Pinksteren 2008

Viering verzorgd door Cantiloôn

Thema: vuur, vurige tongen, vurige mensen

Vooraf
    Er waart een virus rond
    van twijfel en miskenning
    en zijn we niet alert,
    blijkt zoiets een gewenning.
    Dit wordt te breed en dat
    te smal bevonden
    en zonder dat je 't weet
    is je geloof geschonden.

    Probeer in vredesnaam
    maar niet besmet te raken.
    Zo'n virus kan je vreugd,
    je trouw in één keer raken.
    Wat je met moeite kreeg,
    is plotseling verdwenen.
    Het kalf wordt uitgebeend
    en jij houdt slechts de benen.

    Er waart een virus rond,
    maar ben je echt een kenner
    dan is de Heil'ge Geest
    de beste virusscanner!
    Hij zuivert in je ziel
    wat ruw werd afgebroken
    en 't licht dat werd gedoofd,
    wordt weer opnieuw ontstoken!

      Frits Deubel
Openingslied: LICHT VOOR IEDEREEN
    Refrein:
      Het is feest! Pinksterfeest.
      Feest voor iedereen.
      Licht voor jou en licht voor mij.
      Geef maar door en wees maar blij:
      We zijn hier niet alleen.

    Hoor je dat? Hoor je dat?
    Spits maar gauw je oren!
    Want er is een goed bericht:
    God geeft alle mensen licht.
    Fijn om dat te horen!

    Zie je dat? Zie je dat?
    Mensen gaan weer geven.
    Kijk ze delen van het licht.
    Liefde straalt van hun gezicht.
    Licht doet samen leven!

    Voel je dat? Voel je dat?
    Voel je dat soms even?
    Diep in jou een warme gloed.
    Dan voelt alles gaaf en goed.
    Licht verwarmt je leven.
Verwelkoming en inleiding
    Pinksteren is een feest voor iedereen
    met licht voor jou en licht voor mij.
    Maar dat feest komt niet uit de lucht vallen en dat licht evenmin.
    Als je je laat leiden door de geest van de wereld,
    komt er weinig van terecht
    Die geest fluistert ons in:
    haastige spoed is zelden goed,
    en zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet,
    met de hoed in de hand komt men door het ganse land,
    Oost west thuis best,
    het zal mijn tijd wel duren,
    het zal mij een zorg, ze zoeken het maar uit,
    of je nou van de hond of van de kat gebeten wordt,
    kan vriezen kan dooien.
    Maar als je je laat leiden door de Geest van Jezus
    dan kom je in beweging met elkaar en voor elkaar
    want die Geest is als de wind die de draaimolens laat draaien,
    die is als een vuur die mensen verwarmt,
    die laat je de taal van de liefde spreken, een taal die iedereen verstaat.
Bij het aansteken van het vuur:
    Vuur, geen mens kan leven zonder jou,
    want jij verdrijft voor ons de kou,
    aan jou kan iedereen zich warmen,
    de rijken en ook de vele armen.

    Vuur, jij bent voor ons een helder licht,
    jij geeft de mens in 't donker zicht.
    wil ook ons de weg door 't leven wijzen,
    als we samen naar de toekomst reizen.
Drempelgebed:
    Vg. Geest van God, wij proberen éénzelfde taal te spreken, maar wij zijn soms vol van onszelf en onze gedachten zijn soms ver van de mens naast ons; daarom willen wij bidden om ontferming.

    L1. Waar wij anderen de kans niet geven om zichzelf te zijn,
    waar wij mensen in de steek laten,
    als we weten dat zij ons nodig hebben;
    daar wordt het koud en donker.

    Al. Heer, ontferm u over ons.

    L2. Waar wij alleen maar aan onszelf denken
    en zonder te kijken langs anderen heen lopen
    waar we hun geen warmte en licht geven;
    daar wordt het koud en donker.

    Al. Christus, ontferm u over ons.

    L3. Waar wij ons niet openstellen voor anderen
    en geen oog hebben voor de warmte en vriendschap
    die zij met ons willen delen;
    daar wordt het koud en donker.

    Al. Heer, ontferm u over ons.

    Vg. Moge de Heer ons vervullen met zijn Geest
    en ons met zijn barmhartigheid omgeven.
    Opdat wij licht en warmte zijn voor elkaar,
    zoals Jezus dat geweest is voor de mensen in zijn tijd. Amen
Gebed:
    Heilige Geest, wees een vuur in een duistere stad,
    een brandende fakkel langs een donkere weg.
    Opdat we niet verdwalen als het nacht geworden is
    en wij niet goed kunnen zien hoe we verder moeten.
    Wees een open haard waar wij geborgenheid vinden,
    en waar verkilde mensen zich kunnen warmen.
    Wees een fontein van verfrissend water,
    was het stof van sleur en gewenning van ons af,
    les onze dorst naar echte vriendschap.
    Heilige Geest, wees voor ons een wind in de rug,
    die ons zachtjes vooruit duwt op de goede weg;
    Wees een verkwikkende bries van troost
    voor hen die het moeilijk hebben.
    Leer ons de taal van Pinksteren spreken,
    de taal van vriendschap en liefde,
    een taal die iedereen kan verstaan. Amen
Cantiloôn: Wie is mijn vriend?
    Refrein:
      Een vriend, een vriend, wie is mijn vriend?
      Dat voel je diep van binnen.
      Een vriend, een vriend, wie is mijn vriend?
      Dat voel je in je hart.

    Een vriend voelt als een warme zon,
    als een deken in de kou.
    Een vriend als bloemen in de wei,
    "ik voel me fijn bij jou."
    Samen vliegen door de lucht,
    en praten, dag en nacht.
    Hij helpt je als je verdrietig bent,
    "jij geeft mij nieuwe kracht." Refrein

    Een vriend is niet je spiegelbeeld,
    hij is niet precies als jij.
    Je kent elkaar wel heel erg goed,
    je maakt elkaar ook blij.
    Vandaag heb je een nieuwe vriend,
    je mag met Jezus mee.
    Met heel veel mensen om je heen,
    je maakt elkaar tevree. Refrein
Eerste lezing: Het verhaal van meneer Vuurtje
    Er was eens een dorpje. Dat heette IJskoud. Dat kwam, omdat de mensen er allemaal stijf uitzagen, net of ze bevroren waren! Hun gezicht stond altijd in een ernstige plooi. Ze praatten bijna nooit met elkaar. Wanneer je aan de deur van een huis in IJskoud ging bellen, dan kwam pas na lange tijd iemand opendoen. Die keek je dan aan met zijn ijskoud gezicht, en dan werd je héél koel ontvangen.
    Het was helemaal niet gezellig in IJskoud. De mensen kwamen ook weinig op straat. De straten zagen er trouwens vuil en verwaarloosd uit. Op het plein stonden geen bloemen, want niemand zorgde er voor. En als er iemand ziek was, dan kreeg hij van niemand bezoek.
    Op een dag kwam er in het dorpje IJskoud een meneertje wonen. Hij heette Vuurtje. Hij was steeds in beweging, net gelijk een vuur: dat beweegt ook altijd. Hij glimlachte steeds, gelijk de vlam van een kaars. En zijn ogen blonken, ze waren als vonken van licht. Wanneer je bij hem aanbelde, liet hij je dadelijk met een glimlach binnen. En het was gezellig bij hem, net als bij een gezellig haardvuur. Ja hoor, het was een vurig meneertje.
    In het begin gingen de mensen van IJskoud niet op bezoek bij meneer Vuurtje. Maar na enige tijd vonden ze het toch plezierig bij hem te komen. Meneer Vuurtje kreeg meer en meer mensen op bezoek. Ook stond hij soms op het plein te praten met enkele mensen van het dorp. Die zagen er al veel minder stijf en koud uit. En na enige tijd waren er weer bloemen te zien.
    Aangemoedigd door het voorbeeld van Vuurtje gingen de mensen van IJskoud bij elkaar op bezoek. De straten werden geveegd en de huizen geschilderd in mooie kleuren. Er werd gelachen, gepraat en gespeeld. En op een dag zei de burgemeester: We gaan ons dorp een andere naam geven. Voortaan wonen we niet meer in IJskoud maar in Lekkerwarm.
Tussenzang: De kleine dingen die het doen
    Dat kleine beetje zon waar je al weken lang op wacht
    Die uitgestoken hand die je van hen niet had verwacht
    Dat kleine bosje bloemen en precies op dat moment
    Die onverwachte brief als je alleen of eenzaam bent

    Refrein:
      't Zijn de kleine dingen die het doen die het doen
      't Zijn de kleine dingen die het doen
      't Zijn de kleine dingen die het doen die het doen
      't Zijn de kleine dingen die het doen

    Die kinderstem die kleur geeft aan een saaie grijze dag
    Dat onverwacht gesprek toen je 't allemaal niet meer zag
    't Was even net als vroeger en je kreeg weer een ballon
    Het geeft je leven kleur, er is ineens een beetje zon Refrein:

    We leven in het groot, we maken veel te veel misbaar
    We praten wel, maar luisteren zelden naar elkaar
    We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen
    We zien geen kleine dingen en dus blijven we alleen Refrein:
Lezing uit het evangelie volgens Johannes (14, 23-29)
    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Als iemand Mij liefheeft zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet liefheeft onderhoudt mijn woorden niet; en het woord dat gij hoort is niet van Mij maar van de Vader die Mij gezonden heeft. Dit zeg Ik u terwijl Ik nog bij u ben, maar de Helper, de heilige Geest die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u. Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden. Gij hebt Mij horen zeggen: Ik ga heen maar Ik keer tot u terug. Als Gij mij zoudt liefhebben, zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga want de Vader is groter dan Ik. Nu, eer het gebeurt zeg Ik het u, opdat gij, wanneer het gebeurt, zult geloven.

Overweging

Geloofsbelijdenis
    Al. Ik geloof in God onze Vader,
    die zijn schepping op handen draagt
    en hoopt, dat ieder van ons meedraagt,
    opdat onze aarde nieuw wordt
    door de onderlinge liefde.
    Ik geloof in Jezus van Nazareth,
    die onderricht gaf aan de mensen
    om ze te leren
    over de goedheid en de liefde van de Vader.
    Ik geloof dat Jezus heel nabij is
    wanneer we ons inzetten voor elkaar.
    Ik geloof in de heilige Geest,
    die Jezus ons gezonden heeft
    om ons tot dragers te maken
    van elkaars lief en leed. Amen.
Voorbede
    Heer, zend uw Geest uit als een mantel van warmte
    over de mensen die in onze samenleving in de kou blijven staan,
    over allen die alleen staan in het leven en vereenzamen,
    over hen die bang zijn, teleurgesteld of verbitterd.

    Heer, zend uw Geest uit als een sprankelende waterval
    over allen die dorsten naar wat aandacht en hartelijkheid
    over alle jonge mensen zonder veel uitzicht, zonder idealen,
    over alle kinderen zonder thuis en zonder liefde.

    Heer, zend uw Geest uit als een stuwende wind
    over onze oude kerk, soms verstard en vastgeroest,
    over alle christenen die passief aan de kant staan.
    Beziel hun met nieuwe geestdrift opdat ze weer in beweging komen.

    Heer, zend uw Geest uit als vurige tongen
    over ons allen hier aanwezig, U kent onze goede wil,
    maar ook onze zwakheid, onze oppervlakkigheid van geloven.
    Steek uw vuur in ons aan en laat ons uw woorden spreken.

    Heer, zend uw Geest uit als een vredesduif in de wereld van vandaag
    opdat er een eind komt aan alle oorlog en geweld
    waar zoveel onschuldige mensen onder te lijden hebben.
    Wijs ons allen de weg naar een vreedzame samenleving.

    Heer, zend uw Geest van wijsheid en kracht,
    over allen die een leidende functie hebben in kerk en wereld,
    dat zij veel meer mogen zijn dan gezagsdragers
    maar mensen die echt weten te inspireren.

    Heer, zend ieder van ons de geest van Jezus
    opdat wij, juist als hij, licht brengen waar duisternis is,
    warmte waar harten en onderlinge verhoudingen verkild zijn,
    verfrissend water waar mensen dodelijk vermoeid zijn.
Offerandelied: Op zoek naar houvast.
    Als je struikelt, als je wankelt,
    als je in het donker tast,
    dan probeer je steun te vinden
    aan iets stevigs, een houvast.
    En dan vind je soms een hand
    van een mens die stevig staat.
    Die jou uit de modder trekt
    en je steunt met raad en daad.

    Als je struikelt, als je wankelt,
    als je naar beneden glijdt,
    pak je alles waar je bij kunt,
    want je zoekt naar zekerheid.
    Maar de strohalm biedt geen steun
    en het touw blijkt los te zijn.
    En dan val je soms nog meer,
    want je houvast blijkt maar schijn.

    Als je struikelt, als je wankelt,
    als je bang bent of alleen,
    dfan probeer je troost te vinden
    bij de mensen om je heen.
    En dan voel je soms een kracht
    - God mag weten waar vandaan -
    Als een windvlaag in je rug,
    als een steun om door te gaan.
Tafelgebed
    Pr. Dank, God van ons bestaan, dat wij mogen leven,
    dat U mensen aan elkaar hebt gegeven
    om het leven zinvol en gelukkig te maken.

    Al. Dank dat U uw liefde in ons hart hebt gelegd,
    liefde die verbondenheid schept,
    aandacht en medeleven, moed en troost,
    zachtheid en vergeving,
    levenskracht, trouw en geduld.

    Pr. Dank dat U ons hoop in handen hebt gegeven,
    kracht om kleine dingen niet onder de voet te lopen
    maar door alle kleinheid heen toch toekomst te zien.
    Een mosterdzaadje was U genoeg om Uw Rijk te laten opgroeien.

    Al. Dank om het vertrouwen dat U ons geeft,
    dat wij zorg mogen dragen voor uw schepping
    en voor al uw mensen, groot en klein.
    Dat wij eten en drinken mogen zijn voor elkaar,
    zoals Jezus ons heeft voorgedaan.

    Pr. Tijdens het laatste avondmaal, op de vooravond van zijn dood, heeft Hij ons een heilig teken gegeven opdat wij nooit zouden vergeten wat Hij ons heeft willen zeggen. Hij nam brood, dankte en zegende U, brak het en gaf het aan zijn vrienden met de woorden:
    Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, want dit is mijn lichaam, mijn leven, dat voor jullie gegeven wordt.
    Zo nam Hij op die avond ook de beker met wijn, reikte hem over aan zijn vrienden met de woorden: Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond; dit is mijn leven, mijn bloed, dat voor jullie en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
    Blijft dit doen om Mij te gedenken.

    Zo vieren wij het verbond van God en de mensen.
    Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker
    verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

    Pr. Wij danken U, God, dat wij U mogen kennen
    als een God van leven, een God van liefde.
    In Jezus werd uw liefde zichtbaar
    en ook nieuw leven, leven in uw Geest.

    Al. Schenk ons Uw Geest, God, opdat wij echt leven,
    opdat uw liefde ook vandaag zichtbaar wordt,
    opdat ook nu dat zieke mensen weer opstaan,
    armen niet langer ongelukkig zijn,
    blinden weer oog krijgen voor dingen en mensen.

    Pr. Geef het, God, dat uw heil werkelijkheid wordt

    door handen en voeten van mensen, ook door die van ons.
    Zo kunnen wij uw Kerk gestalte geven,
    die gemeenschap van gelovige mensen
    die zich inzetten om de idealen van Jezus
    waar te maken in de wereld van vandaag.

    Al. Dan wordt door Hem en met Hem en in Hem alle eer gebracht aan U, God, onze Vader, in de gemeenschap met de heilige Geest, in de eeuwen der eeuwen. Amen

    Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft.

    Al. Onze Vader, die in de hemel zijt, . . . .

    Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en beveiligd tegen alle onrust, hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon.

    Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

Vredewens

Communielied: VOOR MIJ IS GELUK…
    Voor mij is geluk, de wind om mijn oren,
    De zon in de lucht, languit in het gras
    Voor mij is geluk, de stilte te horen
    Om te ontdekken, hoe het ooit was.

    Voor mij is geluk, het leven te delen
    Een hand om mijn hand en samen op pad
    Voor mij is geluk, een arm om te huilen
    En zachtjes te horen, jij bent mijn schat.

    Voor mij is geluk, om samen te spelen,
    Bij ons in de klas, bij ons in de straat
    Voor mij is geluk, elkaar niet vervelen.
    Je kunt elkaar helpen, waar je ook staat.

    Voor mij is geluk, in Jezus te geloven
    Want Jezus liet zien, hoe fijn samen is,
    Voor mij is geluk, een vriend om te delen
    Plezier en verdriet, en dat is niet mis!
Slottekst: TE GROOT?
    Een zandkasteel begint met één korrel zand.
    Een zonnebloem als een klein zaadje.
    Een rivier begint slechts met één druppel.
    Een spinnenweb begint als draadje.
    Een vreugdevuur begint met één klein vonkje.
    Een sneeuwpop met één vlok.
    Een schilderij met één klein streepje.
    Een bouwwerk met één blok.
    Dus als je denkt: 'Dat is te groot!
    Bekijk het! Ik verdwijn!'
    Bedenk dan maar:
    een grote droom begint nu eenmaal klein.

Zegen

Slotlied: ONDERWEG
    Altijd zijn we onderweg, onderweg naar morgen.
    Met de dromen van vandaag, met geluk en zorgen.
    Af en toe een beetje zon, af en toe wat regen.
    Want soms is het leven fijn en soms zit het tegen.

    Refrein:
      Het leven is een reis,
      een reis langs heel veel wegen.
      We reizen samen of alleen.
      We weten soms niet goed waarheen,
      maar gaan op hoop van zegen.

    Altijd zijn we onderweg, zoeken nieuwe wegen.
    En we komen elke keer nieuwe mensen tegen.
    Vragen naar de goede weg, bang om te verdwalen.
    Kiezen hoe we verder gaan en de koers bepalen.