Kerstviering - Gezinsviering 2010
Titel: Jezus opnieuw geboren
Vooraf: Drumshowband St.Theobaldusgilde
Cantiloôn: ER IS EEN KINDEKE
Er is een kindeke geboren op aard. (2x)
't Kwam op de aarde voor ons allemaal. (2x)
't Kwam op de aarde en 't had er geen huis. (2x)
't Kwam op de aarde en 't droeg al zijn kruis. (2x)
Er is een kindeke geboren in 't strooi. (2x)
't lag in een kribbe bedekt met wat hooi. (2x)
't Kwam op de aarde voor ons allegaar. (2x)
En 't wenst ons allen een zalig nieuwjaar. (2x)
Verwelkoming en inleiding
Aansteken van de kaarsen
Ik droom van het licht,
van mensen met een blij gezicht,
die veel mooie dingen zien in het leven
en ook elkaar veel vreugde geven.
Voor hen steek ik de eerste kaars aan,
om juist als zij blij door het leven te gaan.
Ik droom van het licht,
van mensen die moedig en doelgericht
het donker proberen te verdrijven,
zo zijn ze voor velen een lichtje in levende lijve.
Voor hen steek ik de tweede kaars aan,
om ook zelf aan de kant van de zwakken te staan.
Ik droom van het licht,
van mensen die hun hele gewicht
in de strijd tegen het kwade duister gooien,
voor hen die het alleen niet kunnen rooien.
Voor hen steek ik de derde kaars aan,
om ook zelf die weg van liefde te gaan.
Ik droom van het licht
van mensen die niet zijn gezwicht
voor de mode en de schone schijn van dingen,
en niet de weg van de minste weerstand gingen.
Voor hen steek ik de vierde kaars aan
om ook zelf stevig in mijn schoenen te staan.
Ik droom van het licht,
van een Kind dat in een voederbak ligt,
Hij wijst de weg naar een wereld van vrede,
Redder en Verlosser noemen wij Hem met reden.
Voor Hem steek ik de laatste kaars aan,
dat ook ik in zijn voetspoor zal gaan.
Cantiloôn: ZWERVER IN NEDERLAND
Geen dak boven je hoofd. Geen tent of oude doos
en zelfs geen paraplu voor regendagen.
Geen dak boven je hoofd. Dat is toch bar en boos.
Bij wie moet je onderdak vragen?
Misschien in dat pension? Een kamer met balkon?
Maar nee, ze zitten vol. Ze doen niet open.
Die kerk die openstaat? Wie daar naar binnen gaat,
mag hoogstens op een uurtje warmte hopen.
En ook de stal is al bezet. Daar is een kerstboom neergezet.
Dus sjok je verder. Moe. Alleen.
Waar moet je nou in godsnaam heen?
Geen dak boven je hoofd. Alleen het wolkendek.
Maar ja, dat dak is lek als het gaat gieten.
Geen dak boven je hoofd. Dat vinden mensen gek.
Die gaan slechts uit hun dak als ze genieten.
Want daar in dat pension met kamers en balkon
daar zitten ze wel goed. Ze doen niet open.
De kerk die openstaat en de mensen binnenlaat,
die laat je na een uurtje verder lopen.
En ook de stal is al bezet.
Daar is een kerstboom neergezet.
Dus sjok je verder. Moe. Alleen.
Waar moet je nou in godsnaam heen?
In godsnaam heen? In godsnaam heen?
Kerstverhaal:
Verteller: Een Schriftgeleerde was verdwaald in het Loons Vlak. Hij was
op weg naar de tempel, het huis van God. Hij dacht dat hij de weg
ernaartoe precies kende, maar nu was hij toch gaan twijfelen. Opeens
kwam hij een groepje herders tegen. Hij ging naar hen toe en vroeg:
Schriftgeleerde: Waar gaan jullie naartoe? Ik ben op weg naar het huis
van God, maar ik ben verdwaald. Als jullie daar ook naartoe gaan, dan
loop ik met jullie mee.
Herder: Wij zijn op weg naar Overloon. Daar gaan we het kind van de
vrede opzoeken. Want zijn geboorte is het begin van een nieuwe tijd.
Schriftgeleerde: Het kind van de vrede, dat wordt toch helemaal niet in
Overloon geboren. In het boek staan dat dit kind geboren wordt in
Betlehem. En als het in het boek staat, kan dat kind nergens anders
geboren worden.
Herder: Engelen hebben ons in het oor gefluisterd, dat we het kind van
de vrede in Overloon moeten gaan zoeken. Wie ben jij eigenlijk, dat je
het beter meent te weten dan de engelen. Kom, we gaan naar Overloon.
Schriftgeleerde: Wat zijn jullie toch dom. Wat in het boek staat is de
absolute waarheid, daar hou ik aan vast. Ik ga niet met jullie mee. Ik
wil niet nog een keer verdwalen.
Verteller: Zo gebeurde het dat de herders verder liepen in de richting
van Overloon, maar de Schriftgeleerde dacht het beter te weten en ging
de andere kant op. Terwijl de herders verder liepen, zongen ze samen
met alle mensen langs de weg een heel oud lied, van herders die in het
veld lagen.
De herdertjes lagen bij nachte
De herdertjes lagen bij nachte,
zij lagen bij nacht in het veld.
Zij hielden vol trouwe de wachte,
zij hadden hun schaapjes geteld.
Daar hoorden zij d'engelen zingen,
hun liederen vloeiend en klaar;
de herders naar Betlehem gingen,
't liep tegen het nieuwe jaar.
Toen zij er te Betlehem kwamen,
daar schoten drie stralen dooreen;
een straal van omhoog zij vernamen,
een straal uit het kribje beneên;
toen vlamd' er een straal uit hun ogen
en viel op het kindeke teer;
zij stonden tot schreiens bewogen
en knielden bij Jezus neer.
Och Kindje, och Kindje, dat heden
in 't nederige stalletje kwaamt,
ach, laat ons uw paden betreden,
want Gij hebt de wereld beschaamd.
Gij kwaamt om de wereld te winnen,
de machtige vijand te slaan;
de kracht uwer liefde van binnen
kan wereld noch hel weerstaan.
Kerstverhaal vervolg:
Verteller: De Schriftgeleerde liep te dwalen in Siberië. Hij liep in
zichzelf te mopperen, dat die eigenwijze herders niet meer luisterden
naar mensen, die ervoor aangesteld waren. Terwijl hij daar zo rondliep,
zag hij opeens drie koningen. Ze kwamen van verre dat zag je zo. Hij
ging naar hen toe en vroeg:
Schriftgeleerde: Waar gaan jullie naartoe? Of zijn jullie ook
verdwaald. Ik wel. Maar misschien kunnen we samen de juiste weg vinden
naar het huis van God.
Koning: Wij volgen de ster, die brengt ons naar Overloon, want daar is
het koningskind te vinden, het prinsesje dat heil en vrede zal brengen
in heel de wereld.
Schriftgeleerde: Zijn jullie ook al zo dom? Hoe kan een koningskind te
vinden zijn in dat dorp Overloon? Volgens het boek kan dat helemaal
niet. Jullie zitten helemaal verkeerd. En dat koningskind is al
helemaal geen prinsesje, volgens het boek moet het een jongen zijn. Zo
staat het geschreven en niet anders.
Koning: De ster van geloof en hoop wijst ons naar Overloon en naar een
prinsesje. En we hebben meer geloof in die ster dan in jouw boekje.
Kom, laten we verder trekken, want we hebben nog een lange weg te gaan.
Verteller: De koningen gingen verder op zoek naar het kind van de
vrede. De Schriftgeleerde wist niet goed wat hij zou doen. Daar in
Siberië was het toch ook maar een koude boel. Hij verlangde naar wat
warmte.
Die herders en koningen waren maar dom in zijn ogen. Maar hij was wel
een beetje nieuwsgierig geworden en hij besloot de koningen te volgen.
Dan kon hij ze uitlachen als ze niets vonden in Overloon.
Wij komen tezamen
Wij komen tezamen onder 't sterrenblinken,
een lied moet weerklinken voor Betlehem!
Christus geboren, zingen d'engelenkoren.
Refrein: Kom, gaan we Hem aanbidden, (3x) onze Heer.
Drie wijzen met wierook kwamen er van verre,
zij volgden de sterre naar Betlehem.
Herders en wijzen komen Jezus prijzen. Refrein
Ook wij uitverkoren mogen u begroeten
en kussen uw voeten, Emmanuel.
Wij willen geven hart en geest en leven. Refrein
Kerstverhaal vervolg:
Vertellers: De herders arriveerden het eerst in Overloon en ze gingen
op zoek naar het kind van de vrede. Ze zochten overal maar konden het
niet vinden.
Later kwamen ook de koningen in het dorp en die gingen ook zoeken. Maar
waar ze ook keken, hun koningskind was onvindbaar. De Schriftgeleerde
die ondertussen ook aangekomen was, zag hoe ze aan het zoeken waren en
hij begon heel hard te lachen.
Schriftgeleerde: Ha, ha. Zie je wel. Volgens het boek kan het helemaal
niet. Ik ken het boek van a tot z, maar jullie begrijpen er niets van.
Verteller: De herders en koningen waren erg teleurgesteld. Hadden zij
zich dan toch vergist? Maar de engelen en de ster hadden hen toch naar
Overloon gewezen? Hadden ze misschien toch ergens anders moeten zijn?
Opeens kwamen er een paar kinderen uit Overloon aanlopen en die riepen:
Kind: Het kind van de vrede is wel in Overloon te vinden, alleen is het
nu even op een andere plaats. Hier vlak bij is een rusthuis en omdat
Maria en Jozef moe waren, zijn ze daar even gaan rusten. Het is daar
lekker warm, want er zijn daar nog een heleboel mensen meer.
Herder: Gelukkig. Kunnen jullie hard lopen? Ga dan vlug naar het
rusthuis en vraag Maria en Jozef met hun kindje naar hier te komen.
Verteller: De kinderen gingen op een holletje naar het nabijgelegen
rusthuis waar enkele oudere mensen vol vertedering naar het kindje
keken. Van hen mocht het kindje wel altijd bij hen blijven, maar Maria
en Jozef begrepen dat ze verder moesten. De Schriftgeleerde schudde
zijn hoofd en zei:
Schriftgeleerde: Dat kan toch niet. Het boek moet toch gevolgd worden.
Als iedereen dit feest op zijn eigen manier gaat invullen wordt het een
chaos.
Verteller: Vol verwachting keken de herders en koningen uit naar de
komst van het kind. En tijdens het wachten luisterden zij naar het
zingen van de engelen.
Zang: Cantiloôn
Kerstverhaal slot:
Verteller: En zo was het kind van de vrede toch te vinden in Overloon,
tot grote vreugde van de herders en de koningen en van alle andere
mensen. De Schriftgeleerde had nog wel een vraag voor Maria:
Schriftgeleerde: Is dit kindje echt een meisje? Dat kan toch niet
volgens het boek.
Verteller: Maar Maria zei dat haar kindje echt een meisje was. In het
jaar 2010 moest dat toch kunnen. Iedereen was er stil van en wilde toch
even nadenken over dit mysterie van nieuw leven, van hoop voor de
wereld.
Overweging
Een meisje als kindje Jezus, dat kan toch helemaal niet.
net zo min als er in onze kerk vrouwelijke priesters mogen zijn.
Natuurlijk: de historische Jezus is een man geweest.
Maar uit de evangelieverhalen blijkt heel duidelijk
dat hij heel wat meer geëmancipeerd was dan zijn Kerk van nu.
Die Jezus van toen wil opnieuw geboren worden
in mannen en vrouwen, in jongens en meisjes,
in groot en klein, in blank en zwart, in rijk en arm.
En ik ben ervan overtuigd dat hij, als hij in deze tijd geleefd zou
hebben,
geen enkele moeite zou hebben met vrouwelijke priesters.
Toen al bleek hij regelmatig zijn boekje te buiten te gaan,
tot verontwaardiging van de schriftgeleerden van die tijd.
En als hij in onze tijd geboren zou zijn, had hij ook een meisje kunnen
zijn.
Het kerstgebeuren is omgeven door een hele berg romantiek,
en daarin gaat het vooral om een mannenwereld:
een lief jongetje Jezus, zijn vader Jozef, herders en koningen.
Herderinnen en koninginnen, daar hoor je niet van.
Maria is de enige vrouw in het kersttafereel, daar kon men niet omheen.
Natuurlijk gaat het met kerstmis om het kind Jezus,
maar het gaat net zo goed om al die jongetjes en meisjes die ter wereld
komen
in een stal of in een villa, in een krot in een sloppenwijk, of in een
duur buitenhuis, in een vluchtelingenkamp of in een hechte gemeenschap.
In ieder mens wil God aan het licht komen
en elk kind draagt iets van die droom van vrede en liefde in zich mee.
Jezus heeft die roeping op een heel bijzondere manier waar gemaakt in
zijn leven. Hij kreeg daarom de titel: Zoon van God.
Maar we zijn allemaal kinderen van God,
allemaal geroepen om Gods gezicht in de wereld te zijn.
niet in grote spectaculaire dingen maar in de gewone dingen van alle
dag.
De periode rond Kerstmis is bij uitstek een tijd waarin de
verbondenheid met elkaar een heel grote plek inneemt,
en we doen dat op een heel uitbundige manier.
Maar eigenlijk zou het alle dagen van het jaar door Kerstmis moeten
zijn,
niet in de vorm van het uitbundige feest met alle eten en drinken erom
heen,
dat zou heel slecht voor de lijn zijn.
Maar de verbondenheid die we met kerstmis op een bijzondere manier
beleven
zou elke dag van het jaar beleefd moeten worden,
juist in de kleine dingen van alle dag.
Dan komt God ook in ieder van ons aan het licht,
dan zijn we waarlijk christenen, volgelingen van die Jezus,
wiens geboorte we vandaag vieren.
Cantiloôn: LIED VAN DE HERDER
Toen ik het kind zag, zag ik in zijn ogen
kleine lichtjes, lichtjes voor de nacht.
Voor iedereen die in het donker leeft
en niets meer om te hopen heeft,
kan hij een licht zijn, kan hij een licht zijn
met een onverwachte kracht.
Refrein: Van donker naar licht, van de nacht naar de dag.
Komt dat echt door dat kind dat ik plotseling zag.
Toen ik het kind zag, zag ik in zijn ogen
kleine vonkjes,
vonkjes vol vuur.
Voor iedereen die in de kou komt staan,
voor wie de vlam is uitgegaan,
kan hij een vuur zijn, kan hij een vuur zijn,
warmte voor het koudste uur. Refrein (2x)
Geloofsbelijdenis
Vg. Ik geloof in een God die er is voor alle mensen.
Ik geloof dat het zijn bedoeling is
dat er vrede en welzijn is voor iedereen.
Al. Ik geloof in een God die licht is,
die vader en moeder wil zijn voor alle mensen.
Vg. Ik geloof in Jezus, het Kind van Betlehem,
die iedereen de weg wijst naar Gods licht,
naar de verbondenheid van alle mensen.
Al. Ik geloof in Jezus' blijde boodschap,
in zijn goedheid voor kleine en zwakke mensen.
Vg. Ik geloof in Gods Geest die Jezus bezield heeft,
dat Hij ook ons in beweging houdt
en ons helpt kinderen van het licht te zijn.
Al. Ik geloof in de gemeenschap van Jezus' kerk,
in de verbondenheid tussen alle mensen van goede wil.
Amen
Voorbede
In naam van Jezus, het kerstkind, bidden wij
voor wie deze feestdagen juist heel moeilijke dagen zijn,
voor alle ouderen die juist nu de koude van de eenzaamheid voelen.
Mogen zij mensen ontmoeten die hun wat warmte geven,
die in vriendschap met hen optrekken.
Laat ons bidden.
In naam van Jezus, het kerstkind, bidden wij
voor hen voor wie deze dagen juist donkere dagen zijn,
voor alle kinderen die ziek zijn,
voor hen die geen fijn thuis hebben.
Mogen zij medemensen ontmoeten die wat licht voor hen zijn
in de hartelijke zorg en aandacht die zij geven.
Laat ons bidden.
In naam van Jezus, kerstkind, bidden wij
voor hen die niets te vieren hebben met Kerstmis,
voor allen die te lijden hebben onder oorlog en geweld.
Mogen zij mensen ontmoeten die hun een beetje vrede schenken
en hen helpen te bouwen aan een zinvolle toekomst.
Laat ons bidden.
In naam van Jezus, het kerstkind, bidden wij
voor alle mensen van wie wij veel houden, voor vrienden, familie,
voor de mensen uit onze parochie en de mensen in Huize Loôn.
Moge deze feestdagen ook blije dagen voor hen zijn,
dat zij steeds gelukkig zijn met elkaar.
Laat ons bidden.
In naam van Jezus, het kerstkind, bidden wij
voor alle mensen die ons dierbaar zijn
maar door de dood van ons zijn weggenomen.
Mogen zij eeuwig licht en eeuwige vrede gevonden hebben
bij God onze Heer.
Wij noemen met name . . .
God, onze Vader, in Jezus, het kerstkind, bent U ons nabij gekomen.
Wil luisteren naar onze gebeden en blijf ons steeds nabij,
met uw licht, uw warmte, uw vrede en uw geluk.
Zo bidden wij U door Jezus Christus, kind van mensen, Uw Zoon, onze
Heer. Amen.
Collecte/offerande: Drumshowband
Tafelgebed
Pr De Heer zal bij u zijn.
Al. De Heer zal u bewaren.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr. Terwijl het buiten koud en donker is, zoeken velen naar warmte en
licht. In een wereld waarin veel narigheid en onvrede is, zijn velen op
zoek naar het ware geluk en echte vrede. U, onze God en Vader, hebt ons
de weg gewezen naar warmte en licht, naar geluk en vrede, de weg van
het kind van Bethlehem, klein en teer, een grote uitnodiging tot
liefdevolle zorg; de weg van de profeet van Nazaret, een man met
idealen, die keer op keer zei: liefde is het grootste gebod.
God, onze Vader, om die weg samen in liefde te kunnen gaan bidden wij
U: Geef ons dan ook de kracht daartoe en beadem daartoe met uw Geest
dit brood en deze wijn, zodat Jezus Christus in ons midden komt met de
gaven van zijn lichaam en bloed.
Want op de avond van zijn lijden nam Hij onder de maaltijd brood en
sprak tot U het dankgebed. Hij brak het brood en gaf het aan zijn
leerlingen terwijl Hij zei:
Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, want dit ben Ik, dit is mijn
lichaam, dat voor jullie gegeven wordt.
Zo nam Hij ook de beker met wijn en sprak opnieuw het dankgebed. Hij
gaf hem aan zijn leerlingen en sprak:
Neemt deze beker en drinkt hier allemaal uit, want dit is de beker van
het nieuwe altijddurende verbond, dit ben Ik, dit is mijn bloed dat
voor jullie en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
Al. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.
Pr. Goede Vader, zo gedenken wij Jezus uw Zoon, in wie U ons uw liefde
toont: Hij is door het lijden en de dood gegaan, en, tot nieuw leven
opgewekt, is Hij ingetreden in uw heerlijkheid. Zo heeft Hij voor ons
de weg geopend en begaanbaar gemaakt die ons zal leiden naar Uw rijk op
aarde.
Al. Wij bidden U dan ook voor allen,
die in deze kerstdagen verloren lopen
en niet tot rust en vrede komen.
Dat zij uw menslievendheid opnieuw mogen ervaren
in de zorg en aandacht van hun medemensen.
Pr. Vervul ook ons, die hier zijn samengekomen, met uw Geest van
liefde, de Geest die Jezus, uw Zoon in warmte uitstraalde. Maak ons
sterk door deelname aan deze maaltijd; dat wij vol vertrouwen en met
vreugde onze wegen gaan. Toenemend in geloof, vervuld van hoop en
aanstekelijk door onze liefde, verbonden met heel het volk van God.
Schenk uw liefde ook aan hen die een bijzondere plaats innemen in ons
hart en verwijder u niet van hen die door de dood van ons zijn
heengegaan.
Al. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer, onze
God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, hier en nu
en tot in eeuwigheid. Amen.
Pr. Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons
gegeven heeft.
Al. Onze Vader, die in de hemel zijt,
Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef vrede in onze dagen, dat wij
gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde, en
beveiligd tegen alle onrust. Hoopvol wachtend op de komst van Jezus,
Messias, uw Zoon.
Al. Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid in
eeuwigheid. Amen.
Vredewens
Communie: Drumshowband
Cantiloon: Vrede op aarde
Zachtjes leggen herders hun schaapjes neer
Bij het kindje dat slaapt in een kribbe zo teer
Een kleine jongen die speelt een deuntje
Vol ontroering zing ik mee met dit hemels geluid
Vrede op aarde, voor mensen van goede wil
Vrede op aarde, je wordt dan even stil
Jezus is geboren tot vrede van ons al
Over dorpen en valleien klinkt vreugdezang
Oh, kindje Jezus met jou wordt het duister weer licht
Jij brengt hoop voor zo vele mensen
Door alles heen onvoorwaardelijk lief
Is jou boodschap van vrede op aarde
Staakt het vuren en vechten
Vraagt een kind dat wuift met z'n kleine hand
Het is kerstmis, kom laat er vriendschap zijn
Tussen alle volkeren groot en klein.
Vrede op aarde, voor mensen van goede wil
Vrede op aarde, je wordt dan even stil
Jezus is geboren tot vrede van ons al
Over dorpen en valleien klinkt vreugdezang
Oh, kindje Jezus met jou wordt het duister weer licht
Jij brengt hoop voor zo vele mensen
Door alles heen onvoorwaardelijk lief
Is jou boodschap van vrede op aarde.
Ja, kindje Jezus met jou wordt het duister weer licht
Jij brengt hoop voor zo vele mensen
Door alles heen onvoorwaardelijk lief
Is jou boodschap van vrede op aarde.
Slottekst
In de stal van het kerstkind is ruimte voor iedereen,
maar niet iedereen heeft ruimte voor het kind in de stal.
Hij wil licht zijn voor elke mens van goede wil,
maar ook mensen van goede wil hebben dat soms niet in de gaten.
Iedereen mag bij het kerstkind binnenkomen,
maar hij moet wel zijn hoofd kunnen buigen,
want de stal is laag en het kindje klein.
Wie dat niet kan, stoot vroeg of laat zijn hoofd.
Het kerstkind wil bij iedereen opnieuw geboren worden
Dat kan alleen als alle mensen echt naar hem luisteren
maar er is vaak zoveel lawaai in onze wereld
dat zijn boodschap niet meer wordt gehoord.
Maar wie niet naar hem luistert, loopt te dwalen
en mist het licht dat hij ons bracht.
Slotlied: EER ZIJ GOD IN ONZE DAGEN