukkig kunnen maken.
Hij heeft geen mening en hij weet niet waar hij heen gaat.
Lijkt hij niet wat op jou en mij?
Nergensman, luister alsjeblieft,
je weet niet wat je mist,
nergensman, de wereld staat tot je beschikking.
Ik weet iets goeds van jou
Zou de wereld niet beter zijn
als iedereen die ik ontmoet
zou zeggen: "Ik weet iets goeds van jou!"
Zoiets doet toch eigenlijk iedereen goed.
Zou het niet fantastisch heerlijk zijn
als iedere handdruk zeggen zou,
van harte en welgemeend:
"Zeg kind, ik weet iets goeds van jou!"
Zou het leven niet blijer zijn
als men het goede steeds prijzen zou?
Want werkelijk bij al het kwaad
is er zoveel goeds in mij en jou!
Zou het niet een fijne houding zijn
als iedereen denken zou:
"Jij weet een beetje goed van mij,
en ik, ik weet iets goeds van jou!
Mensen nodig
Je mag je een gelukkig mens prijzen,
als er mensen om je heen zijn,
die je niet in de steek laten.
Je mag je een gelukkig mens prijzen,
als er hartverwarmende mensen om je heen zijn,
mensen die je verdriet zien,
mensen die je ook optillen en opbeuren;
mensen van wie ook hoop uitgaat,
omdat ze je niet vergeten.
Je mag je een gelukkig mens prijzen
-ook al word je getroffen door ongeluk, verdriet en moeite -
als er mensen zijn die je steunen,
mensen met handen die meedragen,
mensen met handen die je last verlichten.
Je mag je een gelukkig mens prijzen
vanwege die mensen
die je een glimp doen opvangen
van het menslievende Gelaat van de Onzichtbare
die hoopt dat je goede hoop kunt behouden.
Menslief, ik hou van je.
"Menslief, ik hou van je."
Een vreemde blijde boodschap,
of is het een illusie, een hersenschim?
Ik geloof in een nieuwe lente over de wereld.
Als iedere soldaat, overal waar gevochten wordt,
zijn wapen in de grond steekt
en naar de zichtbare of onzichtbare vijand zal roepen:
"Menslief, ik hou van je,
ik zal je niet doden, ik zal je geen kwaad doen."
Ik geloof in een massa nieuwe kansen,
als de rijke, zich schamend over zijn rijkdom,
afstand zal doen van zijn macht en bezit
en naar de armen zal gaan met de woorden:
"Menslief, ik hou van je,
vergeef me, ik nam teveel voor mezelf.
Ik zal aan jouw tafel gaan zitten met hetzelfde brood
en met bloemen van vrede in de zon."
Ik geloof in het wonder,
als in ieder huis, in iedere straat, in elke stad
de een tegen de ander zal zeggen:
"Menslief, ik hou van je,
ik zal alle bittere woorden uit mijn mond nemen.
Mijn hart vullen met tederheid
en mijn handen met de gave van de vriendschap."
"Menslief, ik hou van je."
Zeg het voort, met of zonder woorden.
Zeg het met een glinmlach, met een gebaar van verzoening,
met een handdruk, met een woord van waardering,
met een klop op de schouder, met een spontane omhelzing,
met een kus, met een ster in je ogen.
Zeg het voort met duizend kleine attenties, elke dag opnieuw:
"Menslief, ik hou van je."
Met de handen van allen
Met de handen van allen
moet de aarde veranderen,
honger op de grootgrondbedrijven
zal weer tarwe worden,
- wij gaan hand in hand -
we maken de aarde weer vruchtbaar.
Met de handen van allen
wordt de nieuwe vrede geboren,
liefde wordt waarheid
wanneer men onrechtvaardigheden doodt,
- wij gaan hand in hand -
wij maken de aarde weer leefbaar.
Met de handen van allen
gaan wij een solidair volk opbouwen
met allemaal gelijke stenen
- wij gaan hand in hand -
wij maken de aarde weer bewoonbaar.
Met de handen van allen
moet men de wijngaard verzorgen,
het volk is al onderweg
om te snoeien of uit te rukken
- wij gaan hand in hand -
wij maken de aarde weer feestelijk.
Met elkaar
Ik alleen kan vrije worpen schieten,
maar met elkaar zijn we een basketbalteam.
Ik alleen kan een klas leiding geven
maar met elkaar zijn we een school.
Ik alleen kan een liedje spelen,
maar samen zijn we een orkest.
Ik alleen kan gaan trainen
met met elkaar zijn we een vereniging.
Ik alleen kan een gehandicapte helpen
maar met elkaar kunnen we een vakantie verzorgen.
Ik alleen kan bidden,
maar met elkaar zijn we een kerk.
Ik alleen ben een kind
maar met elkaar zijn we een gezin.
Ik alleen kan dingen doen,
maar met elkaar krijgt het betekenis.
Je bent mijn familie
Je bent mijn familie, Afrikaan,
je gaf me een stuk brood.
je bent mijn vriend, Algerijn,
je reikte me je hand.
je bent mijn broeder, jood,
je hielp mij toen ik problemen had.
En jij, Chinees, jij wees me de weg.
Laten we elkaar helpen,
omdat we vrienden zijn;
omdat jij, Afrikaan, niet veel brood hebt;
omdat mensen jou, Algerijn, uitbuiten;
omdat mensen jou, jood, discrimineren;
omdat ze jou, Chinees, uitlachen.
Gebed van een jonge Fransman
Niet voor jou alleen
Ik geef jou niet, mijn kind,
te eten en te drinken,
opdat jij alleen verzadigd raakt
en blij om al die gaven.
Ik schenk ze jou, opdat jij deelt
opdat eenieder door wat jij doet
mijn goedheid smaken mag.
Ik geef jou niet, mijn kind,
die kleding en een woning,
opdat jij alleen beschutting vindt.
Om je buurman te verwarmen
gaf ik kleren en een huis
als toevluchtsoord voor velen.
Door jou zullen ze mijn goedheid zien,
mij loven, overal.
Mijn kind, ik heb jou niet uitverkoren
om op je lauweren te rusten.
Als medewerker wil ik jou
om mijn liefde uit te dragen.
En ieder zal mijn aanwezigheid ervaren,
duisternis zal in licht verkeren
en ieder zal mij prijzen.
De scherven
Wat gebeurd is, is voorbij.
Je kunt gisteren niet meer overdoen.
Je kunt er niets meer aan veranderen.
Maar wat doen we met de scherven van gisteren?
Laten we ze liggen of moeten we ze helen?
Als we scherven laten liggen,
en er niets mee doen, is de kans groot
dat we ze steeds mee blijven dragen,
zodat ze ons dag na dag verwonden.
Willen we echter kunnen zeggen:
'Scherven brengen geluk',
dan is het onze taak de scherven op te pakken.
De goede stukken eruit halen,
om daarmee iets nieuws te maken.
Maar het is ook mogelijk
de scherven te helen door oprecht te vergeven.
Opnieuw vertrouwen te schenken,
de ander weer een nieuwe kans te geven.
Lichter wil ik voor je zijn
(Paul van Vliet)
Lichter wil ik voor je zijn
zodat mijn zwaargewicht
wat minder op jouw dagen drukt
Zachter wil ik voor je zijn,
zo zacht dat mijn lawaai
jouw ritme niet meer zal verstoren
Ruimer wil ik voor je zijn
zodat mijn grilligheid
jouw vrijheid niet verstikt
Liever wil ik voor je zijn
zodat wij in ons huis
de stilte van elkaar weer kunnen horen
Vrolijk wil ik voor je zijn
zodat jij lachend om het leven
in je zelf zult kunnen groeien
En ook al ben ik meer verbonden met de herfst
Ik zal in de lente bloemen zaaien
die de hele zomer zullen bloeien
Lichter wil ik voor je zijn
Niet alleen
De mensen om ons heen
zijn ons door God gegeven
om samen mee te leven
want niemand leeft alleen.
Maar hoe? Dat is de vraag
die wij zo dikwijls stellen.
Wie kan ons dat vertellen?
Wat is Gods wil vandaag?
In 't kort is dit de wet:
heb God lief én je naaste,
de eerste en de laatste
zijn naast elkaar gezet.
De naaste hoort erbij.
Als God ons in dit leven
de schulden wil vergeven,
vergeven dan ook wij?
Het leed jou aangedaan:
kun je dat niet vergeven?
Dan blijft, zo zul je weten,
ook jouw schuld voortbestaan.
Vergeving die je vraagt
eerst aan de ander geven,
dan zal ook God vergeven
de schuld die jij nu draagt
Staan in de kring
Met lege handen heb ik niets te geven.
Met lege handen die aarzelen om lief te hebben,
die breken en slaan, kan ik niemand opbeuren.
Maar deze handen kan ik aan een ander geven
om te troosten en te strelen,
om meer te dragen dan ik zelf dragen kan.
Met deze handen kan ik anderen vasthouden
met liefde en vreugde in een kring van liefde.
In honderd handen begint de vrede
en duizend handen maken licht werk.
Een kring van mensen gebonden aan elkaar
om op te bouwen wat gebroken is,
om een last te dragen
die te zwaar is voor een mens alleen.
Zo wil ik graag staan in de kring van Jezus.
Wij doen elkaar geen recht
Wij doen elkaar geen recht,
wij leven langs elkaar heen,
wanneer onderbreken wij onze weg,
doorkruisen wij onze plannen
om bij te staan die geen helper heeft,
wij laten ons leven zo verlopen
dat wij geen oponthoud hebben,
wij gaan het verdriet uit de weg,
o God maakt ons barmhartig,
geef ons oog voor wie
zijn hoop op ons richt,
een naaste in ons ziet,
help ons zo te leven,
voortvarend en vindingrijk,
dat wij mensen betrappen
op hun nood, hun verlatenheid,
in navolging van uw Zoon
die zijn heerlijkheid prijsgaf,
zijn weg in de hemel
verlegde naar de aarde,
om onze broeder te zijn,
onze reisgenoot.
Gezonden
Gezonden zijn
is altijd maar weer risico's nemen
om echt mens voor een ander mens te worden.
Gezonden zijn
is overal en met iedereen vieren
dat de dood zich verkeken heeft op het leven van Jezus
Gezonden zijn
is niet buitenspel blijven staan,
maar jezelf op het spel zetten.
Gezonden zijn
is op weg gaan naar waar je bent
naar waar je eigenlijk moet zijn.
Gezonden zijn is feestmaaltijden bereiden
op gloeiende kooltjes van hoop en verwachting.
Gezonden zijn
is woedend worden, wanneer onze stierlijkheden
als gouden kalveren bewierookt worden.
Gezonden zijn
is niet alleen aan mensen verweg denken
maar vooral ook hier en nu aan de slag gaan.
Uit Kerk Overzee, febr 1997
Eenheid en saamhorigheid
Eenheid, en saamhorigheid.
misschien een utopie, waarom?
Eenheid vind je waar mensen kunnen luisteren,
aandachtig en zachtmoedig,
waar ze anderen een eigen mening gunnen.
Eenheid vind je waar mensen
steeds het beste wensen voor elkaar,
waar zij proberen samen op te trekken
in een geest van blije saamhorigheid.
Eenheid vind je waar mensen meningsverschillen
kunnen uitspreken in wederzijds geloof en vertrouwen,
waar mensen het niet te lastig vinden
om naar anderen toe te gaan.
Eenheid begint daar
waar hart en handen samen op weg willen gaan
naar dat rijk van gerechtigheid en liefde
waarvan de parochiegemeenschap een levend teken behoort te zijn.
Duizend handen
Wie alleen loopt raakt de weg kwijt
alleen uit de gemeenschap komt de wijsheid.
Eén hand kan geen touw om een bundel knopen.
Wie dan valt, heeft niemand om haar op te rapen.
Wie dan schreeuwt, heeft niemand die haar hoort.
Wie alleen loopt, gaat gebukt onder haar last.
Niemand deelt haar vreugde of verdriet.
Wie alleen loopt, raakt de weg kwijt.
Twee voeten heb je slechts, twee armen.
Maar in de gemeenschap heeft ieder
duizend handen,
duizend voeten,
samen loop je nooit alleen.
(Stichting 'De brandnetel' Winschoten, bewerkt)
De draad
Door de eeuwen loopt een draad
die van mens naar mensen gaat.
Alles is in die draad gesponnen
en hoe we ook door het leven gaan
deze draad leidt ons bestaan.
Door de eeuwen heen loopt een draad
die van hand naar handen gaat
afgebroken, nieuwe knopen
wolken, winden, zon en maan
deze draad zal verder gaan.
Door de eeuwen loopt een draad
die van hart naar harten gaat.
Zo verbonden in het leven
zal die draad ons richting geven.
En waar veel mensenvoeten gaan
zal het pad vanzelf ontstaan.