Als wij iets kopen dan willen we de garantie dat we iets goeds in huis
halen,
dat het product echt is en geen namaak,
dat we zo nodig goede service krijgen.
We sluiten verzekeringen af om later zeker te zijn
dat we later geen onplezierige ervaringen opdoen
als iets ons tegenzit.
Wij zijn, meestal, praktisch ingestelde mensen.
Anderzijds zijn we ook mensen met dromen,
en dat is helemaal niet praktisch, juist hoogst onzeker.
In ons leeft de droom, zo oud als de mensheid,
van een goede toekomst zonder pijn en narigheid, van een samenleving
waarin mensen elkaar goed en eerlijk bejegenen.
Die droom werd ook verwoord door Jezus,
we vieren opnieuw zijn verjaardag.
Hij sprak van het rijk Gods, of het rijk der hemelen:
een rijk van vrede en liefde voor alle mensen.
Maar is het wel praktisch te geloven in die droom?
We hebben geen enkele garantie dat die droom waarheid wordt.
We kunnen geen enkele verzekering afsluiten
om ons veilig te stellen dat die droom een utopie blijkt te zijn.
Het enige wat we hebben is een sprankje hoop,
belichaamd in een klein en kwetsbaar kindje.
Als je een beetje praktisch ingesteld bent, dan zeg je:
met dat kleine beetje hoop kan ik niets.
En het verbazingwekkende is steeds weer
dat voor eindeloos veel mensen dat sprankje hoop genoeg is
om die droom te bewaren en om alles te doen wat ze kunnen
om iets van die droom waar te maken.
Hoop is een motor die mensen in beweging zet en in beweging houdt,
geen zware motor die er geweldige vaart achter zet,
maar een heel klein motortje die ons wel voort blijft stuwen,
als een stille niet te stuiten kracht.
Als je naar een klein kindje kijkt,
dan is het haast niet te begrijpen dat er later een volwassen mens uit
groeit.
Je kunt het ook omdraaien: Als we naar onszelf kijken, kunnen we ons
niet meer voorstellen
dat ook wij zo klein begonnen zijn.
De natuur leert ons dat uit iets kleins iets groots kan groeien,
maar ook dat je geduld moet hebben: het heeft zijn tijd nodig.
Dat geldt ook voor die grote droom van alle tijden,
dat rijk van God waar Jezus over sprak,
dat in hem, dat kleine kindje in een achterhoek van de wereld, begon.
En als het goed is gaat het door in ons en door ons.
Hebben ook wij de durf om het met dat sprankje hoop te wagen?
Hebben we de moed om zonder enige garanties, zonder enige verzekering,
toch vast te houden aan die droom van licht en vrede en liefde
en zo goed als we kunnen en samen met elkaar
te proberen die droom beetje bij beetje waar te maken?
We zitten vol… dat kregen Jozef en Maria te horen
toen ze in Betlehem een plaatsje zochten voor de nacht. Door de grote
toeloop van mensen was er plaatsgebrek en zo ontstond er een
schrijnende situatie: een pasgeboren baby kwam in een voerbak terecht.
Had het anders gekund?
We zitten vol… Soms is er letterlijk sprake van ruimtegebrek. In andere
situaties is er wél plaats, maar willen we die niet voor anderen
inruimen.
'Nederland is vol!' riep jaren geleden Pim Fortuyn en veel mensen waren
verontwaardigd. Maar anderen waren het helemaal met hem eens.
We zitten vol. Dat kregen enkele gekleurde agenten in burger te horen
toen zij, bij een onderzoek naar discriminatie in Tilburg,
een disco binnen wilden gaan, maar voor de twee blanke agenten die even
later kwamen was wel ruimte.
We zitten vol… We kunnen zo druk zijn met van alles en nog wat, dat we
geen tijd meer hebben voor de mensen om ons heen, geen tijd om eens na
te denken over de dingen
die echt belangrijk zijn in een mensenleven, in een mensengemeenschap.
We zitten vol… Geldt dat ook voor kerst? Zitten we letterlijk vol met
kerstkrans en kerstkalkoen? Maken we ons druk over de dure
kerstcadeaus? Zit onze agenda vol, zelfs met de kerstdagen?
Of maken we juist bewust ruimte om open te staan voor wat kerstmis ons
te zeggen heeft?
Is het stil genoeg in ons hart om de stem van het kind te horen,
dat ons probeert te zeggen dat we de zin van ons bestaan
niet moeten zoeken in macht en grootheid, maar in eenvoud, kleinheid,
waarachtigheid.
Kunnen we zeggen: ik ben er vol van, vol van die boodschap van vrede op
aarde aan alle mensen van goede wil.
Ik ben er vol van. Dat is heel iets anders dan: ik zit vol.
Wie vol van iets is, loopt er warm voor, is laaiend enthousiast.
Ik ben er vol van, dat kan een hobby zijn waar je in op gaat,
dat kan een overtuiging zijn die je aanhangt,
een ideaal dat je inspireert en volledig bezighoudt.
iets dat je a.h.w. vult van top tot teen.
Wil eens mens zinvol kunnen leven, dan heeft hij iets nodig waar hij
vol van is, iets dat kleur en diepte aan zijn leven geeft.
Wil een mens gelukkig kunnen zijn, dan heeft hij ook mensen nodig waar
hij vol van is,
ouders, kinderen, levenspartner, bijzondere vrienden.
Ik ben er vol van. Kunnen wij dat ook van dit kerstfeest zeggen?
En dan denk ik niet aan de uitgebreide versiering van onze huizen,
aan de gezelligheid en het lekkere eten dat bij dit feest horen.
Dan denk ik aan wat ruim 2000 jaar geleden gebeurde:
een kind geboren, voor wie geen plaats was in de herberg,
voor wie later ook geen plaats was in de harten van de gevestigde orde
in de joodse samenleving
Maar velen waren wel vol van hem, van zijn boodschap van vrede.
Velen waren enthousiast om zijn zorg voor de zieken,
zijn aandacht voor de verschoppelingen.
Waar velen de deur dicht hielden voor anderen, deed hij die deuren
open,
welkom waren zij bij hem, herders en wijzen, zondaars en tollenaars.
Zijn boodschap, ook voor ons, is: zet de deur van je hart open,
vul je hart met welwillendheid jegens anderen.
We zitten vol. We zijn er vol van, een hemelsbreed verschil.
Maar, als we vol zitten, doen we deuren dicht.
Als we er vol van zijn, van kerstmis, dan doen we deuren open,
niet alleen vandaag, maar altijd door.
Dat laatste wens ik u allen toe. Zalig kerstfeest.
Begin december vond ik in de Gelderlander een berichtje met de kop:
Facelift populair als Kerstcadeau.
Britse mannen, zo stond er, krijgen dit jaar massaal een behandeling
bij een plastisch chirurg cadeau met Kerstmis.
Van hun vrouwen krijgen ze feestelijk verpakte tegoedbonnen
voor liposuctie, buikwand correctie of het wegwerken van flaporen,
die Britse klinieken voor speciale feestdagenprijzen aanbieden.
Ik vind het idee van een facelift met Kerstmis helemaal niet zo gek,
maar dan denk ik wel aan een meer geestelijke facelift
en niet het werk van een plastisch chirurg.
Je uiterlijk is best belangrijk en het is goed er aandacht aan te
geven.
Ik denk dat de meesten van ons er best een hoop tijd aan besteden,
al dan niet voor de spiegel.
Maar je innerlijk is natuurlijk veel belangrijker, maar krijgt in de
meeste gevallen wel veel minder aandacht.
Naar je innerlijk kijken is ook wat moeilijker dan naar je uiterlijk
kijken.
Maar ons innerlijk kan vaak ook best een facelift gebruiken,
en het is goed dat we regelmatig in een spiegel kijken,
niet een gewone spiegel want die ziet alleen de buitenkant,
maar bijvoorbeeld in de spiegel die het kerstkind ons voorhoudt.
We zien een klein weerloos kindje dat alleen maar kan leven dank zij de
liefdevolle zorgen van zijn ouders en anderen.
We zien onszelf meestal niet als kleine weerloze wezens, tenzij we met
iets groots, meestal een ramp, geconfronteerd worden,
een ramp van ziekte, een ramp als de dood van een dierbare,
of dat we op een andere manier geschokt worden tot in onze fundamenten,
dan voelen we ons heel klein en ook heel kwetsbaar.
Maar hoe groot of klein we ons ook voelen, we kunnen alleen maar zinvol
leven
dank zij de liefdevolle aandacht en goede zorgen van anderen, dank zij
de genegenheid van gezinsleden en vrienden,
dank zij de warmte en geborgenheid die we bij anderen vinden.
Kijken we opnieuw in de spiegel die het kerstkind ons voorhoudt.
We zien een man die weldoende rondtrok in het land van zijn geboorte,
die liefdevolle aandacht en goede zorgen had voor mensen in nood,
mensen die hun kleinheid en kwetsbaarheid aan den lijve hadden ervaren,
blinden, doven, kreupelen, melaatsen, letterlijk en figuurlijk.
En kijkend in die spiegel, horen we de indringende vraag:
En wat doe jij? Lijk je een beetje op mij? Ben ik herkenbaar in jou,
in jouw aandacht en zorg voor medemensen die het moeilijk hebben?
En een geestelijke facelift zou ons wellicht niet misstaan.
Kijken we nog eens in de spiegel die het kerstkind ons voorhoudt.
We zien een man die het opnam voor de verschoppelingen van zijn tijd.
Hij verstootte hen niet zoals de meeste anderen deden
maar ging vriendschappelijk met hen om. Men sprak er schande van.
We zien een man die fel protesteerde tegen de bekrompenheid
van de joodse leidende klasse, de schriftgeleerden en priesters,
die zo gemakkelijk medemensen veroordeelden en minachten.
En kijkend in die spiegel horen we de vraag:
En wat doe jij? Lijk je een beetje op mij? Ben ik herkenbaar in jou,
in de manier waarop jij praat en oordeelt over medemensen?
In de manier waarop jij het opneemt voor verstoten medemensen?
Een geestelijke facelift als kerstcadeau is nog niet zo'n gek idee.
Want de werkelijke schoonheid van een mens zit van binnen.
Mogen we dat weer inzien nu wij kerstmis vieren.
Ik wens u allen een zalig kerstfeest toe
met een mooi spiegelbeeld van het kind van Betlehem.