Gebeden op de negende zondag door het
jaar
Inleiding
Vandaag is het carnavalszondag,
het moet een blije dag zijn, met blije mensen.
Met carnaval worden de bloemetjes buiten gezet,
er wordt feest gevierd,
en feest vieren doe je altijd samen met anderen.
Maar elke zondag zou een feest moeten zijn, niet met die uitbundige
sfeer van de carnaval,
dat zou toch gauw gaan vervelen,
maar wel een blije dag met blije mensen.
Maar je kunt pas echt blij zijn samen met anderen.
Natuurlijk kan iemand op zijn eentje best blij zijn,
blij met de goede dingen die hij of zij tegenkomt in het leven.
Maar de diepere blijheid komt pas als je het deelt met anderen,
niet alleen met de karnaval, niet alleen op de zondag,
maar elke dag van de week.
Toch is de zondag een speciale dag,
althans dat zou het moeten zijn:
een dag om van binnen tot rust te komen,
een noodzakelijke rustpauze in een jachtige werkweek,
een oase in de woestijn van zakelijkheid, van produceren en consumeren,
tijd die je vrij maakt voor elkaar juist om samen blij te zijn.
Gebed:
God, mag ik vandaag eens bidden met
mijn feestneus op,
met een kleurige feestmuts op zijn kop?
Zo dikwijls kom ik bij U om mijn nood te klagen,
om voor allerlei zaken weer uw hulp te vragen.
Maar vandaag wil ik anders bij U zijn,
niet met een hart vol verdriet en pijn,
maar met een brede lach op mijn gezicht,
met ogen die stralen in het zonnelicht.
Laat de zon van uw blijheid schijnen
en alle schaduwen doen verdwijnen.
Dat wij onze vreugde delen met elkaar,
vandaag en elke zondag van het jaar,
en ook van maandag tot de zaterdag,
moeten wij elkaar begroeten met een lach.
Ja, elke dag dat wij mogen leven,
moeten wij elkaar wat blijheid geven. Amen
Voorbede
Wij bidden voor alle gelovige mensen,
dat hun geloof in God een bron van kracht moge zijn;
kracht om goed voor de mooie schepping te zorgen
en meer nog om goed voor de medemens te zorgen,
kracht ook om overeind te blijven in moeilijke dagen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle christenen waar ook ter wereld,
dat hun geloof in Jezus' boodschap meer is dan wat theorie
maar dat zij zijn idealen ook in de praktijk waar proberen te maken;
dat zij zich steeds weer geroepen zullen voelen
om zich ook daadwerkelijk in te zetten voor het welzijn van medemensen,
met name voor hen die het moeilijk hebben.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden allen die dromen van een betere wereld,
dat hun hoop op duurzame vrede en gerechtigheid voor alle mensen,
hen ook moge aanzetten om zich daar daadwerkelijk voor in te zetten,
ondanks het gevoel van machteloosheid dat hen kan overvallen,
ondanks alle onbegrip dat zij kunnen ontmoeten.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden om kracht en inspiratie voor allen
die geen idealen meer hebben in hun leven,
omdat ze denken dat het toch geen zin heeft
om je in te zetten voor een betere wereld, een betere samenleving;
dat ze toch weer leren geloven in de kracht van het goede.
Laat ons zingend bidden.
Barmhartige God, uw liefde gaat uit naar alle mensen, niemand
uitgezonderd.
Moge uw liefde en barmhartigheid ook zichtbaar worden in de zorg die
wij elkaar geven,
onze tijd en aandacht die we delen met anderen
Geef dat wij mensen zijn die licht brengen en licht zijn
voor allen die in het duister zitten,
omwille van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de negende zondag door het jaar
Een gelovige is een huis
Geloof wil niet alleen zijn
heeft niet genoeg aan zichzelf
heeft te veel aan zichzelf
geloof zoekt altijd een samen
steekt altijd een handen uit
een gelovige is een boom
maar ook een tak ook een blad
een gelovige is een huis
maar ook een muur ook een steen
een gelovige is een gedicht
maar ook een zin ook een woord
geloof zoekt altijd een samen een warmte
geloven is samen bij God zijn
een boom van lofzang
een huis van ontmoeting
een gedicht van aanbidding
geloven alleen is
maar een stem uit het lied
een lid van het lichaam
is maar een kruimel van het brood
een flits van de bruid
is maar onvoltooid maar eenzaam zijn
geloven is wereldwijd
is een lied zijn over de aarde
een lichaam van gemeenschap
is brood zijn voor de mensen
bruid voor God.
HART EN ZIEL
Ze kent de regels uit haar hoofd
heeft er ook een tijdje echt in geloofd
paste ze toe, totdat haar bleek
dat zo'n levensregel je meestal je leven ontneemt.
Ze kent haar grenzen, ze heeft ze geleerd
heeft ze ook een tijdje gerespecteerd
maar toen ze die grenzen op een dag overschreed
bracht dat haar meer geluk dan toen ze dat nog niet deed.
Nu bouwt ze een huis van vlees en bloed
en als het in elkaar stort nou,
dan deed ze het niet goed genoeg
ze bouwt het buiten alle wetten
ze staat weer op nadat ze viel
op vrije grond zal ze het zetten
d'r ruimte groot de muren nieuw
ze bouwt haar huis, ze bouwt haar leven
met haar hart en met haar ziel.
Ze is alleen of ze is met z'n twee
soms kiest ze de aarde, dan weer de zee
elk element dat is haar nu wel vertrouwd
omdat ze van haar eigen leven nu iets meer houdt
ze staat niet meer stil
heeft een weg in haar hoofd
omdat ze in zichzelf nu iets meer gelooft
zij kent geen grenzen, zij breekt elke wet
haar leven is het leven dat ze zelf heeft ontdekt.
Nu bouwt ze een huis van vlees en bloed
en als het in elkaar stort nou,
dan deed ze het niet goed genoeg
ze bouwt het buiten alle wetten
ze staat weer op nadat ze viel
op vrije grond zal zij het zetten
de ruimte groot de muren nieuw
ze bouwt haar huis, ze bouwt haar leven
met haar hart en met haar ziel.
Als het vandaag niet lukt
dan is vandaag een brug
naar morgen als het lukt
zo'n huis kan nooit meer stuk, oh nee
als het vandaag niet staat
is morgen niet te laat
volgens haar eigen wet
door niets of niemand opgelegd
volgens de wetten van haar ziel
volgens de wetten van haar ziel.
TIEN GEBODEN
Al zoveel moet ik van mezelf,
moet ik dan ook nog wat van U?
Ik stoot op woorden van graniet:
gij zult niet zus, gij zult niet zo.
Wat moet ik met die stelligheid?
Laat uw woorden liever peilers
worden van een huis waarin ik
wonen kan, en zeg niet aldoor
nee, zeg ja. Zie hoe ik probeer
te bouwen in uw geest: een hart
van vlees waarin haast als vanzelf
liefde bedding vindt, een ziel die
zich niet verliezen wil in lomp
gelijk, maar geduldig wachten
durft en hoopvol verder groeien.
Uw woorden rol ik voor mij uit
zoals een loper waarop de
toekomst open ligt; of als een
haag van bomen plant ik ze langs
de weg die ik met U gaan wil.
LIEVER EEN THUIS, DAN EEN PRACHT VAN EEN HUIS.
Mensen zijn als thuislozen, hun leven lang op zoek naar een thuis, een
haven om aan te leggen, om rust en vrede te vinden, op zoek naar
geborgenheid, naar iemand, die hen de moeite waard vindt, die van hen
houdt, die hen wat menselijke warmte kan geven, die hen kan herbergen.
Mensen zoeken hun leven lang, langs vele wegen, langs vele omwegen en
kronkelwegen, naar een thuishaven, een tafel en een dak, wat brood en
wat wijn, een goed en gastvrij men, een stille aanwezige, met een lied
in de avond en in de morgen.
Wat ben je met een pracht van een huis, met een ruime leefkamer, met de
nieuwste installaties, waar niemand naar je lacht en niemand voor je
zingt, waar je het moet doen met de inhoud van de bar en de klanken uit
de stereo, waar iedereen zijn eigen wegen gaat en mensen leven als
mummies, gestorven en verkild naast elkaar.
Het huis
Er was eens een jongeman die een huis wilde bouwen voor zichzelf en
zijn vrouw. Hij had al heel wat schetsen gemaakt: hier komt de
slaapkamer, en daar een opberghok; hier een open haard en daar de
ramen.
Terwijl hij aan het bouwen was, zei zijn buurman: "Zeg, dat doe je
helemaal verkeerd. Die slaapkamer moet je niet naast de keuken bouwen.
Kijk, als je nu de slaapkamer naar de eerste verdieping brengt, dan heb
je op de begane grond meer ruimte voor de woonkamer." De jongeman
luisterde en veranderde zijn plan.
Toen kwam een andere buur en zei: "Een open haard is niet handig; en je
moet de ramen op het zuiden hebben." De jongeman brak hier weer een
schoorsteen af en zette daar weer een muurtje bij. Toen kwam zijn broer
een kijkje nemen en zei: "Ik wil je wel helpen,
maar dan moet je die gang verleggen. Dat is niks zo." Zijn broer hielp
en veranderde nog wel wat meer dan die gang.
Ook zijn vriend uit zijn schooljaren kwam opdagen en zei: "Beste
Martin, die trap heb je fout getekend. Wacht, ik verbeter je."
Toen het huis met de hulp van de beide buren, broer en vriend klaar
was, was het ---een wangedrocht geworden.
De vrouw van Martin wilde er niet eens in wonen, omdat de keuken te
klein en heel het huis te lelijk geworden was.
Martin had naar de raad van iedereen geluisterd, terwijl er van zijn
eigen plan, dat zo gek nog niet was, niets terecht was gekomen. H ij
moest gaan wonen niet in zijn eigen huis, maar in dat van ánderen: een
wangedrocht.
Dit is nu zomaar een verzonnen verhaal, maar hoe vaak gebeurt het niet
in werkelijkheid, dat iemand alleen maar luistert en kijkt naar wat
anderen willen en niet naar zichzelf? Er is niets zo moeilijk als
jezelf zijn.
(Uit: Kom op verhaal Thijs Weerstra p. 28 Den Haag, Boekencentrum,
1983.)
terug naar de overweging