De Kerk
Leve de kerk
Leve de kerk die ruimte schept
die open staat voor iedereen
een vrijplaats, een schuilplaats
een plaats voor jou en mij.
Leve de kerk die oproept
tot bezinning, tot ommekeer
tot inzicht dat niet het grote
maar het kleine belangrijker is,
dat niet het sterke
maar het tere ontroert,
dat een kus, een hand
meer dan een gebaar wil zijn.
Leve de kerk die niet wil berusten
en de idealen van gerechtigheid
vrede en heelheid niet wil prijsgeven
nooit en te nimmer;
die blijft profeteren
al is het tegen wind en stemmen in.
Leve de kerk
waar kinderen kind mogen zijn
ouderen oud mogen zijn
en mogen dromen over toen
waar jongeren kunnen zoeken
in alle vrijheid, in alle vervreemdheid
niet wetend waar te beginnen en hoe.
Leve de kerk
waar brood en wijn gedeeld wordt
met eenieder, voor eenieder
een gemeenschap van mensen
die allen kinderen van God genoemd willen worden
en dat is meer dan ik en jij samen.
Leve de kerk
leve één grote wereldwijde oecumene
tezamen in een kring
alle kleuren van de regenboog samen verenigd
een gemeenschap van mensen
die allen kinderen van God genoemd willen worden
en dat is meer dan jij en ik samen.
Leve de kerk? Ja, leve de kerk!
Kerk zijn
Kerk zijn
is een gemeenschap vormen van mensen
die niet alleen geloven in de Heer
maar ook bereid zijn
om in en door een leven van dienstbaarheid
het leven en het woord van de Heer
waar te maken
op een bepaalde plaats,
op een bepaald tijdstip van de geschiedenis.
In de mate
dat de gemeenschappen van christenen
helemaal zichzelf zijn
in hun dienstwerk aan de anderen,
in die mate
zullen zij het evangelie van de Heer
waar kunnen maken, voor zichzelf,
voor de mensen van hun land,
voor de hele wereldgemeenschap.
(Samuel Rayan, Aziatisch theoloog)
Kerk...
KERK...
een groep van mensen
die midden in deze wereld wil staan,
maar tegelijkertijd ook gelooft in een God
die met hen door deze wereld trekt.
KERK...
een groep van mensen
die angstig is om deze wereld
en wat er in gebeurt,
maar tegelijkertijd ook gelooft
dat ze samen iets aan deze wereld kunnen veranderen.
KERK...
een groep van mensen
die stamelend en stotterend op zoek is
naar datgene wat bidden is,
maar toch niet kan nalaten
om iedere keer weer opnieuw bijeen te komen.
KERK...
een groep van mensen
die teruggaat op die man uit Nazaret,
in zijn voetspoor wil treden...
ook vandaag nog.
De kerk in Jezus' Geest
In Jezus' naam geen kerk
die lauw en flauw niet warm of koud is.
In Jezus' geest een kerk
die lijdt en strijdt met mensen
geslagen, toegetakeld.
In Jezus' naam geen kerk
die matig en mat geen kleur heeft, geen licht geeft.
In Jezus' geest een kerk
die straalt van hoop en belofte
en haar visioen koestert metterdaad.
In Jezus' naam geen kerk
die, bezeten met zichzelf bezig,
aan nauwelijks iemand boodschap heeft.
In Jezus' geest een kerk
die breekt, deelt en overheeft,
totdat alles zal zijn voltooid.
Een kerk om van te houden
De kerk ligt onder verdenking:
zij is te oud, te stroef, te achterlijk voor deze tijd.
Zij is wereldvreemd, te mannelijk ook, te rechts of te averechts.
Verdenkingen die ergens altijd wel hard te maken zijn.
En toch hou ik van die kerk
om de vele momenten waarop ik haar zo heel anders ervaar.
Misschien omdat ik haar van binnenuit mag beleven. Als ik zoveel lieve
mensen bezig zie, hoe zij tijd noch moeite sparen in werkgroepen
allerhande, in zorg voor de gemeenschap, als was het voor hun eigen
gezin... dan zeg ik: die kerk is niet oud. Zij is springlevend, zij
durft, zij berekent niet.
Ik hou van die kerk, niet uit nostalgie, noch uit heimwee naar het
verleden.
In tegendeel, ik hou van die kerk omdat ik naar de toekomst kijk.
Zo rijk als de toekomst zal zijn aan technologie en vrije tijd, zo arm
zal ze zijn aan zingeving.
Dat soort armoe is niet op te vullen met de opgeblazen figuren van
Euro-Disney of met een overaanbod aan sportevenementen. Meer dan ooit
zullen mensen op zoek gaan naar de diepste grond van hun bestaan.
Laten er dan mensen zijn die een antwoord geven, eenvoudig en helder
als een bron.
Mensen die niet uit eigen wijsheid putten maar die vol zijn van Jezus'
boodschap omdat zij zich vriend weten van Hem. En dat is kerk-zijn in
de zuivere zin van het woord.
De kerk van morgen zal een kleurrijke vlinder zijn.
Vandaag is zij nog de kleurloze, schijnbaar waardeloze pop.
Maar vanbinnen is de gedaanteverandering reeds begonnen.Alleluja!
Dan pas kerk durven heten
Doen als Hij: zorgen voor mensen,
mensen die geen leven hebben, de laatsten het eerste.
Er aan gaan staan en niet voor niets zijn Naam dragen,
woorden van hoop zeggen tegen allen
die er net als Hij onderdoor moeten, altijd opnieuw.
Sterker nog: téken van hoop zijn, uitbeelden dat het kan,
dat het leven sterker is dan dood en ondergang,
dat mensen niet geboren zijn om geen leven te hebben.
En dat niet alleen hier op de plaats waar we staan
maar tot 't uiteinde der aarde.
Doen als Hij: de dood overwinnen en verrijzen.
De dood overwinnen, de dreigende dood van alledag:
onderdrukking, ziekte, armoede, overal ter wereld.
Maar ook verrijzen: te eten geven, meer dan dat; een huis geven,
en dan nog een thuis; bevrijding bieden,
en dan nog vrede; verlossing aanzeggen en dan nog de liefde.
Doen als Hij: geringen verheffen, mensen afstemmen op elkaar,
de een de ander toekeren, bij jezelf binnengaan:
deuren dicht, handen gevouwen, trachten te weten wie je bent;
de Geest een kans geven, je ogen sluiten,
om opnieuw en des te beter, Gods woord te verstaan;
alleen durven zijn, om opnieuw te weten dat je er nier alleen voor
staat.
De kerk in onze ogen
De kerk is in onze ogen
de diepte van ons visioen
het bereik van onze handen.
de rots die we niet bewegen kunnen
de spiegel die de Heer laat zien
op een of andere manier
- groots in dit klein heelal -
groeien we om en door elkaar heen.
Wij zijn de heiligen
Christus' groot verlangen
en hij het onze de broer, zoon, vriend,
vader, moeder, zuster
en als onze handen elkaar vinden
waar we God raken
dan zijn onze namen dezelfde
wanneer we God zoeken
wij zijn de kerk, de ogen van Christus
die toegang geven tot morgen
en deze wereld in leven houden.
Kerk zijn
Kerk zijn de mensen,
muren zijn de horizon
en het dak dat zijn de sterren.
God, als dat eens kon!
Kerk heeft geen gebouwen nodig
is als een vogel vrij.
Torens die zijn overbodig:
jij, jij hoort erbij.
Kerk is niet waar mensen komen
overal vandaan,
kerk gebeurt waar mensen dromen
van een nieuw bestaan.
Stenen slijten met de jaren,
't sterkste huis stort in.
Liefde blijft haar glans bewaren,
liefde overwint.
Kerk zijn de mensen,
muren zijn de horizon
en het dak dat zijn de sterren.
God, als dat eens kon!
Open de deur
Ga en open de deur.
Misschien is buiten een boom,
of een woud, of een tuin, of een magische stad.
Ga en open de deur.
Misschien krabt er een hond.
Misschien is er een gezicht,
of een oog, of een beeld van een beeld.
Ga en open de deur.
Als er mist is, trekt hij op.
Ga en open de deur.
Ook al was er alleen maar tikkende duisternis,
ook al was er alleen maar holle wind,
ook l was er niets buiten, ga en open de deur.
Tenminste zal het tochten.
Kerk morgen
Een nieuwe taal moeten we spreken
en die ook durven leren!
Als al die zekerheden gaan verbleken
zullen zwevers weer terugkeren.
Dus laat die nieuwe kerk maar komen
waar twijfel geloofshouding mag zijn!
Een plek waar mensen kunnen dromen
en ruimte blijft voor groot en klein.
Dogma's en leerstellingen zullen zwijgen.
Een notenbalk speelt nieuwe akkoorden.
Alles is op de menu kaart te krijgen
Behalve holle en lege antwoorden.
Om een kerk
Om een kerk - open huis
voor de pelgrim die we zijn
zoekers naar zin
vragen om vertrouwen.
Om een kerk -spectrum
van allerlei kleuren
samen een regenboog
van vrede in de wereld.
Om een kerk -huis van stilte
rustplaats voor geest en gemoed
trefpunt voor allen die
zoet en zuur met elkaar willen delen.
De kerk
Ik vind geen woorden om de kerk te omschrijven:
wat zij voor mij betekent aan lafenis en ergernis.
Ik ken de wilde verhalen uit haar lang verleden
en de sterke verhalen uit de kranten van vandaag.
Ik vind geen woorden om die kerk te omschrijven.
Ik zie alleen een drempel en een open deur
een kleine groep op zondagmorgen rond een tafel en een boek.
Ik vind geen woorden om dit gebeuren te omschrijven.
Ik kan niet zeggen wat zich afspeelt
in hun geest en hun gedachten.
Maar dit ene weet ik zeker:
Hier is God aan 't werk in hele gewone mensen.
Zijn Geest wil hen beroeren om klein, als gistbacillen,
in het lauwe deeg te gaan en deze wereld te doordringen
en aantrekkelijk te maken als een geurend brood om in te bijten.
Ik vind geen woorden om de kerk te omschrijven.
Als ik de weg maar vind - ten alle tijde -,
om rond een tafel en een boek
met vreemde mensen, toch vertrouwd,
een stukje van die kerk te mogen blijven.
God en de Kerken
Natuurlijk zijn kerken nodig
voor jullie en voor mij.
Kerken houden mij bij de mensen,
ze vertellen mijn verhaal verder,
iedere kerk op haar manier,
elk belicht een eigen kant van dat verhaal,
heel belangrijk die verschillende kerken,
die variatie in religieuze gemeenschappen
onmisbaar bij zo'n verscheidenheid
van mensen en culturen.
Jullie vergissen je als je van de kerk
een soort voetbalclub maakt
met voorschriften, statuten, regels
waar leden zich aan moeten houden.
Kerken zijn geen clubs
Kerken zijn stoeten mensen
lopend op een eigen pad
er zijn koptrekkers, leidinggevers
er zijn vooruitlopers, pioniers,
er is een middenmoot die vasthoudt
aan de uitgezette richting,
er zijn achterblijvers, uitvallers.
Er zijn wegwijzers rode en blauwe borden
er zijn tunnels en fly-overs
maar die horen niet tot het wezen van het pad.
Hoofdzaak is dat men gaande blijft
in gemeenschap met elkaar op weg naar mij.
De leer van de kerken
geeft de paden een bepaalde richting en ze kan helpen
om mensen bijeen te houden
maar de leer is niet de weg zeker niet de enige weg
alle wegen lopen uit op mij, hoop ik
Parochie
Onze parochies hebben iets van een bedrijf.
Met alle drukte die daar in deze tijd bij schijnt te horen.
Als vrijwilliger kun je er - al of niet naast een baan,
je gezin, of ander werk - druk mee zijn.
Als lid van een werkgroep heb je regelmatig vergaderingen,
nog afgezien van de eigenlijke activiteit
waar het de werkgroep om gaat.
Is er met al die ijver in de kerk
nog wel plaats voor de Eeuwige?
Zonder Hem zeker geen inspiratie!
"U bent mijn God, ik zoek naar U,
mijn ziel heeft dorst naar U,
mijn lichaam smacht naar U,
dor als een land dat snakt naar water" (Ps. 63, 2)
Rust in de kerk?
In een jachtige wereld hebben mensen geen rust
om hun bronnen te ontdekken.
In een wereld die leeft van geld en goed heeft
de buitenkant slechts waarde.
In een wereld waarin mensen hun eigen leefmilieu verknoeien,
is weinig helder water te vinden.
In een kerk die mensen bevoogdt, is de bron uitgedroogd.
In een kerk die wetten stelt, wordt de mens bekneld.
In een kerk die zeker weet kan de geest niet waaien.
In een mens die rust en neerzit,
zich opent voor wat de hemel te zeggen heeft;
in een mens die de eigen bron kent,
en luistert naar wat de aarde verlangt;
in een mens die ziet van hart tot hart
en hoort wat God te zeggen heeft,
stroomt een bron van levend water
steeds opnieuw de eeuwen door.
Het is het verlangen van de mens
een God te vinden die de dorst lest.
Tien geboden voor de kerk
Volgens de Acht Mei voorzitter zouden de alternatieve Tien Geboden
er als volgt uit kunnen zien:
- Geloof dat de belijdenis "de ene heilige katholieke kerk" een
veel bredere interpretatie toelaat dan de Vaticaanse instituties
aangeven.
- Erken dat Jezus Christus niet langer het bezit is van een enkele
kerk of denominatie.
- Gij zult van het werk Gods niet slechts een Opus Dei maken.
- Eert de leken want zij zijn de kerk.
- Gij zult niemand uitsluiten van de toelating tot het kerkelijke
ambt vanwege geslacht of geaardheid.
- Gij zult in permanent debat zijn met degenen die zich storen aan
het autoritaire gezag, het gebrek aan dialoog, het centralisme, het
conservatisme, de onbespreekbaarheid van kwesties als het celibaat, de
gehuwde priesters, de seksuele moraal, condoomgebruik, de positie van
de vrouw enz.
- Verklaar de eigen klokkenluiders niet pas na eeuwen heilig of
weer bij de kerk horend. Maar voer een ordentelijke
klokkenluidersprocedure in.
- Doe uitspraken van maatschappelijk gewicht (b.v rond deze normen
en waardencampagne) altijd samen met (op z´n minst) de SOW kerken.
- Gij zult als kerk niet angstig, defensief of repressief reageren
op de hedendaagse ontwikkeling.
- Gij zult de Verklaring van de Rechten van de Mens onderschrijven
en op de eigen kerkorganisatie toepassen.
Tien kleine christenen
Tien kleine christenen
ontvingen saam de zegen;
een vond de preek de moeite niet,
toen waren er nog negen.
Negen kleine christenen
ze baden dag en nacht;
één bad en kreeg niet wat hij vroeg,
toen waren er nog acht.
Acht kleine christenen
op de smalle weg door 't leven;
één vond de brede weg zo mooi,
toen waren er nog zeven.
Zeven kleine christenen
lezen elkaar de les;
een werd boos en zei: Adieu!
toen waren er nog zes.
Zes kleine christenen
actief in 't kerkbedrijf;
een miste wierook en Latijn,
toen waren er nog vijf.
Vijf kleine christenen
traditie in 't banier;
een hoorde jullie God is dood,
toen waren er nog vier.
Vier kleine christenen
onder Paulus Pontifici;
een kreeg geen erelint,
toen waren er nog drie.
Drie kleine christenen
elk had zo zijn idee;
een werd oneerlijk miljonair,
toen waren er nog twee.
Twee kleine christenen
met tweeën heel alleen;
met ruzie wie de grootste was,
toen was er nog maar één.
Een heel oprechte christen,
vol van de lieve vree;
zijn vijand werd een goede vriend,
toen waren er weer twee.
Twee heel bescheiden christenen
aan 't werk met veel plezier;
zij vroegen niets, zij deelden uit,
toen waren er weer vier.
Vier heel gewone christenen
ze hielpen dag en nacht;
en die geholpen werd hielp mee,
toen waren er weer acht.
Acht vriendelijke christenen
zij vroegen om Gods zegen,
maar vroegen er ook mensen bij,
toen waren er weer negen.
Negen kleine christenen
in mensen God gezien;
ze zongen samen gloria,
toen waren er weer tien.
Tien kleine christenen,
zij brachten HEM tot leven;
die niet voor kerk maar voor de MENS
Zijn leven had gegeven.
Twaalf kleine christenen
zij leefden net als HIJ;
zo kwamen er weer net als toen
in één dag duizend bij...
Binnen de kring
Geloven op je dooie eentje,
of met zijn tweetjes -dat gaat eigenlijk niet.
Als gelovige kun je nooit solist zijn.
Je zult altijd zoeken naar verbondenheid met anderen,
naar een of andere vorm van gemeenschap.
Geloven betekent altijd:
meegeloven met anderen.
Ons geloof is niet levend
als we het niet met elkaar delen.
Ook mijn twijfel en mijn gevecht om God
en mijn steeds verdergaande vragen -
ze zijn alleen maar uit te houden,
alleen maar vol te houden
als ik die kan beleven binnen de kring,
te midden van mijn broeders en zusters,
in de ruimte waar ik thuis hoor:
in de gemeenschap van de gelovigen.
De sacramenten
Sacramenten zijn wat je in de kerk doet.
Wat je thuis doet is iets anders.
Koken en naaien, de vloer vegen,
eten en slapen en bidden en jezelf schoonhouden,
dat zijn geen sacramenten.
Als je nog klein en lelijk bent
draagt iemand je op een kussen de kerk in
en je komt er uit als kind Gods en
erfgenaam van het Koninkrijk der Hemelen.
Ze gieten water over je hoofd
en dat is een sacrament.
Als je twaalf bent ga je terug op je eigen benen
met je beste jurk en schoenen aan,
en je nieuwe gebedenboek dat je moeder
voor je gekocht heeft,
en je loopt naar de bisschop,
en hij blijft staan, en jij knielt neer,
en hij roert wat op je hoofd,
en dan ben je gevormd.
Dan ben je verrijkt naar de geest, zeggen ze.
Dan kust iedereen je, en dat is een sacrament.
Alleen vergat ik nog het brood en de wijn.
Dat is ook een sacrament.
Ik heb een beetje van dat brood geproefd in de sacristie
en het smaakte net als mijn goudvissenvoer.
Als je getrouwd bent, dan ga je weer naar de kerk
zo mooi aangekleed als je nog nooit van je leven was.
Iemand zingt: 'Daar komt de bruid...
en je vrijer staat te wachten naast de predikant,
als hij tenminste niet vergeet om te komen,
en je krijgt een glimmende nieuwe ring om je vinger
en gaat de stad uit.
En dat is een sacrament.
En dan, na een tijdje, wordt je weer
in de kerk teruggedragen
Maar dan ben je dood,
er zijn wel zes mensen nodig om je te tillen.
En iedereen huilt, en dat is het laatste sacrament dat je ooit krijgt.
Mijn kerk
Ik bid om een kerk
Die klinkt als klokken
Verschillend gestemd
En toch één gebeier.
Ik bid om een kerk,
Veelvormig, veelkleurig
en één tintelend spectrum,
een regenboog van vrede.
Ik bid van een kerk
Meerstemmig gebekt
En één samenklank,
één lofkoraal.
Ik bid om een kerk,
zoveel hoofden zoveel zinnen,
zoveel monniken zoveel kappen
en één stoet pelgrims
samen onderweg.
Waar is de Kerk?
De kerk is daar
waar mensen zijn die geven om elkaar:
Geen hoge God zal met hen zijn,
maar God dicht bij de grond.
De kerk is daar
waar mensen zijn die staan in dit verbond.
De kerk is daar
waar mensen zijn die rouwen met elkaar:
En niemand draagt alleen de pijn.
maar ieder wordt bevrijd.
De kerk is daar
waar mensen zijn die Goede Geest gewijd.
De kerk gedijt waar uitzicht is
voor iedereen die lijdt.
Hier krijgt het leven nieuwe zin,
verliest de dood zijn macht.
Wij samen gaan de toekomst in
en dat is onze kracht.
Over de drempel
(De kerk is iets speciaals,
een plaats waar je altijd heen kunt.)
Hier klinken vragen na lang te zijn verzwegen.
Hier spreken woorden van een hartelijke taal.
Over de drempel de haast en druk ontstegen
komen wij in alle rust en ruimte op verhaal.
Over de drempel van bidden en van breken
van brood en levenswijn,
over de drempel
waar mensen mensen zijn.
Hier schuilen mensen voor zinloze gevaren.
Hier huilen mensen, krijgt verdriet de vrije loop.
Over de drempel waar wij met zorg bewaren
wat ons raakt en wat ons bindt: geloof en stille hoop.
Over de drempel van bidden en van breken
van brood en levenswijn,
over de drempel waar mensen vrienden zijn.
Hier lijkt de toekomst ons naderbij te komen,
hier waar geen tijd heerst een moment nog eeuwig duurt.
Over de drempel waar God en liefde wonen
warmen wij met hart en ziel ons aan het Levensvuur.
Over de drempel van bidden en van breken
van brood en levenswijn,
over de drempel waar God weer God mag zijn.
Dienst aan mensen
Als dienst aan de mensen de maat vormt voor de dagelijkse pastoraal
en als die dienst aan de mensen de ladder naar God symboliseert ...
Als niet de regel maar de nabijheid bij mensen het pastoraat verrijkt
...
Als de zondagse liturgie het christelijk leven van de maandag kleurt,
maar ook als het leven van alledag de zondagse liturgie kleurt.
Als we Gods aanwezigheid in mensen zoeken
en iedereen welkom is bij onze parochie, groot- of kleingelovige ...
Als we zo met elkaar kunnen en mogen leven in het licht van het geloof,
laten we dan elkaar daarin blijven bemoedigen!'
(een parochiaan uit Hilvarenbeek)