GEZINSVIERING OP ZATERDAG 10 JULI 2004
muzikaal opgeluisterd door the Singing Kids uit Stevensbeek
thema: Voor wie ben jij een vriend of vriendin?
Openingslied: LEVE DE LIEFDE.
Al kon ik iedereen verstaan
en sprak ik elke taal,
Zonder liefde was het niets,
Was ik nergens was ik niets
Nee, niet meer dan een heleboel kabaal.
Alles weten wat er is
Elk geheim verklaard
Een geloof dat heel veel kan
Dat is heel veel waard
Alles geven wat ik heb
Aan wie niets bezit
Wat geweldig was ik dan
Toch bedenk ik dit.
Al was ik zo en kon ik dat
En gaf ik alles op
Zonder liefde was het niets
Was ik nergens, was ik niets
Nee, niet meer dan wat lucht
Een lege dop.
Liefde heeft een berg gedold
Liefde schept niet op
Als je lief hebt zet je niet
Steeds jezelf voorop
Liefde kan geen onrecht zien
Liefde hoopt en wacht
Als je liefhebt zie je licht
Ook al is het nacht.
En als alles zal vergaan,
Zal de liefde nog bestaan
Zal de liefde verder gaan
Leve de liefde
Want de liefde daar komt het op aan!
Inleiding
Vriendschap is een wonderlijk woord
Misschien wel het mooiste op aarde
Vriendschap is een machtig iets
Een gift van onschatbare waarde!
Vriendschap
dat is geven zonder nemen
Vriendschap
dat is helpen als het kan
Vriendschap
dat is meer dan woorden kunnen zeggen
Vriendschap
dat is héél veel houden van.
Vriendschap is zo heel bijzonder
Vriendschap daar versta ik onder
Samen praten, samen luisteren
Samen lachen, samen fluisteren
Elkaar steunen bij verdriet
en zeggen; ik vergeet je niet.
Scholdbelijdenis:
Voor wie ben ik een vriend of vriendin?
Ben ik allemans vriend
bang dat iemand me niet aardig vindt?
Of ben ik niemands vriend
omdat ik alleen maar aan mezelf denk?
Ben ik alleen maar vriend van dat meisje
die alles doet wat ik wil?
Of ben ik ook vriend voor die jongen
die iedereen links laat liggen?
Heer, vergeef me mijn zwakheden
en help me het goede te doen voor iedereen. Amen.
Eerste lezing: MOET IK HELPEN?
Juf zegt: 'Help je Tommie even,
want hij krijgt zijn jas niet aan.
't Is een dikke jas met knopen
en alleen zal het niet gaan.'
Maar ik heb geen zin in helpen.
Tom is stom. Hij pest me graag.
'Zoek het zelf maar uit hoor, Tommie.
Ik vind jou niet lief vandaag!'
Juf zegt: 'Help je Ilse even,
want zij knipt nog niet zo goed.
Ilse zit maar net op school en
ach, jij weet al hoe het moet.'
Maar ik durf haar niet te helpen.
Strakjes doe ik het nog fout.
Knip ik naast de stippellijntjes
en dan vindt de juf me stout.
Juf zegt: 'Help je Robin even,
want hij durft niet op het rek.
Wil je hem een handje geven?'
Pff, ik ben daar zeker gek!
Nee hoor, 'k heb geen zin in helpen.
Ik wil spelen in het zand.
Met mijn vriendjes kuilen graven.
Ik geef Robin toch geen hand.
Juf zegt: 'Help je Linda even,
want die puzzel wordt zo raar.
Eerst de hoekjes en de kantjes
en dan is ie bijna klaar.'
Maar ik kan haar toch niet helpen.
Veel te moeilijk, veel te veel!
Ik word gek van al die stukjes,
nee, die puzzel wordt nooit heel.
Tussenzang:
1. Wat zegt God op de eerste dag?
Hij zegt Ik wil nu licht.
Het licht wordt dag, het donker nacht.
Het is een mooi gezicht.
Refrein:
Eerst zit alles door elkaar
Door elkaar
Alles donker leeg en naar
Maar kijk eens wat God doet
Hij zet alles op zijn plaats
En maakt alles goed.
2. Wat zegt God op de tweede dag?
De hemel wordt mooi blauw
Er komen witte wolken in
Het wordt een dak voor jou
3. Wat zegt God op de derde dag?
Ik maak nu zee en land
Hier komt het water, daar de grond
Waarin ik zaai en plant.
4. Wat zegt God op de vierde dag
Ik wil een zon en maan
En sterren. Licht voor dag en nacht
Daar heb je houvast aan.
5. Wat zegt God op de vijfde dag.
Ik heb een goed idee.
Ik wil veel vogels in de lucht.
En vissen in de zee
6. Wat zegt God op de zesde dag
Ik maar er dieren bij.
't Is bijna klaar, nu komt de mens
Die lijkt precies op mij.
7. Wat zegt God op de laatste dag.
't Is klaar en ik ben blij.
De aarde is zo mooi en goed.
Ze is van jou en mij.
Lezing uit het evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 10
"Wie is mijn naaste," vroeg een wetgeleerde aan Jezus. Deze vertelde
toen het volgende verhaaltje:
Er was eens een man, die op z'n eentje langs de gevaarlijke weg van
Jeruzalem naar Jericho reisde. Plotseling sprongen er rovers uit de
struiken aan de kant van de weg. Ze sloegen hem en namen hem al zijn
geld af. Daarna gingen ze er vlug vandoor.
Het was een stille weg, er kwamen niet veel mensen langs. Maar
eindelijk kwam er iemand aan; het was een priester, een dienaar van
God. Hij schrok toen hij de gewonde man zag liggen. Hij dacht: "Straks
komen de rover terug en vallen ook mij aan." Dus liep hij gauw aan de
overkant voorbij.
De volgende man, die voorbijkwam, was een Leviet. Dat was iemand, die
de priesters in de tempel hielp. Hij keek naar de gewonde man. Hij
dacht: "Misschien is hij wel dood." Dus liep ook hij vlug verder. Want
iemand die een dode had aangeraakt, mocht Gods tempel niet binnengaan.
Weer kwam er iemand lang de weg; het was een Samaritaan. Joden en
Samaritanen hadden in die tijd een gruwelijke hekel aan elkaar. Toen
hij echter de man zag liggen, stapte hij van zijn ezel af. Hij pakte
zijn waterkruik en uit zijn tas haalde hij een paar zachte doeken. Hij
knielde bij de gewonde man neer, heel voorzichtig maakte hij zijn
wonden schoon en gaf hem een beetje te drinken.
Toen hij hem had verbonden, tilde hij de man op en zette hem op zijn
ezel. En zo bracht hij hem naar de herberg. Daar legde hij hem op een
bed. Toen hij de volgende dag verder moest reizen, gaf hij de
herbergier geld en zei tegen hem: "Wilt u goed voor die arme man
zorgen. Geef hem genoeg te eten en te drinken en laat hem bij u
blijven, totdat hij helemaal beter is. En als u nog geld te kort komt,
zal de rest betalen als ik van mijn reis terugkom."
Jezus keek de wetgeleerde aan en zei: "Wie van die mannen die langs de
weg kwamen, was een naaste voor die gewonde man?" De wetgeleerde wilde
het woord "Samaritaan" niet uitspreken, daarom zei hij: : Die ene man
die naar hem omkeek en hem verzorgde." "Dat is het goede antwoord," zei
Jezus. "Zo moeten u ook doen als je bij het koninkrijk van God wil
horen."
Overweging
Geloofsbelijdenis:
Goede Vader, ik geloof dat U veel van ons houdt.
Van de grote mensen, maar ook van de kleine.
Van de rijke mensen, maar ook van de arme.
Van de lieve mensen, maar ook van de stoute.
Ik geloof, dat U alles hebt gemaakt.
Ik geloof, dat U alles aan ons hebt gegeven.
De dieren, de bloemen, de regen en de zon, de zee,
de vissen en de vlinders.
U bent heel erg goed voor ons.
Zo goed, dat wij bij U mogen komen eten.
Help ons een beetje op U te lijken.
Help ons altijd goed aan U te blijven denken.
Voorbede:
Als je verdrietig bent,
als je door anderen gepest wordt,
als niemand met je spelen wil,
dan wil ik je vriendje zijn.
Heer, help mij dat waar te maken.
Als je huilt omdat je pijn hebt,
als je van je fiets gevallen bent,
als je opa of oma gestorven is
dan wil ik je vriendje zijn.
Heer, help mij dat waar te maken.
Als anderen iets van je afgepakt hebben,
als je uitgescholden wordt door anderen,
als je boos bent omdat je niet mag doen wat je graag wilt,
dan wil ik je vriendje zijn.
Heer, help mij dat waar te maken.
Offerandelied: VOOR MIJ IS GELUK
1. Voor mij is geluk
De wind om mijn oren,
De zon in de lucht
En languit in 't gras.
Voor mij is geluk
De stilte te horen
Om zo te ontdekken
Hoe het ooit was
2. Voor mij is geluk
het leven te delen,
een hand in mijn hand
en samen op pad
Voor mij is geluk
Mijn huisdier te strelen
En zachtjes te fluist'ren
"jij bent mijn schat."
3. Voor mij is geluk
om vrede te maken
De hoop dat het kan,
Die wil ik niet kwijt
Voor mij is geluk
De ruzies te staken,
Om muren te slechten
Stoppen met strijd.
Om liefde te geven
Nu en altijd.
Tafelgebed:
Pr. God, wij danken U dat wij uw volk op aarde mogen zijn en er in uw
Rijk ruimte is voor ieder mens, wie of wat hij ook is. Bij U is
iedereen welkom, mag iedereen zichzelf zijn.
Al. Dank U, God, voor alle goede mensen, die wat voor anderen over
hebben.
Pr Dank U vooral voor die goede mens bij uitstek, Jezus van Nazaret.
Hij bracht ons de blijde boodschap van uw Rijk op aarde. Hij gaf hoop
aan allen die het moeilijk hadden en vreugde aan allen die bedroefd
waren.
Al. Dank U, God, voor alle goede mensen
die trouw de weg van Jezus gaan.
Pr. In dankbaarheid herdenken wij die mens, Jezus, uw Zoon en wij
vieren dat Hij hier in ons midden is. Want in de nacht dat Hij zijn
leven gaf nam Hij brood van de tafel, brak het in stukken en gaf zijn
leerlingen te eten met de woorden: Neemt en eet hiervan jollie
allemaal, dit ben Ik, dit is mijn lichaam dat voor jollie gegeven wordt.
Ook nam Hij de beker en liet zijn vrienden eruit drinken, nadat Hij had
gezegd: Neemt deze beker en drinkt hier allemaal uit, want dit ben Ik,
dit is mijn bloed dat vergoten wordt voor jollie en alle mensen als
teken van een nieuw en altijddurend verbond. Blijf dit doen om mij niet
te vergeten.
Zo vieren wij het verbond van God met de mensen.
Al. Om Hem niet te vergeten zijn wij hier samen, Vader en denken we
blij en dankbaar aan wat Jezus deed voor ons geluk.
Pr. Hij was trouw aan uw opdracht tot in de dood, daarom hebt U Hem
nieuw leven gegeven. Hij leeft nu bij U en tegelijk is Hij hier in ons
midden, hier in brood en wijn en overal waar wij zorg dragen voor
mensen die het moeilijk hebben.
Al. Geef ook ons, Vader, uw Heilige Geest en maak ons sterk in ons
klein geloof. geef dat wij meer en meer gaan doen wat U van ons
verwacht.
Pr. Help ons als vrienden van Jezus vrede en vreugde te brengen aan
alle mensen. Dan zollen wij eens met Jezus gelukkig zijn bij U. Daarom
willen wij nu samen bidden met de woorden die Jezus ons zelf geleerd
heeft:
Al. Onze Vader, die in de hemel zijt, . . . .
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat
wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en
beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in
eeuwigheid. Amen.
Vredewens
Communielied: WAAROM
Zeg hoe het komt dat soms je dromen vervagen
Gaan ze misschien met de wind mee op reis.
Vertel me waarheen zal de toekomst me dragen
Zeg me waarom brengt me dat van de wijs.
Zeg hoe het komt dat de mensen soms zeuren
Zijn ze gewoon niet tevreden misschien
Weten ze niet wat voor moois kan gebeuren
Zeg me waarom kan men dat niet zo zien
Refrein:
Waarom, bloeien de rozen
Waarom schijnt de maan en de zon
Leef je leven vandaag
En laat morgen maar komen
Is dat zo moeilijk, vertel me waarom
Zeg hoe het komt dat uit simpele dingen
Zoveel gevoelens vandaag kan bestaan
Zeg me waarom men liedjes blijft zingen
Als dat geen vreugde geeft aan het bestaan
Refrein.
Zeg hoe het komt dat je leven mee kleur heeft
Als je de zin van vriendschap kan zien.
Voel je dan niet dat daar het echte geluk leeft
Weet er soms iemand het antwoord misschien.
Refrein 2x
Slotgedachte: EEN VRIEND
Een vriend is als een paraplu bij regen.
Hij vangt de grootste druppels voor je op.
En zit het in je leven eens wat tegen
dan maak je bij zo'n vriend gewoon een stop.
Een vriend is als de schaduw in de hitte.
Je blaast er stoom af als je ziedend bent.
Hij is de boom waaronder je kunt zitten.
Je voelt je daar begrepen en gekend.
Een vriend is als een spiegel in je leven.
Hij laat je zien wat goed is en verkeerd.
Hij is niet bang om jou kritiek te geven
en zegt je ook wat hij in jou waardeert.
Een vriend toont als een prisma alle kleuren.
Het leven lijkt opeens veel minder grauw.
En wat er verder ook zal gaan gebeuren,
hij geeft het leven kleur, speciaal voor jou.
Slotlied HET IS NOOIT TE LAAT
1. Wij hebben gespeeld,
maar jij deed niet mee.
Wij maakten de kring voor je open.
Jij schudde van "nee"
en bleef staan waar je stond
op we weten niet wat te hopen.
Refrein:
Maar 't is nooit te laat om mee te doen.
Om in de kring te komen.
Te zingen, te dansen,
Te pakken die kansen,
Te doen waar wij van dromen.
2. Wij hadden verdriet
maar jij was er niet
we zochten een plek om te schuilen.
Jij was veel te druk,
Met je eigen geluk
en je liet ons in stilte huilen.
3. Het is nooit te laat,
Het kan welk moment,
maar let op, je moet wel waken!
Houd brandend je lamp,
wie of wat je ook bent,
om hier en nu,
hier en nu
van het koninkrijk Gods iets te maken.