Teksten als lezing voor een
huwelijksjubileum
GOUDEN BRUILOFT
Gouden bruiloft,
dat betekent: al 50 jaar bezig zijn
met het bouwen en verbouwen van een huis,
waarin je je thuis voelt,
waarin je jezelf kunt zijn,
waar je echt op je gemak bent.
Gouden bruiloft,
dat betekent: 50 jaar lang
elkaar in dat huis tegen komen,
elkaar hebben leren kennen,
de sterke en de zwakke kanten,
de gevoeligheden en de ongevoeligheden,
de hebbelijkheden en de onhebbelijkheden,
en toch: niet uitgekeken raken op elkaar,
maar steeds weer opnieuw ontdekken,
elkaar blijven boeien,
waardoor je samen op weg kunt naar morgen.
Gouden bruiloft,
dat zijn 50 jaren van:
samen spreken én samen zwijgen,
samen feesten én samen rouwen,
samen winnen én samen verliezen,
samen bidden én samen danken,
alles samen en tóch: jezelf blijven,
steeds meer jezelf worden,
als gelovige, als mens.
Gouden bruiloft,
dat is: even hierbij stilstaan,
dankbaar voor wat mocht zijn,
en dan: samen vol goede moed verder gaan.
DANKBAARHEID
Dankbaar zijn . . . Waarom zou je?
Om de zon en de regen misschien . . .,
of om een bloem die kleurt en geurt,
een vogels of het leven van deze of gene,
om jezelf misschien . . .,
om een vader die zorgde,
een moeder met tederheid,
een vriend, een vriendin,
een woord, dat zegt: jij bent goed.
Dankbaar zijn . . . Waarom zou je?
Om een lach en een traan misschien . . . ,
om zomaar een dag,
om een woord gegeven,
om een zegen uitgesproken,
om trouw van mensen,
om deze mens misschien . . . ,
bij donker en licht,
bij succes en mislukking,
in goede en kwade dagen,
om . . . jaar lang het leven delen,
om wat je niet zeggen kunt,
maar enkel beseffen in je hart.
Dankbaar zijn . . . Waarom zou je?
Omdat je zeggen kunt misschien . . .:
Ik weet van God, omdat ik weet van jou,
ik zing van God, omdat ik zing van jou,
ik hou van God, omdat ik hou van jou.
Twee bomen
Ergens heb ik een boom gezien,
eigenlijk waren het twee bomen,
maar ze waren zo in elkaar gegroeid
dat ze één boom geworden waren.
Twee wortelstokken,
hun wortels onlosmakelijk dooreen gevlochten,
twee stammen, zo dicht bij elkaar
dat ze niets anders konden dan aan elkaar vastgroeien.
Maar dat gebeurde niet zomaar ineens.
Ze stonden zo dicht bij elkaar
dat ze elkaar raakten
als de wind ze in beweging bracht.
Ze schuurden langs elkanders schors,
zodat het harsige bloed stroomde,
maar geen van beiden week van zijn plaats,
geen van beiden werd geveld.
Ze groeiden door in hoogte en breedte,
wond tegen wond stonden ze nu, tegen elkaar.
En het hars sloot zich over de gemeenschappelijke wond.
In alle stilte, voor aller ogen verborgen
genazen de wonden door zich met elkaar te verbinden.
Stam in stam,
één stam boven twee wortelstokken,
één kroon van bladeren,
de een wat hoger en lichter,
de ander een beetje donkerder van loof.
Maar alleen een nauwlettend toeschouwer
zou er verschil tussen kunnen zien.

VADERS HANDEN, MOEDERS HANDEN
Vaders handen, moeders handen. Wij kennen die handen.
Wij hebben er als kind vaak met bewondering naar gekeken.
We hebben ze gevoeld aan ons lichaam
wanneer we ondeugend waren geweest.
Maar ze hebben ons ook gedragen toen we klein waren.
We hebben in die handen geslapen als in een bedje.
Ze hebben ons getroost in ons klein verdriet
en ons gestreeld in momenten van innige vertedering.
Ze hebben zich zegenend op ons hoofd gelegd.
Zie, hoe ze voor ons gewerkt hebben.
Hebben ze niet bijna de halve aarde opgetild?
Vaders handen, moeders handen.
Daarin staat hun leven, hun hele leven gegraveerd.
Ze hebben zich gevouwen in gebed,
ze hebben zich vaak opstandig tot een vuist gebald.
En toch hebben ze zich weer ontsloten,
Gestreden en gezwoegd
om 's avonds het blanke brood te kunnen uitdelen,
om elkaar overeind te houden in de storm,
om van elkaar te houden.
50 Jaar lang hebben ze voor anderen gezorgd.
Nu mogen ze rusten,
gevuld met herinneringen aan al die mooie dagen.
Ondanks de doornen op uw levenspad,
zullen vandaag vooral deze rozen
een reden tot dankbaarheid zijn.

HET GELUK VAN DE WIJSHEID
Luister naar wat uw ouders u leerden,
bewaar het in uw hart om later meer inzicht te hebben.
Toen ik voor mijn vader nog een kind was,
klein en hulpbehoevend onder het oog van mijn moeder,
kwam het leven op mij af als een langzaam onderricht
van denken, spreken en doen.
Met de woorden en wenken van mijn ouders diep in mijn hart
ging ik toen verder het leven in.
Maar nooit wil ik vergeten wat ik van thuis heb meegekregen.
Daarmee begon de levenswijsheid die ik zelf moest verder zoeken,
door schade en schande, door lief en leed.
Wie de wijsheid vasthoudt en haar overal blijft zoeken
is gelukkig te prijzen.
Daarom wil ik haar niet uit het oog verliezen
en alles doen met beleid, verstand en fijngevoeligheid.
Dan kan ik veilig mijn wegen gaan,
dan zal ik mij niet onherstelbaar verwonden aan mijn zwakheid;
dan hoef ik geen angst te hebben als ik ga slapen;
dan sta ik met vreugde weer op,
dan kom ik goed terecht.
Dat geeft God, die ons pover menselijk doen en laten
met zijn wijsheid moet verlichten,
om eens het volle geluk van de wijsheid te ontvangen.
en later meer inzicht te verwerven.

Vijfentwintig jaar getrouwd
Vijfentwintig jaar getrouwd.
Geen wereldschokkende gebeurtenis,
maar wel een mijlpaal om even bij stil te staan.
Mensen zeggen tegen elkaar:
want er ook gebeuren gaat: ik blijf je trouw.
Wat is dat: de trouw die man en vrouw beloven?
De diepste betekenis van de trouw is misschien dit:
heel je leven afstemmen op het geheim van de ander
met wie je alles wilt delen;
steeds proberen te bewaren
wat die ander voor jou zo oorspronkelijk maakt,
steeds levend proberen te houden
waar je aanvankelijk zo vol van was.
Trouw heeft veel te maken met
fantasie en vindingrijkheid.
Een huwelijk wordt gaaf en behoudt zijn geheim,
wanneer je in staat bent elkaar te helpen
om voortdurend de eigenheid van de ander te ontdekken.
Hoe blijf je trouw aan het oorspronkelijke geheim van de ander?
Misschien: door nooit het geheim helemaal te willen veroveren.
De trouw aan het oorspronkelijke van elkaar
maakt het huwelijk tot iets onuitputtelijks.
Het geeft je de bereidheid om telkens opnieuw te beginnen.

ER IS ER VOOR MIJ MAAR ÉÉN.
Een keer moet het begin zijn, of je wilt of niet,
een keer wil je bereiken wat je in de verte ziet,
een keer zul je moeten kiezen uit alles om je heen,
een keer zul je moeten zeggen: er is er voor mij maar één!
Een vrouw om van te houden, een man die voor je vecht,
een plaats om thuis te komen, een thuis, maar dan ook echt.
Het klinkt misschien kortzichtig, met al die inspraak om je heen,
toch is het goed te zeggen: er is er voor mij maar één!
Maar soms begint het te rommelen, te scheuren, hier en daar,
en heel je wereld stort dan in elkaar.
Toch komt uit die resten, al gebeurt dat altijd niet meteen,
steeds weer die overtuiging: er is er voor mij maar één.
LIEFDE
Liefde is het dieptste contact tussen twee mensen,
het is de diepste grond van je bestaan,
de rustplaats van alle vergankelijkheid,
het ondoorgrondelijke ik van de medemens.
Liefde is een begrip van warmte, vergeving en berusting.
Het is het meedragen van de pijn van een ander,
de ander verlossen uit de eenzaamheid.
Liefde is samen leven, is elkaar nodig hebben
in goede en in kwade dagen.
Het is een glimlach, een handdruk of zomaar bij elkaar zijn.
Liefde is helpen waar je kan, ook als dat moeilijk is.
Het is elkaar weten de accepteren,
één te zijn in het delen van lief en leed.
Het is zorgen dat je een toeverlaat bent.
Liefde gaat een lange weg,
soms vol puur geluk, soms vermengd met tranen.
Het is een weg die je niet alleen kunt gaan.
Er is er maar één die je daarbij helpen kan: God,
want God is liefde.
DE MOOISTE DINGEN IN HET LEVEN . . .
De mooiste dingen in het leven kun je niet kopen
omdat ze onbetaalbaar zijn:
een fijne vader en moeder, aardige broers of zussen,
de warmte van vriendschap,
een ruzie die wordt bijgelegd,
het gevoel dat je echt meetelt, thuis en op je werk,
de zon na wekenlang regen,
een bloem zomaar gegeven door iemand die van je houdt,
tranen van vreugde,
een schouder om tegen te leunen,
ogen die je begrijpen,
handen die je strelen,
geborgenheid en veiligheid bij iemand die kan zwijgen,
genieten van de stilte en de natuur, een mooie zonsondergang,
vertrouwen krijgen en geven,
iemand die ziet dat je wat mankeert,
een glimlach van een onbekende,
een onverwachte brief, een goed gesprek,
weten dat je verwacht wordt,
geloven in het leven en in God.
ZO IS HET LEVEN
De lange weg van mensen,
loopt door een klein stukje van de wereld.
Daar zullen ze wonen,
man en vrouw, zomaar in een huis,
langs zomaar een weg,
daar zijn ze het beeld van God.
En God schiep de mens als zijn beeld,
als man en vrouw schiep hij hen.
Man en vrouw,
ze moeten de aarde bewoonbaar maken
en dat betekent gewone dingen doen,
met het groen op de akkers
en temidden van de dieren op het land.
Maanden en jaren van noeste arbeid,
geen stralend licht, geen doffe duisternis,
maar iets daar tussen in.
Maar leven is er wel voor die twee
zolang het hun gegeven is.
Met volle teugen mag de mens genieten van elkaar
en van al wat leeft.
Kijk naar de vogels in de lucht,
kijk naar de bloemen op het veld,
ze maaien niet, ze werken niet, ze spinnen niet,
en toch, uw hemelse Vader voedt ze.
Zo is het gezegd door Jezus van Nazaret.
Van hem mogen mensen gelukkig zijn, twee aan twee.
Een man en een vrouw zijn een goed begin
van geborgenheid en genegenheid.
Zo is het leven
EEN DAG ZONDER JOU
Een dag zonder jou
is een tuin zonder bloemen
een dag zonder jou
kun je geen dag meer noemen
een dag zonder jou
is een dag zonder licht
en dáárom is zo'n dag
geen gezicht.
Het huis is leeg en koud
als ik je stem niet hoor
de tafels, stoelen en het bed
het stelt geen moer meer voor
een boom zonder takken
een hemel zonder blauw
m'n lief dat is een dag
zonder jou.
GETROUWD
Getrouwd, dat is met heel je wezen
rijk en arm zijn, blij en verdrietig,
koud en warm zijn, fris en moe.
Het is groot en klein zijn bij elkaar;
met huid en haar, volop mens-zijn:
man en vrouw zijn bij elkaar.
Getrouwd, dat is zwijgend moe zijn,
in stilte onbegrepen zijn,
soms niet in staat een weg te banen naar elkaar;
het is vragend en plagend, lievend en gevend,
mens zijn bij elkaar.
Getrouwd, dat is getweeën groeiend,
als mensen ieder naar zijn aard;
en daarin steeds weer boeiend:
jij bent mijn leven waard.
LIEFDE
Liefde: een teder woord,
maar ook bezoedeld en besmeurd.
Liefde: een woord dat de diepste overgave
tussen mensen kan vertolken,
maar evenzeer verkracht kan worden.
Liefde: een woord dat zowel een krachtig neen
kan inhouden als het stille ja van mensen naar elkaar.
Liefde: een woord dat uitgebuit is door de reclame,
die gevoelens van mensen bespeelt.
Liefde: een woord voor een springerig gevoel diep in je hart,
dat vraagt om uitgebuit te worden.
Liefde: een woord van nabije ontferming,
van belangeloze hulp en stilzwijgende solidariteit.
Liefde: een woord van intieme nabijheid
en het verstilde wachten op wat groter is dan wijzelf.
Liefde: een woord voor . . . God
GELUKKIG MENSEN
Bij het zoeken naar de diepste reden van menselijk geluk
heb ik nooit het geld gevonden, het bezit, de luxe,
het nietsdoen, het profiteren, het feesten, het genieten.
Bij gelukkig mensen vond ik aan de basis
altijd een diepe geborgenheid,, grote eenvoud,
en een spontane vreugde om kleine dingen.
Bij gelukkige mensen was ik steeds verbaasd
over de afwezigheid van dwaze begeerten.
Bij gelukkig mensen vond ik nooit
ongedurige of gepassioneerde jacht naar meer,
nooit die drang naar zelfverheerlijking.
En ze bezaten meestal een flinke portie humor.
WAAR LIEFDE IS
Waar liefde is en zorg om elkaar
daar is het goed wonen.
Waar gehuild kan worden en gelachen,
daar kunnen mensen leven.
Waar niets verborgen hoeft te worden,
daar kan een mens geborgen zijn.
Waar verdriet en pijn wordt gedeeld,
daar worden mensen een thuis voor elkaar.
Waar aandacht is voor ieder,
daar kan ieder groeien en opbloeien.
Waar mensen elkaar behouden en verwarmen,
daar is men 't liefste thuis.
Leven (van Toon Hermans)
Het leven gaat, het loopt, het kuiert,
't is in de weer, het rent, het luiert,
soms staat het leven even stil
en doet precies wat of het wil,
maar al vliegt het uit de baan,
laat gaan dat leven . . . laat maar gaan.
Het leven gaat zijn eigen gang,
of je blij bent, boos of bang,
soms strompelt het, 't is geen gezicht,
alsof het rondes achter ligt,
maar morgen loopt het weer vooraan,
laat gaan dat leven . . . laat maar gaan.
Het leven gaat, laat maar stoeien,
niet al te veel er mee bemoeien,
het kent zijn koers en bovendien
het ziet veel meer dan ogen zien,
al lijkt het soms op hol te slaan,
laat gaan dat leven . . . laat maar gaan.
Het leven gaat, het weet van wanten,
en na een poos van lanterfanten,
kiest het weer voor volle vaart,
het kent de wegen op de kaart,
die nergens opgetekend staan,
laat gaan dat leven . . . laat maar gaan.
Als ik 25 handen had
Als ik vijfentwintig handen had
had ik nu in elk een vlag
daar zwaaide ik dan vrolijk mee
de hele lange dag
Als ik vijfentwintig monden had
zongen die samen een lied
dan klonk er nu een kinderkoor
maar zoveel heb ik niet
Als ik vijfentwintig jaren had
dan kreeg u die van mij
ik heb ze niet, maar ik wens u wel
nog zoveel jaar erbij
Nu ik vijfentwintig bloemen heb
geef ik die bos aan u
want iedere bloem die geldt voor een jaar
en dat feest viert u nu.
Ouders hebben . . .
Ouders hebben betekent:
mensen om je heen,
mensen op wie je rekent,
niemand kan alleen.
Ouders zijn een deel van je leven
zij willen alleen maar jouw geluk,
geluk dat wij elkander geven,
dan kan ons leven niet meer stuk.
Ouders zijn die mensen,
die, als het wat minder met je gaat,
toch het beste voor je wensen
en naar je luisteren als je praat.
Ouders kunnen alles zeggen
zonder dat het je pijn doet.
Ze hoeven je niets uit te leggen
want ouders bedoelen het immers goed.