De grote groep mensen volgt Jezus, ze zien wel wat in hem.
Maar Hij zegt niet: o wat fijn dat jullie er met zovelen zijn,
nee, hij waarschuwt ze: pas op waar je aan begint.
Als je voor mij kiest, heeft dat zijn gevolgen voor je leven,
want als je A zegt, moet je ook B kunnen zeggen.
Het kan zijn dat je je moet losmaken van vertrouwde gewoonten,
misschien zelfs wel van hele dierbare relaties,
omdat je anders niet echt mijn leerling kunt zijn.
Dat klinkt niet erg uitnodigend, toen niet en nu evenmin.
Wat dat in de praktijk van het leven kan betekenen horen we in de
eerste lezing, de brief van Paulus aan Filemon.
Paulus schrijft meestal nogal erg ingewikkelde brieven,
maar dit briefje is voor iedereen verstaanbaar.
De slaaf van Filemon is weggelopen en bij Paulus terecht gekomen.
Slaven waren in die tijd een heel gewoon en algemeen aanvaard
verschijnsel.
Je mag de slavernij van toen ook niet vergelijken
met die van een paar honderd jaar geleden in Amerika.
De slaven toen werden meestal goed behandeld misschien wel beter dan
vele knechten van nu.
Niettemin: een slaaf was een slaaf: de laagste klasse in de
maatschappij.
Paulus stuurt de weggelopen slaaf terug naar zijn meester,
maar in een begeleidend briefje wijst hij Filemon op zijn christelijke
plichten.
En eigenlijk zegt hij dit: Filemon, jij hebt gekozen voor Christus,
dat vraagt van je dat je mild bent voor je weggelopen slaaf.
En Paulus gaat nog een stap verder:
je moet hem niet langer als je slaaf zien maar als je broeder.
Dat is voor Paulus christendom, een concrete invulling van Jezus'
boodschap.
Ook een slaaf, zelfs een weggelopen slaaf, zien als je broeder.
Hoe die Filemon hierop gereageerd heeft, weten we niet,
maar het zou niet zo vreemd zijn als hij gezegd zou hebben:
Beste Paulus, je kunt mooi praten, maar wat je me nu vraagt
gaat toch wel een beetje te ver. Dat kan niet.
De afgelopen week hebben de Nederlandse bisschoppen,
Bisschop Muskens voorop, een herderlijk schrijven gepubliceerd met een
aantal kritische notities over het asielzoekersbeleid in ons land.
Ik heb er in de pers eigenlijk alleen nog maar negatieve reacties op
gehoord.
Ik heb de brief nog niet ontvangen en dus ook niet kunnen lezen.
Maar in zijn algemeenheid zitten Paulus van toen en de bisschoppen van
nu
op de zelfde lijn: de lijn die Jezus in zijn leven heeft voorgehouden:
het gebod van de liefde en zorg voor de minsten.
Als je Jezus' boodschap wilt aanhangen, als je christen wilt zijn,
dan moet je mild staan tegenover de minderen in de samenleving,
dan moet je ook vreemdelingen zien als je broeders en zusters
en dus ook als zodanig behandelen.
En de eerste reactie in de politiek en de media is een beetje:
bisschoppen, julllie kunnen mooi praten, maar wat je nu vraagt, gaat te
ver.
Nu vormen asielzoekers natuurlijk een groot probleem in onze tijd,
een probleem waarvoor er niet zomaar een goede oplossing te vinden is.
Je kunt natuurlijk niet zeggen:
kom allemaal maar hier naartoe, iedereen in welkom.
Maar je kunt ook niet zomaar zeggen: we zitten vol, jullie kunnen er
niet meer bij. Dus, wegblijven.
Ik heb de indruk dat het Nederlandse asielzoekersbeleid in zijn geheel
nog echt niet zo slecht is, laten we dat voorop stellen.
Toch denk ik dat het goed is dat de bisschoppen aandacht vragen
bepaalde aspecten die niet goed zijn.
En dan denk ik aan het feit dat sommigen asielzoekers jarenlang in een
centrum zitten, opgepropt in kleine kamertjes,
met velen op elkaar, en altijd in onzekerheid.
Dat is mensonwaardig. Dat is mensen stapelgek maken.
En in een beschaafd land als het onze zou het toch niet moeten kunnen
dat uitgeprocedeerde asielzoekers zomaar op straat gezet worden.
Zo maak je criminelen van ze, want ze moeten toch eten en drinken,
en zeker sinds de koppelingswet een feit is, is dat onmogelijk op
legale wijze.
Er wordt wel eens gezegd: het zijn allemaal criminelen die hier naartoe
komen.
Maar dat is niet eerlijk: er zitten vast wel een aantal criminelen
onder,
maar je mag de asielzoekers nooit allemaal in die hoek zetten.
Maar als je ze zomaar op straat zet, dan krijg je wel criminelen.
Er wordt vaak gezegd: het zijn allemaal profiteurs die hier naartoe
komen.
Die zitten er zeker wel tussen, maar het is niet eerlijk om ze allemaal
over dezelfde kam te scheren.
Ik vind het heel goed dat de bisschoppen ons aan het denken willen
zetten
over onze houding, als gemeenschap en als individu tegenover de
asielzoekers en de problemen er omheen.
Ik denk dat we onszelf de vraag moeten stellen:
wij, christenen van deze tijd, zijn we wel christelijk in denken en
doen,
kunnen wij in de geest van Jezus ook deze mensen zien
als onze broeders en zusters.
Wie zijn vader, moeder, vrouw, kinderen niet haat,
kan mijn leerling niet zijn.
Wie zijn eigen leven niet haat, kan mijn leerling niet zijn.
Als ik dat moet geloven, als ik dat moet doen in mijn leven,
dan val ik onmiddellijk van mijn geloof af.
Dan ben ik maar geen leerling van Jezus.
Mensen die je lief zijn haten, je eigen leven haten, kan ik niet en wil
ik niet.
Ik ben er echter van overtuigd dat Jezus dat ook niet wil.
Dat gaat in tegen heel zijn boodschap van de liefde
waar het bij hem steeds weer om draait.
Maar wat wordt hier dan wel bedoeld?
Wat Jezus oorspronkelijk gezegd heeft, weten we natuurlijk niet
precies,
maar volgens de hedendaagse bijbelgeleerden lig het heel erg voor de
hand dat Lucas de tekst een beetje toegespitst heeft op de situatie in
zijn tijd.
Dat zie je met heel veel woorden en uitspraken van Jezus gebeuren.
Toen Lucas predikend rondtrok waren er al volop vervolgingen.
Het waren moeilijke tijden voor de eerste christenen.
Wie christen werd, liep het risico door zijn ouders verstoten te
worden,
liep het risico vrouw en kinderen kwijt te raken, of zelfs zijn leven
te verliezen.
En dus kiezen voor de weg van Jezus kon grote consequenties hebben.
Daarom klinkt in de rest van de lezing ook heel duidelijk de oproep:
denk eerst goed na voordat je eraan begint.
Denk goed na over de stap die je gaat doen. De prijs, die je betalen
moet, kan heel hoog zijn.
De stelling die Lucas zijn toehoorders voorhoudt is heel duidelijk:
als je kiest voor Jezus, doe het dan ook helemaal en onvoorwaardelijk,
ook als dat je misschien in moeilijkheden brengt met familie of
overheid.
Een halfslachtige houding, wel het gemakkelijke maar niet het moeilijke
doen,
is niet de juiste manier om leerling, om volgeling van Jezus te zijn.
En zo gezien gaat deze tekst ook wat inhoud krijgen voor ons.
Wij hebben ook gekozen voor de weg van Jezus.
Maar we hoeven nu niet bang te zijn voor vervolgingen,
door ons gelovig zijn komen er geen familie-ruzies en dergelijke.
Maar de vraag is ook aan ons: hebben wij genoeg nagedacht over onze
keuze.
Dan moeten de allermeesten van ons waarschijnlijk zeggen:
ik heb helemaal nooit nagedacht over die keuze.
Mijn ouders hebben mij laten dopen en toen dus voor mij gekozen.
Dan blijft de vraag: denken we nu genoeg na over de inhoud en de
betekenis van Jezus' boodschap voor deze tijd,
en willen we dus leerlingen blijven en dat waar maken in ons leven.
Maar dat vraagt dan ook van ons dat we ons helemaal daarvoor geven
en dat we geen halfslachtige houding hebben: als het te pas komt en
niet te lastig dan ben ik volgeling van Jezus
maar als er wat veel gevraagd wordt, dan geef ik niet thuis.
En ik denk dat je toch wel eens wat vraagtekens kunt zetten
bij onze inzet om Jezus' boodschap met elkaar helemaal waar te maken.
Kiezen voor de weg van Jezus is kiezen voor een leven van zorg en
aandacht voor anderen.
Je naaste beminnen als jezelf is het grote gebod.
Maar in de praktijk van het leven is dat dikwijls een heel moeilijke
opgave.
Vandaag is het nationale ziekendag,
centraal staat de aandacht en zorg voor zieke en eenzame mensen.
En dat is een enorme belangrijke opdracht voor leerlingen van Jezus,
zeker in onze tijd nu de gezondheidszorg moeilijke tijden door maakt.
Door de jarenlange bezuinigingen door de overheid,
door steeds verder doorgevoerde verzakelijking van de zorg,
door de terugloop van personeel omdat het beroep niet meer
aantrekkelijk is,
komen zieken en eenzamen steeds meer in de kou te staan.
Een hele trieste zaak, beschamend voor een welvaartsland als de onze.
Daarom is het voor ons allemaal des te belangrijker dat wij die
opdracht van Jezus serieus nemen en uitvoeren:
dat wij ervoor zorgen dat de zieken en eenzamen in onze gemeenschap zo
goed mogelijk opgevangen en ondersteund worden.
Dat is nu een consequentie van onze keuze voor Jezus' boodschap.
De dames en heren van de Zonnebloem zijn daar volop mee bezig,
maar het is natuurlijk een opdracht voor ons allemaal,
als we tenminste leerlingen/volgelingen van Jezus willen zijn.
Ik weet niet wat u gedacht hebt bij het beluisteren van deze
evangelietekst,
maar ik had sterk de neiging om meteen maar van mijn geloof te vallen.
Ik denk namelijk dat ik geen echte leerling van Jezus kan zijn,
want ik haat mijn familie niet en ik haat zeker mijn eigen leven niet.
Dat wil ik niet, dat kan ik niet en ik denk dat niemand dat kan,
als hij of zij tenminste een normaal denkend mens is.
Nu ben ik er ook van overtuigd dat Jezus niet het onmogelijke van ons
eist
en dus vraag ik me af wat Hij bedoeld heeft met zijn krasse uitspraken.
Duidelijk is dat hij ons aan het denken wil zetten,
dat blijkt wel uit de twee voorbeelden uit zijn preek in het evangelie.
Als je een bepaalde keuze gaat maken, als je iets gaat ondernemen,
denk dan eerst goed na over de consequenties van je keuze.
Een toren gaan bouwen zonder voldoende financiële dekking
is heel erg kortzichtig en wordt gegarandeerd een flop.
Ten strijde trekken tegen een tegenstander zonder eerst goed te kijken
of je wel sterk genoeg bent om hem de baas te zijn, is ook dom en
kortzichtig.
Dat snapt iedereen, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben.
Met zijn krasse uitspraken wil Jezus eigenlijk hetzelfde zeggen:
als je ervoor kiest om mijn leerling te worden, om met mij in zee te
gaan,
denk dan goed na wat de consequenties zijn van deze keuze,
want de weg die ik jullie wijs, is geen gemakkelijke.
We moeten deze uitspraken ook zien in hun historische context.
Toen dit evangelie opgeschreven werd, zo'n 30 à 40 jaar na zijn dood,
stonden veel christenen bloot aan vervolgingen.
Het kon gebeuren dat ze voor de moeilijke keuze stonden
om te kiezen voor hun eigen hachje of te kiezen voor de weg van Jezus,
met het risico dat ze dit met martelingen of de dood moesten bekopen.
Het kon in die tijd ook gebeuren dat men kwam te staan voor de keuze om
trouw te blijven aan de familietradities of om zich daarvan los te
maken en te kiezen voor de weg van Jezus,
vaak met het gevolg dat men uit de familie verstoten werd.
In onze tijd hoeven we niet meer bang te zijn voor vervolgingen,
tenminste niet in onze streken, toch kunnen er ook hier en nu situaties
zijn
waarin christenen die heel consequent kiezen voor de weg van Jezus
een hoop onbegrip ontmoeten.
Ik las pas het verhaal van een succesvolle zakenman
die op het hoogtepunt van zijn carrière ervoor koos om theologie te
gaan studeren en dominee te gaan worden.
Heel zijn omgeving verklaarde hem voor gek. Men vond het
onbegrijpelijk.
Maar hij zei: ik heb er heel lang over nagedacht,
ik heb heel bewust gekozen voor de weg van Jezus
en ik laat me niet afschrikken door de consequenties.
Ik heb een echtpaar gekend, die een soortgelijke keuze maakte.
Ze hadden allebei een goed betaalde baan.
Toen hun kinderen op eigen benen konden staan,
besteedden ze heel hun inkomen aan een weeshuis in Afrika,
waar ze eens onder een vakantie op bezoek waren geweest.
Ze leefden zo zuinig mogelijk om zoveel mogelijk hulp te kunnen geven.
Hun kinderen vonden dat ze stapelgek waren.
Geniet zelf toch wat meer van het leven, zeiden ze dan.
Maar hun reactie was dan: wij genieten er nu van die kinderen te helpen.
Wij zijn allemaal christenen, we zijn gedoopt tot de weg van Jezus,
maar hebben we wel eens echt nagedacht wat dat zou moeten betekenen in
ons concrete leven van alle dag?
En gaat hierbij echt niet om indrukwekkende en heldhaftige daden,
maar wel om een fundamentele levenshouding van liefdevolle zorg en
aandacht voor de medemens, met name voor de zwakkeren in de
samenleving.
De concrete invulling van ons christen-zijn kan verschillen
van mens tot mens, van situatie tot situatie,
maar het heeft altijd te maken met wat we over hebben voor anderen.
Ons probleem is een beetje dat ons christen-zijn
meestal niet voortkomt uit een welbewuste keuze.
We zijn er ingerold. We zijn gedoopt en dus op die weg van Jezus gezet
op een moment dat we zelf nog nergens weet van hadden.
Maar het evangelie van vandaag roept ook ons op
om eens na te denken wat de consequenties zouden moeten zijn
van ons christen-zijn met de vraag: zijn we wel echt leerlingen van
Jezus?
En nogmaals, we hoeven het antwoord niet te zoeken in allerlei
moeilijke dingen,
maar wel heel concreet in onze manier van leven. Ook hier geldt:
Het zijn de kleine dingen die het doen.