God
God is een kunstenaar
God is een kunstenaar.
Zijn palet kent een oneindig aantal kleuren.
Met puur licht schildert Hij.
Zijn composities zijn de wonderlijkste,
die je ooit gezien hebt.
Als je ze ooit gezien hebt.
Na de nacht schildert Hij de dag,
na de winter bedenkt Hij de lente,
na de angst de hoop, na de dood de liefde.
En jij bent zijn model,
dat hem inspireert tot meesterwerken
van kleurentaal en vormkracht.
Niet inlijsten of ophangen, dit werk,
niet wegstoppen in donkere gebouwen.
Maar leven,
zo onder het penseel vandaan.
Wij zijn samen de banier van de mensheid.
En God zal ons zien
en denken aan het altijddurende verbond
tussen Hem en alle levende wezens
alles wat op aarde leeft.
Gods weg
Gods weg is de beste
de beste voor mij
Hij voert mij en leidt mij
door een groene vallei.
Door heuvels en dalen
door bergen en woestijnen
steeds verder en hoger
langs afgrond en ravijnen.
Hij schenkt mij wat ik nodig heb
Hij weet wat ik behoef
voor één dag tegelijk
want zo is het genoeg.
Gisteren laat ik bij God achter
morgen heeft Hij in de hand
vandaag mag ik Zijn weg gaan
alles ontvang ik uit Zijn hand.
God lijdt in mensen
De geschiedenis van God
wordt geschreven tussen kribbe en kruis,
de geschiedenis van iemand
die geen plaats vindt bij de mensen,
een vluchtelingenkind,
een ongewapende, een weerloze,
die vervolgd wordt, uitgescholden, bespot,
gemarteld en gekruisigd,
omdat Hij opkomt voor armen en zwakken
met een boodschap van goedheid en liefde,
van vrede en verzoening.
God lijdt nog elke dag in elke liefdeloosheid,
onverdraagzaamheid en uitstoting van mensen door mensen.
De God van het christendom is een machteloze God.
Hij heeft zich overgeleverd in de handen van mensen.
God, waar is Hij te vinden?
God geeft om mensen.
Als in Angola mensen op de vlucht zijn voor geweld,
dan is God daar op de vlucht ,
dan zit God in de miserabele vluchtelingenkampen.
Dan heeft God het ook slecht.
God wil nooit lekker warm zitten
als mensen het koud hebben.
En God wil niet rijk zijn
als er zoveel arme mensen zijn.
God gaat eerder bij de armen wonen
dan bij de mensen die het goed hebben.
Maar God laat de mensen die het goed hebben niet met rust.
Hij zegt ook tegen hen:
jullie kunnen niet warm zitten,
als zoveel mensen in de kou zitten.
En jullie kunnen niet blijven eten
als zoveel andere mensen honger hebben.
En je kunt niet net doen of er niets aan de hand is,
als zoveel mensen, zoals in Afrika,
van alles te kort komen.
God zien
God zien in handen
die steunen en strelen;
niet breken, niet slaan.
God zien in woorden
die troosten en wijden;
niet oordelen, niet kwetsen.
God zien in mensen.
Zegen de dag.
God zien in het leven
in groei en bloei;
in neergaan en val.
God zien in eerbied,
verwonderd staan;
handen af, vingers thuis.
God zien in het leven.
Zegen de dag.
God zien in de stilte
bij al ons dwaas geraas.
God zien in de rust
bij alle haast van hot naar haar.
God zien in de diepte
bij al ons platvloers gedoe.
Zegen de dag.
De god voor iedereen
Ik ben de geest in de lucht,
ik ben de zwerver die ronddwaalt,
ik ben de wolk van niet-weten,
ik ben het water dat zuivert,
ik ben het gezicht van al wat goed is,
ik ben de ster die geleidt in de nacht,
ik ben de duif van vredige hemelen,
ik ben het hart dat alle leven beweegt,
ik ben de koning van iedere koning,
ik ben de zon om de aarde te verwarmen,
ik ben de liefhebber van het pure,
ik ben de rechter waar gerechtigheid heerst,
ik ben de aarde om op te leven,
ik ben de God voor iedereen.
God en mens
Groot is de God die vol verwachting
mensen zijn aarde toevertrouwt,
groot is de God die oppermachtig
zo op de kleine mensen bouwt.
Groot is de mens
die doet wat God wenst:
wie voor zijn schepping zorgt
leeft als een ware vorst.
God stelt zijn eer in onze hoogheid,
alles legt Hij in onze hand,
zijn naam moet luisterrijk en groot zijn
in wat de mens als koning kan.
Wie zich ontfermt,
Gods werk beschermt,
wie goede herder is
komt stralend aan het licht.
Wat doet de mens aan den beginne,
Adam gaf aan het dier een naam,
hij wil zich aan Gods wereld binden,
hij brengt de lieve vrede aan.
Laten ook wij een herder zijn,
de wereld is in nood,
God stelt op ons zijn hoop.
God is altijd open
Er zijn zo van die dagen
dat je, je loopt af te vragen
waar kan ik terecht
als ik mee eenzaam voel.
Je kan altijd nog
naar een kroegje of een koffiehuis
maar dat gaat meestal niet zo
als je met je ziel onder je arm loopt.
Dan heb je ook nog het Riagg, heel fijn,
maar dat is na vijven gesloten
en je moet er geschikt voort zijn.
Verdriet komt tenslotte altijd
om twee minuten over vijf.
Sommigen kiezen voor een andere werkelijkheid,
die van de kerkelijkheid.
Want de Heer is tenslotte altijd open,
zelfs al is de kerk gesloten...
God onwankelbaar
Die van oertijd af onwankelbaar God is,
jouw boetseerder van moederschoot af,
Schepper, Hij - Alleen, van aarde en hemel.
Die de aarde boetseerde, grondvestte, vasthoudt,
die haar niet geschapen heeft als een chaos
maar opdat zij ingericht en bewoond wordt -
die niet heeft gesproken in het geheim,
niet gezegd heeft "Zoek mij maar in de leegte"
maar "Hier ben ik, woon hier onder mijn woord".
God ziet naar je om
God ziet naar je om,
naar jou persoonlijk, wie je ook bent.
Hij ziet je, hij begrijpt je,
want Hij is het die je tot leven riep,
Hij weet wat in je omgaat,
wat je voelt wat je denkt,
wat je graag wilt en wat je kunt,
waar je sterkte ligt en je zwakheid.
In dagen van vreugde alsook in tijden
van droefheid ziet hij naar je om.
Hij voelt met je mee als je hoopvol bent,
maar ook temidden van de bekoring
In al wat je angstig maakt,
in alles wat door je herinnering gaat
in al wat je opbeurt en in alles
wat je droevig stemt, stelt hij belang.
Van je voetzool tot je kruin kent hij jou
Hij omsluit je helemaal
hij draagt je in zijn armen,
hij tilt je op en zet je neer.
Of je glimlacht, of je schreit,
ziek bent of gezond,
hij leest het af van je gelaat.
Teder kijkt hij op je neer;
hij hoort je stem, je harteklop,
hij hoort je tot je zuchten toe.
Niet meer geef jij om jezelf
dan Hij houdt van jou...
Gods evenbeeld
Wij zijn Gods evenbeeld
wanneer wij onverdeeld
Gods wil op aarde doen.
De mens die zich ontfermt
over Gods scheppingswerk
beantwoordt aan zijn doen.
Wij worden God gelijk
wanneer wij dienstbaar zijn
aan wat er leeft op aarde.
Hij voelt zich thuis bij ons,
als wij wat Hij begon
bewerken en bewaren.
Waar is het mensenkind
dat zich in liefde bindt
aan wat de Heer hem gaf?
Wij zijn een smaad voor God,
de schepping lijdt aan ons,
wij breken alles af.
O God verlaat ons niet,
Gij die ons eenmaal riep
om in uw dienst te werken.
Maak ons uw Zoon gelijk,
Hij brengt gerechtigheid,
Hij is de goede herder.
Gods wil
God heeft de aarde gemaakt voor de mensen
en de mensen voor de aarde
ze zijn voor elkaar geschapen
de aarde en de mensen horen bij elkaar
God heeft het licht gemaakt voor de mensen
en de mensen voor het licht
ze zijn voor elkaar geschapen
het licht en de mensen horen bij elkaar
God heeft de mensen gemaakt voor de mensen
ze worden voor elkaar geboren
ze zijn voor elkaar geschapen
op de aarde horen mensen bij elkaar
God wil niet dat sterke mensen rijk zijn
en rijke mensen sterk
hij wil niet dat zwakke mensen arm zijn
en arme mensen zwak
God wil niet dat andere mensen anders zijn
hij heeft de mensen voor elkaar geschapen
ze worden voor elkaar geboren
om op de aarde mens te zijn
God wil dat mensen samen zijn met mensen
samen wonen samen werken samen leven
dat mensen niet elkaar bedreigen maar beschermen
als in een tuin waar alles veilig is
God is bij ons
God is bij ons
als een verterend vuur
God is bij ons als bron van warmte
God is bij ons
als een tweesnijdend zwaard
God is bij ons
als een aansteker in de nacht
God is bij ons
als een pijnlijke waarheid
God is bij ons
als een teken van leven
in de doodsheid van ons bestaan.
Zo zijn wij onderweg.
God rekent op ons
God alleen kan geloof geven,
maar jij kunt van hem getuigen.
God alleen kan hoop geven,
maar jij kunt vertrouwen stellen in een medemens.
God alleen kan liefde geven,
maar jij kunt een ander leren lief te hebben.
God alleen kan vrede geven,
maar jij kunt eenheid zaaien.
God alleen kan kracht geven,
maar jij kunt ondersteunen
wie de moed verloren hebben.
God alleen is de weg,
maar jij kunt hem wijzen aan een ander.
God alleen is het licht,
maar jij kunt het laten schijnen voor alle mensen.
God alleen is het leven,
maar jij kunt anderen levenslust geven.
God alleen kan doen wat onmogelijk lijkt,
maar jij kunt al het mogelijke doen.
God alleen is zichzelf voldoende,
maar Hij geeft er de voorkeur aan op jou te rekenen.
God wil bij mensen wonen
God wil hij mensen wonen,
Hij vraagt om onderdak,
wie stelt zich voor Hem open,
wie geeft aan Hem zijn hart?
Waar is het huis op aarde
dat Hem een welkom roept,
wie is voor God de Vader
de mens naar wie Hij zoekt?
Een vrouw neemt Hem ter harte,
Maria is haar naam,
haar God is haar te machtig,
zij biedt haar diensten aan.
Zij huivert van ontroering,
geluk valt in haar schoot,
God kiest haar tot de moeder
van zijn geliefde Zoon.
Maria zingt haar loflied,
God voelt zich thuis hij haar,
wie is Hij dat Hij omziet
naar haar geringe staat?
Hij is de God der armen,
voor wie Hem roept in nood,
Hij is de mens barmhartig
die nederig op Hem hoopt.
God
De geschiedenis van God wordt geschreven tussen kribbe en kruis, de
geschiedenis van iemand die geen plaats vindt bij de mensen, een
vluchtelingenkind, een ongewapende, een weerloze, die vervolgd wordt,
uitgescholden, bespot, gemarteld en gekruisigd,omdat hij opkomt voor
armen en zwakken, met een boodschap van goedheid en liefde, van vrede
en verzoening.
God lijdt nog elke dag, in elke liefdeloosheid, onverdraagzaamheid en
uitstoting door mensen. De God van het christendom is een machteloze
God. Hij heeft zich overgeleverd in de handen van mensen.
God, niet meer vanzelfsprekend.
Je bent onbruikbaar geworden in een tijdperk van computers en robots,
zonder nut in een wereld van rendement en efficiëntie, overbodig in een
electronisch geordende wereld.
Mensen hebben nu zelf goeden gemaakt, de goden van vandaag, goden op
maat, naar eigen smaak en gelijkenis, nuttige en bruikbare goeden,
goeden die renderen, die iets opbrengen, met eigen tempels en
aangepaste eredienst.
Talloos zijn de aanbidders van de 'wetenschap', in bewondering en diep
gebogen voor electronische iconen.
Hoogheilig is het 'geld'en alles wat daarmee te koop is, comfort,
aanzien, welvaart, luxe.
Op het altaar van deze goeden worden vrede en het geluk van mensen
geofferd, worden kleinen en zwakken weggevaagd.
God met de vele gezichten
Er was eens een marmeren troon
aan de poort in het oosten van een grote stad.
Op deze troon zaten duizend koningen
die blind waren aan het rechteroog,
en duizend koningen blind aan het linkeroog,
en duizend koningen met licht in beide ogen.
Allen riepen zij tot God dat Hij zich zou vertonen,
zodat zij Hem konden zien,
maar allen gingen het graf in
zonder dat hun wens vervuld was.
Toen de koningen waren gestorven kwam er een arme man,
barrevoets en hongerig, en ging op de troon zitten.
'God', fluisterde hij, 'de mensenogen
kunnen het niet verdragen regelrecht naar de zon te kijken,
want zij worden verblind.
Hoe zouden zij dan, Almachtige, regelrecht naar U kunnen kijken?
Heb medelijden, Heer. Temper uw kracht,
wend uw heerlijkheid naar mij toe,
opdat ik, die arm en bedroefd ben, U moge zien!'
Toen...werd God een stuk brood,
een beker koud water,
een warme jas, een hut,
en voor de hut een vrouw,
die haar kind liet drinken.
De man strekte zijn armen uit en glimlachte gelukkig.
'Dank U, Heer', fluisterde hij,
'U hebt uzelf vernederd om mijnentwil.
U werd brood, water, een warme jas en mijn vrouw en zoon,
opdat ik U zou kunnen zien. En ik zag U.
Ik buig mij neder en aanbid uw geliefde gedaante met de vele gezichten.'
N. Kazantzakis, E.K. Duchatelez: Go] ontvioeten; Altiora,
Averbode/Helniond3 1979.
Gods belofte
Ik heb je nooit luilekkerland beloofd,
een plaats van slapen, luieren en eten.
Ik heb je wel een nieuwe wereld toegezegd,
maar niet vanzelf dat lijkt je te vergeten.
Want jij verwijt mij dat het zolang duurt.
Maar waar blijf jíj? Ik heb je toch gestuurd?
Ik heb je nooit een toverstaf beloofd,
waarmee je alle onrecht kunt voorkomen.
Ik heb je wel mijn Geest gegeven weet je wel?
Mijn kracht om zelf te werken aan je dromen.
Gebruik die kracht, dan speel je heel wat klaar.
Je helpt me toch? Zo maken we het waar!
Greet Brokerhof van der Waa
De God voor iedereen
Ik ben de geest in de lucht,
ik ben de zwerver die ronddwaalt,
ik ben de wolk van niet-weten,
ik ben het water dat zuivert,
ik ben het gezicht van al wat goed is,
ik ben de ster die geleidt in de nacht,
ik ben de duif van vredige hemelen,
ik ben het hart dat alle leven beweegt,
ik ben de koning van iedere koning,
ik ben de zon om de aarde te verwarmen,
ik ben de liefhebber van het pure,
ik ben de rechter waar gerechtigheid heerst,
ik ben de aarde om op te leven,
ik ben de God voor iedereen.
Gods foto
'Wil je weten wie Ik ben?' zegt God
'Wil je zien wat Ik zou doen
als Ik een mens was?
In menselijke vorm,
in menselijke taal,
in menselijke liefde?
Kijk dan naar Jezus.
In Hem ben Ik een mens geworden.
Zoals Ik licht ben, zo is Hij een licht.
Zoals Ik liefde ben, zo houdt Hij van jullie.
Wie Jezus ziet, ziet Mij.
Wie Jezus hoort, hoort Mij.
Wie bidt tot Hem die bidt door Hem tot Mij', zegt God.
Gods toekomst is een kruisweg
Gods toekomst is een kruisweg.
Langs de kant van de weg staan teksten als:
Wie zijn leven wil behouden zal het verliezen,
wie zijn leven - daarentegen - wil verliezen, zal het vinden.
Toekomst is verleden
Winst is verlies
Dood is leven
Je weet niet waar je uitkomt
als je je laat leiden door die mens.
In elk geval bij je eigen bron,
waaruit je kracht kunt putten om een mens te worden
en anderen meer mens te maken.
Eerder bij de arme dan bij de rijke.
Niet bij de grote, maar bij de kleine;
niet bij de sterke, maar bij de kwetsbare.
En tenslotte: niet bij de dood, maar bij het leven.
Gods woord
Gods woord klinkt in de stem van mensen
als uit het diepst van hun hart opklinkt
wat er leeft aan hoop en twijfel. lief en leed.
Waar mensen troosten en bemoedigen,
helpen, onderwijzen, elkaar bevragen en antwoord geven,
daar klinkt het woord van God.
Niet groot, ondenkbaar is zijn woord,
maar zo gewoon als leven en dood.
Waar mensen spreken tegen onrecht,
ingaan tegen vooroordelen en afgunst,
waar mensen zich verzetten, vloeken
tegen de wapens die hen klein houden -
daar klinken profeten in ons midden.
Wie goed luistert, hoort het wel,
het gebeurt verborgen in huiskamers,
het gebeurt luidruchtig
op straten, in parken en op pleinen,
het gonst door de wereld.
Gods woord dondert niet over ons heen,
het komt in onszelf tot leven.
Wij roepen tot God
Wij roepen tot God:
ons leven verloopt!
Uw scheppingslicht wordt
hier langzaam gedoofd.
Als ons zienderogen
geen toekomst meer wacht,
wat rest er voor later
nog anders dan nacht?
Hebt Gij niet vanouds
uw grenzen gesteld
aan chaos en dood,
aan wapengeweld?
Gij kiest voor ons leven
en deelt onze zorg.
Gij staat voor de aarde
met uw liefde borg.
Wij roepen om moed,
om daadkracht die telt,
die weet van protest,
die alle geweld
ontwapent met liefde,
met hoop en geloof.
Zo hebt Gij de toekomst
aan mensen beloofd.
Wij bidden voor hen
die vóór moeten gaan:
dat waarheid alleen
voor alles zal gaan.
Aan ieder die recht doet,
alwie vrede sticht,
verpandt Gij uw hart en
hen toont G'uw gezicht.
Gij die ons begin
vanouds zijt geweest,
verhoor ons gebed
en adem uw Geest
in allen die zoeken
naar vrede en recht.
Houd ons aan het woord
dat Gij hebt toegezegd!
Ik begrijp God niet
Kun je er met je verstand bij?
Dat God de mensen leven geeft.
Wij zaaien dood en verderf.
Dat God ons de aarde in handen gaf
Wij maken er een vuilnisbelt van.
Dat God ons zijn zoon
naar de aarde stuurde.
Wij sloegen hem aan het kruis.
Begrijp jij het
dat God ons nog niet zat is?
Dat hij nog steeds iets in ons ziet?
Ik begrijp God niet.
Ik zou het anders doen,
als ik hem was.
Maar ik ben God niet.
Het lied van het zingende leven
Wij zijn geroepen om te leven,
God geeft ons vrijheid van beweging,
wij mogen mensen zijn op aarde,
hartgrondig ons geluk beamen.
Geen vreemde macht meer onderdanig
bloeien wij op in Gods genade,
God is zijn schepping goedertieren,
uitbundig mogen wij haar vieren.
God schiep de mensen voor elkander,
in liefde doet Hij hen ontbranden,
Hij is gelukkig met beminden
die luisterrijk elkaar bezingen.
Aan man en vrouw geeft Hij de adem
om levenslang elkaar te dragen,
met huid en haar elkaar genegen,
met hart en ziel elkaar tot zegen.
God stelt onze aardse leven veilig,
Zijn goede schepping is Hem heilig,
waar wij in slavernij ontaarden
roept Hij bevrijdend onze namen.
Hij heeft zijn Zoon naar ons gezonden,
wij hebben ons geluk gevonden:
de Heer die uit de dood verrezen
ons vrij en opgewekt doet leven.
Verstand van God
Niemand heeft verstand van God
geen knappe kop die Hem in zijn hoofd haalt,
geen generaal die Hem in zijn rijen inlijft,
geen dichter die Hem in zijn woorden vangt,
geen zanger die een melodie voor Hem vindt,
niemand spreekt over God of hij valt door de mand,
alleen het diepste in een mens,
de angst voor wat te wachten staat,
verdriet om wat verloren is,
verlangen naar wat nog niet is
en wanhoop dat het nooit zal komen,
alleen de vreugdetranen nu en dan,
het stille lachen, verwondering om het leven,
alleen dat diepste in een mens
is groot en klein en stil genoeg om God te noemen
wij noemen Hem wel en zingen zijn naam,
maar diep blijft Hij verborgen.
Hoe kan ik God danken?
Hoe kan ik God danken,
als Hij slechts mij te eten geeft?
Als mijn buurman honger lijdt,
hoe kan ik dan zeggen:
Heer, dank voor deze maaltijd?
Moet ik God soms loven
als Hij slechts mijn lichaam kleedt
en alleen mijn gezin een woning geeft?
Als mijn buurman naakt is
en slapen moet op straat,
hoe kan ik dan zeggen:
Geloofd zij de goedheid van de Heer?
Moet ik God soms prijzen,
als Hij slechts mij gezondheid geeft
en alleen aan mij de vrijheid?
Als mijn buurman ziek is,
eenzaam of onderdrukt,
hoe kan ik dan zeggen:
Dank, God, om uw barmhartigheid?
Zou ik God kunnen danken,
omdat ik uitverkoren ben?
Miljoenen mensen leven nog
in duisternis en dood;
zou ik dan kunnen bidden:
Dank U, God, dank U voor uw keuze?
Hoe ik God ervaar
Soms ervaar ik God
als een soort vader
of moeder,
die je beschermt
en die voor je opkomt,
die je op weg helpt
en bij wie je altijd
terecht kunt.
Soms ervaar ik God
als een soort vriend
of vriendin,
iemand die dichtbij is,
die je begrijpt
en die met je meedenkt,
die je troost als het leven
anders gaat dan je hoopt.
Soms ervaar ik God
als een vreemde,
die ik niet begrijp
en nooit begrijpen zal,
iemand die heel anders is,
van een andere orde
dan de wereld om me heen,
van een ander formaat dan ik.
Dan voel ik iets van huiver
en opluchting tegelijk.
Dan ben ik er heilig
van overtuigd,
dat Hij meer begrijpt dan wij
en dat Hij tot meer in staat is.
Dat Hij een weg ziet,
waar onze weg doodloopt.
Greet Brokerhof van der Waa
Laat god jouw touwladder zijn
Ik moet toch kunnen praten met jou of met jou
voel me zo alleen en verlaten ik sta al zo lang in de kou.
Zo glijd ik af, de put in heel diep
ik klamp me vast, ik grijp en klauw
ik verbeeld me dat iemand riep
de werkelijkheid was weer een douw.
Ik Laat me vallen, ben uitgeput wil niet meer.
Laat maar gaan iets ontneemt me alle moed en fut
weg wil ik hier ver vandaan.
Ik blijf liggen in 'n donzig gevoel
dat me vasthoudt en omarmt
wat moet ik nog, ik heb geen doel
zo word ik tenminste nog verwarmd.
Ver weg hoor ik lawaai en geluiden
maar ik ben al op weg uit mijn bestaan
wat heeft dat nu toch te beduiden
Laat me toch liggen, ik wil gaan.
Dan wordt er een touwladder neergelaten
iemand bekommert zich om mij
HIJ heeft me niet in de steek gelaten
HIJ blijft altijd bij mij.
Zo klim ik met ZIJN hulp die put weer uit
gedragen door ZIJN Liefde die mij omsluit.
Het lied van Gods nabijheid
O God Gij zijt zo ver zo vreemd,
geef ons een teken dat Gij leeft,
wij roepen zingen maar Gij zwijgt,
geen blijk van uw aanwezigheid.
Zijt Gij het beuken van de wind,
verterend vuur, een siddering,
de aarde beeft van woest geweld,
als bomen zijn wij neergeveld.
Gij zijt aan soms voorbijgegaan,
Gij zijt verborgen in uw naam,
wij smeken U: wees ons nabij,
bewaar ons voor de eenzaamheid.
Wij prijzen uw barmhartigheid,
geen storm geen vuur geen schok zijt Gij,
het dodelijk rumoer verstomt
nu Gij in stilte tot ons komt.
Gij geeft uw naam ons te verstaan,
Gij raakt ons met uw adem aan,
o trouwe God van het verbond,
Gij legt uw woord in onze mond.
Drie-eenheid
Waarom in Godsnaam moeten
alle goede dingen in drieën?
Een vader had drie zonen,
zo luidt het begin van duizend oude verhalen.
De eerste deed dit, de tweede deed dat
en bij de derde werd alles duidelijk.
Een mens zingt
en zingt tot drie keer toe:
lang zal ik leven en niet minder in de gloria.
Een mens huilt
en huilt tot drie keer toe:
S.O.S., red mijn ziel,
kom nou ik vraag het je tot drie keer toe.
Natuurlijk, want drie is alles en alles is drie.
Drie maal drie is negen
en dan mag iedereen zijn eigen lied pas zingen.
Drie keer mag je raden want drie keer is genoeg,
drie keer mag je vragen want drie keer is genoeg,
drie keer mag je bidden want drie keer is genoeg.
God, Vader, Zoon en Geest,
drie maal God, dat is genoeg
om God te noemen naar zijn ware aard,
want drie keer is genoeg.
Het lied van Gods naam
God heeft zijn naam gezegd -
Ik zal er zijn voor jou -
Hij gaat met je op weg,
Hij blijft je eeuwig trouw.
Geloof Hem op zijn woord,
Hij zet zich voor je in,
Hij trek je in zijn spoor,
bemint je als een kind.
God heeft zijn naam gezegd,
wij weten wie Hij is,
je komt weer tot je recht,
Hij maakt geschiedenis.
Een bondgenoot is God
voor wie geen leven heeft,
Hij zal er zijn voor ons
als deernis ons beweegt,
De schepping is in nood,
God brengt ons aan het licht,
Hij stelt op ons zijn hoop,
zalig wie vrede sticht.
God heeft zijn naam gezegd,
wij nemen hem ter hand,
wij gaan met God op weg,
Hij staat aan onze kant.
God, onze vader,
God, onze Vader, ik vraag je niet
om het dagelijks brood voor vandaag.
Je hebt immers al voldoende brood gegeven, zelfs te veel.
Maar zal dit brood bij mij terechtkomen?
God, onze Vader, tussen jouw brood en mij
zijn er zovele onrechtvaardigheden op aarde,
zovele belangen in het geding,
zovele rijken die zich in het voorbijgaan
bedienen van meer dan ze nodig hebben.
God , onze Vader, tussen jouw brood en mij,
zijn er zovele harten.van steen,
zovele muren te overklimmen,
zovele gesloten ogen die weigeren te zien,
zovele berekeningen die doof maken.
God, onze Vader, ik vraag je niet
dat de zwarten blank worden
noch de blanken zwart,
Ik vraag je niet dat de armen rijk worden
noch de rijken arm.
God, onze Vader, ik vraag je enkel
dat overal te wereld, mannen, vrouwen en kinderen
het recht hebben om man, vrouwen kind te zijn.
Ik vraag het aan Jou, God
die de schepper bent van de menselijke waardigheid.
God, jij bent mijn behoud
Jij leert me al je wegen
en leidt me naar het licht,
en niemand werkt me tegen
nu jij mijn schreden richt.
Mijn rijkdom is je volgen
en naar waar je dit ook wilt.
De boze kijkt verbolgen
nu jij mijn honger stilt.
Je liet me bij je komen
en wou mijn gastheer zijn.
Een feest om van te dromen,
een dis met brood en wijn,
schonk jij aan wie geloven
en jou als redder zien.
De blinden en de doven,
ze zijn weer als voordien,
zij zien en horen dingen
die men hun toont of zegt.
Geen mens kan hen meer dwingen,
want jij, Heer, schaft hun recht.
Jij haalt ze uit hun lijden,
verheldert hun bestaan,
maakt dat ze zich verblijden
en redt ze uit hun waan.
Laat ook mij zien en horen
wat jij met mensen doet,
hoe wij je toebehoren
hoe jij ons leven hoedt.
Dat ik mag binnenkomen
waar jij je gastmaal houdt,
is meer dan ik kon dromen.
God, jij bent mijn behoud.
God woont waar hij wordt binnengelaten
Rabbi Mendel Kozk verraste een paar geleerden met de vraag:
'Waar Woont God?'
Zijn gasten lachten hem uit en zeiden:
'Schaam u zoiets te vragen.
De wereld is toch vol van zijn heerlijkheid!'
De rabbi gaf toen antwoord op zijn eigen vraag:
'God woont, waar Hij wordt binnengelaten '.
In ons geloof gaat het niet om iets dat statisch is,
maar om iets dynamisch.
Het ware geloven in God bestaat niet alleen daaruit
dat ik wat in de Bijbel staat voor waar houd,
maar het moet me ook in beweging brengen.
Het geloof is pas een krachtbron in mijn leven
wanneer het iets in mij verandert,
wanneer het mij er toe brengt mijn hart voor God te openen,
wanneer ik Hem toelaat.
God is anders
Waarom zeg je 'God bestaat niet'?
Is dat niet een beetje dom?
Wat 'bestaat' is wat je ziet:
waar je lekker in kunt spitten,
met je vingers aan kunt zitten,
dat bestaat. Dat kun je wegen,
kom je op de straat hier tegen.
Maar God is wat anders, niet?
Waarom doe je dat? Dat gaat niet,
alsof er geen God meer is.
Snap je dan niets van dit lied?
Als de mensen elkaar haten,
blijven kletsen, blijven praten,
niet aan vrede denken kunnen,
en elkaar geen leven gunnen,
nou, dan is ook God er niet.
God is een geheim
God is een geheim
Hij is overal verborgen
Maar toch kun je hem zien
Kijk maar naar de hoge bomen
Naar de vlinders en de bloemen
Naar de oneindige zee
God is een geheim
Hij is overal verborgen
Maar toch kun je hem horen
Luister maar naar de stilte
Naar de vogels en de mensen
Naar een zingende stem
God is een geheim
Hij is overal verborgen
Maar toch kun je hem ontdekken
Zet je oren en je ogen open
En je hart en ook je ziel
God is een geheim
U heft geen toegang
Als ik naar de hemel kijk,
waar de wind zijn spel speelt
met de witte wolken,
waar vogels hun vleugels uitslaan
en zon en maan,
planeten en sterren
een fascinerend schouwspel zijn,
besef ik dat dat alles zomaar
gratis en voor niets te zien is.
U heft geen toegang
voor de hoogtepunten
van uw schepping.
En voor een blik
op de ondergaande zon
of een wandeling onder
de nachtelijke sterrenhemel
hoeven we niet uren
voor de kassa te staan.
We moeten er slechts
oog voor hebben en tijd voor maken.
U opent ons de ogen.
Door u zien wij
hoezeer wij geneigd zijn
om alles in geld uit te drukken
en hoe eenzijdig wij gericht zijn
op de economische waarde van iets.
Wat waarde heeft
hoeft God zij dank niet duur te zijn.
De rekenmachine is
door de mens geschapen.
Maar u bent de Schepper
van het leven zelf.
Iets van God
Waar mensen zich toewenden
naar elkaar
en afzien van macht
daar kan iets van God gebeuren.
Waar mensen niet meer geloven
in
het recht van de sterkste,
daar kan iets van God gebeuren.
Waar mensen elkaar gaan herkennen
en aanvaarden als kwetsbare lotgenoten,
daar kan iets van God gebeuren.
Waar mensen accepteren
dat je
je niet kunt beschermen tegen de pijn,
daar kan iets van God gebeuren.
God komt nooit met vertoon van macht.
Maar in de ogen van zwakken
en weerlozen
zie je het licht van zijn Gezicht.
Mijn enige vriend
Mijn enige vriend,
ik zou je gezicht niet herkennen in de massa,
ik zou mijn hoofd niet omdraaien
bij het horen van je stem,
vergeef mij dat ik die dingen belangrijk vind,
dat ik alleen maar geloof in wat ik aanraken kan,
Hoe vaak zeg ik tegen mijzelf
dat jij niet echt bent, en hoe vaak ontdek ik
dat jij echter bent dan de huizen, bomen en mensen
die voorbijgaan en van wie niets beklijft.
Wanneer ik alleen ben in de koelte van de avond troost jij mij
wanneer ik denk aan alle doden hier beneden open jij je hand
en laat jij ze zien als opkomende sterren.
Hoe kan ik over je spreken over jou
zonder wie er geen wereld zou kunnen bestaan
jij die gezien hebt
hoe de eerste zonnestraal zich hechtte aan de wereld.
Waarom moet stilte zozeer deel van ons zijn
doordat jij je achter een berg verschuilt,
en aan de andere kant van een woestijn blijft,
en naar mij kijkt terwijl ik op je toe kom,
terwijl ik langzaam jouw manier van doen leer begrijpen
en de wereld die altijd tussen ons in ligt,
en begrijp waarom ik niet kan blijven zoals ik ben.
Voornemens
En God zag de mensen.
Hij werd het zat
hoe ze elkaar vernietigden
hoe ze de natuur verpestten
hoe ze de dieren lieten lijden.
En God dacht:
'Laat ze het zelf maar uitzoeken.
Ik houd me erbuiten.'
Maar toen zag God
een verpleegkundige in een vluchtelingenkamp
bij een stervend kind.
En de verpleegkundige zuchtte:
'En toch geef ik het niet op.'
En God zag twee mensen
die elkaar de hand schudden
en zeiden: 'Laten we vergeten
en vergeven.'
En God zag een oude man
die de vogels voerde.
En God hoorde iemand schreeuwen:
'Brand, help toch, er is nog
een kind in dat huis.'
En God bedacht zich.
Toen hoorde hij
een jongen gitaar spelen
en even later een meisje dat zong.
En Hij wist het weer zeker:
Het moet lukken,
De wereld zal worden
Zoals Ik haar heb bedoeld.