Kerst 1
Dit is de nacht
Dit is de nacht van de zwervers,
van zoeken naar een huis,
mensen speurend naar vrede.
Wie geeft zijn vijand thuis?
Hoe komt een kind terecht,
waar moet het neergelegd,
hoe zal het veilig gaan,
Wie reikt de vrede aan?
Waar is een plek voor de kleinen,
Waar gaan de armen voor?
Wie ontgrendelt de deuren,
wie breekt de tralies door?
Heden is ons geboren
de mens die ruimte schiep,
die zolang hij mocht leven
om recht en vrede riep.
Hij brengt de mens terecht,
heeft toekomst aangelegd
om veilig in te gaan,
reikt ons de vrede aan.
Het Kerstkind
Als 't Kerstkind nu op aarde kwam, waar zou dat kunnen zijn?
Misschien dichtbij in Rotterdam, of ver weg in Bahrein?
Is Het dan blank of zwart, hoe wordt Het dan herkend?
Schijnt op die plaats een ster als toen, hoog aan het firmament?
Als 't Kerstkind nu op aarde kwam, wie ligt dan in het veld?
Is dat die vredesdemonstrant die strijdt tegen 't geweld?
Of is het die soldaat, die voor de vrijheid vecht?
Aan wie wordt door de engelen het Blijde Nieuws gezegd?
Als 't Kerstkind nu op aarde kwam, wie zijn de wijzen dan?
Zijn dat de wereldleiders soms uit o zo verre land?
Wat is dan hun geschenk, waar 't Kind mee wordt verblijd?
Zou dat een vredesboodschap zijn, of oproep tot de strijd?
Als 't Kerstkind nu op aarde kwam, of is dat Kind er al?
Is het misschien nooit weggeweest, ligt Het nog in die stal?
Kom ga dan mee op zoek, naar waar die stal dan staat.
Dan komt de vrede toch misschien en is 't nog niet te laat.
Kerstmis - vrede op aarde
De kalender kondigt alweer 't einde aan,
van 't jaar 2011, dat snel is voorbijgegaan,
met vreugde, geluk, maar ook rampen en tegenspoed,
allemaal dingen, die 'n mens op z'n levensweg ontmoet.
Over "VREDE OP AARDE"werd heel dikwijls gesproken'
maar heel veel levens werden nutteloos afgebroken,
bij 't oorlogsgeweld in diverse landen;
door onvree en gewilde macht,
helaas, 2011 heeft weer geen WERELDVREDE
gebracht.
Weer is het Kerstmis, en weer komt er 't nieuwe jaar,
laten we er iets geweldigs van maken met elkaar,
Heb elkaar lief, en ondanks de drukte en stress van deze tijd,
ben steeds tot 't helpen van uw medemens in ziekte en nood bereid.
Dan zal in ieder geval uw 'HART' de vrede ontvangen
waar wij als mensen in deze tijd zo dikwijls naar verlangen,
maar begin bij u zelf, waardoor anderen weer kunnen leren,
zodat de tijden van geweld en onvree zullen keren.
Wat betekent Kerstmis?
De K is van kindje.
Alle kinderen vinden het fijn om te kijken naar het kleine Kindje in de
kribbe.
Alle kinderen willen misschien ook lijken op dat kindje Jezus, dat
zoveel geluk en vrede bracht.
De E van eenzaam.
Ook is deze tijd is er veel verdriet en eenzaamheid.
Kerstmis zegt ons: niemand mag in de kou blijven staan.
De R van rijk.
Je denkt dan meteen aan geld en goed, maar het kan ook rijk zijn van
vreugde, rijk, diep in je hart, net als in de stal.
De S van soldaten.
Er zijn er zoveel over de wereld, te veel.
Oorlog en vechten! Waarom?
Het Kerstkind leert ons: vrede op aarde voor alle mensen.
De T van thuis.
thuis is geborgenheid, gezelligheid en saamhorigheid.
Niet alleen rond de kerststal, maar altijd.
De M van Maria, de moeder van Jezus.
Het is ook de M van alle moeders, die zorg hebben voor hun kinderen.
Mogen zij, en natuurlijk ook de vaders,
thuis zorgen voor dezelfde sfeer als in de stal bij het Kindje Jezus.
De I van iedereen.
Kerstmis is er voor elk van ons.
Je huis en hart open zetten voor iedereen,
want ieder heeft een ander nodig.
De S van stilte en sfeer en slot.
Stil staan bij verdriet en bij vreugde.
Stil worden van geluk, sprakeloos van een wonder.
Het wonder van de geboorte van het Kindje Jezus.
Kerstgedachte
Een sfeer van warmte, knusheid en geluk
De donkere dagen komen, mijn dag kan niet meer stuk!
Het feest van Het Kindje, oh zo klein,
Laat dat feest voor ons allen, een zegen moge zijn!
Laten we het vieren met liefde in ons hart,
Met een helpende hand, voor hen die zijn in smart.
Met een vlaag van troost, een bede in ons hart.
Wij met elkaar, En God voor ons allen.
Het licht glinstert zachtjes in de kerstballen.
Wij toosten op elkaar, houden onze handen vast. Strekkend naar omhoog.
Onze bede vliegt uit, in een sierlijke boog.
De bede van liefde, van vergeving en begrip.
Onze handen tezamen, de Wens als een kleine stip.
Ik droom van licht
Ik droom van het licht,
het licht van de hoop voor alle mensen,
dat iedereen, vrij en niet verplicht,
voor de ander het goede zal wensen.
Ik droom van een toekomst vol licht.
Heer, laat die droom werkelijkheid worden.
Ik droom van het licht,
het licht van de inkeer, van anders gaan leven,
dat niemand voor het kwade nog zwicht
maar aanderen steeds het goede zal geven.
Ik droom van een waarheid vol licht.
Heer, laat die droom werkelijkheid worden.
Ik droom van het licht,
het licht van hartverwarmende en aanstekelijke blijheid,
dat ieder mens, met een brede lach op zijn gezicht,
kan gaan en staan in innerlijke vrijheid.
Ik droom van gemeenschap vol licht.
Heer laat die droom werkelijkheid worden.
Ik droom van het licht,
het licht van de blijde verwachting voor velen,
want vandaag klinkt het blije bericht,
dat God al wat kapot ging in mensen zal helen.
Ik droom van een wereld vol licht.
Heer, laat die droom werkelijkheid worden.
Wat heeft het kind ons nog te zeggen?
Wat heeft het Kerstkind ons in deze dagen nog te zeggen
is er een lichte hemel vol met engelenzang.
En wordt de Heer nooit moe het altijd maar weer uit te leggen
Aan mensen zoals wij, elk jaar opnieuw, al eeuwen lang?
Of zou het zo zijn, dat wij leven in een eigen wereld
van schone schijn, waar alle lichten zijn gedoofd
waar wij die ander in het donker haast niet kunnen vinden
omdat men in het licht van vrede toch niet meer gelooft?
Zijn wij de herders die op weg zijn om dat Kind te zoeken?
Buigen wij ons in 't duister bij de kribbe neer?
Als we 't vinden, 't is gekleed in schamele doeken
Dan wordt het licht om ons, dan horen we de engelen weer.
Dan gaan onze aarzelende handen weer tasten, zoeken
Niet meer in 't donker maar in 't licht van onze Heer
naar mensen onderweg, elk met zijn eigen angsten, lasten
Vinden elkaar in Betlehems stal dan bij de kribbe weer.
Dan heeft het Kerstkind toch deze dagen wat te zeggen
er is lichte hemel vol van engelenzang
Er is een Heer die nooit te moe is het weer uit te leggen
aan mensen zoals wij . .. die vaak zo moe zijn en zo bang.
Gebed met kerstmis
Ik bid dat er licht mag zijn:
licht in onze ogen:
dat we elkaar zullen zien zo goed als nieuw,
licht in onze harten:
dat we ruimte scheppen, plaats maken voor velen,
licht in onze gedachten:
dat we komen tot nadenken en eerlijke besluiten,
licht in onze huizen:
dat er vriendschap en gastvrijheid zullen heersen,
licht in onze omgang:
dat we te zien zijn, niet verborgen voor elkaar,
licht op onze wegen:
dat we niet dwalen en elkaar tot doolhof zijn,
licht in alle uithoeken:
dat we nergens het kleine vergeten, verdonkeremanen,
licht in onze kerken:
om elkaar bij te lichten, elkaar toe te schijnen met geloof in Hem
die eens geroepen heeft: "Ik ben het licht van de wereld."
Kerstkind dat weet . . .
Kerstkind dat weet hoe moe we zijn,
zwaar was ons werken, de uitkomst klein,
leer ons met ziekte en ouderdom leven,
wil deze tijd ons bemoediging geven.
Kerstkind dat weet hoe bang we soms zijn
om komende dagen van zorg en pijn,
kom wat niet toereikt dan zelf schragen,
help ons weer hoopvol de toekomst te dragen.
Kerstkind dat weet hoe eenzaam ik ben,
ik . . . en zovelen die ik ken,
Gij schiep ons eens en voorzag dit lijden,
wil wel van opstandigheid ons thans bevrijden.
Kerstkind dat weet hoe verlangend we zijn,
naar 'n hand, 'n hart, 'n vriend, trouw en rein.
Geef dat ieder van ons ooit vinden mogen
die mens, vol begrijpend mededogen.
Kerstkind dat weet hoe hoopvol we toch zijn,
deze tijd vol verwachting en sterrenschijn.
Voer ons nog eens om uw kribbe te samen,
geef ons een beetje vreugde. Amen.
Mensenkind
Mensenkind, vandaag herboren,
blijf geen droom, geen vrome wens,
laat jouw stem voortdurend horen
als Gods hartslag in de mens.
Kom te gast bij alle volkeren
in oost en west, noord en zuid.
Sloop de muren, doof de vuren,
stil de stormen wereldwijd.
Vrede hier vandaag herboren
in jong en oud, groot en klein.
Ga ons voor en kom ons tegen,
blijf geen lied, geen kerstrefrein.
Mensenkind vandaag herboren,
leg jouw glans op ons gelaat.
Wees het licht in onze ogen,
mens van God in woord en daad.
Breng je vredevolle boodschap
naar zwart en blank, naar arm en rijk.
Breek de jarenlange ruzies,
familievetes, rassenstrijd.
Vrede hier vandaag herboren
blijf geen woord, word werkelijkheid.
Kom ons hart en ziel bewonen,
om 'goddelijk' voor elkaar te zijn.
Er kwam een kind
Er kwam een kind in volle nacht,
Gods mensgeworden Zoon;
alleen wat herders op het veld
vonden het ongewoon.
Er kwam een kind op deze aard',
een kind reeds lang voorzegd;
het werd geboren in een stal
en op wat stro gelegd.
Er kwam een kind te Bethlehem,
een kind eenvoudig klein;
het had een naam en een gezicht,
het wilde weerloos zijn.
Er komt een kind naar ieder mens,
een kind naar jou en mij;
het draagt een levensgroot geheim,
het maakt ons allen vrij.
Je kent dat kind, je kent zijn taak,
door Hem zijn wij gered.
God toont in Hem zijn aangezicht,
Jezus van Nazareth.
God wordt mens (bewerking van het Johannesevangelie)
God wordt mens vandaag,
in elke mens die licht wordt voor een ander.
Hij komt in de wereld
en wil iedereen verlichten.
Immers, Hij is de bron van al wat bestaat.
Hij is in de wereld,
herkenbaar in elke mens die vrij wordt van zichzelf
om vrij te zijn voor anderen;
want zo is Hij, onze God,
belangeloos scheppend, geefs, bevrijdend.
Niet altijd wordt Hij herkend,
niet steeds wordt Hij erkend.
In zijn eigen huis is Hij,
maar mensen houden Hem buiten.
Voor Hem is er niet steeds plaats
bij de andere gasten.
Maar degenen die Hem ten volle God laten zijn
en Hem vertegenwoordigen zonder Hem te misbruiken
noemt Hij zijn kinderen. Uit Hem zijn ze geboren.
God wordt mens, vandaag.
Door hen in wie Hij ten volle God mag zijn,
heeft Hij onder ons zijn tent opgeslagen.
En we zien zijn heerlijkheid.
Die werkelijkheid werd ten volle herkenbaar
in de mens Jezus van Nazaret;
hij is onze gids en weg,
onze herder, licht van Gods licht.
Kerstmis
Kerstmis,
dagen om heel bewust en zolang als het kan
stil te staan bij elkaar,
en alwat moet en zal een dag of wat te vergeten.
Even goed beseffen en dan voor altijd weten
dat zoals een kind, ook het leven is gegéven,
dat we met beide blij mogen zijn.
Kerstmis,
van de kou warmte maken,
het donkere duister licht laten geven
En proberen te geloven dat alle klagen
in een lied zal eindigen, een vreugdelied,
dat alwat we meemaken een verhaal van hoop kan zijn.
Kerstmis,
fijn dat u hier was om dit samen te vieren.
Hopelijk hebt u hier iets gevonden van wat u zocht,
iets waar u met verder kunt in de komende dagen, in het komende jaar:
iets van licht en vreugde, iets van vertrouwen in het leven,
iets van de liefde waaruit Jezus is geboren,
Gods liefde, die ook naar ons uitgaat.
Onder ons geboren:
Om een mens te zijn op aarde
zonder aanzien, zonder macht
is Hij onder ons geboren
in de kilte van de nacht.
Om een vuur te zijn op aarde
dat verwarmt maar niet verslindt,
is Hij onder ons geboren
als een weerloos mensenkind.
Om een licht te zijn op aarde
dat de duisternis verjaagt
is Hij onder ons geboren
als een stem die waarheid vraagt.
Om een zwaard te zijn op aarde
dat verdeelt maar niet vermoordt
is Hij onder ons geboren
vrede stichtend door zijn woord.
Om een kracht te zijn op aarde
die de machten zal verslaan,
is Hij onder ons geboren
slechts vertrouwend op Gods naam.
Om de vreugde van de aarde
broederschap in overvloed
is Hij onder ons geboren:
Gods geschenk dat leven doet.
Ik had het niet verwacht
God, ik had het niet verwacht
dat Gij als een gewone mens zoudt geboren worden,
in een grot zonder privacy, waar iedereen kan binnenvallen,
met een vader en een moeder die niet getrouwd waren
en al dagen op weg om in orde te zijn met de autoriteiten.
God, ik had het niet verwacht
dat Gij als een kind onder ons zoudt komen, weerloos en klein.
Gij waart van geen tel en moest nog alles krijgen en alles leren.
En uw leven was al bedreigd van de eerste dag.
God, ik had het niet verwacht dat Gij zoudt geboren worden
in de reuk van een mestvaalt tussen de dieren
en de brutaliteiten van herders: uitschot van de maatschappij.
Dat Gij zonder hygiëne uw intocht zoudt doen...
ik had het niet verwacht.
God, ik had het niet verwacht dat tovenaars uit het oosten
u op het spoor zouden komen en niet de priesters van de tempel.
Dat Gij, toen reeds, ontdekt werd door onbekende heidenen
en miskend door het volk van uw eigen voorkeur.
God, ik had het niet verwacht...omdat ik u niet heb verwacht,
omdat mijn hart nog nooit naar u heeft uitgekeken.
Omdat ik nog altijd genoeg heb aan mezelf en u niet nodig heb.
Moest ik ooit even weerloos worden en bedreigd,
en zonder privacy vallen en zonder hygiëne moeten leven,
dan zou ik het verstaan, dan zou ik kunnen zeggen:
'God, mijn goede vriend.'
Menswording
Mens worden, menswording
het is uiteraard een gebeuren van jaren terug
waarbij onze ouders de hoofdacteurs waren;
het blijft echter ook een feit van iedere dag,
een heel avontuur, een opwindende opdracht,
een boeiende, vaak moeilijke opgave.
Mens worden
de weg durven gaan
naar een zo groot mogelijke ontplooiing van je menselijke persoon,
naar een zo groot mogelijke vrijheid
je weet wel, vrij van alle gebondenheid,
van alle verslaving, egoïsme, grillen,
vrij voor een eerlijk gegeven zijn,
voor trouwe plichtsvervulling, voor God.
Zo mens worden
is geboortepijn, levenslang,
het gaat niet vanzelf.
Maar het is een fantastische ervaring
telkens opnieuw geboren te mogen worden
meer tot leven te komen, tot grotere vrijheid te groeien,
jezelf iets meer te kunnen geven,
en gaver mens te worden
iedere keer als je een volgende bocht neemt
op je levensweg,
en een stuk ballast van gebondenheid kunt achterlaten.
Mens worden
het is ook een weemoedige pijn
die stap ooit niet te zetten, te aarzelen, niet te durven,
liever te blijven zitten in de veilige geborgenheid
van je gezapig wereldje, kansen voorbij te laten gaan
er zijn mensen die de geboortepijn
niet aankunnen
en ervoor terugschrikken.
Het is ook heerlijk
als je een mens helpt op deze weg,
als je hem tot leven laat komen,
als je hem een stap laat zetten,
opnieuw geboren laat worden,
als je hem bij de hand mag nemen en merkt na een tijd
hoe hij openbloeit en tot gaafheid en leven komt.
Waar dit alles gebeurt, komt God tot leven
want ook zijn menswording is geen gebeuren
dat zich alleen afspeelde zoveel jaren geleden
in de kille nacht van Bethlehem
maar zijn menswording wordt herhaald
overal waar mensen geloven in het leven,
en durven groeien naar beter mens zijn,
overal waar anderen tot leven worden gebracht.
Mens worden
is een gelovig gebeuren
als wij God de kans geven
opnieuw mens te worden tussen ons.
Als je naar de kerststal gaat (Frans Weerts)
Je hoeft niet veel te spreken
wanneer je naar de kerststal gaat,
weet dat je vrede vindt
als je dit Kind naar binnen laat.
Je hoeft geen schatten mee te dragen
wanneer je naar de kerststal gaat,
weet dat voor dit Kind
een klein gebaar volstaat.
Je hoeft niet lang te blijven
wanneer je naar de kerststal gaat,
als je maar begrepen hebt
wat dit Kind te wachten staat.
Je hoeft niet bang te zijn
wanneer je naar de kerststal gaat,
dit Kind legt weer de rust
op jouw vermoeid gelaat.
Je hoeft niet veel te wensen
wanneer je naar de kerststal gaat,
weet dat in 't nieuwe jaar
dit Kind je niet verlaat.
Stille nacht
Kerstmis is de stille nacht
waarin iets groots aan ons gebeurt.
Belofte is nu waarheid en leven.
Het Woord is mens geworden.
De donkere nacht werd stralend licht.
Kerstmis is dankbaar zijn en vieren.
Kerstmis is een feest.
Er is vreugde in ons hart.
We voelen ons meer samen,
we zijn meer dan andere dagen.
Het Kind is bij ons.
Het kleine Kind is God geworden,
een mens onder de mensen.
Kerstmis.
Het is een boodschap die ons hart opent
die ons handen doet reiken,
die ons in de andere mens
een vriend en broeder doet herkennen.
Kerstmis is een feest.
Maar geen vrijblijvend feest.
Het geeft ons de verplichting
dat elk van ons moet instaan voor elkander.
Kerstmis is bet feest
van de deemoed en de eenvoud.
De boodschap van vrede en goedheid
werd bet eerst gegeven aan eenvoudige, arme herders.
Zij hebben het
wonder gezien en gehoord.
Kerstmis zet een domper
op onze eigenwaan en onze hoogmoed.
Jezus, nieuw geboren mens
Jezus, nieuwgeboren mens,
God onder ons,
uw boodschap van vrede hebt gij gebracht aan eenvoudige herders.
Geef ons het oog van een arme herder die U weet te ontdekken
in de armen om ons heen,
in de bejaarde die de hele winter amper buitenkomt,
in de eenzame achter het gordijntje,
in de langdurige zieke bij wie niemand komt,
in de vluchteling die angstig door de grootstad dwaalt,
in de stervende die men liefst alleen laat,
in de 'welvarende' met zijn zware ogen.
Jezus, geef ons ook een hart van een arme
zodat we elk ander aanvaarden zonder vragen te stellen,
naar ieder kunnen luisteren, heel lang en geduldig,
elkaar bemoediging geven.
Zeg ons nog eens opnieuw dat Kersmis een tijd is
van verborgen werken van barmhartigheid.
Kom ook jij naar de stal (Piet Stienaers)
En wie komt er nog in de stal?
Jij, man en vrouw, jong of oud,
de doodgewone man van de straat
in het Bethlehem van die dagen,
bezig met de dingen van de wereld,
geen aanvoelen voor een stalgebeuren,
geen oog voor het mysterie,
geen oor naar de woorden van elders, van boven,
jij, gebroken, kleine man, kom met je onmacht,
met je zonden als schamel geschenk
bij de God die alles vergeeft
die om ons in de wereld is gekomen.
Kijk naar het kind in de stal
Kijk naar het kind in de kribbe.
Zie je hem ook in jezelf?
Die vraag stelt kerstmis ons.
Kijk naar het kind in de kribbe.
Maak zijn ogen tot jouw ogen,
opdat je naar mensen leert kijken zoals hij deed.
Maak zijn oren tot jouw oren,
opdat je kunt luisteren naar mensen zoals hij deed.
Maak zijn mond tot jouw mond,
opdat je, juist als hij, woorden van vrede kunt spreken.
Maak zijn handen tot jouw handen,
opdat je, juist als hij, een helpende hand kunt toesteken
aan allen die in het donker zitten.
Dan is hij ook in jou en door jou een licht in de duisternis.
God van licht, zichtbaar geworden in het kind van Betlehem,
help ons zijn droom te bewaren in onszelf, in onze gemeenschap.
help ons zijn weg te gaan, vandaag en alle dagen.
Kerstnacht
Dit is de nacht, dit is de stille nacht,
dit is de averechtse tijd
waarin de hemel zich verblijdt,
terwijl de aarde op een teken wacht.
Dat er al is, dat al gegeven is.
Het teken van de moede vrouw
die voortging en die baren zou
en die men wegschoof in de duisternis.
De hemel weet, alleen de hemel weet
dat vrede en welbehagen saam
reikhalzen naar een nieuwe naam.
De aarde is als vanouds voor niets gereed.
Al straalt de nacht, al straalt de heilige nacht
veel klaarder dan de zon vermag,
pas als het donker wordt bij dag,
zal op de aarde alles zijn volbracht.
Menswording (door Lenze L. Bouwers)
Wie veel verwacht kan niet oneindig gaan
op zoek naar muren, ligplaats, olielamp;
het lokkend trekdoel voor een karavaan
is niet de kale zandwal, maar het kamp
waar rechtop bedoeïenenvorsten staan
te zwijgen, turend bij kamelendamp.
Wie veel verwacht kan niet oneindig gaan,
prins Jozef, klop bij d'Olde Herberg aan;
een koningsmoedertje voor wie men
am-
per opkijkt, opschikt, als een onderdaan
zijn plaats weet, desnoods bij het luid gestamp
van slachtvee waar de voederkribben staan -
wie veel verwacht kan niet oneindig gaan.
Kerstmis '53 (Jaap van IJperen)
't Verhaal is oud. Het was een donkere nacht en
de herders bij hun kudde in het veld,
het vuur gedoofd en slapende de wachten.
Dan plots een licht, de herders staan versteld.
Een stem:" Wilt u naar Bethlehem begeven,
ga tot de plaats waar zich de stal bevind,"
in deze nacht ging Gods belofte leven
zijn liefde kreeg gestalte in een kind.
De herders gingen, hebben hem aanbeden,
een kind in stro en doeken neergelegd.
Maar wij, die, zelfgenoegzaam en tevreden
geen weg meer weten tussen vals of echt,
hebben Gods liefdewetten ruw vertreden
en 't Christuskind te vondeling gelegd.
Kerstmis
De wereldbol ligt uit het lood
en draait zich kreunend in 't slot
want elk conflict dreigt wereldgroot:
alles wat heel is, moet kapot.
Wat mooi was, klein was, waardevol,
dat ligt verpletterd aan de kant.
Want recht is krom; de nieuwe wet
is "hoofd om oog en land om tand".
Maar ergens in dit niemandsland
sluipt toch van struik naar struik
een paria, met Maria en de belofte in haar buik.
Een kerstgedachte
Kerstmis, een kind is ons geboren,
voorspeld al lang van tevoren,
een kind, aan de hemel een ster,
op aarde is Gods genade niet ver.
Kerstmis, een kind is ons geboren,
we hebben het allemaal kunnen horen,
een mensenkind, wonden zal hij helen
en ons de weg van de liefde bevelen.
Kerstmis, een kind is ons geboren,
mag hij ook onze rust verstoren,
ons vertellen hoe we moeten leven
en elkaar zijn licht kunnen geven.
Kerst (van Dineke Kerkstra)
Waar gaat het eigenlijk over?
Over wat dennengroen
en witte straten?
Wij jachten en wij jagen,
verzamelen en bewapenen.
Waar slaat het eigenlijk op?
Welke wereld vreemde heeft dit feest bedacht?
Een feest van vrede, licht en nieuwe kansen.
Nee, niemand van ons was zó vol van mensen
dat hij dit feest bedacht.
Nee, je hoeft het niet te vergeten
omdat vrede niet kan.
Het kwam van buiten onze waanzin,
onschuldig als een kind
Hij is de Vorst der Vrede,
het is alleen een vraag
of Hij nog een plaatsje vindt...
Boreling (Christianne van de Wal)
Het is de maand van stervensweeën,
van een blauw versteende lucht,
waarbij de vrieskoude klonteraarde
naar hét moment van warmte zucht.
Aarde-tintelend staan de stoppels
als winterboden op het veld,
omarmd door de fiere sparren
waarin het kerstverlangen welt.
Brabant is één takkenwonder
en wel speciaal in deze tijd,
wanneer het netwerk van de bomen
met de heldere hemel vrijt.
Helwit van rijp zoekt de wilg
knottend naar het Beloofde Licht,
vormt hij met geboomde einder
één gloed- en hoopvol vergezicht.
Populieren zijn de wachters
van het grasland dat zich plooit,
zich voor het komend kerst -gebeuren
in pure aardetinten tooit.
De zon is bijna aan te raken
terwijl zij gras- en heidegrond
met geslepen schaduwlijnen
uitvloeit tot één Brabants bont.
Zó wacht men in decemberdagen:
een caleidoscopisch Kerstgezicht,
op luisterrijke nieuwe tijden
in koers bepalend levenslicht
Het Kerstkind (Christianne van de Wal)
Waar het kerstkind ter wereld kwam
is in veel boeken te lezen;
maar de geboorte had even goed
ook in ons buurt kunnen wezen:
Zie daar het stalleke staan
in een Brabants heideveld
of op een plekske natte grond
waar het kind de peppels telt.
Langs de beken of bij het moeras
waar de kraanvogels huizen,
waar veengrond vol wollegras
een donsbed weeft van pluizen.
Ook in de Biesbosch is er plaats
temidden van geul en kreek;
de griendwerker bezoekt het Kind
in deez' ruig rietrijke streek
Wáár in het Brabantse bonte land,
in het zand, onder de linden,
in bos, ven, langs de rivier,
de stal ook een plaats zou vinden...
…het zou er hartelijk welkom zijn,
en volkseigen warm onthaald
men fluistert 't Kerstgebeuren door
elk in z'n moersspraak vertaald.
Kerstkind dat weet . . .
Kerstkind dat weet hoe moe we zijn,
zwaar was ons werken, de uitkomst klein,
leer ons met ziekte en ouderdom leven,
wil deze tijd ons bemoediging geven.
Kerstkind dat weet hoe bang we soms zijn
om komende dagen van zorg en pijn,
kom wat niet toereikt dan zelf schragen,
help ons weer hoopvol de toekomst te dragen.
Kerstkind dat weet hoe eenzaam ik ben,
ik . . . en zovelen die ik ken,
Gij schiep ons eens en voorzag dit lijden,
wil wel van opstandigheid ons thans bevrijden.
Kerstkind dat weet hoe verlangend we zijn,
naar 'n hand, 'n hart, 'n vriend, trouw en rein.
Geef dat ieder van ons ooit vinden mogen
die mens, vol begrijpend mededogen.
Kerstkind dat weet hoe hoopvol we toch zijn,
deze tijd vol verwachting en sterrenschijn.
Voer ons nog eens om uw kribbe te samen,
geef ons een beetje vreugde. Amen.
Geboorte
Gods liefde op aarde neergedaald
ligt in een stal op stro te slapen.
De stille herders van de schapen
zij hebben het alom verhaald.
De ster staat boven Bethlehem.
De Koningen uit het Oosten vonden
een kind in windselen gewonden
en os en ezel zien naar hem.
Hier slaapt, der wereld toevertrouwt,
die was vóór de aanvang van de tijden,
het kind waarom Maria schreide,
waarover elk de handen vouwt.
Er kwam een kind
Er kwam een kind in volle nacht,
Gods mensgeworden Zoon;
alleen wat herders op het veld
vonden het ongewoon.
Er kwam een kind op deze aard',
een kind reeds lang voorzegd;
het werd geboren in een stal
en op wat stro gelegd.
Er kwam een kind te Bethlehem,
een kind eenvoudig klein;
het had een naam en een gezicht,
het wilde weerloos zijn.
Er komt een kind naar ieder mens,
een kind naar jou en mij;
het draagt een levensgroot geheim,
het maakt ons allen vrij.
Je kent dat kind, je kent zijn taak,
door Hem zijn wij gered.
God toont in Hem zijn aangezicht,
Jezus van Nazareth.
Kerstkind
Jij was, klein Kind, jij was de lang Verwachte.
De hoop op jou hing in de morgendauw.
De naam van jou stond in de sterrennachten.
Jouw roemrijkheid blonk in het hemelblauw.
Jij was het aan wie jonge moeders dachten,
koningen noemden als hun erfprins jou,
zieners, die nieuws van nieuwe tijden brachten,
roemden uw macht, uw goedheid en uw trouw.
Nu lig je in een koude nacht te schreien,
een vluchteling, een van de veel te veel,
een krib jouw troon, twee beesten jouw lakeien.
En klein, zo klein. Zo val je ons ten deel.
En ik die ooit het hoogste wou doorgronden
word stil nu ik het zó diep heb gevonden.
Mensenkind
Mensenkind, vandaag herboren,
blijf geen droom, geen vrome wens,
laat jouw stem voortdurend horen
als Gods hartslag in de mens.
Kom te gast bij alle volkeren
in oost en west, noord en zuid.
Sloop de muren, doof de vuren,
stil de stormen wereldwijd.
Vrede hier vandaag herboren
in jong en oud, groot en klein.
Ga ons voor en kom ons tegen,
blijf geen lied, geen kerstrefrein.
Mensenkind vandaag herboren,
leg jouw glans op ons gelaat.
Wees het licht in onze ogen,
mens van God in woord en daad.
Breng je vredevolle boodschap
naar zwart en blank, naar arm en rijk.
Breek de jarenlange ruzies,
familievetes, rassenstrijd.
Vrede hier vandaag herboren
blijf geen woord, word werkelijkheid.
Kom ons hart en ziel bewonen,
om 'goddelijk' voor elkaar te zijn.
Het is ons kind
In mijn hart heeft God een kind neergelegd
het is het kind van nieuwheid en genade
het is het kind van prilheid en geluk
het is het kind dat nog in mij gelooft.
In mijn hart heb ik een dis aangericht
waarvan het kind gevoed zal zijn en opgroeit
waarvan het kind zal worden tot een mens
waarvan het kind begeesterd verder leeft.
In mijn hart heb ik een bed opgedekt
waarin het kind kan rusten als het donkert
waarin het kind zijn dromen ondergaat
waarin het kind zijn veiligheid herkent.
In mijn hart heb ik een engel geplaatst
met wie het kind in mij zijn weg zal vinden
met wie het kind in mij van goedheid is
met wie het kind in mij en jou gelooft.
In mijn hart heb ik een kind teruggezien
dat ooit geboren was puur en ongeschaad
dat ooit geboren was uit geest en maagd
dat ooit geboren was en toekomst bracht.
In mijn hart heeft God een kind laten bestaan
al zag hij alle mensenleed gebeuren
al zag hij heel de wereld overhoop
al zag hij dat zijn kind werd weggeroofd.
In mijn hart heeft God een kind neergelegd
het is het kind van nieuwheid en genade
het is het kind van prilheid en geluk
het is het kind dat nog in ons gelooft.
De boodschap van Kerst
Zijn leven begon in een kribbe hier op aard
Bewonderd door herders en koningen te paard
Midden in de winternacht scheen die mooie ster
Het bracht ons allen vrede en liefde van ver
God zond Zijn Zoon om ons mensen te vergeven
En zo kregen wij weer een kans om te leven
Diep in de nacht in die koude, donkere stal
Daar scheen het licht dat alles overwinnen zal
Het licht van Jezus Christus, Verlosser en Heer
Zijn licht dat blijft schijnen, overal steeds weer
Licht dat vrede brengt en vreugd op deze aarde
Voor wie is dat nu niet van de grootste waarde
Volken worden verscheurd door oorlog en geweld
Maar vrede zal komen, die ooit is voorspeld
Dus als wij allen in vrede kunnen denken
Dat mogen wij God als dank toch wel schenken
Hij gaf Zijn Zoon zodat zonde werd vergeven
Laten wij dan met elkaar in vrede leven
Dat is mijn boodschap met de Kerst ieder jaar weer
Wees lief voor je naaste en geef liefde aan d' Heer
Immanuel
Er is een naam van enkel liefde.
Een naam verbonden met een hart.
Er is een naam van enkel vrede.
Een naam van troost in diepe smart.
Er is een naam van enkel vreugde.
Een naam verbonden met een bron.
Er is een naam van enkel warmte.
Een naam waar alles mee begon.
Er is een naam uit alle namen.
Een naam kostbaarder dan goud.
Er is een naam voor alle namen.
Een nieuwe naam en toch heel oud.
Maria moest Hem Jezus noemen.
Jozef hoorde van Immanuel.
Wiens hart deze naam heeft beleden
die verstaat Hem wonderlijk wel.