Eerste communieviering 13 en 20 april 2008
Thema: Vlieg je met me mee?
Openingslied: Kinderen in een grote
kring
Kind'ren in een grote kring
zingen allen wat ik zing.
Jij mijn vriendje, geef je mij,
gauw de hand en zing daarbij.
Kind'ren overal vandaan,
komen bij elkander staan.
Dag mijn vriendje, geef je mij,
gauw de hand en zing daarbij.
Heel de wereld wijd en zijd
zal aan God zijn toegewijd.
Al mijn vriendjes, geef je mij
hart en hand en zing daarbij.
Ook al zie ik veel verschil,
denk aan mij om Jezus wil.
Ik groet jou en jij groet mij,
wij gaan niet aan elkaar voorbij.
Welkom door Pastoor
Welkom door Niels
Goedemorgen, vader, moeder, opa, oma, broertjes en zusjes en alle
andere mensen die vanmorgen hier gekomen zijn
om samen met ons onze Eerste Communie te vieren.
Wij vinden het fijn om in deze prachtig versierde kerk
met jullie dit feest te kunnen vieren. Wij vragen jullie daarom met ons
samen te zingen en te bidden.
Welkom door Johan
Goedemorgen communicantjes.
Toen jullie nog baby's waren, hebben wij jullie voor het eerst
meegenomen naar de kerk om jullie te laten dopen.
Zelf weten jullie hier niets meer van.
Wij jullie ouders, hebben hiervoor gekozen.
Wij hebben toen onze hand boven jullie hoofd gehouden en daarmee aan
elkaar en aan God beloofd altijd goed te zijn en goede mensen van
jullie te maken.
Mensen die iets voor een ander over hebben en met elkaar kunnen delen.
Nu ben je al wat jaartjes ouder, en heb je er zelf voor gekozen om je
Eerste Communie te doen. Met de voorbereidingen ben je geholpen, maar
je zegt nu zelf 'ja' tegen alle mensen hier in de kerk.
Drempelgebed
Fleur
Kinderen zijn kinderen
en die zijn niet altijd lief
Dat ligt niet aan de regen
of aan de zonneschijn
Je komt ze zo lief tegen
waar ook grote mensen lief zijn.
Rob
Kinderen zijn kinderen
en die zijn soms ook stout.
Dat ligt niet aan hun oren
hun ogen of hun huid,
want daarmee zijn ze geboren.
Dat maakt dus echt niets uit.
Fleur
Kinderen zijn kinderen
dat is nu eenmaal zo.
Soms kunnen ze niets velen
dan hebben ze verdriet.
Maar als ze sámen spelen
dan merk je dat zo niet.
Rob
Kinderen zijn kinderen
waar ze ook zijn geboren.
In Overloon, Ethiopië, in noord of zuid
bij wat voor volk ze horen.
Het maakt helemaal niets uit.
1e lezing door Berrine
Bram had een ballon. Niet zomaar een, die je zelf opblaast. Nee, een
echte luchtballon. Het was een hele mooie, met prachtige, heldere
kleuren. Bram was er verschrikkelijk trots op.
Heel vaak vroegen andere kinderen hem of ze niet een keer mee mochten
voor een ballonvaart. Maar dan had Bram iedere keer wel een smoesje
waarom ze niet mee konden. De ene keer waaide het te hard, de andere
keer dreigde er een regenbui.
Dat waren maar smoesjes, eigenlijk wilde Bram zijn ballon met niemand
delen. Eigenlijk vond hij niemand goed genoeg om mee te gaan in zijn
prachtige ballon.
Wouter zou wel nergens met z'n vingers af kunnen blijven, Gijs zou wel
de baas willen spelen, Lisa zou niet in de mand kunnen klimmen, ze had
tenslotte een handicap aan haar benen en Achmed, tja dat wist hij ook
niet. Z'n ouders zouden het vast niet goed vinden als hij een
Marokkaanse jongen meenam.
Zo ging dat een tijdje door, totdat niemand meer aan Bram vroeg of ze
een vluchtje mochten maken. De kinderen hadden wel in de gaten dat ze
toch niet met hem mee mochten in de ballon.
Op een dag wilde Bram weer eens een ballonvaart gaan maken. Hij had
alles klaarstaan om op te stijgen. Maar wat hij ook probeerde, hij
kreeg maar geen lucht in z'n ballon geblazen. Hij probeerde van alles,
maar al gauw werd het hem duidelijk: hij kon het niet alleen.
Toevallig kwamen Wouter en Gijs voorbij. Ze zagen Bram klungelen, en
besloten hem te gaan helpen. Bram was maar wat blij met die twee paar
extra handen. De ballon begon al aardig vol te raken.
Ook Achmed en Lisa kwamen aangefietst. Lisa zat op haar speciale
driewieler. "Kunnen we helpen?" riepen de kinderen. Nou, elke hulp was
welkom. En dus had Bram in één keer hulp van vier kinderen. Binnen de
kortste keren stond de ballon fier overeind, en kon de ballonvaart
beginnen.
Bram zag wel dat de vier anderen dolgraag mee zouden gaan. En dus zei
hij: "Willen jullie mee? Dat lijkt me erg gezellig!" Het was niet tegen
dovemansoren gezegd. In een oogwenk zaten ze in de mand. Zelfs Lisa had
weinig moeite om in het mandje te klimmen.
Ze stegen op, en al snel hadden ze een prachtig uitzicht over het
landschap. Lachend wezen ze elkaar dingen aan, Wouter zag zelfs z'n
eigen huis! Ze hadden de grootste lol, en Bram dacht tevreden: "Had ik
dit maar eerder geweten. Samen vliegen is veel leuker dan alleen!"
Lied: Geef mij je hand.
Geef mij je hand als ik de weg niet vind,
Als ik een kind ben dat verdwaald is in de tijd,
En als de lange reis pas echt begint,
Wees dan de engel die me leidt.
Refrein
Langs de stenen en de kuilen,
Naar een huis om in te schuilen
Waar we lachen om het huilen van de wind,
Om te spelen en te eten
en alles te vergeten en te weten,
dat jij er bent.
Jij bent de tuinman die me water geeft,
jij bent de vogel die me meedraagt op zijn rug
en als de vrede mij verlaten heeft,
breng je me altijd weer terug.
Refrein
En ook als jij opeens geen weg meer weet,
Wanneer je zweeft tussen de waarheid en de waan,
als je de sleutel zoekt die liefde heet,
Weet dan dat ik met je mee zal gaan. Refrein
Jij die mijn liefde kent,
jij die een spiegel bent,
jij die jezelf herkent in mij.
wat ben ik blij, wat ben ik blij, dat jij er bent
Dat jij er bent.
Evangelie "Jezus en zijn leerlingen" Matteus 4.
Jezus loopt lang het meer van Galilea
Kijk, twee vissers!
Het zijn Simon en Andreas, twee broers. Ze gooien hun netten uit in het
water.
Jezus roept: "Kom met mij mee!
Ik heb ander werk voor jullie: mensen vangen."
Meteen laten ze hun netten liggen en gaan met hem mee. Samen lopen ze
verder.
Kijk daar heb je weer twee vissers!
Het zijn Jacobus en Johannes, ook broers.
Ze zijn hun vader aan het helpen. Jezus roept hen ook. Meteen laten ze
hun vader alleen achter
en gaan met Jezus mee.
Even later ziet Jezus een man,
die van de mensen tolgeld vraagt.
Hij zit in een kantoor. Het is Matteüs. "Kom met mij mee" zegt Jezus
tegen hem. Meteen staat Matteüs op en gaat met Jezus mee.
Zo roept Jezus twaalf mannen.
Ze worden leerlingen van hem en blijven altijd bij hem.
De leerlingen letten goed op wat Jezus doet.
Ze luisteren naar wat hij zegt.
Ze leren veel van hem.
Nog veel meer mensen komen naar Jezus luisteren.
Jezus zegt: "hier begint een nieuw leven".
Als iemand iets van je vraagt,
geef het hem dan. Maar niet met een zuur gezicht! Als iemand iets nodig
heeft, help hem dan en vertel het niet overal rond!
Voor je vrienden ben je natuurlijk aardig.
Maar wees ook aardig voor iemand die lelijk tegen je doet.
Je moet niet tegen een ander zeggen: "gek! sufferd!"
Als je met iemand ruzie hebt, moet je hem niet uitschelden,
je moet het ook weer goed maken.
Als je bid: zeg dan het onze vader
Dan stuurt Jezus zijn leerlingen erop uit.
Hij zegt tegen hen: "het zal niet lang meer duren,
dan zal God laten zien dat hij koning is over de hele aarde.
Vertel dan aan alle mensen. Help ze en maak de zieken beter.
Geloof me: ik laat jullie niet alleen.
Overweging
Geloofsbelijdenis
Pastoor
Goede God, wij willen U iets vertellen.
Luister alstublieft naar hen:
Communicanten samen
Ik geloof dat U veel van ons houdt.
Van de grote, maar ook van de kleine mensen.
Van de rijke, maar ook van de arme mensen.
Van de lieve, maar ook van de stoute mensen.
Ik geloof, dat U alles hebt gemaakt.
Ik geloof dat U alles aan ons hebt gegeven.
De dieren, de bloemen, de wolken, de zon,
de zee, de vissen en de vlinders.
U bent heel erg goed voor ons allemaal.
Zo goed dat wij vandaag voor het eerst bij U
aan tafel mogen komen eten.
Help ons om een beetje op U te lijken
en om altijd goed aan u te blijven denken,
Amen
Voorbeden
Emiel
Lieve God, wij vinden het leuk dat er zoveel verschillende mensen zijn
en de wereld zo mooi kan zijn.
Laat de mensen er goed voor zorgen, zodat de nieuwe
mensen die op de aarde komen, er ook van kunnen genieten.
Allen: Lieve God, hiervoor bidden wij.
Karlijn
Lieve God, ik dank U dat ik mag leven en dat ik de communie mag doen.
Ik vind het fijn dat ik familie heb en opa's en oma's en vriendjes en
vriendinnetjes. Ik dank U dat ik kan lachen
en zingen, lopen en springen.
Allen: Lieve God, hiervoor bidden wij.
Emiel
Lieve God, wij denken deze dag ook speciaal aan alle kinderen en grote
mensen die ziek zijn of zich alleen voelen. Laat er iemand zijn van wie
ze hulp krijgen.
Allen: Lieve God, hiervoor bidden wij.
Karlijn
Lieve God, deze dag bidden wij ook voor opa's en oma's of
andere mensen die we goed kenden, die overleden zijn.
En we bidden voor onszelf, dat we nog heel lang mogen leven
en dat we proberen altijd goed en lief te zijn voor alle mensen.
Allen: Lieve God, hiervoor bidden wij.
Collecte door Lisan, Iris, Arno, Thijs, Lisa, Anouk, Karlijn, Fleur
waaronder instrumentaal intermezzo
Lied: Onderweg
Altijd zijn we onderweg,
onderweg naar morgen.
Met de dromen van vandaag
met geluk en zorgen.
Af en toe een beetje zon,
af en toe wat regen.
Want soms is het leven fijn
en soms zit het tegen.
Refrein
Het leven is een reis,
een reis langs heel veel wegen.
We reizen samen of alleen.
We weten soms niet goed waarheen,
maar gaan op hoop van zegen.
Altijd zijn we onderweg,
zoeken nieuwe wegen.
En we komen elke keer
nieuwe mensen tegen.
Vragen naar de goede weg,
bang om te verdwalen.
Kiezen hoe we verder gaan
en de koers bepalen
Klaarmaken van de tafel
Yarine
Vader God, wij danken u dat wij een huis hebben om in te wonen.
Een huis waar het fijn is om te zijn. Waar onze vriendjes
en vriendinnetjes altijd welkom zijn. Maar vooral een huis waar het
gezellig is als wij samen
aan tafel zitten om te eten.
Pastoor
Wij danken U Heer, ook dat wij samen hier in de kerk mogen zijn om
feest te vieren. Wij denken daarbij speciaal aan Jezus, onze vriend.
Bij hem voelen wij ons thuis. Hij stuurde nooit iemand weg.
Hij wilde goed zijn voor iedereen.
Hij zei van zichzelf: "ik wil voor jullie even belangrijk zijn als
brood."
Ilse
Ik weet niet of je weet wat Jezus eens zei:
Maak de tafel gereed, en schuif de stoelen erbij.
(Max en Manon brengen de tafel)
Yarine
Waarvoor is dat kleed? Het is zo wit en zacht.
Vertel me eens: waarvoor is dat kleed gebracht?
Ilse
We maken nu de tafel klaar.
Dat mooie kleed komt op de tafel.
(Isa en Sanne brengen het kleed)
Yarine
Waarvoor zijn de kaarsen, dat vriendelijke licht?
Ilse
Een vlammetje van vreugde op ieders gezicht.
(Lars en Gijs brengen de kaarsjes)
Yarine
Waarvoor zijn die bloemen, zo vrolijk van kleur?
Komt er een feestje met bloemen vol geur?
Ilse
Die bloemen staan er voor jou en mij.
Vandaag is het feest, dan horen bloemen erbij.
(Arno brengt de bloemen)
Yarine
Waarvoor zijn die kannetjes en die mooie beker?
Dat zal niet voor mij zijn. Dat weet ik bijna zeker.
Ilse
Deze beker en deze kannetjes zullen voor de pastoor zijn want er zit
water en wijn in.
(Anouk en Demi brengen de kannetjes en de beker)
Yarine
Waarvoor is dat brood? Voor wie zou dat zijn?
Kan er soms iemand met honger zijn?
(Niels en Thijs brengen het brood)
De communicanten samen
Dat brood dat staat er voor jou en mij.
Vandaag voor het eerst, want wij horen erbij.
Pastoor
Mag ik de kinderen uitnodigen om samen met mij te bidden.
Ilse
Goede vader, wij hebben U nooit gezien.
Toch weten wij van onze ouders, opa's en oma's, onze pastoor, de mensen
op school en nog vele andere mensen, dat U heel goed voor ons bent.
Pastoor
U hebt ons heel mooie dingen gegeven: die ons licht en warmte geven.
Yarine
Het water dat wij kunnen drinken en waarin we kunnen zwemmen.
Pastoor
De bomen in het bos, de bloemen en de planten.
Communicanten
Dank U Vader, dat wij kunnen horen, dat wij kunnen
Zingen en praten, en dat wij kunnen zien.
Dank U Vader, voor alles.
Allen
Vooral willen wij U danken voor Uw zoon Jezus, die altijd
bij ons wil zijn om ons gelukkig te maken. Hij wil het licht maken waar
het donker is. Hij heeft ons geleerd dat wij samen moeten delen.
Pastoor
Op de avond voor zijn dood heeft hij ons een teken gegeven van wat hij
bedoelde: een teken van brood en wijn, van samen delen zodat iedereen
kan leven.
Hij was met zijn vrienden aan tafel, nam het brood en brak het om er
van te geven aan iedereen en zei:
Neem en eet hier allemaal van: het is mijn lichaam, mijn leven voor
jullie.
Daarna nam hij de beker met wijn, gaf die rond om te drinken en zei:
Drink allemaal uit deze beker, het is mijn bloed, mijn leven,voor
jullie gegeven. Tenslotte zij hij: dit moeten jullie blijven doen. Dan
zal ik in jullie midden zijn.
Allen
Goede vader, zo denken wij vandaag opnieuw aan Jezus.
Laat hem in ons midden zijn en geef ons de moed en de kracht om te
leven zoals hij het ons heeft voorgedaan. Laat het feest vandaag voor
ons een teken zijn van een nieuwe wereld, waar het goed wonen is voor
iedereen.
Pastoor
Dan bidden we nu samen het gebed dat Jezus ons geleerd heeft.
Onze vader die in de hemel zijt, . . .
Pastoor
Omdat wij samen verder willen gaan op de weg die Jezus ons gewezen
heeft, willen we ook samen van het brood eten dat Hij ons geeft. Dan
zal Hij ons ook zijn vrede schenken
Wij willen er van eten om te laten zien dat wij bij elkaar horen en met
Jezus mee willen doen.
Vredeswens (samen zingen)
Geef mij je hand geef mij ze allebei
en vertel me even dat je niet kunt leven
zonder mij, zonder mij.
Geef mij je hand geef mij ze allebei
en vertel me even dat je niet kunt leven
zonder mij, zonder mij.
Uitnodiging tot de communie
Pastoor
Jezus zegt nu tegen ons:
kom maar aan mijn tafel eten,
en wees vrienden en vriendinnen onder elkaar. Dit geldt heel bijzonder
voor jullie, jongens en meisjes van groep 4, die nu hier zijn om voor
de eerste keer de communie te ontvangen.
Allen
Heer, ik ben niet waardig.
dat gij tot mij komt,
maar spreek slechts een woord en
ik zal gezond worden.
Communielied (koor) Naar de overkant
Refrein:
Hoe welkom, klaren met tegenstand
Maar wij gaan samen naar de overkant. 2x
1. Al zijn er twee, toch gaat hij mee
wordt onze vader op aard. 2x
Refrein.
2. Nog onverwacht en niet in zicht,
toch vlucht de nacht het daglicht 2x
Refrein.
3. In tegenstroom maar op de wind,
omdat een droom ons verbindt. 2x
Rrefrein
Slotwoord leerkracht
Sta eens even stil bij een gewone dag. Wanneer je 's morgens opstaat
zeg de zon dan:
"goedendag, ik hoop dat ik net als jij, vandaag een beetje stralen mag".
Wanneer je dan naar school gaat kijk dan even achterom
en zwaai naar dat warme huis dat wacht tot jij thuiskomt.
Voordat je dan gaat leren, kijk eerst alle kinderen aan en fluister
zachtjes in jezelf "wat goed dat wij bestaan".
En ga je 's middags eten, nee, begin dan niet meteen.
Zeg eerst met gesloten ogen: "smakelijk eten iedereen".
Voordat je weer naar huis gaat, ieder naar zijn eigen plek,
wens dan elkaar veel plezier.
Dat is toch niet zo gek?
En ga je 's avonds slapen, is alles pikkedonker en zwart, dan voel je
hoe god bij je is,
aan 't kloppen van je hart. Want niets is zo bijzonder als een
doodgewone dag.
Slotwoord Lisa
Soms denk je, ik sta overal alleen voor
Soms denk je, iedereen laat me stikken
Soms denk je, ik weet niet wat ik wil
En dan ineens zijn er mensen die tegen je zeggen: kom je er ook bij?
Je staat stil, je denkt na.
En als je dan die weg opgaat,
Vind je ineens allemaal mensen om je heen.
Ze gaan dezelfde kant op als jij.
Je hoort bij hen en zij horen bij jou.
Samen kom je verder!
Slotwoord pastoor
Wegzending en zegen
Slotlied
Reik je hand naar me uit, leg ze in de mijne.
En laat ons dromen van beter tijden.
Is je huid donkerder of bleker dan de mijne.
Laat ons proberen elkaar niet te vermijden!
Niemand op straat spreekt je aan, ziet je staan.
Waarom doen mensen elkaar toch zo'n pijn.
Zou het niet beter zijn als wij voortaan
verdraagzaam zijn, verdraagzaam zijn.
Refrein
Van Afrika tot in Amerika.
Van op de Himalya tot in de woestijn.
Van Afrika tot in Amerika
Ja, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
De planeet, waar je woont,
als ze soms te grauw is.
Laat ons beloven samen te gaan leven.
Waar het niks uitmaakt of men purper,
groen of blauw is.
Want voor ons drietjes is het om het even.
Niemand op straat spreekt je aan, ziet je staan.
Waarom doen mensen elkaar toch zo'n pijn.
Zou het niet beter zijn als wij voortaan.
Verdraagzaam zijn, verdraagzaam zijn.
Refrein
Als wij nu hand in hand samen gaan staan.
Kinderen onder de zon, één voor één.
Dan is de hemel op aarde voortaan.
Van iedereen, van iedereen.
Van Afrika tot in Amerika.
Van om de Himalaya tot in de woestijn.
Van Afrika tot in Amerika.
Ja, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
Alle kleuren van de regenboog!