De koning van de vrede, een titel die mooi klinkt,
maar in werkelijkheid iets weg heeft van een karikatuur,
zowel wat het begrip koning betreft, alswel het begrip vrede.
Een koning, niet hoog te paard zoals het koningen betaamt,
maar op een ezeltje. Het zou een spotprent kunnen zijn.
Toch was dat precies wat hij bedoelde.
Hij had het nog maar pas aan zijn leerlingen proberen uit te leggen.
Die droomden van een koninkrijk met macht,
met ereplaatsen voor zichzelf, ereplaatsen met macht.
Het toonde wel aan dat zij nog niet veel van zijn boodschap begrepen
hadden.
En Jezus probeerde het hun nog eens duidelijk te maken:
in mijn rijk gaat het niet om macht en ereplaatsen.
In mijn rijk is hij de eerste die bereid is slavenwerk te doen voor
anderen.
Je dienstbaar maken, je uitsloven voor anderen,
daar zit toch niemand op te wachten?
Jezus wijst op zichzelf: ik ben niet gekomen om gediend te worden,
maar om zelf te dienen en mijn leven te geven voor het leven van
anderen.
Maar je kunt het de leerlingen niet kwalijk nemen dat dit hun pet te
boven ging.
Na bijna 20 eeuwen christendom begrijpen wij het nog niet eens,
ook in zijn kerk, ook bij zijn volgelingen nu speelt macht en invloed
te vaak nog een grote rol.
We hebben nog maar weinig geleerd van die koning op zijn ezeltje,
die eerste die zichzelf tot laatste maakte, tot minste, tot dienaar.
De koning van de vrede, of beter: de dienaar van de vrede,
ook dat heeft iets van een karikatuur.
Die dienaar van de vrede bracht alleen maar een hoop onvrede,
ok, hij deed veel goed, de zieken en gebrekkigen wisten dat,
en ook de zondaars en de tollenaars,
maar hij trapte ook op de lange tenen van de machtigen,
de werkelijk machtigen,
en dat was vragen om ongelukken.
Vrede was ver te zoeken in die laatste dagen van zijn leven,
dagen waarin hij het slachtoffer werd van machtsmisbruik,
van menselijke zwakheid, van verraad, van geweld.
Daar was niets vredigs aan.
Cynisch zou je kunnen zeggen: het was zijn eigen schuld,
had hij maar weg moeten blijven uit Jerusalem,
in Galilea was het veel veiliger.
Waarom moest hij ook zo nodig naar het hol van de leeuw,
waarom trok hij ook zo provocerend de stad binnen,
als koning, zij het op een ezeltje,
maar als zijn eigen leerlingen het al niet snapten,
hoe kan hij dan verwachten dat de machtigen in de stad het begrepen?
Maar de man die hij was kon niet anders,
hij had een radicale keuze gemaakt: niet dienstbaar aan eigen belangen,
maar dienstbaar aan anderen, hun zaak, hun belangen, hun welzijn,
bereid tot slavenwerk waar iedereen voor wegvlucht.
En zo werd hij een teken voor alle tijden,
een uitdaging voor iedere mens van goede wil:
de weg naar echte vrede bestaat in jezelf ondergeschikt maken
aan het heil van anderen,
maar die houding gaat wel in tegen alles wat men gewoon vindt,
daarom is die ook zo verschrikkelijk moeilijk in praktijk te brengen.
Toch zie je links en rechts van die mensen,
gewone kleine mensen die groot zijn in hun dienstbaarheid.
mensen die de vrede dienen,
koninklijk zoals Jezus ons grote voorbeeld.
Macht, daar draait bijna alles om in de wereld van vandaag,
politieke macht,
economische macht, financiële macht, militaire macht. De zucht naar
macht maakt
dat mensen niet meer naast elkaar staan maar tegenover elkaar, boven en
onder
elkaar. De zucht naar macht laat eigen belangen altijd zwaarder wegen
dan het
welzijn van mensen, van dieren, van de natuur. Het zoeken naar meer
macht, op
welk terrein ook, verstoort altijd menselijke relaties.
Waar mensen politieke
macht najagen worden al te vaak tienduizenden medemensen de dood
ingejaagd. Kijk
bijvoorbeeld maar naar het Argentinië van Videla of het Chili van
Pinochet. Het
intense verdriet en de ellende van mensen doet ze blijkbaar niets. De
jacht op
macht maakt nu nog duizenden slachtoffers in Afrika, in Congo, Angola
en andere
landen.
De wens om economische macht te behouden uit zich in Europa in de onwil
om het vee in te enten tegen mond- en klauwzeer waardoor tienduizenden
stuks
vee geruimd moeten worden. Dat is een afschuwelijke ramp voor de
getroffen
boeren, maar ze worden ondergeschikt gemaakt aan economische belangen.
De
strijd om de macht verdeelt mensen, zet mensen tegen elkaar op, kijk
maar naar
Israël, naar Kosovo, Macedonië en elders. De jacht naar macht maakt
mensen
hard, meedogenloos, het eerste gevolg is dat zij alles voor zichzelf
willen
houden, en niet bereid zijn te delen met anderen.
Dat blijkt ook al uit die
gelijkenis van de wijngaard. Wij zijn beheerders van de wijngaard,
beheerders
van de rijkdommen van de aarde. Het is onze taak om de vruchten van de
aarde eerlijk
te verdelen onder alle mensen, dat is de pacht die we moeten betalen.
Maar al
te vaak willen we heel de oogst voor onszelf houden, zelf als dat
honger en
dood betekent voor anderen. We moeten toch op de eerste plaats onze
eigen (economische) belangen behartigen,
is het gezegde.
Tegenover de macht van de wereld stelt Jezus de macht van de
liefde., van hart hebben voor al je medemensen, van bereidheid om
altijd met
elkaar te delen: leven en welvaart. De macht van de liefde, of moet je
spreken
van de onmacht van de liefde? In het wereldse machtsspel delft de
liefde haast
altijd het onderspit.
Jezus zelf, de profeet van de liefde, heeft het aan de
lijve ervaren, dat is precies wat we in deze Goede Week gedenken.
Toegejuicht
op palmzondag, men vond het prachtig wat hij deed, men proefde in hem
de kracht
van de liefde en dat is een geweldige ervaring. Maar het hosanna van
vandaag
verandert in kruisig hem als de machthebbers van die tijd, die zich
bedreigt voelen door deze profeet, hun zin doordrijven en hem uit de
weg
ruimen.
En toch zeggen we altijd: liefde is sterker dan de dood. Toch hopen we
dat de macht van de liefde steeds weer mensen zal weten te inspireren
tot
bereidheid leven en goed te delen met elkaar, ook al betekent dit dat
je je
kwetsbaar opstelt. En zolang er nog van die mensen zijn, is er toekomst
voor
onze wereld.
Ik ga mijn weg door het leven en sta even stil bij Palmzondag.
Aan de ene kant van de weg zie ik een man op een ezel,
ik zie enthousiaste mensen, die hem inhalen als koning,
als de messias die een nieuwe toekomst zal brengen.
Aan de andere kant van de weg zie ik de stroeve gezichten
van de hoogwaardigheidsbekleders, die dit gedoe maar niets vinden.
Ze zien die man op die ezel als iemand die hun toekomst juist in gevaar
brengt.
Aan de ene kant van de weg zie ik een profeet, een man met een visie,
een droom, de droom van Gods rijk op aarde, een rijk van vrede en
gerechtigheid, een rijk waarin mensen geven om elkaar.
Als je wilt kan toekomstvisioen werkelijkheid worden, zei hij.
Aan de andere kant van de weg zie ik opportunisten,
mensen die alleen maar dromen van eigen macht, eigen bezit,
die alleen maar geven om eigen belangen, en die najagen ook ten koste
van anderen.
Ze denken dat daar hun toekomst ligt
maar feit is: ze bouwen geen toekomst op maar breken die juist af.
Aan de ene kant zie ik een man die dienaar wilde zijn, dienstbaar,
die zegt: wil je de eerste zijn, dan moet je je onderschikt maken aan
anderen
en de laatste willen zijn, dan draag je namelijk veel vruchten in Gods
wijngaard,
dan alleen kun je bouwen aan een goede toekomst voor jezelf en heel de
wereld.
Aan de andere kant zie ik joodse leiders, priesters, schriftgeleerden,
wereldleiders, presidenten, generaals, politici,
die Gods wijngaard verkwanselen voor prestige, aanzien, macht.
Ze maken zich druk om hun eigen toekomst, maar de toekomst van de
gewone man laat hen koud.
Aan de ene kant - aan de andere kant, en ik loop ertussen in,
ik moet kiezen in kleine en in grote zaken voor de ene kant of voor de
andere kant,
tussen die smalle weg van Jezus of die brede weg van zoveel anderen,
voor de toekomst die Jezus ons voorhoudt, de toekomst van het rijk van
God,
of de toekomst die in feite geen toekomst is maar een doodlopende weg.
Door mijn doopsel hoor ik toch bij de volgelingen van Jezus
en word ik verondersteld zijn weg te gaan. Maar ga ik die weg wel,
altijd, helemaal, consequent,
of schipper ik nogal eens als het wat moeilijk wordt,
zwalk ik soms een beetje van de ene kant naar de andere?
Bedenken we wel: Wie a zegt moet ook b doen.
Jezus bereikte zijn toekomst door trouw zijn weg te gaan,
via Goede Vrijdag naar Pasen.
"Gezegend de koning, die komt in de naam des Heren"'
werd er op Palmzondag in Jeruzalem geroepen.
Maar Jezus wilde helemaal geen koning zijn,
dan blijkt uit andere evangelieteksten,
tenminste geen koning zoals de meeste wereldlijke koningen.
Hij was de Messias die kwam in de naam van de Heer,
de Messias waar de joden over droomden, de Messias die de weg zou
wijzen naar een betere wereld,
een wereld waarin Gods bedoelingen nageleefd zouden worden.
Nu leefde er twee opvattingen over die beloofde Messias.
Voor velen was hij een Messias-koning ,zoals koning David.
Die had Israël op de kaart gezet en groot gemaakt.
Velen droomden van een nieuwe koning met macht die Israël zou bevrijden
van de Romeinse bezetters.
Ook bij Jezus' leerlingen leefde deze verwachting
want, zo blijkt uit de verhalen, ze hoopten op een goed baantje als
Jezus als koning geïnstalleerd zou zijn.
Maar Jezus maakte duidelijk dat hij helemaal geen Koninklijke
aspiraties had.
Hij zag zichzelf als Messias, maar niet een koninklijke maar een
dienende.
Ook dat beeld van de Messias leefde in de joodse geschiedenis.
Geen wereldlijk leider maar een geestelijk leider,
geen macht maar dienstbaarheid, geen pracht en praal maar eenvoud.
Als we naar Palmzondag kijken, lijkt het daar in eerste instantie te
gaan om die Messias-koning,
zo wordt het ook beleefd door de juichende menigte,
maar we zien wel een koning op een ezel, het nederige lastdier van de
gewone mensen. En dat is veelbetekenend en typerend voor de dienende
Messias die Jezus wil zijn, toen en nu, ook in onze tijd, ook in en
door zijn Kerk.
Geloven in Jezus is geloven in zijn dienstbaarheid,
is die dienstbaarheid zelf werkelijkheid maken in je leven.
Geloven in Jezus heeft niets te maken met macht.
Als we echter naar zijn Kerk kijken, dan speelt macht toch een grote
rol.
De Kerk is toch een machtsblok, waarin de leiders veel macht hebben,
of menen te hebben over de gelovigen. Zo ervaren vele gelovige mensen
het tenminste.
Het is in deze tijd wel totaal anders dan in de Middeleeuwen,
toen pausen zich machtiger voelden kan koningen en keizers,
bisschoppen als prinsen over hun bisdom regeerden.
Maar macht in de Kerk en touwtrekken om de macht is funest voor Jezus'
boodschap, dodelijk voor zijn idealen van dienstbaarheid.
Een koning op een ezel, zo typeert Palmzondag de Messias Jezus,
koninklijk, niet in pracht en praal, niet in macht,
maar koninklijk in eenvoud en dienstbaarheid,
koninklijk in zijn trouw aan zijn idealen, tot in de dood toe.
In het verhaal van de wijngaard hoorden we een totaal andere houding:
gaar gaat het niet over trouw maar over ontrouw, daar zie je hoe
eigenbelang en winstbejag mensen egoïstisch en zelfs gewelddadig maakt.
Maar die weg leidt niet naar heil en genade,
dat doet alleen de weg van eerlijke dienstbaarheid.
Palmzondag is het begin van de Goede Week,
een strijd tussen trouw en ontrouw, een week van leven en dood en toch
weer leven.
Want de idealen waar Jezus voor stond, die sterven niet,
en ook wij zijn geroepen om ze levend te houden,
in onszelf, in onze gemeenschap.