Vormselviering 28 januari 2001
Openingslied:
Woord van welkom door Gerda
Monseigneur Hurkmans, pastoor Tolboom, beste ouders, jongens en meisjes
en verdere aanwezigen.
Het valt niet mee te aanvaarden dat je kind groter wordt. Ze krijgen
eigen vrienden en vriendinnen. Nu zijn er steeds meer anderen, met alle
voor- en nadelen van dien. In theorie is het wel duidelijk: Je moet ze
ruimte geven, vertrouwen, geduld, vriendschap. Vroeger kon je ze nog
naar je hand zetten.
Nu komt er commentaar, soms hooglopende ruzie: "Wat denk je wel? Ik ben
geen kind meer". Je kunt ze inderdaad niet meer als een kind behandelen
en beschermen. Je bent samen op zoek naar een nieuwe verstandhouding :
Een andere manier van praten, luisteren, zwijgen, rekening houden met
hun groeiende mening. Daar moet je samen naartoe groeien, met vallen en
opstaan………
Welkomstwoord door Rob
Namens alle vormelingen heet ik u van harte welkom.
Vormen is gestalte geven aan steen, hout, linnen, iets zeggen, niets
zeggen, in verf, met naald en draad, in ijzer, koper, goud, in licht,
ruimte, hoogte en diepte. Vormen is vorm geven aan gedachten,
verlangens, dromen, met woorden, met muziek, met een stem.
We kunnen het niet alleen. We hebben andere mensen nodig die ons helpen
de juiste weg te vinden om in de geest van Jezus te leven. We hebben
ook een goede sfeer en goede geest nodig, waardoor we bemoedigd worden
en waar we openstaan voor al het goede dat ons wordt aangeboden. Om die
goede geest willen wij vandaag bidden.
Schuldbelijdenis:
Marieke B.: Heer God, wij zijn geboren om met elkaar te leven, en toch
maken we elkaar het leven dikwijls zo moeilijk. Wij hebben uw Geest
nodig om het beter te doen.
Allen: Dat belijden wij en wij vragen U om vergeving.
Niels: We hebben ogen gekregen om te zien, en toch kijken we elkaar
veel te weinig aan. We hebben uw Geest nodig om meer aandacht voor
elkaar te hebben.
Allen: Dat belijden wij en wij vragen U om vergeving.
Frank: We hebben oren gekregen om naar elkaar te luisteren, en toch
zijn we dikwijls doof voor elkaar.
We hebben uw Geest nodig om elkaar beter te verstaan.
Allen: Dat belijden wij en wij vragen U om vergeving.
Robert W.: We hebben een mond gekregen om te praten en een hart om lief
te hebben, maar we schelden zo dikwijls op elkaar. We hebben uw Geest
nodig om te leren van elkaar te houden en elkaar beter te verstaan.
Allen: Dat belijden wij en wij vragen om vergeving.
Lizet: Nu we onze schuld beleden hebben, bidden we dat de barmhartige
God ons vergeving schenkt en ons naar het eeuwige leven voert.
Bisschop; Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden
vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven. Amen.
Lied: Opzij, opzij, opzij door Oker en vormelingen
Gebed door de bisschop:
Heer, wij bidden U: moge de Geest, de Helper, die uit U voortkomt, ons
verlichten; moge Hij ons binnenleiden in de volle waarheid die uw Zoon
ons heeft beloofd. Die met U leeft en heerst in de eenheid van de
heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen
Eerste lezing: De Braamstruik (naar Exodus, hoofdstuk 3)
Op een gloeiendhete dag zag Mozes in de verte een struik die in brand
stond. Vreemd zomaar midden in de woestijn.
Aarzelend kwam Mozes dichterbij. De struik brandde, maar de takken
verkoolden niet. Ze zagen er nog gewoon uit. Toen hoorde Mozes zijn
naam roepen.
"Mozes, Mozes," klonk het vanuit de struik.
"Ja, hier ben ik, wat is er?" antwoordde Mozes. "Niet dichterbij komen,
en doe je sandalen uit,
je staat hier op heilige grond. Ik ben de God van Abraham, Isaak en
Jacob." Mozes deed zijn sandalen uit , en verborg zijn gezicht achter
zijn mantel.
Hij durfde niet te kijken. Er gebeurde hier iets vreemds.
Op de een of andere manier was God hier, hij droomde niet. Hij wachtte
af en luisterde…
De stem ging verder:
"Ik heb gezien dat mijn volk het slecht heeft in Egypte.
Ik wil hen daar weghalen, en jij , Mozes, moet mij daarbij helpen. Jij
moet naar de farao gaan en zeggen dat hij mijn volk moet laten gaan.
Mozes was geen held. Hij zag het helemaal niet zitten om naar de farao
van Egypte te gaan. En de mensen, zouden die wel bereid zijn om zomaar,
met hem, Mozes, mee te gaan omdat de een of andere God dat had gezegd?
Zij waren al zolang in Egypte, ze wisten waarschijnlijk niet eens meer
dat zij afstammelingen waren van Abraham, Isaak en Jacob. Ze wisten
waarschijnlijk niet eens meer dat ze een eigen God hadden, ze aanbaden
natuurlijk de Egyptische goden, de zonnegod Ra en de maangod Ghons.
Dat alles flitste bij Mozes door het hoofd, daarom zei hij niet meteen
"ja".
"Wat moet ik zeggen als de Israëlieten vragen hoe die God dan wel heet,
die God die wil dat zij uit Egypte weggaan?"
Toen maakte God zijn naam bekend. "Mijn naam is: IK GA MEE, want Ik zal
altijd bij jullie zijn." Mozes was nog niet helemaal overtuigd, hij kon
zijn God nu wel bij de naam noemen, maar hij vond zichzelf niet zo
geschikt voor zo'n belangrijke taak.
"Ik kan niet zo goed uit mijn woorden komen, soms stotter ik zelfs."
"Wie heeft de mensen een mond en tong gegeven om te kunnen spreken?
Ik toch zeker. Ik zal je ook de woorden ingeven die je moet zeggen…"
Toen was alles voorbij.
De braamstruik brandde niet meer, het leek alsof er niets was gebeurd.
Maar Mozes zat nog vol van de bijzondere gebeurtenis. Hij was er
helemaal stil van.
In gedachte trok hij zijn sandalen weer aan en ging terug naar zijn
kudde. Hij had nu vertrouwen in zijn opdracht. Hij zou het doen. Hier
in de woestijn had hij met God gesproken, was God heel dichtbij hem
geweest. Voortaan zou God altijd bij hem en zijn volk blijven. Zij
hoorden bij God en God hoorde bij hen. Dat ongeveer betekenen die
letters; G O D; "IK GA MEE."
Iemand die altijd bij je is, iemand bij wie het goed en veilig is,
iemand bij wie je hoort. Met die zekerheid ging Mozes op weg.
Lied: Another day in paradise
Lezing uit het evangelie volgens Matteüs (9, 9-13)
In die tijd trok Jezus verder. Hij zag iemand aan het tolhuis zitten
die Matteüs heette, en Hij zei tot hem: "Volg Mij." De man stond op en
volgde Hem. Terwijl Hij nu in diens woning aan tafel aanlag, kwamen ook
vele tollenaars en zondaars met Jezus en zijn leerlingen aanliggen.
Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tot zijn leerlingen: "Waarom eet
uw Meester met tollenaars en zondaars?" Jezus hoorde dit en zei: "Niet
de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. Gaat heen en leert
wat het zeggen wil: Ik wil liever barmhartigheid dan offers. Ik ben
niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars."
Overweging door de bisschop
Vernieuwing van de Doopbeloften:
Lieke: Licht heb je nodig om te zien. God wist dit.
Bij ons Doopsel kregen we het licht van Jezus mee.
Onze doopkaars werd ontstoken aan de Paaskaars.
Dit doen wij nu ook.
Het licht van de kaars brengt ons warmte,
hoop en vertrouwen.
Wij willen graag andere mensen hierin laten delen.
(Vervolgens komen de vormelingen naar voren en steken hun
doopkaarsen aan. )
Geloofsbelijdenis
Bisschop: Ik geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde.
Vormelingen: Ik geloof dat God bij mij is,
dat Hij mij nooit alleen laat,
dat Hij van mij houdt,
Bisschop: Ik geloof in Jezus Christus,
Gods eniggeboren Zoon, onze Heer,
die geboren is uit de maagd Maria,
die gestorven en begraven is,
die uit de dood is opgestaan
en leeft aan Gods rechterhand.
Vormelingen: Ik geloof dat Jezus bij mij is,
dat Hij mij de weg wijst naar God,
dat Hij mij vraagt te leven zoals Hij,
dat Hij mij vormt tot kind van zijn Vader.
Bisschop: Ik geloof in de heilige Geest,
de heilige, katholieke Kerk,
de gemeenschap van de heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam
en het eeuwig leven.
Vormelingen: Ik geloof dat de kracht van Gods Geest in mij
is, dat Hij een vuur is in mijn leven,
dat Hij mij bezielt tot liefde in de wereld,
dat Hij in mij bidt tot God mijn Vader.
Bisschop: Bidden wij dan samen tot God:
Vormelingen: Zie, trouwe Vader, op ons neer
door Jezus Christus, onze Heer,
die met U heerst in majesteit
en met de Geest in eeuwigheid. Amen.
Handoplegging
(De bisschop roept nu alle gelovigen op tot gebed met de volgende
woorden:)
Bisschop: Laat ons bidden, dat onze God en Vader
de heilige Geest uitstort over deze jongens en meisjes
die door het doopsel tot het ware leven zijn herboren
en zijn kinderen zijn geworden.
Moge deze Geest hen bevestigen door zijn rijke gaven
en zalven tot gelijkvormigheid met Jezus Christus, de Zoon Gods.
(Hierna is een ogenblik van stil gebed)
Bisschop: Almachtige God, Vader van onze Heer Jezus Christus,
Gij hebt deze jongens en meisjes herboren doen
worden uit het water en de heilige Geest
en bevrijd uit de macht van de zonde,
Wij bidden U: zend over hen de heilige Geest, de Trooster,
schenk hun de geest van wijsheid en verstand.
Vormelingen: Amen.
Bisschop: De geest van inzicht en sterkte.
Vormelingen: Amen.
Bisschop: De geest van kennis, van ontzag en liefde voor uw Naam.
Door Christus onze Heer.
Vormelingen:Amen.
Zalving met chrisma
(De ouders komen om beurten naar voren en voegen zich bij hun
zoon/dochter. Als ze voor de bisschop staan, zeggen de ouders luid en
duidelijk de naam van de vormeling. En de bisschop legt zijn hand op
het hoofd van de vormeling en tekent tegelijk met zijn duim met chrisma
een kruis op het voorhoofd van de vormeling, terwijl hij zegt:)
N., ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods.
waarop de vormeling antwoordt: Amen.
Lied: Geef me je hand als ik de weg niet vind
Lezing: Het water sprak, door Janny
De kleuren kwamen bij elkaar. Elke kleur wilde opscheppen over wat hij
goed deed.
De kleur groen zei:
"Ik ben de kleur van het gras en het blad, waar je ook kijkt, ik ben
er. Zonder mij zou je niet kunnen leven."
Blauw viel hem in de rede: "Kijk omhoog. Alles is blauw. Kijk naar het
water. Ook daar zie je mijn kleur. Wie kan er nu zonder water?"
Geel liet dit niet op zich zitten: "De zon de maan en de sterren zijn
geel. Zonder mij geen leven."
Oranje stond inmiddels te roepen: "Ik breng de mensen gezondheid. Denk
maar eens aan alle oranje vruchten."
Dat liet de kleur rood niet op zich zitten: "Bloed is nodig om te leven
en bloed is rood. Bovendien is rood de kleur van de liefde."
Toen stond de kleur paars op en riep: "De mantel van de koning is
paars. Dus ik heb alle macht. Jullie moeten naar mij luisteren."
Violet kwam aanslenteren. "Ik breng jullie rust en vrede," klonk het.
En zo ruzieden de kleuren verder.
Ze schreeuwden zo hard dat ze de donder niet hoorden. Plotseling zagen
ze lichtflitsen en ze schrokken en bogen zich naar elkaar toe om
bescherming te vinden.
Ze voelden het water neergutsen en het water sprak: "Jullie zijn
allemaal even belangrijk. Jullie moeten proberen samen gelukkig te
worden."
En sinds die tijd werken de kleuren samen in de regenboog. Dan denken
we aan de stem van het water.
Voorbeden door Henk en Marieke van Kempen
Groen is de kleur van het leven en van de hoop.
Laten we bidden voor de vormelingen,
dat zij hun hernieuwde doopbelofte,
samen met ons en alle anderen om hen heen
in de toekomst zullen behouden in het dagelijks leven.
Laat ons bidden:
Allen: Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.
Blauw is de kleur van de ruimte, vrede en rust.
Water is het begin van alle leven.
Laten we bidden voor onze ouders,
die ons het begin van het leven gegeven hebben.
Dat ze ons de ruimte zullen blijven geven
waardoor wij op kunnen groeien tot volwassenen.
Laat ons bidden:
Allen: Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.
Geel is de kleur van de blijheid en de vrolijkheid in de wereld.
Laten we bidden voor alle mensen, die op dit moment niet blij en
vrolijk kunnen zijn. Dat de zon ook voor hen weer vlug mag gaan
schijnen. Laat ons bidden:
Allen: Heer, onze Heer,wij bidden U verhoor ons.
Oranje is de kleur van de gezondheid en de sterkte.
Laten we bidden voor de gehandicapten, mensen die ziek zijn,
arm of steeds in oorlog moeten leven.
Dat zij weer mogen genezen, en sterk genoeg mogen zijn
om toch in een toekomst te geloven.
Laat ons bidden:
Allen: Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.
Rood is de kleur van de dapperheid, bloed en gevaar.
Ik ben ook de kleur van de liefde.
Laten we bidden voor onze parochiegemeenschap.
Dat we samen open blijven staan voor de liefde,
die Jezus ons gegeven heeft.
Dat we zijn voorbeeld mogen blijven volgen.
Laat ons bidden:
Allen: Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.
Violet is de kleur van de stilte, van het verstand en het nadenken.
Jullie hebben mij nodig om tot rust te komen.
Laten wij bidden voor onze familieleden, vrienden of kennissen
die overleden zijn en nog steeds in onze herinnering voortleven.
Geef hun de eeuwige rust, die ze verdiend hebben.
Laat ons bidden:
Allen: Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.
Paars is de kleur van de voornaamheid en de macht.
Laten wij bidden voor alle mensen
die veel macht uitoefenen in deze wereld,
dat zij samen met de ander op zoek gaan
naar een wereld zonder onrecht ,verdrukking of ongelijkheid.
Laat ons bidden:
Allen: Heer, onze Heer, wij bidden U verhoor ons.
Slotgebed door de bisschop:
God, onze Vader, schenk uw Geest van kracht aan de jongens en meisjes
die zojuist het sacrament van het heilig Vormsel hebben ontvangen,
opdat zij in het dagelijks leven een kleurige regenboog mogen zijn,
mooi om te zien en fijn om te ontmoeten. Dat vragen wij U omwille van
Jezus Christus, onze Heer.
Allen: Amen
Gebed over de gaven:
Heer, wij bidden U; aanvaard de gaven van uw gemeenschap; mogen zij die
de gave van de heilige Geest ontvangen hebben, leven naar uw geest en
de eeuwige vreugde vinden. Door Christus, onze Heer.
Allen: Amen
Tafelgebed:
Bisschop: De Heer zal bij u zijn.
Allen: De Heer zal u bewaren.
Bisschop: Verheft uw hart.
Allen: Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Bisschop: Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Allen Hij is onze dankbaarheid waardig.
Bisschop: Wij danken U, God. U hebt ons geschapen
om op weg te gaan naar U en in liefde te leven met elkaar.
U geeft ons ogen om elkaar te zien
en een mond om met elkaar te praten.
U legt de liefde in ons hart
om niet alleen al het goede met elkaar te delen,
maar ook al wat moeilijk is.
Zo hebt U ons gemaakt en mogen wij uw kinderen zijn.
Blij danken wij U hiervoor met alle mensen die in U geloven.
En met alle heiligen en engelen zeggen wij:
Allen: Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren. Hosanna in den hoge.
Bisschop: Ja, God, U bent heilig en goed voor ons en voor alle mensen.
Wij danken U vooral voor Jezus Christus, uw Zoon.
Hij kwam in de wereld,
omdat de mensen U in de steek gelaten hadden
en niets meer met elkaar te maken wilden hebben.
Hij heeft onze ogen en onze oren geopend
en ons gezegd wie wij zijn: broers en zusters van elkaar,
kinderen van U, onze Vader.
Op dit ogenblik brengt Hij ons samen rond deze ene tafel
om te doen wat Hij heeft voorgedaan.
Goede Vader, heilig deze gaven, brood en wijn,
zodat zij Lichaam en Bloed worden van Jezus Christus, uw Zoon.
Want op de avond voordat Hij zijn leven voor ons gaf,
was Hij met zijn vrienden voor het laatst aan tafel.
Hij nam brood, dankte U, brak het en gaf het hun en zei:
Neemt en eet hiervan, gij allen,
want dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt.
Zo nam Hij ook de beker met wijn,
Hij dankte U, gaf hem aan zijn leerlingen en zei:
Neemt deze beker en drinkt hier allen uit,
want dit is de beker van het nieuwe altijddurende Verbond,
dit is mijn Bloed, dat voor u en alle mensen wordt vergoten
tot vergeving van de zonden.
Daarna zei Hij tot hen: Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Daarom zijn wij hier samen, Vader, en denken blij en dankbaar
aan wat Jezus deed voor ons geluk.
Zijn offer heeft Hij aan de kerk gegeven:
zo vieren wij zijn dood en verrijzenis.
Heilige Vader in de hemel, wij bidden U:
neem ons op in uw liefde samen met Jezus, uw beminde Zoon.
Hij is voor ons gestorven, maar U hebt Hem nieuw leven gegeven.
Daarom zeggen wij:
Allen Goede God, wij loven U, goede God, wij danken U.
Bisschop: Hij leeft nu bij U en toch is Hij ook dicht bij ons.
Allen: Goede God, wij loven U, goede God, wij danken U.
Bisschop: Op het einde van de tijd zal Hij als onze Heer verschijnen.
Als uw Rijk gekomen is, zijn pijn en tranen, honger en verdriet
voorbij.
Allen: Goede God, wij loven U, goede God, wij danken U.
Bisschop: Vader, U hebt ons uitgenodigd
om hier aan deze tafel te eten van het Lichaam
van Christus onze Heer:
zo maakt U ons blij door de heilige Geest.
Wij bidden U: maak ons door dit Brood ook sterk,
en geef dat wij meer en meer gaan doen wat U van ons verwacht.
Denk, Heer, aan onze paus Johannes Paulus en aan alle bisschoppen.
Help iedereen die een leerling van uw Zoon wil zijn:
laat hen vrede en vreugde brengen aan alle mensen.
God onze Vader, breng ons allen eenmaal thuis bij U
en bij Christus uw Zoon,
samen met Maria, zijn Moeder en met alle heiligen.
Dan zullen wij met Jezus Christus voor altijd bij U zijn.
Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Allen: Amen.
Bisschop Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die
Jezus ons gegeven heeft:
Allen Onze Vader, die in de hemel zijt, . . . . .
Bisschop Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen,
dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde, en
beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Allen Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in
eeuwigheid. Amen.
Bisschop Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: "Vrede
laat ik u, mijn vrede geef Ik u." Let niet op onze zonden, maar op het
geloof van uw Kerk. Vervul uw belofte: geef vrede in uw naam, en maak
ons één, Gij die leeft in eeuwigheid.
Allen Amen.
Vredewens
Bisschop: Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
Allen: ontferm U over ons.
Bisschop: Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
Allen: ontferm U over ons.
Bisschop: Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
Allen: geef ons de vrede.
Uitnodiging tot de Communie:
Bisschop: Zie hier het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt.
Allen: Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt,
maar spreek slechts een woord en ik zal gezond worden.
Slottekst door An Hubers
Ieder van jullie, die vandaag het Vormsel ontvangen heeft,
heeft zijn eigen levensverhaal, een verhaal over wat je gebeurt,
hoe je bent, hoe je was of graag wilt worden.
Ieder verhaal is belangrijk, ook het jouwe.
In jouw verhaal spelen heel wat mensen mee en ook…..God.
Hij staat aan het begin van je verhaal
en ook onderweg speelt Hij mee in je verhaal.
Je hoort ook verhalen van anderen.
Je luistert naar elkaar.
Er groeien vragen in je, een vraag wordt belangrijk:
Wie is die andere mens voor je? Hoe zie je hem?
Wat wens je hem toe? Hoe "lief" is hij jou?
Een antwoord is belangrijk:
Je bent een mens, evenals ik, anders,
maar ik waardeer je, zoals je bent.
Luister naar elkaar, je kunt en je weet het niet alleen!
Maak van je verhaal een sprookje,
maak het waar met daden.
Schrijf het zelf verder af, met je eigen leven. Het is jouw verhaal.
Slotgebed door Anke:
God, we hebben weer een stapje gezet op de weg naar volwassenheid.
We weten dat U ons daarbij door de sacramenten helpt.
Wij danken U daarvoor.
Een kruisje op het hoofd, een hand op de schouder,
zo zijn we gevormd.
Help ons door te gaan op de ingeslagen weg. Amen
Slotgebed door de bisschop:
Goede Vader, U hebt het geloof van ons allen, van deze jongens en
meisjes, willen sterken door uw Geest. Geef hun de kracht om in de
toekomst te leven vanuit dit geloof en bij te dragen tot het geluk van
de wereld.
Zegen hen, Vader; zegen hun ouders en allen, die zorg voor hen hebben;
zegen ook het werk, dat zij in deze wereld zullen verrichten.
Almachtige God, Vader, Zoon en heilige Geest, blijf bij hen alle dagen
van hun leven tot in eeuwigheid. Amen.
Slotwoord door pastoor
Zegen door de bisschop:
Bisschop: De Heer zij met u.
Allen: En met uw geest.
Bisschop: De Naam des Heren zij gezegend.
Allen: Van nu af tot in eeuwigheid.
Bisschop: Onze hulp is in de Naam des Heren.
Allen: Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Bisschop: Zegene u, de almachtige God, Vader, Zoon en heilige Geest.
Allen: Amen.
Bisschop: Gaat nu allen heen in vrede.
Allen: Wij danken God.