Eerste communieviering april 2002

thema: vlinders onderweg

Openingslied door de communicanten en Cantiloon
    Refrein:
      Ga je mee? Zeg niet "nee",
      maar sta op en doe mee.
      Zet je voetstappen in die van mij.
      Volg het spoor en ga door.
      Of ga jij liever voor?
      Hup, kom op, sluit je aan in de rij.

    Welke weg wil je gaan?
    En waar wil je naar toe?
    Blijf niet zitten waar je zit,
    ook al voel je je moe. Refrein.

    Is de weg soms te lang?
    Zak je weg in het zand?
    Er zijn hobbels op het pad,
    maar ik geef je een hand. Refrein.

    Loopt de weg bijna dood?
    Zie je nergens een spoor?
    In de verte wordt het licht:
    gaat de weg daar soms door? Refrein.

Woord van welkom door een ouder

    Toen je nog klein was zat je, net als een vlinder, in een veilige cocon. De wereld om je heen was nog klein. Veel contacten had je nog niet, alleen je ouders, een broertje of zusje, opa of oma, een oom of tante, een vriendje of vriendinnetje. Maar op een dag wilde je verder kijken. In de straat waar je woonde, misschien nog enkele straten verder.
    En zo begon je, net als een vlinder, rond te fladderen. Alléén een boodschap doen, alléén naar school. De wereld werd en wordt steeds groter.
    En overal kom je mensen tegen waar je mee kunt praten en die blij zijn als je op bezoek komt. Mensen die je kunt helpen.
    Als jullie als een vlinder de wijde wereld ingaan, probeer dan de vrolijkheid, de vrijheid, de onbevangenheid altijd mee te nemen en over te brengen op andere mensen. Dan kunnen wij, en God, trots op jullie zijn en zeggen: "Fijn, dat jullie er zijn! Goede reis op jullie vlindertocht!"

Verwelkoming door de kinderen
    Lisa: Dag mama en papa,
    dag broertje en zusje,
    dag oma en opa,
    dag mensen allemaal,
    fijn dat u er bent!

    Twan: We vliegen al een beetje uit net als een vlinder.
    Maar om een goede vlinder te kunnen zijn,
    hebben we hulp nodig van onze papa's en mama's.
    Daarom dank ik hen voor alle liefde en goede zorgen.

    Amee: Om een goede vlinder te kunnen zijn, heb ik ook God nodig.
    Daarom zijn we in de kerk. Ik dank God die van ons houdt.

    Jessy: Om een goede vlinder te kunnen zijn,
    moet ik ook al het goede kunnen delen. Delen maakt blij.
    Vandaag deelt Jezus zich aan ons mee.
    Allen ontvangen wij van Hem: Zijn Lichaam.

    Lieke A.: Om een goede vlinder te kunnen zijn,
    kijk ik ook naar wat er in de wereld gebeurt.
    Ik bid voor alle mensen die verdrietig zijn.

    Dirk: Vandaag doen wij onze eerste communie en wij zijn blij
    dat jullie allemaal gekomen zijn om dat samen met ons te vieren.
Wij vragen nu God om vergeving.

    Pastoor: Wij doen allemaal wel eens iets verkeerd. De kinderen ook. Wij gaan nu samen aan Jezus vragen of Hij ons wil vergeven.

    Allen: Heer, ontferm U over ons.

    Valerie: Vandaag hebben wij feest. Wij denken er niet altijd aan, dat wij anderen wel eens verdriet doen.

    Allen: Heer, ontferm U over ons.

    Roy: Wij doen papa en mama wel eens verdriet als wij niet naar hen luisteren.

    Allen: Heer, ontferm U over ons.

    Anne: Het is niet leuk als wij onze broertjes en zusjes plagen of onze vriendjes en vriendinnetjes.

    Allen: Heer, ontferm U over ons.

    Sander: Het is moeilijk om het allemaal goed te doen, maar we zullen het echt proberen. Wilt U ons vergeven voor wat wij verkeerd hebben gedaan, Jezus?

    Allen: Heer, ontferm U over ons.
Eerste lezing door de communicanten
    Lieke N.: Er zijn veel kinderen, weet je dat?
    Ik ken er maar een paar.
    Wij zitten in groep vier,
    en spelen met elkaar.

    Luc: Maar kinderen wonen overal.
    Ook waar het altijd koud is.
    En op de bergen, in het dal,
    en aan de zee, die zout is.

    Marlou P.: Hun velletje is bruin of wit,
    of rood, of zwart of geel.
    En niemand heeft ze ooit geteld.
    Het zijn er ook zoveel!

    Rob: Ze hebben allemaal een hart,
    dat klopt van tik-tik-tik.
    Een wereld vol van kindertjes,
    en één ervan ben ik!
Tussenzang door Cantiloon.
    Refrein:
      't zijn de kleine dingen die 't doen, die 't doen.
      't zijn de kleine dingen die 't doen.
      't zijn de kleine dingen die 't doen, die 't doen.
      't zijn de kleine dingen die 't doen.

    Dat kleine beetje zon, waar je al weken lang op wacht,
    Die uitgestoken hand, die je van hen niet had verwacht.
    Dat kleine bosje bloemen en precies op dat moment.
    Onverwachte brief, als je alleen of eenzaam bent. Refrein.

    Die kinderstem die kleur geeft aan een saaie grijze dag.
    Dat onverwachte gesprek toen je het allemaal niet meer zag.
    't Was even net als vroeger en je kreeg weer een ballon,
    't geeft je leven kleur, er is ineens een beetje zon. Refrein.

    We leven in het groot, we maken veel te veel misbaar.
    We praten wel, maar luisteren zelden naar elkaar.
    We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen.
    We zien geen kleine dingen en dus blijven we alleen. Refrein.
Tweede lezing door de communicanten
    Eliza: In de bijbel staan verhalen die Jezus vertelde toen hij nog op aarde leefde.
    Heel vaak vertelde hij over mensen die de goede weg niet wisten te vinden.

    Joeri: En overal waar hij kwam, vroeg Jezus de mensen mee te doen,
    mee te gaan en de wereld zo goed te maken,
    dat God zich er thuis voelt en er wil wonen.

    Loes M. "Hoe dat kan? Kijk maar naar mij", zei Jezus. Ik geef je het voorbeeld.
    Ik ben de weg, volg me maar!"

    Koen: En hij keek om naar een blinde, hielp een kreupele overeind
    en deed het woord voor iemand die niet kon praten.

    Angela: En de mensen die hem bezig zagen, zeiden tegen elkaar:
    "Nu begrijp ik het! Nu weet ik de weg!!

Overweging door de pastoor.

Geloofsbelijdenis door de pastoor.
    Jezus, ik geloof dat U veel van ons houdt.
    Van de grote mensen, maar ook van de kleine.
    Van de rijke mensen, maar ook van de arme.
    Van de lieve mensen, maar ook van de stoute.
    Ik geloof dat U alles heeft gemaakt.
    Ik geloof dat U alles aan ons heeft gegeven.
    De zee, de vissen en de vlinders.
    U bent heel goed voor ons.
    Zo goed, dat wij bij U mogen komen eten.
    Help ons een beetje op U te lijken.
    Help ons altijd goed aan U te blijven denken.
Voorbede door de communicanten
    Pastoor: Voordat wij het altaar klaar gaan maken,
    zullen de communicanten eerst de voorbeden doen.

    Loes V.: Lieve Heer, vandaag doen wij onze eerste communie.
    We zijn erg blij er ook bij te horen.
    Laat het vandaag een mooi feest worden.
    Laat ons bidden:

    Allen: Help ons te leven zoals Jezus het bedoeld heeft.

    Mischa: Lieve Heer, wilt U ons helpen thuis en op school?
    Om goed te zijn voor iedereen en steeds ons
    best hiervoor te doen?
    Laat ons bidden:

    Allen: Help ons te leven zoals Jezus het bedoeld heeft.

    Melanie: Lieve Heer, wij willen bidden voor de kinderen van de hele wereld,
    dat zij geen honger en dorst meer zullen hebben
    en net zo gelukkig mogen worden als wij.
    Laat ons bidden:

    Allen: Help ons te leven zoals Jezus het bedoeld heeft.

    Marlou N.: Lieve Heer, wij willen vandaag ook denken aan alle mensen, groot en klein,
    die er vandaag niet bij kunnen zijn
    omdat ze bij U in de hemel zijn. Wilt U goed op hen passen?
    Laat ons bidden:

    Allen: Help ons te leven zoals Jezus het bedoeld heeft.

    Pastoor: Vader in de hemel, Jezus heeft gezegd:
    "Vraagt en gij zult verkrijgen."
    Luister vandaag heel speciaal naar het gebed van deze kinderen.
    Geef dat alle kinderen krijgen wat ze aan U gevraagd hebben,
    door Christus onze Heer.

    Allen: Amen.
Collecte Collectelied door de communicanten en Cantiloon.
    Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
    'n vlindertje, 'n vlindertje
    Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
    ik ben een kind van God.
    Zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij (2x).

    Soms zou ik willen fluiten als een vogeltje,
    'n vogeltje, 'n vogeltje.
    Soms zou ik willen fluiten als een vogeltje,
    Ik ben een kind van God.
    Zo vrij, zo vrij, want Jezus woont in mij (2x).
Tafel klaarmaken

    Pastoor: Nu gaan de kinderen de feesttafel klaarmaken.
    Jullie zien natuurlijk wel, dat de tafel hier nog helemaal leeg is. Zonder iets op tafel kun je niet eten. Daarom gaan we er eerst van alles opzetten.
    Mag ik Valerie, Luc, Angela, Marlou Philipsen, Loes v/d Vondervoort, Mischa, Roy, Jessy, Koen, Anne en Melanie uitnodigen om mij daarbij te helpen?

    Het tafellaken wordt erop gelegd door Angela en Marlou. Ook het kruis waar Jezus aan gestorven is, wordt op tafel gezet door Roy. Als het een bijzonder feest is, zoals vandaag, zetten we er ook kaarsen op. Dit wordt gedaan door Luc en Anne.

    Amee: Waarvoor zijn die kaarsen, dat vriendelijke licht:
    Een vlammetje van vreugde op ieders gezicht?

    Lisa: Die kaarsen branden voor jou en voor mij,
    die kaarsen op tafel maken mensen heel blij.

    Pastoor: Bij een feest horen ook bloemen.
    Die worden erop gezet door Melanie.

    Amee: Waarvoor zijn die bloemen, zo vrolijk groen:
    komt er een feestje, wat is er te doen?

    Lisa: Die bloemen, die staan er voor jou en voor mij.
    Vandaag is het feest en daar horen bloemen bij.

    Pastoor: Zo, nu alleen nog het brood, het water en de wijn,
    Want als je eet, heb je er meestal ook drinken bij.
    Het brood, de kelk, het water en de wijn worden klaargezet
    door Valerie, Loes V., Mischa, Jessy en Koen.

    Amee: Waarvoor is dat eten, dat brood, en die wijn:
    kan er soms iemand met honger hier zijn?

    Lisa: Dat brood, dat staat er voor jou en voor mij.
    Vandaag voor het eerst, want wij horen erbij.
Tafelgebed door de pastoor.

    Jezus, van wie jullie wel eens een verhaal gehoord hebben, die goede Jezus zei de avond voor zijn sterven tegen zijn vrienden: Kom, kom nog een keer met Mij aan tafel. Ik wil zo graag voor de laatste keer met jullie eten.
    En Hij nam brood in zijn handen. Hij zegende het brood, brak het in stukjes en deelde het uit en zei:
    "Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt".
    Ook nam Hij de beker, zegende deze en gaf hem aan zijn leerlingen, met de woorden:
    "Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe, altijddurende verbond: dit is mijn Bloed, dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
    Blijft dit doen om Mij te gedenken".

    Vergeet mij niet en doe wat ik heb gedaan. Jezus is gestorven, maar zijn vrienden komen nog altijd samen. Dan breken ze het brood en drinken uit de beker en vertellen over Jezus. Hoe Hij zieken beter maakte en bevriend was met mensen zonder vrienden, zoals Zacheüs. Hoe Hij kon luisteren naar de vogels die zingen. Hoe Hij kon kijken naar de bloemen. Net zo mooi gekleed als jullie vandaag, bijna nog mooier. Hoe gek Hij was op kinderen, die lachten en dansten. Hoe Hij de mensen heeft leren bidden.
    En zo bidden wij nog steeds het gebed, dat Jezus ons zelf heeft geleerd en dat wij weer van onze ouders geleerd hebben:

    Allen: Onze Vader in de hemel,
    U staat zorgzaam om ons heen.
    Geef dat alle mensen weten:
    zoals U is er maar een.

    Doe ons telkens weer geloven
    in een wereld zonder pijn,
    in Uw rijk dat eens zal komen
    en dat soms te zien zal zijn.

    Help ons samen goed te leven
    dat wij niet blijven staan
    bij de fouten van een ander,
    maar weer samen verder gaan.

    Help ons om te zien wat goed is
    en wat slecht is, boos of naar.
    Geef dat wij het juiste kiezen,
    dat wij goed zijn voor elkaar.

    Onze Vader, wij geloven,
    dat U onze wereld leidt.
    Met uw licht helpt U ons verder.
    Hier en nu en straks, altijd. Amen
Vredewens door de communicanten.
    Geef mij je hand.
    Geef mij ze allebei.
    En vertel me even,
    dat je niet kunt leven
    zonder mij, zonder mij.
    Vrede voor jou,
    vrede voor allemaal
    willen wij nu wensen
    aan alle mensen, vrede, vrede.
Communielied door Cantiloon.
    Witte wolken, water en lucht,
    Een lachend kind in vogelvlucht.
    Huis in de zon, groen in de wei,
    vogelzang en dat is voor mij.

    Refrein:
      Vrede, vrede, vrede
      Voor mij en iedereen.
      Vrede, vrede, open je ogen,
      Vrede om ons heen (2x).

    Een stille wenk, een lief gebaar,
    woorden van troost voor hem en voor haar.
    Een kleine dienst, dat maakt je blij,
    een goed gesprek en dat is voor mij. Refrein.

    Een fijne kerk, een stralend licht,
    een goed gebed, een blij gezicht.
    Het samenzijn, niet ik maar wij,
    dat is voor U en dat is voor mij. Refrein.
Slotgedachte
    Ik wens je twee stevige voeten
    om door het leven te gaan.
    Ik wens je twee stevige handen
    om anderen bij te staan.

    Ik wens je een mond om te lachen
    met vrienden die vrolijk zijn,
    maar ook om mensen te troosten
    bij tegenspoed en pijn.

    Ik wens je twee heldere ogen
    om te zien wat kwaad is of goed.
    Dan zul je altijd weten,
    de weg die je volgen moet.

    Ik wens je een liefdevol hart toe,
    een hart dat mensen bemint.
    Maar bovenal heb je Gods zegen:
    wordt heel gelukkig mijn kind!

Zegen

Slotlied door de communicanten.
    Ben je blij, wil je zingen, klap je hand.
    Ben je blij, wil je zingen, klap je hand.
    Ben je blij, wil je zingen, van wel duizend leuke dingen.
    Ben je blij, wil je zingen, klap je hand.

    Ben je blij, wil je zingen, knip je vingers.
    Ben je blij, wil je zingen, knip je vingers.
    Ben je blij, wil je zingen, van wel duizend leuke dingen.
    Ben je blij, wil je zingen, knip je vingers.

    Ben je blij, wil je zingen, sla je knie.
    Ben je blij, wil je zingen, sla je knie.
    Ben je blij, wil je zingen, van wel duizend leuke dingen.
    Ben je blij, wil je zingen, sla je knie.

    Ben je blij, wil je zingen, stamp je voet.
    Ben je blij, wil je zingen, stamp je voet.
    Ben je blij, wil je zingen, van wel duizend leuke dingen.
    Ben je blij, wil je zingen, stamp je voet.

    Ben je blij, wil je zingen, zeg Amen, Amen.
    Ben je blij, wil je zingen, zeg Amen, Amen.
    Ben je blij, wil je zingen, van wel duizend leuke dingen.
    Ben je blij, wil je zingen, zeg Amen, Amen.

    Ben je blij, wil je zingen, doe dan alles.
    Ben je blij, wil je zingen, doe dan alles.
    Ben je blij, wil je zingen, van wel duizend leuke dingen.
    Ben je blij, wil je zingen, doe dan alles.
Vlinder van licht.
    Ze zweeft over de velden,
    Ze dartelt in het licht.
    Ze glinstert in het water,
    ze beneemt je soms het zicht.
    Ze is als duizend zeeën,
    als een druppel in een plas.
    Ze houdt van het ochtendgloren,
    van de dauw op het gewas.
    En wil je met haar praten,
    doe dan je ogen dicht.
    Dan zal ze tot je komen,
    als de vlinder van het licht.