Allerheiligen - gezinsviering
28 oktober 2006
Tekst vooraf: GELUKKIGE MENSEN
Bij het zoeken
naar de diepste reden van menselijk geluk
heb ik nooit het geld gevonden
het bezit, de luxe
het nietsdoen, het profiteren,
het feesten, het genieten.
Bij gelukkige mensen
vond ik aan de basis altijd
een diepe geborgenheid en een spontane vreugde
om kleine dingen en een grote eenvoud.
Bij gelukkige mensen was ik steeds verbaasd
over de afwezigheid van dwaze begeerten.
Bij gelukkige mensen
vond ik nooit ongedurigheid of gepassioneerde jacht,
nooit de drang naar zelfverheerlijking.
Ze bezaten meestal een flinke portie humor.
Openingslied: VOOR MIJ IS GELUK…
Voor mij is geluk, de wind om mijn oren,
De zon in de lucht, languit in het gras
Voor mij is geluk, de stilte te horen
Om te ontdekken, hoe het ooit was.
Voor mij is geluk, het leven te delen
Een hand om mijn hand en samen op pad
Voor mij is geluk, een arm om te huilen
En zachtjes te horen, jij bent mijn schat.
Voor mij is geluk, om samen te spelen,
Bij ons in de klas, bij ons in de straat
Voor mij is geluk, elkaar niet vervelen.
Je kunt elkaar helpen, waar je ook staat.
Voor mij is geluk, in Jezus te geloven
Want Jezus liet zien, hoe fijn samen is,
Voor mij is geluk, een vriend om te delen
Plezier en verdriet, en dat is niet mis!
Inleiding: IK BAD OM STERKTE
Ik bad God om sterkte,
maar Hij maakte mij zwak.
om bescheidenheid en ootmoed te leren.
Ik riep zijn hulp in om grote daden te volbrengen,
maar Hij hield mij klein - om goede dingen te doen.
Ik vroeg om rijkdom, om daarin gelukkig te zijn;
Hij maakte me arm in de hoop dat ik wijs zou worden.
Ik bad om van alles om van het leven te kunnen genieten.
Hij gaf mij het leven om van alles te kunnen genieten.
Ik kreeg niets van alles wat ik vroeg,
maar alles wat goed voor mij was.
Mijns ondanks werden mijn gebeden verhoord:
ik ben een gezegend en gelukkig mens.
Drempelgebed
Vg. Mensen hebben mensen nodig, om elkaar te dragen,
om elkaar steeds weer zin in het leven te geven.
Al. Vergeef ons, Heer, als wij soms langs elkaar heenlopen.
Vg. Mensen hebben mensen nodig, om voor elkaar op te komen,
om samen te werken aan ieders welzijn en geluk.
Al. Vergeef ons, Heer, als wij soms alleen aan ons eigen geluk
denken.
Vg. Mensen hebben mensen nodig die het goede blijven zien
en dat delen met elkaar, juist in de kleine dingen van het leven.
Al. Vergeef ons, Heer, als wij ons soms afsluiten van anderen.
Vg. Mensen hebben mensen nodig die tijd en aandacht voor hen hebben
en zo ervoor zorgen dat niemand vereenzaamt
Al. Vergeef ons, Heer, als wij denken nooit tijd voor anderen te
hebben.
Vg. God, Vader van alles mensen, vergeef ons onze fouten en tekorten
en help ons te leven in de geest van Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Eerste lezing: ZEVEN POTTEN GOUD
Een kapper hoorde eens een stem die zei: "Zou je de zeven potten goud
willen hebben?" Hij keek om zich heen maar zag niemand. Zijn hebzucht
was evenwel gewekt en hij riep verlangend: "Ja, natuurlijk" "Ga dan
onmiddellijk naar huis," zei de stem, "Je zult ze daar vinden." De
kapper rende naar huis en ja hoor, daar stonden de zeven potten met
goud, behalve eentje, die was maar halfvol.
De kapper kon het niet hebben dat die pot maar halfvol was. Hij voelde
heel diep dat hij niet gelukkig kon zijn als die pot ook niet gevuld
werd. Hij liet alle familiejuwelen omsmelten in gouden munten en gooide
ze in die halfvolle pot. Maar deze bleef half gevuld. Geweldig
irriterend was dat! Hij spaarde en hongerde zichzelf en zijn familie
volkomen uit. Het hielp niet. Hoeveel goud hij ook in de pot gooide,
deze bleef halfvol.
Op een dag vroeg hij de koning om zijn salaris te verhogen. Het werd
verdubbeld. Het gevecht met de pot begon opnieuw. Hij ging zelfs
bedelen. De pot verslond elke gouden munt die de kapper in de pot
gooide, maar ze bleef halfvol.
Het viel de koning op hoe ellendig en uitgemergeld de kapper eruit zag.
"Wat scheelt er aan?" vroeg hij, "je was zo gelukkig en tevreden toen
je een klein salaris had. Nu het verdubbeld is zie je er afschuwelijk
uit. Heb je soms de zeven potten met goud bij je thuis staan?"
De kapper vroeg stomverbaasd: "Wie heeft u dat verteld, majes-teit?" De
koning lachte: "Dit zijn typisch de symptomen van de mens aan wie de
zeven potten goud zijn aangeboden. Dit is mij ook een keer overkomen.
Ik vroeg of ik het geld mocht besteden of dat ik het alleen moest
oppotten. De duivel, die ze mij aanbood, verdween meteen. Dat geld kan
niet besteed worden. Het dwingt de mens slechts tot oppotten. Vooruit,
ga die potten teruggeven en je zult weer gelukkig zijn."
Tussenzang: IN DE WOLKEN.
Witte wolken, schapenwolken
Lekker liggen in het gras,
En dan dromen dat jij zelf,
Boven op een wolk was.
Kijk maar om je heen,
Kijk, kijk, kijk maar om je heen.
Roze wolken, fijne wolken,
Lekker zacht en rond warm,
Iedereen mag er naar kijken
Jong of oud, rijk of arm
Kijk maar om je heen,
Kijk, kijk, kijk maar om je heen.
Donkere wolken, donderwolken,
En jij bent de tovenaar.
En je tovert blije wolken,
Niemand voelt zich nu nog naar.
Kijk maar om je heen,
Kijk kijk, kijk maar om je heen.
Lezing uit het evangelie volgens Matteüs (5,1-12)
Toen Jezus de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij
zitten met zijn leerlingen om zich heen. Hij nam het woord en
onderrichtte hen:
'Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk
van de hemel.
Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen
verzadigd worden.
Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig
de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is
het koninkrijk van de hemel.
Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden,
vervolgen en van allerlei kwaad betichten.
Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel;
zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.
Overweging
Geloofsbelijdenis:
Vg. Ik geloof in God, die het licht heeft geschapen
om de aarde bewoonbaar te maken
en mensen tot leven te brengen.
Al. Ik geloof in aarde en water,
in alles wat er groeit en leeft,
niet om te vervuilen en te sterven
maar om te blinken in het licht
zoals het was in den beginne.
Vg. Ik geloof in de mensen geschapen naar Gods beeld,
niet voor onrecht en dood, - niet voor angst en geweld
maar voor het geluk geboren en om lief te hebben.
Al. Ik geloof in die ene mens Jezus van Nazaret,
die in opstand is gekomen tegen onrecht en verdrukking,
tegen macht die mensen klein houdt
en hun het licht ontneemt.
Vg. Ik geloof in zijn opstand tegen de dood,
die hem in leven hield tot vandaag.
Daarom wil ik opstaan uit mijn eigen duisternis
en weten dat de dood het laatste woord niet is.
Al. Daarom wil ik geloven in de beweging van Jezus,
wil ik hem volgen in het zoeken naar licht,
in het dienen van mensen,
tot alles is voltooid en wij leven in vrede.
Voorbede
Offerandelied: VLINDERLIED
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
'n vlindertje, 'n vlindertje.
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
Ik ben een kind van God.
Zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij. (2x)
Dan zie ik alle kleuren van de regenboog,
De regenboog, de regenboog.
Dan zie ik alle kleuren van de regenboog,
Ik ben een kind van God.
Zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij. (2x)
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
'n vlindertje, 'n vlindertje.
Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
Naar de regenboog
Zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij. (2x)
Gebed over de gaven
Tafelgebed:
Pr. De Heer zal bij u zijn
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. Wij danken U, God. U hebt ons geschapen om op weg te gaan naar U en
in liefde te leven met elkaar. U geeft ons ogen om elkaar te zien en
een mond om met elkaar te praten. U legt de liefde in ons hart om niet
alleen al het goede met elkaar te delen, maar ook al wat moeilijk is.
Zo hebt U ons gemaakt en mogen wij uw kinderen zijn. Blij danken wij U
hiervoor met alle mensen die in U geloven. En met alle gelovige mensen
van overal te wereld zeggen wij U toe:
Al. Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge.
Pr. Ja, God, U bent heilig en goed voor ons en voor alle mensen. Wij
danken U vooral voor Jezus Christus, uw Zoon. Hij heeft onze ogen en
onze oren geopend en ons gezegd wie wij zijn: broeders en zusters van
elkaar, kinderen van U, onze Vader. Goede Vader, heilig deze gaven,
brood en wijn, zodat zij Lichaam en Bloed worden van Jezus Christus uw
Zoon.
Want op de avond voordat Hij zijn leven voor ons gaf, was Hij met zijn
vrienden voor het laatst aan tafel. Hij nam brood, dankte U en gaf het
hun en zei: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, want dit is mijn
lichaam, mijn leven dat voor jullie gegeven wordt.
Zo nam Hij na de maaltijd ook de beker met wijn, dankte U opnieuw en
gaf hem aan Zijn vrienden met deze woorden: Neemt deze beker en drinkt
hier allemaal uit, want dit mijn leven, mijn bloed, dat voor jullie en
alle mensen wordt vergoten als teken van een nieuw en altijddurend
verbond.
Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Laten wij nu beamen dat wij trouw willen zijn aan dit verbond.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
Pr. Daarom zijn wij hier samen, Vader, en denken blij en dankbaar aan
wat Jezus heeft voorgedaan: dat heilig teken heeft Hij aan de Kerk
gegeven: zo vieren wij zijn dood en leven. Zo willen wij ook beleven
dat wij samen de Kerk van Jezus zijn.
Al. Heilige Vader in de hemel, wij bidden U:
neem ons op in uw liefde samen met Jezus, Uw Zoon.
Hij is voor ons gestorven
maar U hebt Hem nieuw leven gegeven.
Mogen ook wij delen in dat leven.
Pr. Vader, U hebt ons uitgenodigd om hier aan deze tafel het brood van
Jezus te breken en te delen als teken van uw blijvend verbond en van
onze onderlinge verbondenheid.
Zend ons allen op weg in de Geest van Jezus, opdat wij samen meer en
meer uw Kerk op aarde worden in verbondenheid met alle andere gelovigen.
Geef ons de kracht om samen te werken aan uw rijk op aarde, dat rijk
van vrede en geluk voor alle mensen.
Dat vragen wij U in naam van Jezus, hier in ons midden.
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen
zijn onze God, almachtige Vader in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft.
Al. Onze Vader, die in de hemel zijt . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat
wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en
beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in
eeuwigheid. Amen.
Pr. Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: "Vrede laat
Ik u, mijn vrede geef Ik u". Let niet op onze zonden, maar op het
geloof van uw kerk. Vervul uw belofte: geef vrede in uw naam en maak
ons één, Gij die leeft in eeuwigheid.
Al. Amen
Vredewens
Pr. Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
Al. ontferm U over ons.
Pr. Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
Al ontferm U over ons.
Pr. Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld,
Al geef ons de vrede.
Communielied: GA JE MEE?
Refrein:
Ga je mee? Zeg niet "nee",
maar sta op en doe mee.
Zet je voetstappen in die van mij.
Volg het spoor en ga door.
Of ga jij liever voor?
Hup, kom op, sluit je aan in de rij.
Welke weg wil je gaan?
En waar wil je naar toe?
Blijf niet zitten waar je zit,
Ook al voel je je moe. Refrein
Is de weg soms te lang?
Zag je weg in het zand?
Er zijn hobbels op het pad,
Maar ik geef je een hand. Refrein
Loopt de weg bijna dood?
Zie je nergens een spoor?
In de verte wordt het licht:
Gaat de weg daar soms door? Refrein
Slottekst: GELUKKIG
Beste mensen, neem je wel de tijd om gelukkig te zijn?
Je bent een wandelend wonder op aarde.
Je bent enig, uniek, onvervangbaar.
Weet je dat? Waarom sta je niet verstomd?
Ben je niet verbaasd over jezelf
en over al die anderen om je heen?
Vind je het zo gewoon, zo vanzelfsprekend,
dat je leeft, dat je leven mag,
dat je tijd krijgt om te zingen en te dansen,
om gelukkig te zijn?
Waarom dan je tijd verliezen
in een zinloze jacht naar geld en bezit?
Waarom je een massa zorgen maken
om dingen van morgen en overmorgen?
Waarom ruzie maken, je vervelen,
je overgeven aan zinloos amusement en slapen als de zon schijnt?
Neem rustig je tijd om gelukkig te zijn.
Tijd is geen snelweg tussen wieg en graf,
maar ruimte om te parkeren in de zon!
Slotlied: GEEF ME JE HAND
Geef me je hand als ik de weg niet vind,
als ik een kind ben, dat verdwaald is in de tijd,
en als de lange reis pas echt begint.
Wees dan de engel die me leidt,
langs de stenen en de kuilen,
naar een huis om in te schuilen,
waar we lachen om het huilen van de wind,
om te spelen en te eten
en alles te vergeten en te weten
dat jij er bent.
Jij bent de tuinman die me water geeft,
jij bent de vogel die me meedraagt op zijn rug
en als de vrede mij verlaten heeft,
breng je me altijd weer terug,
langs de stenen en de kuilen,
naar een huis om in te schuilen,
waar we lachen om het huilen van de wind,
om te spelen en te eten,
en alles te vergeten en te weten
dat jij er bent.
En ook als jij opeens geen weg meer weet,
wanneer je zweeft tussen de waarheid en de waan,
als je de sleutel zoekt die liefde heet,
weet dan dat ik met je mee zal gaan,
langs de stenen en de kuilen,
naar een huis om in te schuilen,
waar we lachen om het huilen van de wind,
om te spelen en te eten,
en alles te vergeten en te weten
dat jij er bent.
Jij die mijn liefde kent,
jij die een spiegel bent,
jij die jezelf herkent in mij,
wat ben ik blij, wat ben ik blij,
dat jij er bent, dat jij er bent, dat jij er bent.