Gezinsviering op zondag 12 november 2006
thema:Samen delen
verzorgd door de Stap-voor-stapgroepen
Vooraf:
Delen..... Dat is pas geluk
Als delen is iedereen hoort erbij.
Als delen is kom maar, dan maak ik je blij.
Als delen is laten we het samen doen.
Als delen is, een knipoog, een hand of een zoen.
Als van delen alle tranen drogen.
Als met delen kwaad wordt omgebogen.
Dan wil ik ook delen, dan zeg ik geen nee.
Dan wil ik ook delen, dan doe ik graag mee.
Dan kan deze viering niet meer stuk.
Dan zeg ik: Delen......dat is pas geluk!
Openingslied : Welkom
refrein:
Welkom, welkom, kom erbij
Jezus wacht op jou en mij
Samen vieren is pas fijn,
als ook jij er bij wilt zijn!
Hier is plaats voor iedereen,
we vergeten er niet één.
Je hoeft niet rijk of sterk te zijn,
al ben je jong, oud, groot of klein.
Voel ook jij je soms alleen,
zie je niemand om je heen.
Blijf niet staan aan de kant
want we reiken je de hand.
Jezus houdt van ieder mens,
dat is zijn grootste wens.
Dat vieren wij elke keer,
rond de tafel van de Heer.
Inleiding
Openingsgebed
Heer onze God,
Bij het zien van vele mensen
deelt Uw Zoon brood en vis met iedereen
die luistert naar zijn woord.
Wij bidden U:
Geef dat wij ons durven toevertrouwen
aan Hem die weet wat we nodig hebben,
en iedereen voldoende geeft.
Dat vragen wij U door Jezus Christus, Uw Zoon.
Gebed om vergeving
God, U hebt ons een hart gegeven
dat zou kloppen voor de anderen,
dat helemaal zou openstaan voor iedereen,
zonder onderscheid en bijbedoelingen.
Maar vaak klopte het alleen voor onszelf en onze vrienden,
sloten we ons hart voor mensen die op ons rekenden.
U hebt ons handen gegeven
om er helpende handen van te maken,
om ze volledig in dienst te stellen van anderen.
Toch keken we soms liever toe
dan ze vuil te maken en gebruikten we ze eerder
om te krijgen dan om te geven.
U hebt ons benen en voeten gegeven
om naar anderen toe te gaan.
Om hen te bezoeken, om met hen samen te zijn.
Maar we liepen mensen met problemen voorbij
en stonden niet stil bij het verdriet van anderen.
Heer God, wij bidden U:
Open onze ogen voor de kansen om samen te delen.
Leer ons zo te leven dat we die kansen
voortaan niet meer voorbij laten gaan.
Eerste lezing: De soepsteen
Er was eens een dorpje, ver weg in de bergen. Vroeger gingen de mensen
's ochtends fluitend aan het werk, maar dat was veranderd. Er was
hongersnood in het dorp. Iedereen dacht dat dat kwam omdat er niet
genoeg eten was en hamsterde alle eten in zijn eigen kelder.
Op een dag kwam er een zwerver in het dorp, met slechte kleren,
ongeschoren en heel mager, maar met ogen die altijd leken te lachen.
Toen hij hoorde waarom iedereen zo sip keek, krabde hij zich eens
achter de oren en zei: "Ik zal voor iedereen soep maken." "En wat wou
je daarvoor dan gebruiken?" vroegen de mensen hem. "Nou, deze
soepsteen." en hij haalde een steen uit zijn jaszak. "Ik heb wel een
pannetje met water nodig en een vuurtje om het op te koken." Dat konden
de mensen nog wel missen, vonden ze.
Toen het water bijna kookte, deed de man de soepsteen in het water.
Even later ging hij proeven. "Hmm, lekker, maar het zou nog lekkerder
zijn met een paar aardappeltjes. Heeft iemand er nog een? Wie meedoet
kan straks ook een bordje krijgen". Een paar mensen, die wel zin hadden
in een lekker soepje, brachten een paar kleine aardappeltjes.
Toen de man weer proefde, zei hij dat het prima smaakte, maar dat het
vast nog beter zou zijn met wat groenten. Iemand bracht een beetje
prei, een ander wat selderij en nog iemand had nog wat worteltjes
gevonden.
Het begon al heerlijk te ruiken op het plein en er kwamen steeds meer
mensen kijken wat er aan de hand was. Toen de man om wat zout en
kruiden vroeg, waren er wel mensen die er wat van hadden.
"Met een stukje vlees zou het de lekkerste soep van de wereld kunnen
worden." De dikke herbergier, die het water al in de mond liep, bracht
een groot stuk soepvlees.
En het ging steeds lekkerder ruiken. Al gauw stond iedereen met een
lepel in de hand om die soep te proeven.
Toen de soep klaar was, werd het uitgedeeld aan iedereen, want iedereen
had iets uit zijn voorraad gegeven voor de soep. Ze smikkelden en
smulden dat het een lieve lust was. Dit was de lekkerste soep die ze
ooit geproefd hadden.
De zwerver pakte een viool uit zijn tas en na het eten werd er gezongen
en gedanst.
Toen hij de volgende dag wilde vertrekken, vonden alle mensen het
jammer. "Ik heb echt genoten gisteravond. Weet je wat, jullie mogen de
soepsteen wel hebben. Om deze lekkere soep te maken moet je, net als
gisteren, samen delen wat je nog in huis hebt, dan kan iedereen er ook
van mee smullen."
De zwerver vertrok, blij dat hij de mensen weer vreugde had gebracht.
Even buiten het dorp bukte hij zich, raapte een mooie steen op van de
grond, veegde die zorgvuldig schoon en stopte hem in zijn zak…
Lied: Samen Delen
Er zijn zoveel kleine kinderen
In verre vreemde landen
Ze staan daar langs de weg
Ze staan met lege handen
Ze hebben honger
Maar niemand geeft ze eten
Niemand geeft ze water
Ze krijgen buikpijn van de honger
En ze worden heel erg mager
Dat kan toch niet
refrein:
We moeten samen delen, samen delen
Alle werelddelen moeten samen delen
Samen delen, samen delen
Alles wat we hebben samen delen
Ik heb een huis om in te wonen
Ik heb een bed om in te slapen
Ik haal mijn broodjes bij de bakker
Ik koop mijn vlees bij de slager
Ik heb geen honger
Maar er zijn nog zoveel kinderen
Zonder speelgoed om te spelen
Zonder bed om in te slapen
Zonder brood om op te eten
En dat kan toch niet
Wij hebben alles wat we willen
En zij hebben niets
Dat kan toch niet. refrein 2x
Tweede lezing (naar Marcus;6, 31-44)
Jezus wilde een tijdje alleen zijn, weg van de menigte, en daarom stak
hij met zijn twaalf leerlingen in een boot het Meer van Galilea over
naar een rustige, verlaten streek in de buurt van Betsaïda. Maar al
gauw werd bekend waar hij heengegaan was, en duizenden mensen stroomden
de steden uit om hem te volgen. Toen Jezus zag hoezeer ze hem nodig
hadden begaf hij zich ontroerd onder de mensen om met hen te praten,
hun vragen te beantwoorden en de zieken te genezen. Tegen de avond
zeiden de leerlingen: "Deze plaats is afgelegen en het is al laat. U
moet de mensen nu wegsturen om in de dorpen in de buurt eten voor
zichzelf te kopen."Nee," zei Jezus, "ze hoeven niet weg te gaan. Jullie
kunnen hun hier te eten geven. "Maar er zijn meer dan vijfduizend
mensen!" riepen de leerlingen uit. Toen zei Andreas, de broer van Simon
Petrus: "Er is hier een jongen met vijf gerstebroden en twee kleine
vissen, maar voor zoveel mensen stelt dat kleine beetje niets voor."
Jezus gebood iedereen op het gras te gaan zitten. Hij nam de broden en
de twee vissen van de jongen en zegende ze. Toen droeg hij zijn
leerlingen op om iedereen die daar was te eten te geven, alle mannen,
vrouwen en kinderen. De leerlingen deden wat hij zei en tot hun grote
verbazing merkten ze dat er genoeg was voor iedereen. Na het eten
konden er zelfs nog twaalf manden gevuld worden met het overgebleven
voedsel.
Overweging
Geloofsbelijdenis
Ik geloof niet dat ik echt gelukkig word
wanneer ik alleen maar aan mezelf denk.
Maar ik geloof dat samen delen en zorgen voor elkaar
ons allen gelukkig maakt.
Ik geloof niet dat zoveel mogelijk hebben
me echt rijk maakt.
Maar ik geloof dat liefde en zorg voor elkaar
onze grootste rijkdom is.
Ik geloof, God, dat U mensen een goed leven gunt
en dat U hoopt dat wij elkaar daarbij helpen.
Voorbeden (door kinderen van Stap voor Stap groep)
Goede God, u hebt alles zo mooi gemaakt:
de grote gele zon, de grote blauwe zee,
het kleine kevertje, de mug en de spin,
maar ook de mooi gekleurde vlinder.
Leer ons met open ogen kijken,
leer ons genieten van al het mooie
en het goede dat U ons geeft
Laat ons bidden:
Met mijn handen gevouwen, breng ik tot God een wens
Met mijn hart vol vertrouwen, bid ik voor ieder mens.
Goede God, U hebt ons de aarde gegeven.
We kunnen er meer dan genoeg voedsel uit laten groeien
om alle mensen eten te geven.
Toch lijden veel mensen honger,
omdat wij niet weten te delen met elkaar.
Laat ons voelen hoe fijn het kan zijn
om niet alles voor onszelf te willen houden,
maar te delen met anderen.
Laat ons bidden:
Met mijn handen gevouwen, breng ik tot God een wens
Met mijn hart vol vertrouwen, bid ik voor ieder mens.
Goede God, als ik naar de grote wereld kijk,
zie ik veel ellende en verdriet.
Leer mij blijdschap, vrede en geluk te brengen
thuis, bij vrienden of op school
dan mag ik zoals Jezus een voorbeeld zijn voor anderen.
Laat ons bidden:
Met mijn handen gevouwen, breng ik tot God een wens
Met mijn hart vol vertrouwen, bid ik voor ieder mens.
Collecte
Lied: wat vissen en wat brood en wijn
Wat vissen en wat brood en wijn.
dat moet voor ons voldoende zijn,
om als gezin met groot en klein,
het grote feest te vieren;
de kleinen zij staan vooraan,
zij mogen mee aan tafel gaan,
Want Jezus die wil voortaan
met hen zijn maaltijd vieren.
Wij trekken door de grote zee,
en nemen onze kinderen mee;
wij gaan met hen door wel en wee
om in Gods rijk te komen.
Als vissen in 't waterland,
gedoopt om naar een ander strand
te zwemmen, leidt ons Zijn hand
naar 't land waarvan zij dromen.
Gebed over de gaven
God, Gij nodigt ons uit aan tafel,
aan het altaar van de Heer.
Als die tafel zou kunnen spreken,
dan zegt zij wel duizend keer:
kom, beste mensen, schuif maar aan;
brood en wijn zijn hier het teken
dat je hart kan open gaan.
Alleen wanneer wij geven,
krijgt ieder zijn deel
en heeft niemand te weinig, niemand te veel.
God, hier is ons leven,
het is als wijn en brood.
Laat ons samen delen,
dan wordt de wereld groot.
Dienst van de tafel
Ja, God, U bent heilig en U bent goed voor ons en alle men-sen. Wij
danken U vooral voor Jezus Christus, Uw Zoon. Hij kwam in de wereld,
omdat de mensen U verlaten hadden en vreemden waren voor elkaar. Hij
heeft onze ogen en onze oren geopend en ons gezegd wie wij zijn: broers
en zusters van elkaar, kinderen van U, onze Vader. Op dit ogenblik
brengt Hij ons samen rond deze éne tafel om te doen wat Hij heeft
voorgedaan.
Want op de avond voordat Hij zijn leven voor ons gaf, was Hij met zijn
vrienden voor het laatst aan tafel. Hij nam brood, dankte U, brak het,
gaf het hun en zei:
Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn Lichaam, dat voor u
gegeven wordt.
Zo nam Hij ook de beker met wijn, Hij dankte U, gaf hem aan zijn
leerlingen en zei:
Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het
altijddurende verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen
wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
Daarna zei Hij tot hen: Blijft dit doen om Mij te gedenken. En om Jezus
nooit te vergeten zijn wij samen hier aan tafel. Hij geeft ons dit
brood en deze beker die hier op tafel staan. Wij willen ervan eten en
drinken om te laten zien dat wij bij elkaar horen.
Dan bidden wij nu samen het gebed dat Jezus ons geleerd heeft:
Onze Vader die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk
kome, Uw wil geschiedde op aarde zoals in de hemel
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schuld
Zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.
En leid ons niet in bekoring
Maar verlos ons van het kwade.
Vredewens
Communie
Communielied: Vrede.
Witte wolken, water en lucht,
Een lachend kind in vogelvlucht,
Huis in de zon, groen in de wei,
Vogelenzang, en dat is voor mij,
Refrein:
Vrede, vrede, vrede
voor mij en iedereen,
vrede, vrede, open je ogen,
vrede om ons heen.
Een stille wenk, een lief gebaar,
Woorden van troost voor hem en voor haar.
Een kleine dienst, dat maakt je blij.
Een goed gesprek, en dat is voor mij. Refrein
Een fijne kerk, een stralend gezicht,
Een goed gebed, een blij gezicht,
Het samenzijn, niet ik maar wij,
Dat is voor U, en dat is voor mij. Refrein (2x)
Slottekst : Niet van jouw alleen
In de boom in het park maken vogeltjes hun nest.
Je kunt zitten in de schaduw want daar voel je je best.
Als hij fluistert met z'n bladeren word je helemaal stil.
Van zijn vruchten in de herfst kun je eten wat je wilt.
Deze boom is niet van jou alleen.
Deze boom is voor iedereen.
Op het plein van de school spelen kinderen de baas.
Ze beslissen wie mag meedoen, wie er afvalt helaas.
Als jij er ook bij mag horen, vind je het een cool plein.
Voor wie buiten wordt gesloten,
kan het schoolplein eenzaam zijn.
Deze school is niet van jou alleen,
deze school is voor iedereen.
In het land Nederland is voor iedereen een plek.
Alle mensen zijn toch anders, en dat vindt niemand gek.
Samen leven, samen werken, maatschappij dat zijn wij.
Je kunt breken met de angst, leef in vrijheid zij aan zij.
Nederland is niet van jou alleen,
Nederland is voor iedereen.
Zegen
Slotlied: wie is mijn vriend?
Refrein
Een vriend, een vriend,
wie is mijn vriend?
Dat voel je diep van binnen.
Een vriend, een vriend, wie is mijn vriend?
Dat voel je in je hart.
Een vriend voelt als een warme zon.
Als een deken in de kou.
Een vriend als bloemen in de wei
"ik voel me fijn bij jou".
Samen vliegen door de lucht
en praten, dag en nacht
Hij helpt je als je verdrietig bent
"jij geeft mij nieuwe kracht" Refrein
Een vriend is niet je spiegelbeeld,
hij is niet precies als jij.
Je kent elkaar wel heel erg goed
je maakt elkaar ook blij.
Vandaag heb je een nieuwe vriend,
je mag met Jezus mee
Met heel veel mensen om je heen,
je maakt elkaar tevree. Refrein