Lourdesviering - Gezinsviering

9 november 2008

thema: Lourdes, een ontmoetingsplaats

    verzorgd door de Stg. Overloonse Bedevaart
    en de Stap voor Stap groepen
    gezongen door Cantiloôn

Vooraf: Weetje:
    Op 11 februari 1858 was het heel koud in de gevangeniscel. Het was winter en in de haard was er geen vuur. Bernadette, haar zuster Toinette en hun vriendin Baloume gingen hout sprokkelen in een grot die ook als schuilplaats diende voor de varkens. Die plaats noemde men Massabiele (oude rots) en men moest met blote voeten en klein kanaaltje doorwaden om er te komen. Bernadette aarzelde, want het water was ijskoud. Zodra ze haar kousen begon uit te doen, hoorde ze een windstoot die haar naar de grot deed opkijken. Ze schrok hevig toen ze er een zacht licht zag met een klein meisje er in dat helemaal in het wit was gekleed. Dat meisje glimlachte haar toe en maakte een kruisteken.
Binnenkomst in processie
    In de processie lopen mee degenen die onlangs naar Lourdes zijn geweest, de kinderen van het kinderkoor en de kinderen van de Stap-voor-stapgroepen.
Openingslied : Te Lourdes op de bergen
    Te Lourd'op de bergen verscheen in een grot
    Vol glans en vol luister de moeder van God.
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    Zij riep Bernadette, een nederig kind,
    "Wie zijt Gij" vroeg 't meisje, "die u daar bevindt?"
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    "Ik ben de onbevlekte en zuivere maagd;
    Gans vrij van de zonde heb ik God behaagd".
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    Toen deed zij ontspringen een heldere fontein
    Met helende waat'ren als waar medicijn.
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    De talen der volkeren verheffen haar naam,
    Zij smelten in 't ave Maria Tesaam:
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

    Aanvaard dan de hulde, O moeder zo goed
    De huld'uwer kinderen, aanhoor onze groet:
    Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

Welkom door pastoor

Inleiding door voorzitter Stg. Overloonse Bedevaart Joke van Erck
    Mijn lourdesgevoel

    Een week met mensen,
    een arm zo zacht.
    Een week voor mensen,
    een lach vol kracht.

    Zorg voor elkaar,
    vanzelfsprekend goed
    Samen licht ontbranden,
    een veilige warme gloed.

    Vertrouwen vinden in elkaar,
    open durven gaan.
    Vertellen dat je het niet weet,
    en daardoor sterker staan.

    Mensen echt ontdekken,
    als parel nog verstopt.
    In Lourdes ga je open,
    schoonheid die ontpopt.

    Geen teken van zwakte,
    als je op iemand leunt.
    Warme verbondenheid,
    een schouder ondersteunt.

    Zomaar elkaar vinden,
    Vinden in gemis.
    Samen tranen delen,
    Omdat iemand er niet is.

    Verstoppen is niet nodig,
    je angst, je woede, pijn.
    In Lourd' gebeurt het als vanzelf:
    samen mens durven zijn.

Ontsteken van de Lourdeskaars

Openingsgebed (door Vera)
    Maria, er is over U reeds veel geschreven.
    Op vele plaatsen van onze wereld komen
    duizenden mensen naar U op bedevaart.
    Zoals moeder ons leerde lopen,
    ons heeft geholpen om groot te worden,
    zo bent U, Maria, de moeder van ons geloof.
    Help ons daarin groeien.
    Help ons daarin groot worden.
    Leer ons het geloof belijden.
    Wijs ons hoe wij echte christenen kunnen zijn.
    Maria, moeder van de Heer, zorg ervoor
    dat wij blijven geloven elke dag wat meer.
Gebed om vergeving
    Heer, U die met uw leerlingen 'op tocht' waart,
    U die met ons 'onderweg' bent.
    Allen: Heer, ontferm U over ons.

    Christus, reisgenoot van mensen, voedsel voor onderweg,
    bron van levend water.

    Allen: Christus, ontferm U over ons.

    Heer, omdat wij ons laten leiden door menselijke overwegingen
    en niet door wat God wil.

    Allen: Heer, ontferm U over ons.
Lied: We steken een kaars aan.
    God, het is wel eens donker om ons heen.
    We voelen ons verdrietig en soms alleen.
    Soms zijn we ziek, we voelen ons niet goed.
    Bent u er dan, bent u erbij?
    Maakt u ons weer een beetje blij?
    Geeft u ons dan weer moed?

    We steken een kaars aan.
    Dat licht brengt ons bij u,
    Want u lijkt op dat warme licht.
    Er komt een gloed op ons gezicht.
    't Wordt fijner met elkaar.

    We steken een kaars aan.
    Dat licht brengt ons bij u.
    Dat licht zegt wat ik zeggen wil.
    We worden samen even stil.
    't Wordt fijner met elkaar.

    Want, u lijkt op dat warme licht.
    Er komt een gloed op ons gezicht.
    't Wordt fijner met elkaar.
Eerste lezing naar het evangelie van Lucas
    Maria was een nicht van Elisabeth. Ze woonde in het stadje Nazaret, ver van Jeruzalem. Het zou niet lang meer duren voor ze ging trouwen met Jozef de timmerman.
    Op een dag zat Maria in haar huis te bidden. Plotseling zag ze een helder licht. Daar stond de engel Gabriël in haar kleine kamer. "God is met u", zei de engel. "Hij zegent u. Wees niet bang, ik breng u goed nieuws. God wil dat u een Zoon krijgt.
    Hij zal een heel bijzonder kind zijn; Hij wordt de nieuwe Koning, waar iedereen op wacht. Hij zal Koning zijn voor altijd."
    "Hoe kan dat gebeuren?" vroeg Maria, "Ik ben nog niet eens getrouwd."
    "Daar zal God voor zorgen," antwoordde de engel. "De Geest van God zal u het Kind geven; daardoor zal uw Kind de Zoon van God zijn. U weet zelf ook dat bij God alles mogelijk is. Uw nicht Elisabeth dacht dat ze geen kind meer kon krijgen, omdat ze zo oud is. Toch verwacht ze nu ook een zoontje." "God is goed,"zei Maria. "Ik wil alles doen wat Hij vraagt. Ik wil Hem dienen."
    Toen Gabriël weg was, dacht Maria een lange tijd na. Ze wilde met Elisabeth gaan praten. Het zou een lange reis worden, over de bergen naar Jeruzalem. Elisabeth zag Maria al van ver aankomen, Maria haastte zich om haar het blije nieuws te vertellen maar.. Elisabeth was haar voor. "God heeft u gezegend", juichte ze. "Hij heeft u uitgekozen om Moeder te zijn van de nieuwe Koning. We hebben zo lang op Hem gewacht; Hij zal ons verlossen."
    Maria was gelukkig. Ze kon lachen en huilen tegelijk. Ze wilde God bedanken voor zijn goedheid. Ze zong een lied voor Hem, zoals joodse meisjes wel meer doen als ze blij zijn."God is goed voor mij, Hij heeft mij uitgekozen, al ben ik maar een eenvoudig meisje."
    Maria en Elisabeth hadden elkaar veel te vertellen. Ze spraken echter met niemand over hun mooie geheim. Dat lieten ze aan God over.
    Maria bleef bij Elisabeth tot die haar zoontje kreeg. Ze hielp haar nicht zoveel ze kon. Daarna keerde ze naar Nazareth terug
Lied: Onderweg
    Altijd zijn we onderweg,
    onderweg naar morgen.
    Met de dromen van vandaag
    met geluk en zorgen.
    Af en toe een beetje zon,
    af en toe wat regen.
    Want soms is het leven fijn
    en soms zit het tegen.

    Refrein:
      Het leven is een reis,
      een reis langs heel veel wegen.
      We reizen samen of alleen.
      We weten soms niet goed waarheen,
      maar gaan op hoop van zegen.

    Altijd zijn we onderweg,
    zoeken nieuwe wegen.
    En we komen elke keer
    nieuwe mensen tegen.
    Vragen naar de goede weg,
    bang om te verdwalen.
    Kiezen hoe we verder gaan
    en de koers bepalen.
Tweede lezing
    Zij zag haar Zoon opgroeien, jong en wild, met iets ontembaars in Zijn ogen en Zijn haren. Zij zag hem verre wegen gaan, onbegaanbare paden in de bergen, tot in de woestijn, dagenlang. Zij luisterde vaak naar Zijn verhalen, maar verstond nooit helemaal wat Hij bedoelde. Zij zag Hem over zieken gebogen, zij zag Hem kleine kinderen optillen in het zonnelicht.
    Zij zag hoe Hij melaatse mensen tegemoet ging, terwijl alle anderen terugweken. Zij zag Hem binnengaan bij zondaars om er te eten, en hoorde van een grote zondares die Hem gezalfd had. Zij zag haar zoon toen Hij werd weggevoerd en hoorde mensen zeggen: 't Moest er eens van komen."
    Op de heuveltop waar alle misdadigers worden terechtgesteld, heeft zij Hem opnieuw teruggezien. Hij scheen zo ver, zo onwezenlijk ver, ook al kon zij nog enkele lieve woorden van Hem opvangen.
    Zij werd de stille kracht bij de verslagen vrienden, die vrouw die, alle leed gedragen, vrede had gevonden. Zij heeft de leerlingen door de eerste strijd geloodst en door de eerste ruzies, zodat zij "moeder" gingen zeggen tegen haar.
    Zij zag hen verre wegen gaan over zeeën en over bergen, naar alle mensen, grote en kleine.
    Zij luisterde naar hun verhalen en zij begreep dat Hij nog altijd levend was. Toen zag zij hoe, overal ter wereld, slaven werden vrijgelaten, armen niet verstoten en zieken met liefde werden opgenomen.
Interview
    Twee kinderen stellen enkele vragen aan een pelgrim en een vrijwilliger.
    1. Wat is de reden dat u naar Lourdes bent gegaan?
    2. Wat vond u het mooiste onderdeel in Lourdes?
    3. Er staat overal in de verhalen vaak iets over elkaar ontmoeten. Wat wordt bedoeld met die ontmoeting?
Overweging
    Lourdes, een ontmoetingsplaats. Ja, je komt er massa's mensen tegen overal vandaan. Maar mensen tegen komen is nog geen echte ontmoeting. Als je zomaar langs elkaar heen loopt, hoe dicht ook, dan kun je nog niet spreken van een echte ontmoeting.
    Een echte ontmoeting krijg ja als je met elkaar praat, als je naar elkaar luistert. Zo'n ontmoeting schept verbondenheid.
    Ik heb begrepen dat er tussen de groep bedevaartgangers tijdens hun verblijf in Lourdes een fijne sfeer was, echte verbondenheid en dat was vooral omdat er tussen jullie een echte ontmoeting was.
    In Lourdes kom je massa's mensen tegen maar hen echt ontmoeten is wat moeilijker vanwege de taal barrière. Maar ook al kun je elkaar niet verstaan, tenminste niet de woorden die ze spreken, toch versta je wel hun devotie, de intentie waarmee ze in Lourdes zijn. En ook dat schept een gezamenlijke band, of je nu met velen bij de grot bent of in de Pius tien kerk en dat schept toch iets van een ontmoeting.
    Dat voel je nog het meest als bijvoorbeeld bij de lichtprocessie het Lourdeslied gezonden wordt in vele talen maar wel tegelijk.
    Elke viering heeft iets van een ontmoeting, ook onze vieringen hier in de kerk, ook al mag je hier niet met elkaar converseren. Als er gesproken wordt is het wel eenrichtingsverkeer. En toch beleven we in het samen zijn, het samen bidden en zingen verbondenheid en dus ook iets van een ontmoeting.
    Ik hoop dat de verbondenheid van de Lourdesgangers nog lang zal naklinken in ieders hart. Dat ook onze ontmoeting hier vruchtbaar mag zijn in een nauwe verbondenheid met elkaar, buiten dit gebouw.
Geloofsbelijdenis
    Ik wil geloven in een ontmoeting tussen alle mensen op aarde,
    een ontmoeting om samen even dankbaar te zijn,
    voor alles wat we nu hebben, ons gezin en onze familie.
    vriendjes en vriendinnen.

    Ik wil geloven in een ontmoeting tussen alle mensen op aarde,
    een ontmoeting om samen even na te denken,
    over wat we al gedaan hebben en wat er nog komt,
    over het mogen leren en fijn met elkaar kunnen spelen.

    Ik wil geloven in een ontmoeting tussen alle mensen op aarde,
    een ontmoeting om samen verder te gaan,
    met wat we aan het doen zijn, onze dromen te delen.

    Ik wil geloven in een ontmoeting tussen alle mensen op aarde,
    een ontmoeting om samen te vieren, in de kerk, op het plein,
    op een plaats waar veel mensen samen mogen zijn.

    Ik weet dat deze ontmoeting gaat gebeuren,
    dat er mensen samen komen uit dankbaarheid,
    om na te denken, om verder te gaan en om te vieren.
    Daarom ben ik blij dat ik hier ook bij mag zijn.
Voorbeden
    Jeannette:
    Wij bidden voor allen die op bedevaart gaan, dat zij veel mensen mogen ontmoeten.
    Dat wij mensen mogen zijn die liefde en geluk brengen naar de wereld, dat we openstaan voor Gods woord en het ook diep in ons hart bewaren. Laat ons bidden

    Allen: Heer onze God, wij bidden u verhoor ons.

    Rob:
    Wij bidden voor ons gezin:
    dat we het goed hebben met papa, mama, broers en zussen. Voor waardering om wie je bent. Dat je ouders je leren goed om te gaan met elkaar. Laat ons bidden

    Allen: Heer onze God, wij bidden u verhoor ons.

    Jeannette
    Wij bidden voor de kerkgemeenschap,
    die de grote familie van Maria is; om de Geest van Jezus Christus, door wie wij broeders en zusters van elkaar zijn; dat wij bereid zijn onze fouten toe te geven en elkaar te vergeven, om onderlinge hulp, waar nood en gebrek is. Laat ons bidden.

    Allen: Heer onze god, wij bidden u verhoor ons.

    Rob
    Laat ons bidden voor de samenleving van de mensen: dat we ons inzetten voor vrede en gerechtigheid. Om voedsel en kleding en een thuis voor iedereen; om wijsheid voor de regeringsleiders. Laat ons bidden.

    Allen: Heer onze god, wij bidden u verhoor ons.

    Jeannette
    Laat ons bidden voor onze parochiegemeenschap:
    om een goede verstandhouding met elkaar; dat we elkaar helpen als het nodig is, om een goede samenwerking met allen; Laat ons bidden

    Allen: Heer onze god, wij bidden u verhoor ons.

    God, uw plannen met de wereld en de mens overtreffen onze verwachtingen. Wij vragen u, dat wij in uw goedheid blijven geloven. Maak ons bereid aan uw bedoelingen gestalte te geven, door Christus onze Heer. Amen.

Collecte

Lied: Op zoek naar houvast.
    Als je struikelt, als je wankelt,
    als je in het donker tast,
    Dan probeer je steun te vinden
    aan iets stevigs, een houvast.
    En dan vind je soms een hand
    van een mens die stevig staat.
    Die jou uit de modder trekt
    en je steunt met raad en daad.

    Als je struikelt, als je wankelt,
    als je naar beneden glijdt,
    Pak je alles waar je bij kunt,
    want je zoekt naar zekerheid.
    Maar de strohalm biedt geen steun
    en het touw blijkt los te zijn.
    En dan val je soms nog meer,
    want je houvast blijkt maar schijn.

    Als je struikelt, als je wankelt,
    als je bang bent of alleen,
    Dan probeer je troost te vinden
    bij de mensen om je heen.
    En dan voel je soms een kracht
    - God mag weten waar vandaan -
    Als een windvlaag in je rug,
    als een steun om door te gaan
Gebed over de gaven
    Heer, brood en wijn zijn uiterlijke tekenen van menselijke verbondenheid, zoals de graankorrels en de druiven, door de arbeid van vele mensen geworden zijn tot brood en wijn. Zo worden wij, door de liefde van Jezus, één gemeenschap. Geef dat wij, vanuit dit samenzijn, groeien in wederzijdse aandacht en fijngevoeligheid.
    Neem onze gaven aan en breek met ons uw brood op onze levensweg, vandaag en alle dagen in ons leven, tot in eeuwigheid. Amen.
Dienst van de tafel
    Ja, God, U bent Heilig en U bent goed
    voor ons en alle mensen.
    Wij danken U vooral voor Jezus Christus, uw Zoon.
    Hij kwam in de wereld,
    omdat de mensen U verlaten hadden
    en vreemden waren voor elkaar.
    Hij heeft onze ogen en onze oren geopend
    en ons gezegd wie wij zijn:
    broeders en zusters van elkaar,
    kinderen van U, onze Vader.

    Op dit ogenblik brengt Hij ons samen
    rond deze éne tafel om te doen wat Hij heeft voorgedaan.
    Want op de avond voordat Hij zijn leven voor ons gaf,
    was Hij met zijn vrienden voor het laatst aan tafel.
    Hij nam brood, dankte U, brak het, gaf het hun en zei:
    Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn Lichaam,
    dat voor u gegeven wordt.

    Zo nam Hij ook de beker met wijn,
    Hij dankte U, gaf hem aan zijn leerlingen en zei:
    Neemt deze beker en drinkt hier allen uit,
    want dit is de beker van het altijddurende verbond,
    dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen
    wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
    Daarna zei Hij tot hen: Blijft dit doen om Mij te gedenken.

    En om Jezus nooit te vergeten zijn wij samen hier aan tafel.
    Hij geeft ons dit brood en deze beker die hier op tafel staan.
    Wij willen ervan eten en drinken om te laten zien dat wij bij elkaar horen.
    Dan bidden wij nu samen het gebed dat Jezus ons geleerd heeft.

    Onze Vader…….

Vredeswens
    Ik wens je een liedje van vrede,
    Een liedje van hoop en geluk.
    Aanvaard deze boodschap van vrede,
    En onze droom kan niet meer stuk.
Communie Communielied: Ga je mee, zeg niet nee.
    Refrein:
      Ga je mee, zeg niet nee, maar sta op en doe mee,
      zet je voetstappen in die van mij,
      volg het spoor en ga door, of ga jij liever voor.
      Hup kom op, sluit je aan in de rij

    Welke weg wil je gaan en waar wil je naar toe?
    Blijf niet zitten waar je zit, ook al voel je je moe. Refr.

    Is de weg soms te lang, zak je weg in het zand,
    Er zijn hobbels op het pad Maar ik geef je een hand. Refr.

    Loopt de weg bijna dood, zie je nergens een spoor?
    In de verte wordt het licht, gaat de weg, daar soms door? Refr.
Communielied 2: Naar het beloofde land.
    Refrein:
      Ga je met ons mee op reis?
      Blijf niet staan, want we gaan.
      Stap voor stap en hand in hand,
      Naar het beloofde land.

    Naar een land om van te dromen.
    In dat land is alles goed.
    Bloemen bloeien, vruchten groeien.
    't Is een land van overvloed.

    In dat land is ieder welkom,
    Arm en rijk en groot en klein.
    Iedereen kan veilig wonen
    En kan daar gelukkig zijn.

    Kom, vooruit, we moeten verder.
    We gaan eerst door de woestijn.
    Maar daar zien we soms al even
    Hoe het in dat land zal zijn.
Slottekst : (door Tom)
    Bedankt, Maria,
    dat je ja hebt gezegd
    terwijl je voelde
    dat er veel van je gevraagd werd.

    Bedankt, Maria,
    dat je ja hebt gezegd
    en je zo hebt willen inzetten
    voor God en de mensen.

    Bedankt, Maria,
    dat je ja hebt gezegd
    en zo hebt gekozen
    voor de bevrijding en verlossing
    van ons allemaal.

    Bedankt, Maria,
    voor je voorbeeld.
    Ook wij willen ja zeggen
    als er om onze inzet en liefde
    wordt gevraagd.
Slotgebed door pastoor:
    Om deze viering te besluiten gaan we samen
    het wees gegroet bidden.
    Samen danken voor deze viering,
    danken voor de fijne mensen
    die we steeds weer ontmoeten, danken voor de mooie dingen
    die we elke dag opnieuw mogen beleven.

    Allen: Wees gegroet, Maria,
    vol van genade; de Heer is met U.
    Gij zijt de gezegende onder de vrouwen
    en gezegend is Jezus, de vrucht van Uw schoot.
    Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons, zondaars,
    nu en in het uur van onze dood. Amen.

Zegen en wegzending

Slotlied: Magnificat
    Zegen nu Maria, zegen nu uw kind,
    dat ik hier de vrede, ginds de hemel vind.
    Zegen al mijn denken, zegen al mijn werk
    Houd mij door Uw zegen altijd, altijd sterk.

    Refrein:
      Magnificat, anima mea Dominum.
      Magnificat, anima mea Dominum.

    Zegen nu Maria allen die ik min,
    door Uw moederzegen, houdt ze vroom van zin.
    Spreid Uw moederhanden, geef hun kracht naar kruis.
    Zegen alle harten, zegen ieder huis. Refrein

    Zegen ons, Maria, als wij sterven gaan.
    Zegen ons aan 't einde van ons aards bestaan
    Uwe hand Maria, sluit ons d' ogen dicht,
    als wij eenmaal opgaan naar Gods glorielicht. Refrein
Achterop het boekje: Een medaille uit Lourdes
    Eens, in het vroege voorjaar, belde een arm meisje aan de deur en vroeg om wat kleren. Ik gaf ze een paar dozen met spulletjes, die opzij waren gelegd na de grote schoonmaak.
    "Heeft u geen oud tapijt", vroeg ze. Er lag in de kelder inderdaad een oud totaal versleten tapijt.
    Ik sleurde het naar boven, maar het ding was te zwaar voor het meisje. Ze riep er een man bij, die uitgebreid bedankte.
    En als de twee weggaan, draait het meisje zich nog om en roept : "Ik zal voor je bidden in Lourdes !"
    In de herfst werd opnieuw aangebeld. Het arme meisjes vraagt : "Ken je me nog ?"
    Ik herkende het meisje niet. Maar het meisje duwt me iets in de hand: een medaille uit Lourdes.
    "Voor het tapijt", fluistert ze, en loopt weer weg.