Gezinsviering met het thema: Lente
verzorgd door de Stap voor Stap groepen
Zondag 30 maart 2008
Vooraf
"Bloemen houden van mensen",
is een bekend gezegde.
We kunnen het ook omdraaien:
"mensen houden van bloemen".
Maar dan denk ik wel eens:
als alle mensen zoveel van bloemen houden,
dat ze op hen willen lijken............
wat zou de wereld dan kleurrijk worden:
één grote gemeenschap van liefde voor elkaar
van groot en klein, oud en jong, ziek en gezond.
Openingslied: De kleine dingen die het doen
Dat kleine beetje zon waar je al weken lang op wacht
Die uitgestoken hand die je van hen niet had verwacht
Dat kleine bosje bloemen en precies op dat moment
Die onverwachte brief als je alleen of eenzaam bent
Refrein:
't Zijn de kleine dingen die het doen die het doen
't Zijn de kleine dingen die het doen
't Zijn de kleine dingen die het doen die het doen
't Zijn de kleine dingen die het doen
Die kinderstem die kleur geeft aan een saaie grijze dag
Dat onverwacht gesprek toen je 't allemaal niet meer zag
't was even net als vroeger en je kreeg weer een ballon
Het geeft je leven kleur, er is ineens een beetje zon
Refrein:
We leven in het groot, we maken veel te veel mis waar
We praten wel, maar luisteren zelden naar elkaar
We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen
We zien geen kleine dingen en dus blijven we alleen
Refrein:
Openingstekst: (Nelly Huysmans)
Beste mensen,
de winter loopt teneinde, en de lente komt eraan,
met zijn kleurrijke natuur met een overvloed aan bloemen.
Beste kinderen, kijk eens goed rond
naar al die bloemen, ook naar die op het altaar......
Wat een verscheidenheid:
zoveel verschillende vormen,
zoveel verschillende kleuren.
Ik zie witte, gele, rode.......
Als we in gedachten nog even de tuin ingaan,
of in een bloemenwinkel,
of zo maar in het veld zijn er nog veel meer.
Ik denk aan die hele kleine witte, paarse
en roze bloempjes als een tapijt op de grond
en dan ook aan die reuze grote zonnebloemen.
Een bloem op zich is al heel mooi
maar wordt nog veel mooier
wanneer ze samen met andere bloemen
een kleurrijk boeket vormen.
Onze kinderen kunnen we een beetje vergelijken met bloemen.
Je hebt ze in verschillende grootte
maar ook in verschillende kleuren.
En als je ze in de school samen ziet staan
vormen ze ook een kleurrijk boeket.
Gebed om vergeving
John:
Heer, soms vergeten wij dat planten en bloemen er zijn
om de wereld mooier en de mensen gelukkiger te maken.
Soms zijn wij zelf als een stekelige plant voor elkaar.
Vergeef het ons.
Goede God, ik was niet aardig en ik maak fouten zo nu dan,
maar ik hoop dat U mij vergeven kan.
Lars:
Heer, soms vergeten wij dat vogels mooie muziek maken voor de mensen.
Toch vangen we ze wel eens.
Soms zijn wij zelf als een vogeltje dat graag kwaad fluit over de
anderen.
Vergeef het ons.
Goede God, ik was niet aardig en ik maak fouten zo nu dan,
maar ik hoop dat U mij vergeven kan.
Bart:
Heer, soms vergeten wij te genieten van de natuur:
de zon, de planten en bloemen, de vogels en andere dieren.
Wij hebben het zo druk met onszelf, dat we zelfs vergeten
vriendelijk en goed te zijn voor elkaar.
Vergeef het ons.
Goede God, ik was niet aardig en ik maak fouten zo nu dan,
maar ik hoop dat U mij vergeven kan.
Eerste lezing: De oude perenboom
(Inge):
Midden in een grote tuin, groeide eens een perenboom.
Hij was al heel oud, dat voelde hij maar al te goed.
Toen hij nog jong was, hing hij ieder jaar vol peren,
maar de laatste jaren kwamen er alleen nog maar
blaadjes aan de takken.
"Hè," zuchtte de perenboom op een dag.
"Ik wou dat ik nog eens een keer een mooie peer
aan mijn tak kreeg, ééntje maar, dat zou genoeg zijn."
(Tim):
En ja hoor, in het voorjaar verscheen er een knopje
aan een van de takken.
En uit dat knopje kwam een bloemetje,
en toen groeide er op die plaats een hele mooie peer.
Het werd de mooiste peer die de boom ooit gehad had.
En hij was er verschrikkelijk trots op.
(Inge):
Op een zondagmiddag kwam een jongetje
de tuin in wandelen, samen met zijn opa.
"Oh, opa, moet je eens zien!" riep het jongetje.
"Wat een mooie peer is dat. Wil je hem voor mij plukken?"
De opa keek en was verbaasd.
"Hoe is het mogelijk," zei hij.
"Al zo lang heeft de oude boom geen peren meer gegeven . . .
en zo mooi en gezond als deze heb ik ze nog nooit gezien."
De boom hoorde wat de opa tegen het jongetje zei
en van trots probeerde hij krakend een beetje rechtop te staan.
(Tim):
'Opa, pluk je hem voor mij?" vroeg het jongetje nog eens.
"Nee," zei opa toen. "Dat doe ik niet.
De boom heeft al zo veel jaren zoveel peren gegeven.
Ik heb er altijd geplukt voor jouw mamma,
en voor tante Marieke, en voor oom Frank.
En ze waren altijd heerlijk.
Maar deze laatste peer mag de boom zelf houden . . .
Gewoon omdat ik hem bedanken wil, snap je dat?"
"Ja," zei het jongetje, "dat snap ik."
(Inge):
De boom hield de peer vast, zolang als hij kon.
Maar toen het herfst werd en de wind
begon te waaien en te rukken, viel de peer op de grond.
Er dwarrelden blaadjes overheen
en de peer zakte een beetje weg in de aarde.
Het jaar daarop ging de oude perenboom dood.
(Tim):
Maar toen opa en het jongetje weer eens
in de tuin kwamen kijken,
zagen ze dat op de plaats waar de peer gevallen was,
een jong boompje begon te groeien.
"Zie je dat?" zei de opa. "Zo moet dat gaan.
Altijd maar weer, en altijd maar weer."
Lied: Ik geef je een mooi bloemetje
Ik geef je een mooi bloemetje
dit bloemetje van mij
Een bloem met heel veel kleuren,
daarvan wordt je heel blij.
Ik geef je een mooi bloemetje,
al is het wel wat klein
Omdat ik heel graag aardig ben,
dat is heus geen geheim.
Ik geef je een mooi bloemetje
dit bloemetje aan jou
Omdat we samen delen,
ik deel heel graag met jou.
Ik geef je een mooi bloemetje,
al is het wel wat klein
't Zou leuk zijn als we elke dag
twee dikke vrienden zijn.
Ik geef je een mooi bloemetje
dit bloemetje aan jou
Omdat we de communie doen,
omdat in van je hou.
Ik geef je een mooi bloemetje,
al is het wel wat klein.
Omdat we hier nu samen zijn,
en dat is toch zo fijn.
Tweede lezing
Jezus nam voorzichtig iets tussen zijn duim en wijsvinger
en stak het in de lucht.
'Kunnen jullie zien wat ik hier vasthoud?' vroeg hij.
De mensen op de voorste rijen tuurden met samengeknepen ogen.
'Een kruimeltje brood!' riep een vrouw.
Jezus schudde zijn hoofd.
Wat hield hij toch in zijn hand?
Hij legde het voorzichtig in de palm van zijn hand
en liet het aan de mensen zien.
'Een klein zaadje', zei een man.
'Een mosterdzaadje!' riep een jongen opeens uit.
'Dat heeft mijn opa me geleerd.'
'Precies!' zei Jezus. 'Het is een mosterdzaadje.
Het is een van de kleinste zaadjes die er bestaan.
Als je niet oppast, waait het weg.'
'Hij sloot snel zijn handpalm en de mensen glimlachten.
'Wat denken jullie, komt er uit zo'n piepklein zaadje
dan ook een klein, armzalig plantje?' vroeg hij hen.
'Helemaal niet!' riep de jongen uit.
'In de tuin van mijn opa staat een mosterdboom.
Die is heel hoog en heeft wel honderd takken.
Er zitten drie vogelnesten in, zo groot is hij!'
Jezus lachte. 'Dat heb je goed gezegd', zei hij.
'Uit een klein zaadje kan een machtige boom groeien.
Zo is het ook met het rijk van God.
Beetje bij beetje wordt de wereld een plaats
van vrede en geluk voor iedereen, zonder pijn of verdriet.
Een plaats waar iedereen gelukkig is.
Als je het bijna bent vergeten en je wilt de moed opgeven,
moet je snel even denken aan dit mosterdzaadje.'
Jezus nam de hand van de jongen vast
en legde het mosterdzaadje op zijn handpalm.
Daarna sloot hij de vingers van de jongen eromheen.
'Het wordt een grote boom', zei hij glimlachend.
De jongen liep weg met zijn gesloten hand voor zich uit,
alsof hij er een schat in bewaarde.
Overweging
In een gesprekje met enkele kinderen is het volgende verhaaltje
verteld.
Vannacht had ik een rare droom. Ik wandelde door het dorp en ik zag
opeens een winkeltje dat ik nog nooit eerder gezien had. Op de ruit
stond met grote letters: hier zijn alleen maar goede dingen te koop.
Nou, daar wilde ik wel wat meer over weten en dus ging ik naar binnen
Er was eigenlijk niets te zien in het winkeltje maar achter de toonbank
zag ik een engel staan. Wat zenuwachtig vroeg ik: Verkoop u echt alleen
maar goede dingen? De engel zei vriendelijk: Ja zeker, alle goede
dingen die je je maar bedenken kunt.
Ik zei toen: Dan wil ik vrede op aarde, geen gepest meer in de scholen,
einde aan alle oorlogen, groot en klein, einde aan alle verdeeldheid,
alleen maar heel goede harmonieuze gezinnen, gelijkheid tussen alle
mensen, geest van hechte saamhorigheid in Overloon.
Ik wilde nog veel meer vragen maar de engel onderbrak me en zei:
Pardon, u begrijpt het niet helemaal, wij verkopen geen vruchten. Wij
verkopen hier enkel maar zaadjes.
Geloofsbelijdenis
Vrienden zijn als bomen,
op een goede afstand van elkaar geplant:
ze hoeven geen ruzie te maken,
jaloersheid kennen ze niet,
maar ze nodigen elkaar uit
om hoger te groeien.
Geloven jullie dat jullie ook vrienden kunnen zijn?
Allen: Ja, dat geloven wij.
Vrienden zijn als bomen,
ze wachten tot je nog eens langs komt:
zelfs al laat je ze een tijdje links liggen,
je weet dat ze er nog zijn,
je kan de draad weer opnemen.
Geloven jullie dat jullie ook vrienden kunnen zijn?
Allen: Ja, dat geloven wij.
Vrienden zijn als bomen,
ze breken niet maar houden stand in weer en wind:
ze buigen en ze zwijgen,
je mag ze je grootste zorgen toevertrouwen,
want bomen bewaren je problemen.
Geloven jullie dat jullie ook vrienden kunnen zijn?
Allen: Ja, dat geloven wij.
Voorbeden
Myrthe:
Lieve Heer, witte bloemen zijn het symbool van de Vrede.
Wij bidden voor iedereen die leeft met ruzie of oorlog.
Wij hopen dat bij hen de witte bloemen van de vrede
weer volop zullen gaan bloeien.
Laat ons bidden.
Allen: Heer, geef ons Vrede om te brengen.
Bryanne:
Lieve Heer, rode bloemen zijn het symbool van de Liefde.
Wij bidden voor alle vader en moeders en hun kinderen.
Wij hopen dat er in hun gezinnen veel geluk en liefde mag zijn,
dat iedereen altijd weet dat iemand van hen houdt.
Laat ons bidden.
Allen: Heer, geef ons Liefde om te geven.
Mariëlle:
Lieve Heer, groene takken zijn het symbool van de Hoop.
Wij bidden voor iedereen die leeft zonder hoop,
voor iedereen die ziek is of verdriet en zorgen heeft.
Wij hopen dat iedereen die zich inzet voor deze wereld,
bij tegenslag de groene takken van de hoop niet vergeet.
Laat ons bidden.
Allen: Heer, geef ons Hoop om vol te kunnen houden.
Pastoor: (intenties van de parochie)
Zo, lieve Heer, bidden wij over alles wat ons bezighoudt.
Verhoor onze gebeden, Heer
en hoor ook wat wij niet hardop zeiden,
maar fluisterden in ons hart.
Vervul ons met Vrede en Liefde
en laat ons zo mensen zijn van Hoop,
vandaag en alle dagen ons leven. Amen.
Collecte
Lied: Onderweg
Altijd zijn we onderweg,
onderweg naar morgen.
Met de dromen van vandaag
met geluk en zorgen.
Af en toe een beetje zon,
af en toe wat regen.
Want soms is het leven fijn
en soms zit het tegen.
Refrein:
Het leven is een reis,
een reis langs heel veel wegen.
We reizen samen of alleen.
We weten soms niet goed waarheen,
maar gaan op hoop van zegen.
Altijd zijn we onderweg,
zoeken nieuwe wegen.
En we komen elke keer
nieuwe mensen tegen.
Vragen naar de goede weg,
bang om te verdwalen.
Kiezen hoe we verder gaan
en de koers bepalen.
Gebed over de gaven
Het is heerlijk mens te zijn: genieten van de zon,
kijken naar de vogels in de lucht,
luisteren naar prachtige muziek.
Het is heerlijk om de geur op te snuiven
van de ontwakende natuur in de lente,
het gevoel van een warme zuidenwind door je haren.
Het is heerlijk om kinderen te zien spelen,
om te dromen van een mooie toekomst,
om lief te hebben.
In de tekens van brood en wijn, Heer,
hebt gij uw hele mens-zijn gelegd.
Wij bieden ze u aan met een grote dankbaarheid
om zovele alledaagse dingen,
die ons leven mooi en rijk maken.
Tafelgebed
Ja, God, wij danken U voor duizenden dingen:
voor vaders en moeders met hun kinderen,
voor alle mensen die proberen trouw te zijn
aan hun roeping, elke dag opnieuw.
Wij danken U voor alle kleine dingetjes die goed voelen,
voor alle woorden die ons hart verwarmen.
Wij danken U, God, dat er altijd mensen gevonden worden
die met ons de waarheid willen zoeken
en ons de tijd daarvoor gunnen.
Wij danken U voor Jezus, die samen met ons gaat
naar het huis waar de vrede voelbaar wordt.
Wij danken U voor Jezus
en voor wat Hij deed de laatste avond voor zijn dood.
Hij nam wat brood, zegende het, brak het
en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden:
Neem en eet hiervan, jullie allen,
wat dit is mijn Lichaam, dat Ik voor jullie geef.
Daarna heeft Hij ook een beker met wijn genomen,
hem gezegend en aan zijn vrienden gegeven met de woorden:
Drink van deze beker, want dit is de beker van Mijn leven,
de beker van Mijn vriendschap met jullie,
dit is mijn Bloed dat vergoten wordt
tot vergeving van de zonden.
Jullie moeten dat verder doen zolang er vrienden zijn.
Dan zullen jullie Mij niet vergeten.
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Geef ons hoop en vertrouwen, Vader,
geduld en de wil om te luisteren, zodat wij,
met alle mensen en kinderen die uw Zoon volgen,
samen op zoek blijven naar de vrede.
Geef wijsheid en licht aan heel uw Kerk op aarde.
Dat zij geluk mag brengen voor ieder mens.
Zo bidden wij dat we in Jezus' Geest
troost brengen waar mensen bedroefd zijn,
vreugde zaaien in het hart van de kinderen
en vrede brengen in de kille wereld van de grote mensen.
Dan zal de Geest van Jezus te zien zijn:
een geest van geloof in een betere toekomst,
een geest van vertrouwen in God en de mensen.
Dan bidden wij nu samen het gebed dat Jezus ons geleerd heeft:
Onze Vader . . .
Vredeswens
Kom en zet je hart nu maar open.
Kom en wens het iedereen:
Dat beetje blij zijn,
Dat beetje gelukkig zijn;
Dat beetje vrede.
Marissa:
Vrede wens ik jou, dag na dag.
Vrede wens ik jou, stap na stap.
Vrede wens ik jou, in héél jouw hart!
Een beetje vrede hier, een beetje vrede daar,
gewoon maar stap voor stap en dag na dag en jaar na jaar.
een beetje vrede hier, een beetje vrede daar,
zo wordt de grote vrede langzaam waar.
Communie
Communielied: Op zoek naar houvast.
Als je struikelt, als je wankelt,
als je in het donker tast,
Dan probeer je steun te vinden
aan iets stevigs, een houvast.
En dan vind je soms een hand
van een mens die stevig staat.
Die jou uit de modder trekt
en je steunt met raad en daad.
Als je struikelt, als je wankelt,
als je naar beneden glijdt,
Pak je alles waar je bij kunt,
want je zoekt naar zekerheid.
Maar de strohalm biedt geen steun
en het touw blijkt los te zijn.
En dan val je soms nog meer,
want je houvast blijkt maar schijn.
Als je struikelt, als je wankelt,
als je bang bent of alleen,
Dan probeer je troost te vinden
bij de mensen om je heen.
En dan voel je soms een kracht
- God mag weten waar vandaan -
Als een windvlaag in je rug,
als een steun om door te gaan.
Slotgebed
Het voorjaar is gekomen,
de bladeren groeien aan de bomen,
Ze zijn nog zo teer en fijn,
zo zacht,groen en rein.
De winter is verdwenen,
een nieuw seizoen verschenen.
De kinderen spelen weer buiten,
de zon schijnt door de ruiten.
De dagen gaan weer lengen,
wat zal de lente ons brengen?
De donkere dagen zijn voorbij
en de voorjaarszon nabij.
Plant en bloem komen tot leven,
dat mogen we elk jaar weer beleven.
Het is een hele mooie tijd,
waar een ieder zich in verblijdt.
De volgels gaan weer fluiten,
om hun blijdschap te uiten.
Ze gaan nestelen in de struiken,
waar straks hun jongen ontluiken.
Ja, het is een wonderlijk iets,
men krijgt dit alles voor niets.
God geeft het ons aldoor,
laten we dankbaar zijn hiervoor.
God, laat de lente bloemen bloeien
laat ze geuren en groeien,
door de regen en de zon
tot een nieuwe levensbron.
Slotlied: Vlinderlied
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
een vlindertje, een vlindertje.
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje.
Ik ben een kind van God,
zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij, (2X)
Dan zie ik alle kleuren van de regenboog
de regenboog, de regenboog,
Dan zie ik alle kleuren van de regenboog.
Ik ben een kind van God,
zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij, (2X)
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
een vlindertje, een vlindertje.
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
Naar de regenboog,
zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij, (2X)