Gezinsviering op 21 september 2008,
de 25ste zondag door het jaar,
met het thema:
Waarvoor werk je? Voor het geld of voor geluk?
verzorgd door Cantiloôn
Openingslied Cantiloon: DROMEN WORDEN WAAR
1. Jozef, Jozef,
Hij droomt over schoven,
die in een kring gaan staan.
Ze buigen voor hem.
't Is niet te geloven.
Waar komt die droom vandaan?
2. Jozef, Jozef.
Hij moet zelf nog buigen.
Zijn broers verraden hem.
Hij zit in de put.
Een droom valt in duigen.
Wie hoort nu nog zijn stem?
3. Jozef, Jozef,
Zijn broers die verkopen
hem aan een karavaan.
Maar 't gaat Jozef goed.
Hij mag weer gaan hopen.
Zijn dromen wakk'ren aan.
4. Jozef, Jozef,
't is uit met zijn dromen.
Hij komt zelfs in de cel.
De farao droomt en Jozef mag komen.
Dan stijgt zijn ster heel snel.
5. Jozef, Jozef,
Zijn broers zijn gekomen.
Ze zijn weer bij elkaar.
Ze buigen voor hem,
zoals in zijn dromen.
Die worden toch nog waar.
Verwelkoming en inleiding
IK DROOM VAN EEN WERELD
Ik droom van een wereld
waarin de hemel heel dichtbij is,
dan kan het leven een feest zijn,
maar ik vergeet wel eens
dat we elkaar daarvoor nodig hebben.
Ik droom van een wereld
waar mensen creatief werken
aan al wat. goed en mooi is,
maar ondertussen
ga ik soms heel slordig om
met al die mooie dingen die er zijn.
Ik droom van een wereld
waar mensen, beeld van God,
voor elkaar als broers en zussen zijn
en ik hoop en geloof
dat jij daar ook van droomt
want dan komt de hemel naderbij.
Drempelgebed:
Vg. Mensen hebben mensen nodig, om elkaar te dragen,
om elkaar steeds weer zin in het leven te geven.
Al. Vergeef ons, Heer, als wij soms langs elkaar heenlopen.
Vg. Mensen hebben mensen nodig, om voor elkaar op te komen,
om samen te werken aan ieders welzijn en geluk.
Al. Vergeef ons, Heer, als wij soms alleen aan ons eigen geluk
denken.
Vg. Mensen hebben mensen nodig die het goede blijven zien
en dat delen met elkaar, juist in de kleine dingen van het leven.
Al. Vergeef ons, Heer, als wij ons soms afsluiten van anderen.
Vg. Mensen hebben mensen nodig die tijd en aandacht voor hen hebben
en zo ervoor zorgen dat niemand zich eenzaam voelt
Al. Vergeef ons, Heer, als wij denken nooit tijd voor anderen te
hebben.
Vg. Mensen hebben mensen nodig, die elkaar kunnen vergeven
zoals we geloven dat God alles vergeeft.
Al. Vergeef ons, Heer, als we soms onverdraagzaam waren.
Vg. God, Vader van alles mensen, vergeef ons onze fouten en tekorten
en help ons te leven in de geest van Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Gebed:
God van alle mensen, dank u wel voor uw schepping,
voor alles wat er is.
De bloemen in duizend kleuren.
De dieren, groot en klein.
De mensen met zoveel verschillende kanten.
Dank u wel voor al dat moois.
Geef ons een open oog om het goede in mensen te zien.
Geef ons een open oor om elkaars taal te kunnen verstaan.
Geef ons de kracht om allemaal samen
te werken aan een beetje hemel op aarde,
om te genieten van alle wonderen
die in uw schepping zijn meegegeven. Amen
Cantiloon: SAMEN GAAT HET BETER
Refrein:
Samen gaat het beter, beter dan alleen.
Samen gaat het beter, kijk maar om je heen.
Want, wanneer je heel alleen, steen voor steen moet sjouwen
Duurt het echt een lange tijd, als je je huis moet bouwen.
Heel de wereld op zijn kop, en die moet verand'ren
Maar alleen red je dat niet, dus sluit je aan bij and'ren.
Eerste lezing: WAAROM DE MENSEN MOETEN WERKEN
Vroeger heeft de hemel ooit heel dicht boven de aarde gehangen. Hij
hing niet hoger dan de uitgestrekte hand van een mens kan reiken. En
als iemand honger had, dan hoefde hij maar naar boven te grijpen, een
stuk van de hemel af te breken en het op te eten. Toentertijd hoefde
niemand te werken.
Dat was dus niet slecht georganiseerd, maar soms braken er mensen meer
af dan ze konden opeten, en wat ze niet opaten, gooiden ze gewoon op de
grond.
Tenslotte was de hemel groot genoeg en zou er altijd genoeg te eten
zijn. Wat gaf het, als ze meer afbraken dan ze werkelijk nodig hadden?
Misschien maakte het hen niets uit, maar voor de hemel maakte het wel
wat uit. De hemel werd woedend, als hij zag hoe hij daar op de grond
lag, aangevreten, als afval.
Daarom sprak de hemel op een dag: "Luister eens even! Dit zint mij
niet. Het zint me niet, dat de mensen altijd een stuk afbreken als hun
maag knort, en dan maar een hap nemen en de rest weggooien. Als jullie
daar niet mee ophouden, ga ik zo ver omhoog, dat jullie niet meer bij
me kunnen. Begrepen?"
En de mensen hoorden het. Ze werden nogal bang, en een tijdje letten ze
erop, dat niemand méér van de hemel afbrak dan hij kon opeten. Maar in
de loop der tijd vergaten ze de waarschuwing.
Op een dag kwam er een man aan en die brak zo'n groot stuk van de hemel
af, dat veertig mensen er een maand van hadden kunnen eten. Hij beet er
een paar stukjes af, gooide de rest over zijn schouder en liep toen
weg, zo dom en gelukkig als je nog nooit iemand gezien hebt. De hemel
zei geen woord, maar met een geweldig onweer steeg hij zo ver omhoog
als hij kon, en dat was behoorlijk hoog.
Toen de mensen merkten, wat er gebeurd was, begonnen ze te huilen en
smeekten de hemel weer naar beneden te komen. Ze beloofden nu meer
aandacht aan zijn waarschuwing te besteden, maar de hemel deed alsof
hij doof was. De volgende dag hadden de mensen niets meer te eten. Ze
moesten werken om zich te voeden, en bij werken is het tot aan vandaag
de dag gebleven.
Cantiloon: SAMEN DELEN
Er zijn zoveel kleine kinderen,
in verre vreemde landen.
Ze staan daar langs de weg,
ze staan met lege handen,
ze hebben honger.
Maar niemand geeft ze eten,
niemand geeft ze water,
ze krijgen buikpijn van de honger
en ze worden heel erg mager,
dat kan toch niet!
Wij hebben alles wat we willen,
en zij hebben niets, dat kan toch niet.
Refrein.:
We moeten samen delen, samen delen
Alle werelddelen moeten samen delen
Samen delen, samen delen
Alles wat we hebben samen delen
Ik heb een huis om in te wonen,
ik heb een bed om in te slapen.
Ik haal mijn broodjes bij de bakker,
ik koop mijn vlees bij de slager, ik heb geen honger.
Maar er zijn nog zoveel kinderen,
zonder speelgoed om te spelen.
Zonder bed om in te slapen,
zonder brood om op te eten,
en dat kan toch niet.
Wij hebben alles wat we willen, en zij hebben niets.
Dat kan toch niet !
Refrein. 2x
Lezing uit het evangelie volgens Matteus (20,1-16a)
In die tijd vertelde Jezus aan zijn leerlingen de volgende gelijkenis:
Met het rijk der hemelen is het als met een landeigenaar die vroeg in
de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard. Hij werd
het met de arbeiders eens voor een denarie per dag en stuurde ze naar
zijn wijngaard. Rond het derde uur ging hij er weer op uit en zag nog
anderen werkeloos op de markt staan. En hij zei tegen hen: "Gaat ook
naar mijn wijngaard en ik zal u geven wat billijk is." En ze gingen.
Rond het zesde en negende uur ging hij nog eens uit en deed hetzelfde.
Rond het elfde uur ging hij opnieuw uit en vond er weer anderen staan.
Hij zei tot hen: "Wat staat ge hier de hele dag werkeloos?" Ze
antwoordden hem: "Niemand heeft ons gehuurd." Daarop zei hij tot hen:
"Gaat ook gij naar mijn wijngaard." Bij het vallen van de avond sprak
de eigenaar van de wijngaard tot zijn rentmeester: "Roep de arbeiders
en betaal hun uit, te beginnen met de laatsten en zo tot de eersten."
Toen de arbeiders van het elfde uur kwamen, kregen zij elk een denarie;
toen nu ook de eersten kwamen, meenden dezen dat zij meer zouden
krijgen, maar ook zij kregen ieder de overeengekomen denarie. Ze namen
hem wel aan, maar begonnen tegen de landeigenaar te morren en zeiden:
"Dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar één uur gewerkt
en gij stelt ze gelijk met ons die de last van de dag en de brandende
hitte hebben gedragen." Maar hij antwoordde een van hen: "Vriend, ik
doe u toch geen onrecht? Zijt gij niet met mij overeengekomen voor een
denarie? Neemt wat u toekomt en ga heen. Ik wil aan degene die het
laatst gekomen is, evenveel geven als aan u. Mag ik soms met het mijne
niet doen wat ik verkies of zijt ge kwaad, omdat ik goed ben?" Zo
zullen de laatsten de eersten en de eersten de laatsten zijn.
Overweging
Het is weer Prinsjesdag geweest en natuurlijk wordt er van alle kanten
geprotesteerd tegen de regeringsplannen, ook door de vakbonden.
Maar ze zouden vast en zeker nog veel harder protesteren
als hun het voorbeeld van het evangelie van vandaag
voorgehouden zou worden.
Wat daarin staat is natuurlijk echt niet geschikt voor
CAO-onderhandelingen.
Het is ook echt niet geschikt voor managers en regeringsleiders.
Maar dit verhaal is wel heel geschikt om eens na te denken over de zin
van werken.
Veronderstel eens dat je geïnterviewd werd door iemand van de
televisie.
En de eerste vraag zou zijn: "Waarom werk je?"
Misschien zou je antwoord zijn: "Ik werk om de kost te verdienen,
voor mezelf en voor mijn gezin. Van de lucht kunnen we niet leven."
Misschien zou de volgende vraag zijn: "Werkt je vrouw ook?" En
misschien zou je antwoord dan zijn: "Nee, mijn vrouw werkt niet."
"Is zij dan ziek, dat ze niet kan werken?"
"Nee, ze is zo gezond als een vis, ze is de hele dag in het huishouden
bezig."
"Oh, is dat dan geen werken?"
"Natuurlijk is dat werken, maar ze verdient er geen geld mee."
"Dus werken is alleen dan echt als je er geld mee verdient."
Misschien zou je dan toch even met een mond vol tanden staan.
Veronderstel dat de interviewer je een voorstel zou doen:
"Je krijgt van mij elke maand het salaris dat je nu met werken
verdient,
maar je hoeft er niets voor te doen. Je kunt lekker gaan luieren.
Voorwaarde is wel dat je geen ander werk gaat doen."
Wat zou je dan doen? Zou je dat een goed idee vinden, lekker luieren,
lekker niksen,
of zou je toch liever blijven werken, want almaar luieren verveelt ook
heel gauw.
Ik denk dat de meesten dit een absurde discussie vinden.
Ik verwacht dat de meesten vinden dat werken bij het leven hoort,
en ongelukkig degenen die om wat voor reden ook niet kunnen werken.
Voorwaarde is wel dat je plezier in je werk heb.
Tegen je zin bepaald werk doen, omdat je geen ander werk kunt krijgen,
of alleen omdat je met dat werk meer verdient
en je dat geld nodig hebt om de hypotheek af te lossen,
dat maakt echt niet gelukkig.
Veronderstel je zou voor de keuze komen staan:
aan de ene kant werk dat je heel plezierig vindt, vanwege het werk
zelf, vanwege de sfeer op de werkvloer,
werk dat wel redelijk betaald wordt maar waar je echt geen villa van
kopen kunt,
óf aan de andere kant werk dat op zich minder plezierig is maar veel en
veel beter betaald wordt, zodat je echt in luxe kunt leven.
Tegenwoordig is nogal wat te doen over die hoge lonen
voor managers in het bedrijfsleven maar ook in de gezondheidszorg.
Ze verdienen meer dan de minister-president van het land.
Dat lijkt op zich best aantrekkelijk te zijn,
maar zouden die hoge salarissen hen echt gelukkiger maken?
Veel geld verdienen schijnt voor de meesten de grote ambitie te zijn,
maar soms heeft iemand toch de moed en de wijsheid om minder betaald
werk te kiezen waar hij plezier aan beleeft,
in plaats van de duur betaald maar onplezierig werk,
maar de meesten kiezen voor een dikke portemonnee.
Maar geld maakt niet gelukkig, ook denken velen dat wel.
Natuurlijk hebben we geld nodig om van te leven,
maar echt levensgeluk zit niet in rijkdom en bezit, vaak juist het
tegendeel.
Je hoort vaak van mensen die veel vrijwilligerswerk doen:
dat ze daar veel meer plezier aan beleven dan aan hun betaalde baan.
In het evangelie gaat het natuurlijk niet over letterlijk werken en
geld verdienen,
maar wel over hetgeen we doen met elkaar en voor elkaar in de wijngaard
des Heren, in het gewone leven.
Daar gaat het vooral om zorg en aandacht hebben voor elkaar.
En de een heeft meer tijd en gelegenheid om iets voor anderen te doen
dan een ander, dat hindert niet, als je maar bereid bent mee te werken.
En het is hier geen beloning naar prestatie,
maar ieder die gewoon zijn best doet kan daar levensgeluk in vinden.
"Ben je soms kwaad omdat ik goed bent?" zegt de eigenaar in het
evangelie.
Als het gaat om levensgeluk voor jezelf en anderen,
kun je niet redeneren als een vakbondsman of als de minister van
financiën, want dan maak je jezelf al bij voorbaat ongelukkig.
En een mens wordt het gelukkigst als hij anderen gelukkig maakt.
Geloofsbelijdenis
Vg.: Ik geloof in de God van Jezus van Nazareth,
de Schepper van de hemel en aarde,
de bron van al wat goed is.
Al : Ik geloof in de God van de liefde,
die een nieuwe aarde en hemel wil,
waarin mensen niet werken voor geld alleen
maar vooral om elkaar gelukkig te maken.
Vg: Ik geloof in Jezus van Nazareth,
want Hij heeft ons voorgeleefd,
wat ons te doen staat in dit leven:
zorg en aandacht te hebben voor elkaar.
Al: Ik geloof dat wij de opdracht hebben
mensen van liefde te zijn,
van hoop en van de toekomst.
Vg: Ik geloof dat daar Kerk van Jezus is,
waar mensen zo leven in Zijn Geest,
en samen met elkaar bouwen aan een betere wereld.
Al. Ik geloof dat wij die Kerk levend moeten houden,
in onszelf en in heel de gemeenschap. Amen
Voorbede
Wij bidden voor hen die helemaal opgaan in hun werk
en weinig of geen tijd meer hebben voor hun gezin,
dat zij gaan beseffen dat er belangrijker dingen zijn
dan geld verdienen.
Laat ons bidden
Wij bidden voor hen die wel veel geld verdienen in hun baan
maar toch arm zijn aan echte vriendschap en liefde,
dat zij gaan inzien wat werkelijk belangrijk is in het leven.
Laat ons bidden
Wij bidden voor hen die graag zouden willen werken
maar de kans niet krijgen vanwege ziekte of invaliditeit,
dat zij toch een zinvolle tijdsbesteding kunnen vinden.
Laat ons bidden
Wij bidden voor hen die wel werk hebben
maar onderbetaald en uitgebuit worden,
dat zij toch de kans krijgen op een eerlijke beloning
voor hun werkzaamheden.
Laat ons bidden.
Wij bidden voor hen die vrijwilligerswerk doen,
in ziekenhuizen of verpleeghuizen,
bij de jeugd of in de parochie,
dat zij veel plezier en voldoening beleven aan hun activiteiten
Laat ons bidden.
Heer van tijd en eeuwigheid,
schenk ons uw Geest van wijsheid en kracht
opdat wij goede werkers zijn in uw wijngaard
tot welzijn van heel onze gemeenschap.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Offerandelied : DE KLEINE DINGEN DIE HET DOEN
Dat kleine beetje zon waar je al weken lang op wacht
Die uitgestoken hand die je van hen niet had verwacht
Dat kleine bosje bloemen en precies op dat moment
Die onverwachte brief als je alleen of eenzaam bent
Refrein:
't Zijn de kleine dingen die het doen die het doen
't Zijn de kleine dingen die het doen
't Zijn de kleine dingen die het doen die het doen
't Zijn de kleine dingen die het doen
Die kinderstem die kleur geeft aan een saaie grijze dag
Dat onverwacht gesprek toen je 't allemaal niet meer zag
't was even net als vroeger en je kreeg weer een ballon
Het geeft je leven kleur, er is ineens een beetje zon.
Refrein
We leven in het groot, we maken veel te veel misbaar
We praten wel, maar luisteren zelden naar elkaar
We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen
We zien geen kleine dingen en dus blijven we alleen Refrein
Tafelgebed:
Pr. De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. Goede God, wij willen U danken om Jezus. Hij heeft geleefd op onze
aarde en ons voorgedaan hoe je leven kunt.
Hij bracht de hemel een beetje naderbij. Waar Hij was kregen mensen
weer zin in leven, lamme mensen gingen weer lopen, blinde mensen gingen
weer zien, zieke mensen werden in de kring opgenomen.
Waar Hij was werd brood en vis gedeeld zodat ieder genoeg kreeg en er
zelfs nog over bleef. Waar Hij was werd U God, een goede Vader die
meeleeft met de mensen.
Zo trok Hij rond door het land en tegen de mensen die Hij tegenkwam zei
Hij: 'Ga mee, we gaan iets nieuws beginnen, het Koninkrijk van God komt
eraan, dan zal er vrede zijn en goedheid voor iedereen, maar doe mee
want het komt niet vanzelf.'
Veel mensen gingen met Hem mee maar anderen vonden het maar niets en ze
zeiden: 'Die Jezus moet weg, hij moet maar dood.'
Toen Jezus dat aan zag komen was Hij met zijn vrienden bijeen om het
Paasmaal te houden. En op die avond nam Hij brood, dankte U, God, brak
het brood en zei:
'Neemt en eet allen hiervan, dit is mijn Lichaam, dat voor jullie
gebroken wordt'.
Ook nam Hij de beker met wijn, dankte U, God, weer, gaf de beker door
en zei: 'Drinkt hier allemaal van. Dit is mijn bloed, het wordt voor
jullie en alle mensen vergoten als teken van een nieuw en altijddurend
verbond. Blijft dit doen om mij te gedenken'.
Zo vieren we het verbond van God met de mensen.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. Goede God, zo blijven wij verbonden met Jezus. Zijn leven was enkel
liefde, vergeving en vrede. Hij is door de dood gegaan, bevrijdend. Hij
is de Eerste van alle mensen en Heer van heel de schepping.
Geef ons dan, Vader, uw Heilige Geest, om Jezus' liefde onder ons
levend te houden, om zijn licht uit te stralen en zijn vuur brandend te
houden. Mogen ook wij zo uw hemel wat naderbij brengen in onze wereld.
Dat bidden wij omwille van Jezus, uw Zoon en onze Heer.
Al: Door Hem en met Hem en in Hem is aan U, Vader, en aan de Heilige
Geest alle eer en glorie, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft.
Cantiloon:
Onze Vader in de hemel,
u staat zorgzaam om ons heen.
Geef dat alle mensen weten:
zoals u is er maar één. Doe ons telkens weer geloven
in een wereld zonder pijn,
in uw rijk dat eens zal komen
en dat soms te zien kan zijn.
Help ons samen goed te leven
en te doen wat u graag wilt.
Geef ons elke dag te eten tot de honger is gestild.
En vergeef ons wat we fout doen,
net als wij niet blijven staan
bij de fouten van een ander,
maar weer samen verder gaan.
Help ons om te zien wat goed is
en wat slecht is, boos of naar.
Geef dat wij het juiste kiezen,
dat we goed zijn voor elkaar.
Onze Vader, wij geloven,
dat u onze wereld leidt.
Met uw licht helpt u ons verder.
Hier en nu en straks. Altijd. Amen. Amen.
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat
wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en
beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in
eeuwigheid. Amen.
Vredewens
Communie
Communielied: HET LIED VAN FRANCISCUS
God, wij danken u voor een kring van dagen.
Voor broeder Zon, voor zijn dagelijks licht.
Voor zuster Maan en de sterren van verre,
cadeau voor de nacht: wat een prachtig gezicht.
God, wij danken u voor een kring van dagen.
Voor broeder Wind, voor de stilte en storm.
Voor zuster Water zo zuiver en helder,
Eenvoudig en rein en haar kracht, zo enorm.
Bedankt voor broeder Vuur,
die de nacht in vuur en vlam zet.
Bedankt voor moeder Aarde
die verzorgt en voedsel geeft.
Voor al haar kind'ren, kleine en grote,
voor al wat leeft!
Bedankt voor de woestijn,
voor de boomgaard en de bergen.
Bedankt voor alle vruchten
en de bloemen die u geeft.
Voor alle vogels, vrolijke fluiters, voor al wat leeft.
God, wij danken u voor alles wat we kregen.
Wij willen u nog vragen: help ons God,
Door die kring van dagen, door die kring van dagen.
Slottekst:
Leven is een spel.
voor de ene loopt het goed voor de andere is het een hel.
Je moet voortdurend kiezen waar je heen wilt gaan.
Je moet wel kiezen, je kan niet zomaar blijven staan.
Leven is een mysterie.
Bij de ene loopt het goed, bij de andere een miserie.
Je moet een antwoord zoeken.
Bij jezelf, want zulke dingen vind je niet in boeken.
Leven is iets apart en dat moet je zelf ontdekken.
Het is iets dat je moeilijk kan omschrijven.
Leven is werken van vroeg tot laat.
Leven is blij zijn dat je mag werken zolang het gaat.
Slotlied: EEN BEETJE VREDE
Zing dit lied maar mee met mij,
Samen zingen maakt je blij.
Net als een pop, afgedankt door een kind,
Net als een blad afgerukt door de wind,
Net als een visje dat bijt in de haak,
Zo voel ik me ook zo vaak.
Soms zie ik wolken zo dreigend en grauw
En hoor ik de kreet van een vogel in 't nauw.
De regen valt en de zon zie ik niet,
Dan zing ik alsmaar mijn lied:
Refrein:
Een beetje vrede, een beetje liefde,
Voor onze wereld waarop wij wonen.
Een beetje vrede, een beetje vreugde,
Er over dromen dat doe ik al.
Een beetje vrede, een beetje liefde,
Dat er weer hoop is voor alle mensen.
Een beetje vrede, een beetje vreugde,
Toe, laat ons hopen dat het komen zal.
Ik ben maar een meisje dat zingt wat ze voelt
En zegt in een liedje, wat ze bedoelt.
Ik ben maar alleen als een meeuw in de wind,
Die voelt dat de storm begint.
Refrein